Inhoud
Waarom?
Inleiding
Verklaringen van de mens
Kenmerken van het oude Griekenland
Wat dachten de Grieken?
Feesten
Zeus
Tempels
Waarom
Wij houden ons werkstuk over de Grieken, omdat dat het ons het leukste onderwerp leek.
Je kunt er ook veel over vertellen.
Inleiding
De Grieken kenden vele goden. Ze waren dus heel polytheïstisch. (poly: meerdere, theos: god). Godsdienst was erg belangrijk voor Grieken.
Belangrijke beslissingen over bijvoorbeeld een oorlog werden pas genomen als een god advies was gevraagd. Meestal deden ze dat via een orakel. Een bekend orakel is het orakel van Delphi. Als een persoon iets te vragen had, over bijvoorbeeld zijn winstkansen bij een ruzie, dan vroeg hij dat aan een orakel. Zij kon met de goden praten. En die zeiden dan wat de winstkansen waren. Het orakel vertelde het aan de persoon. En die persoon wist waar hij aan toe was.
Verklaringen over het ontstaan van de mens.
De Grieken verklaarden ook het ontstaan van de mens mythologisch. De mens was afhankelijk van de gunsten van de goden. Ook was de mens in de eerste plaats lid van een gemeenschap. De gemeenschap was belangrijk, niet het individu ( de persoon zelf). Na de dood leefde men als schim verder in de onderwereld.
Sinds de 6de eeuw voor Christus veranderde dat mensbeeld bij een kleine groep van de bevolking. Geleerden geloofden niet meer dat goden alles bepaalden. Zij gingen de mens zien als een zelfstandig wezen: zijn verstand liet hem toe zelfstandig vragen te stellen en antwoorden te geven en zo kon hij kennis en inzicht krijgen.
Kenmerken van het oude Griekenland:
- Het leven op aarde was voor de Grieken het belangrijkst.
- Er kwam een nieuwe manier van denken: voortdurend vragen en zoeken naar kennis.
- De Grieken wilden een goede opleiding, vol wedijver (competitie, rivaliteit). Zij wilden uitblinken: met hun verstand, in de sport, op het gebied van kunst enz.
- De Grieken waren gefascineerd voor schoonheid en kunst in het algemeen. De Atheense filosoof Aristoteles schreef dat “het schone berust in de maat en de orde”. Zoals de wetenschappen baseerde de Griekse kunst zich dus op redelijkheid: niets te veel, maat houden. Kunstwerken moesten aan een “ideaal” meetgetal, een grondregel of “canon”, beantwoorden. Anders was het geen kunst, anders was het bouwwerk of het beeldhouwwerk niet “schoon”.
Wat dachten de Grieken
Veel gebeurtenissen in de natuur begrepen de Grieken niet. Bijvoorbeeld als het onweerde of regende. Ze dachten daarom dat goden daarvoor zorgden. Als Zeus (de oppergod) boos was liet hij het regenen en onweren. Apollo liet de pest gebeuren. Ze wilden natuurlijk niet dat dit soort dingen gebeurde dus probeerde ze de goden blij te maken door offers te brengen.
De Grieken geloofden dat Zeus samen met de belangrijkste goden van Griekenland op de Olympus woonde.
Goed wordt boven het kwaad neergezet omdat goed beter is dan kwaad. En wanneer iets beter is wordt dat altijd, boven het slechtere gezet.
Feesten
Belangrijke vieringen, zoals landbouwfeesten, werden gevierd met rituele spelen, het zingen van liederen en speciale optochten, waarbij vaak maskers van goden werden gedragen. Dit geldt vooral voor verering van Dionsyus, de god van de wijn, de bedwelming en een beetje van de landbouw. Uit deze gemaskerde optochten zijn later de Griekse tragedies en komedies voortgekomen. Wanneer belangrijke beslissingen moesten worden genomen vroeg men vaak de goden om raad. De mensen trok naar de tempel in Delphi om een orakel om raad te vragen.
Een dergelijk orakel kon door grote politieke kennis verrassend goede voorspellingen doen.
Zeus
Omdat wij niks konden vinden over het goed en kwaad, hebben wij als vervanging een stuk over Zeus.
De belangrijkste god van de Grieken was Zeus. Hij was een zoon van Kronos en Rhea. Volgens de Grieken kwamen regenbuien, onweer, sneeuwbuien en wolken door hem kwamen. Hij had als heilige dingen: een adelaar en een eik.
Hij had vele zonen en dochters van verschillende godinnen.
Tempels
De oudste bouwwerken die over zijn gebleven van de Grieken zijn hun Tempels. Ze waren er in twee verschillende vormen: rond en rechthoekig. Het gebouw stond altijd op een stereobaat. Dat is een soort trappetje naar de tempel toe.
In het midden van de tempel was het Naos, dat was het belangrijkste van alles. Daar stond het cultusbeeld (beeld van de god voor wie de tempel was gemaakt). De Grieken hadden drie manieren van bouwen:
-Dorisch, dat was de eerste manier van bouwen. Het was best lomp en niet erg versier. De mensen die het gebouw ontworpen hadden wisten namelijk niet zeker of dat het steen sterk genoeg was. Bij deze soort is geen basement. Na ongeveer 400 voor Christus gebruikte ze deze manier niet meer.
-Ionisch, deze manier van bouwen werd veel op de eilanden van Griekenland gebruikt. De onderdelen zijn een stuk eleganter dan die van de Dorische manier. De bovenkant van het kapiteel (dat zijn de palen/zuilen waar het bovenstuk op staat) is gekruld. Bij deze soort van bouwen is wel een basement (onderstuk waar de paal/zuil op staat).
-Korinthisch, deze manier van bouwen wordt pas gebruikt na 500 voor Christus. Maar deze manier werd eigenlijk meer gebruikt door de Romeinen dan door de Grieken. De bovenkant van deze paal/zuil was erg mooi versierd. Het leek op de bladeren van een acanthusplant.
REACTIES
1 seconde geleden