Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De Griekse cultuur

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 1574 woorden
  • 27 februari 2000
  • 512 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
512 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding
Mijn werkstuk gaat over de cultuur van het oude Griekenland tot aan het einde van de Romeinse overheersing (ca. 300 n.Chr.) De naam Griekenland komt van het Latijnse woord Graecia, dat zelf weer komt van het Griekse Graikoi, de oorspronkelijke naam van de omwonenden van de Dodona; de Romeinen verstonden echter onder Graecia alle Grieken. De Griekse naam was en is Hellas (nieuw- Grieks. : Ellas), het land der Helenen. Dit is om je te laten weten waar dit alles zich plaatsvindt. Staathuishouding
De organisatie van het openbaar leven was heel erg primitief als je het vergelijkt met die van ons. Dat kwam een beetje door de kleine omvang van de staten, maar voornamelijk door de beperking van de staatszaken tot een minimum. Wel had men in Athene een soort politie (van Scythische slaven) en zelfs een soort staatspensioentje voor invaliden, maar met gezondheidszorg, onderwijs, bestratingen enz. bemoeide de overheid zich niet mee. De duurste staatzaak was wel de vloot (het leger minder; daar moest de krijgsman zijn eigen spullen betalen) en daarnaast tempelbouw en openbare feesten (in Athene zeker de theateropvoeringen). De kosten werden niet betaald door belastingen (behalve in tijden van nood een heffing plotseling, de eisphora), maar door haven- en tolgelden, een vreemdelingenbelasting, speciaal in Athene een bestemmingsheffing bij rijke burgers en de belastingen van de bondgenoten. Een echte staatskas en een vaste begroting waren er niet. Rechtspraak

