Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Tweede Wereldoorlog : Wie hadden schuld ?

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 6463 woorden
  • 16 november 2001
  • 118 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
118 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding Door de jaren heen is de Tweede Wereldoorlog al meerdere malen behandeld. Met dit werkstuk is het de bedoeling dit onderwerp af te sluiten. Natuurlijk komt er eigenlijk nooit een einde aan, de gevolgen van de oorlog komen in het dagelijks leven telkens terug. Dit maakt het tot een gebeurtenis die tekenend is voor de geschiedenis van de mensheid. Er zijn veel boeken geschreven over hoe een oorlog op zo een grote schaal kon ontstaan. Uiteindelijk kom je dan uit bij de vraag: Wie had( den ) schuld aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ? Dit is dan ook de hoofdvraag van ons onderzoek. Het antwoord op deze vraag zal niet makkelijk te vinden zijn, omdat veel zaken van invloed waren op het uitbreken van de oorlog. Als je door blijft zoeken, zul je steeds nieuwe dingen tegenkomen die eventueel hebben bijgedragen aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Omdat het voor ons onmogelijk is ( in verband met de tijd ) het onderzoek zo uitgebreid te maken, zullen we daarom alleen de punten behandelen die ons het belangrijkst lijken. Deze bestaan uit het bestuderen wat de invloeden waren van de nationale en internationale politiek, de invloed van het Verdrag van Versailles, de invloed van de economische crisis in het jaar 1929, en uiteraard ook de invloed die Hitler zelf had. Deze ( mogelijke ) oorzaken behandelen we in aparte hoofdstukken. Het is niet mogelijk deze oorzaken helemaal los te zien van elkaar. Op veel punten hebben ze met elkaar te maken. Sommige onderdelen zullen dus ook in meerdere hoofdstukken terugkomen. Doordat we alleen de bovengenoemde oorzaken behandelen, is de conclusie die we aan het einde van dit onderzoek zullen trekken, niet volledig. Ondanks dat hopen we toch een redelijk goed beeld te kunnen schetsen van de gebeurtenissen en personen. Nog belangrijk om te vermelden is dat de uitkomst van dit onderzoek onze interpretatie is van de gebeurtenissen. Uiteraard zullen we onze mening beargumenteren, maar het is waarschijnlijk dat veel mensen het niet helemaal met onze conclusie eens zullen zijn, simpelweg omdat feiten op verschillende manieren opgevat kunnen worden. In alle studies die er door de jaren heen over ditzelfde onderwerp zijn gedaan, zijn verschillende conclusies getrokken en het is natuurlijk zo dat meningen verschillen. Toch hopen we door diepgang en argumentatie tot een aannemelijk eindresultaat te komen. Hoofdstuk 1 : Het Verdrag van Versailles Bij de beëindiging van de Eerste Wereldoorlog dienden veel zaken opnieuw geregeld te worden. De leiders van de overwinnende landen kwamen bij elkaar om afspraken te maken. Het belangrijkste streven was om een vrede te sluiten die langdurig was en de problemen die de Eerste Wereldoorlog met zich mee bracht, op te lossen, vooral financieel gezien. De bijeenkomt was in januari 1919 in Parijs. De belangrijkste deelnemers waren president Clemenceau voor Frankrijk, Lloyd George voor Engeland, Wilson voor de Verenigde Staten en Orlando voor Italië. Per overwonnen land werd een apart verdrag gesloten, dat in verschillende voorsteden van Parijs ondertekend zou worden. Met Duitsland werd het verdrag in de Spiegelzaal van het paleis te Versailles ondertekend, vandaar: het Verdrag van Versailles. Het Verdrag van Versailles had grote gevolgen voor Duitsland. Ook wekte het veel verbittering op. Die verbittering kwam voort uit twee zaken. Als eerste was het de manier waarop de Duitsers werden behandeld. Ze mochten niet aanwezig zijn bij de onderhandelingen die vooraf gingen aan het opstellen van het verdrag. Deze taak was gereserveerd voor de overwinnaars en Duitsland behoorde tot de overwonnenen. Zo hadden ze absoluut geen invloed op de inhoud van het verdrag en werden ze in mei 1919 geconfronteerd met een vredesbepaling waar ze het niet mee eens waren. In eerste instantie weigerden ze dan ook om te tekenen, maar uiteindelijk stemden ze toch toe, omdat de Geallieerden dreigden met het hervatten van de oorlog. Het tweede punt dat verbittering opwekte, kwam voort uit de inhoud van het verdrag. Duitsland moest veel grondgebied afstaan aan onder andere Frankrijk, België en Polen. Daarbij raakte het ook zijn koloniën kwijt aan de Geallieerden. Een aantal andere gebieden kwam onder toezicht van de Geallieerden. Duitsland moest ook zijn bewapening terugbrengen