Oorspronkelijk werd er in de Griekse staten recht uitgesproken door de koningen (zo nog bij Homerus), later door hun opvolgers, de hoofden van de adellijke geslachten. De bestraffing van moord en doodslag was meestal echter de zaak van bloedwraak tussen de families, maar uiteindelijk had alleen de staat het recht dat te bestraffen (In Athene sinds Draco, ca 620 v.Chr.) Het bekendste is de toestand zoals die in Athene was. Toen spraken daar de archonten recht, hoogste overheidspersonen. Net zoals trouwens in de hele oudheid, was er geen openbaar ministerie. Tot vervolging werd alleen overgegaan als iemand als aanklager wilde optreden: in een burgerlijk proces de benadeelde en in een strafproces elke willekeurige burger die, als de beklaagde werd veroordeeld, als beloning een deel van diens vermogen kreeg. Dit systeem, bedoeld om zoveel mogelijk strafbare feiten op te sporen, heeft sommigen op het idee gebracht valse aanklachten in te dienen, in de hoop dat de ten onrecht beschuldigde toch zou worden veroordeeld: men noemde hen sycophanten. De beklaagde kon hulp vragen aan een beroepsschrijver van verdedigingszinnen (logograaf), wiens teksten hij dan voor de rechtbank oplas. Dit werd wel verboden omdat een handige logograaf maar al te gemakkelijk de volksrechtbank kon bedriegen. Natuurlijk had deze regel geen enkel nut, omdat de beklaagde de toespraak van zijn logograaf uit het hoofd kon leren en tegen de rechter kon opzeggen alsof het zijn eigen verdediging was. Zo zijn de bekende verdedigingsredes van Lysias (zo `n schrijver) door zijn klanten uit het hoofd geleerd. Op sommige misdaden stond een vaste straf, maar meestal stelde de aanklager een eis en de schuldige beklaagde een tegeneis (zo bijv. bij Socrates). Leefwijze
Er waren twee belangrijke zaken die het hele Griekse leven beheerste: a. Het Griekse gezamenlijke leven speelde zich buiten af; het openbare en ook het gezelligheidsleven. Aan huis- en woninginrichting werd dan ook heel weinig aandacht aan gegeven. Pas in de hellenistische tijd bouwden de rijken luxueuze huizen. b. De economische basis van het bestaan was smal. Het geld was niet bedoeld voor extra luxe, dus onnodige dingen, maar alleen voor de nodige, kleine behoeften. Soms werd het nationaal inkomen vergroot, bijv. door het vinden van mijnen of overzeese markten; maar normaal gesproken gingen ze daar niet expres voor zoeken. Als ze toevallig iets vonden, was dat gewoon mooi meegenomen. Alles was dus best wel eenvoudig in de Griekse tijd. Ook het voedsel was vrij eenvoudig. Vlees was een luxe. Het dagelijkse eten voor de dagelijkse man was pap en groente, de eiwitten kreeg men door veel vis en fruit. Wijn werd gemengd met water.. Als kleding deden mensen binnen een dun linnen of wollen hemd (chitoi) aan, buitenshuis werd een mantel omgeslagen. Om het hoofd droegen vrouwen een hoofddoek, de mannen droegen op reis een breedgerande houd (petasos). Aan de voeten droeg men sandalen of schoenen. Het haar van de vrouwen was opgestoken met een nekwrong en soms met een paar stijve vlechtjes bij de oren, de mannen lieten het haar vroeger lang groeien, omdat vroeger de slaven werden kort geknipt en je wilde er natuurlijk niet ui zien als een slaaf! De stand van de vrouw was in de 8e eeuw v.Chr. heel geëerd en had veel invloed. In veel staten bleef dit ook zo, vooral in Ionië. Ook in Sparta speelde de vrouw ondanks de soldatenopvoeding van de kinderen een belangrijke rol. In Athene daarentegen, waar de vrouw binnen bleef, had zij niets te zeggen en mocht ze niets doen. Het enige wat ze mocht was trouwen en dan natuurlijk voor de man zorgen, en dat deden ze dan ook heel vroeg. Ze mocht zelfs niet in toneelstukken spelen, daarom deden mannen, als ze een vrouwenrol hadden, maskers op. Zie 1.4 voor meer toneel. Opvoeding, sport en spel
Hoewel de overheid niet voor het onderwijs zorgde, gaf het wel voorschriften aan de burgers de wat betreft de opvoeding. Muziek, dans en voordrachtskunst (de kunst om iets op te zeggen) werden heel veel beoefend. Men deed ook aan sport, ze wilde allemaal en ideaal 'schoon en goed' (kalos kai agathos) bereiken. In de oude beschaafde samenleving is sport het normaalste van de wereld: zo komen in de 'Ilias' van Homerus de lijkspelen voor Patroclus voor en in de 'Odyssee' moet Odysseus bij de Phaeacen door zijn sportprestatie bewijzen dat hij ook meetelt. Maar ook in de later, normale samenleving deden ze veel aan sport (in Sparta trainden ook de vrouwen mee, o.m. om een sterke krijgers voort te brengen). Iedere polis (stad) had één of meer sportscholen (gymnasium). De grootste overwinning wat een atleet kon behalen was het krijgen van een prijs in de grote Panheleense spelen, de Olympische in Olympia, de Nemeïsche in Nemea en de Pythische in Delphi. Toneel had ook te maken met opvoeding en wedstrijden. Er waren twee soorten stukken toneel. De serieuze waar heleboel mensen ongelukkig stierven - zij werden tragedies genoemd. Grappige met grappen en vieze moppen - zij werden komedies genoemd. Je werd zelfs betaald als je naar een stuk kwam kijken. De dichters dongen naar prijzen voor de beste stukken. Maar Grieks theater was niet hetzelfde als onze musicals, want Griekse theater · had geen decor · was in de buitenlucht (in een amfitheater) · had geen actrices - alleen acteurs · had geen actie op het toneel - alleen mensen aan het praten over de spannende stukjes - moorden en alles gebeurde ergens anders · had acteurs die maskers droegen - en hoge platformschoenen om heel langzaam over het toneel te schuifelen
Het toneelspelen kwam voort uit de godsdienst (zie 2.1 en 2.2), en zeker de dienst van Dionysus, de god van de inspiratie en enthousiasme. Hetzelfde geldt voor de dans, die ook in het drama heel belangrijk was tot de 4e eeuw v.Chr. (choros, het koor betekent letterlijk 'reidans'). De choros was altijd onderdeel van de opvoeding. Mythologie en godsdienst
De mythologie is anders, maar niet helemaal anders dan de Griekse godsdienst. Er is een tijd geweest waarin de mythologische verhalen en de godsdienst van de Grieken hetzelfde was. In de mythe verandert de mens een oergebeuren dat het leven en de wereld beheerst (bij ons b.v. Adam en Eva). Een goed voorbeeld is de mythe van Demeter en Korè: "Demeter, de godin van de landbouw en het koren. Ze was bij Zeus de moeder van Persephone (Korè). Toen Persephone door Hades ontvoerd werd, trok Demeter zich treurend terug, waardoor de groei op aarde stilstond. Persephone werd vier maanden per jaar koningin van de onderwereld en de overige acht maanden woonde ze bij haar moeder." De bronnen voor wat we weten zijn eerst de historische dichter (vooral Homerus en Hesiodus); daarna de treurspeldichters en de mythografen; vervolgens, uit de hellenistische tijd, de geleerde dichters als Callimachus; ten slotte schrijvers van handboeken en Romeinse dichters als Ovidius. Vele verhalen zijn niet bekend uit geschrift, maar van de beeldende kunst, en zeker al die vaasschilderingen. Er zijn drie soorten verhalen: mythen of godenverhalen, sagen, waarbij naast goden ook helden de hoofdrol hebben, en sprookjes, die alleen in Griekenland voorkomen. Men verdeelt de verhalen in: a. Kosmogonische mythen (mythen over het ontstaan van het heelal). b. Mythen over omgang van mensen en goden (bijvoorbeeld de huwelijken van Zeus) en de goden onder elkaar. c. De grote sagenkringen (Thebe, Troje, Herades, Perseus…). d. De plaatselijke mythen en sagen (bijvoorbeeld Orpheus in Thracië, Cecrops in Athene. De Grieken geloofden in een heleboel goden, ofwel, de Griekse hadden het 'polytheïsme' (veelgodendom, v. Grieks: polus = veel, theos = god). De alleroudste godin was Moeder Aarde, Gaia, omdat uit de aarde het leven uit voort komt en daarin keren alle levende wezens terug. Eigenlijk kan men alle Griekse godinnen zien als voorstellingen van deze ene aardgodin. Dat geldt voor Artemis, Aphrodite, de Nymfen, de Moiren, de Chariten… Ook de doden waren in de oudheid halfgoddelijke wezens, die vereerd werden en waar men bang voor was. Zelfs in de zangen van Homerus, die de doden liet voortbestaan als in het dodenrijk, vindt men nog sporen van dat ze geloofde in onsterfelijkheid. Bronvermelding -Encarta 98 -National Geografic -Encyclopaedia Brittanica

REACTIES

M.

M.

myn naam is marie en heb je stuk gelezen en ik vraag me af of je resultaat goed was ofniet

20 jaar geleden

I.

I.

Leuk. veel info, maar kan beter. Sorry!! XXX-My.

11 jaar geleden

I.

I.



inderdaad irene w.

9 jaar geleden

I.

I.

Ik vind het wel goed, maar je kan het toch nog wat opfleuren. vind je niet?

10 jaar geleden

I.

I.



daar heb je gelijk in, iemand. zoo saai maar de tekst is wel goed, maar zo saai

9 jaar geleden

V.

V.

waarom heb je het over deoude cultuur ik moest eigenlijk info over de cultuur die nu aan de gang is kan iemand me helpen voor vandaag

7 jaar geleden

I.

I.

Mooie presentie hoor!
Maar... toch was het niet echt wat ik zocht.
Ik zoek info. over de Griekse beeldhouwkunst.
Toch zou ik het zelf niet beter hebben gekund hoor!!!
Alvast goeie punten toegewenst!

:-))

6 jaar geleden

L.

L.

ik vind het saai

6 jaar geleden

K.

K.

waarom mocht sam (boy 7) de politie niet bellen? kan iemand me misschien hier mee helpen?

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.