tot een minimum. Het mocht geen vliegtuigen en onderzeeërs hebben en zijn leger mocht slechts uit kleine schepen en een klein beroepsleger bestaan. De Geallieerden daarentegen hoefden niet te ontwapenen. Er ontstond dus ongelijkheid. Daar naast was er nog een belangrijk punt : de schadevergoeding. Alle landen kwamen door de oorlog diep in de schulden te zitten. Deze schulden moesten volgens de overwinnaars betaald worden door de overwonnenen, omdat zij naar hun idee schuldig waren. Duitsland kreeg het leeuwendeel voor zijn rekening. In totaal moesten zij 132 miljard Duitse mark aan schadevergoeding betalen. Duitsland voelde zich hiermee aangewezen als schuldige van de oorlog. De Duitse economie kreeg het door de hoge schulden zwaar te verduren. De ergernis werd vergroot nadat de bondgenoten van Duitsland hun schuld kregen kwijtgescholden. Wilson had bij de onderhandelingen het voorstel gedaan voor Veertien Punten. Een daarvan was het zelfbeschikkingsrecht van alle volken. Daarmee zou elk volk het recht krijgen een eigen staat te stichten en een eigen regering te kiezen. De onderhandelaars gingen wel akkoord met dit onderdeel, maar de uitvoering ging minder goed. In Europa waren er een aantal volken die van het zelfbeschikkingsrecht konden profiteren, maar met Duitse minderheden werd geen rekening gehouden. Daarmee leverde het verdrag ook op dat punt geen voordeel voor Duitsland. Het verdrag werd door de meeste Duitsers als onrechtvaardig beschouwd. Dat droeg eraan bij dat het gevoel ontstond dat er iets moest gebeuren wat de gevolgen van het verdrag zou wegnemen. De mensen wilden na de oorlog weer een normaal leven opbouwen, iets wat erg moeilijk werd gemaakt door het Verdrag van Versailles.
Hoofdstuk 2 : Economische Crisis 1929 De te grote schulden die veroorzaakt waren door het tekenen van het voor Duitsland zeer ongunstige Verdrag van Versailles zorgden er voor dat de economie van Duitsland instortte. Tijdelijk was de situatie gered dankzij de hulp die de VS aan Duitsland hadden aangeboden in vorm van leningen, die het mogelijk maakten de economie weer langzaam op te bouwen. De werkloosheid nam weer af en bedrijven konden groeien. De meeste bedrijven waren ondanks hun groei en succes op de markt wel afhankelijk gebleven van de de leningen die de VS aan hen verstrekte. Daarom had de economische crisis van de VS die in het jaar 1929 plaatsvond ook zo ernstige en directe gevolgen voor de economie van Duitsland en daarmee voor de staat zelf. Alle leningen moesten terug gevraagd worden, omdat de VS hun economie moesten zien te redden na het ineenstorten in het jaar 1929. Er zijn verschillende aspecten die hun bijdrage hadden kunnen leveren bij het veroorzaken van de crisis : het niet kritisch kijken naar de toestand van de economie en het over het hoofd zien van de zwakke plekken. Feit is dat maar een kwart van de bevolking van de welvaart kon profiteren, zodat de markt snel verzadigd was. Ander feit is dat niemand wist hoe slecht het eigenlijk met de economie ging, toen het opeens duidelijk werd dat de economie ineenstortte, dat het niet meer werkt zoals het moet. Er ontstond paniek die nog extra versterkt werd door alle zaken die de regering eigenlijk moest zien en moest regelen, maar niks er voor gedaan heeft juist omdat het te positief tegen de economie aankeek. De gevolgen van de crisis waren bijvoorbeeld de toename van werkloosheid ( 15 miljoen mensen = een kwart van de beroepsbevolking werd werkloos ). Deze crisis kon alleen maar opgelost worden met al het geld wat de VS bezat, wat ook automatisch het terug eisen van de leningen aan Duitsland betekende. Duitsland moest het van de VS geleende geld terug betalen. Er was opeens geen geld meer in Duitsland – veel van de bedrijven gingen failliet en de rest moest hun productie drastisch verminderen, veel mensen die in de bedrijven werkten werden werkloos. Het onvermogen de situatie op te lossen en de werklozen toch een normale leven te bezorgen bracht het kabinet ten val. De val van het kabinet veroorzaakte dat de Rijkskanselier Bruning besloot de noodtoestand uit te roepen, waardoor hij en de president het land konden besturen en pas achteraf verantwoording aan de Rijksdag hoefden af te leggen. Maar het verwachte effect van de noodtoestand bleef ook uit en de bevolking verloor langzamerhand het vertrouwen dat het nog in de Republiek had. Het vroeg om een sterke en machtige partij die weer alles aan orde ziet te brengen en die weet hoe ze moet regeren. Die partij was NSDAP, de partij van Hitler, de partij die bij de verkiezingen in het jaar 1932 als de grootste in de Rijksdag werd. Hoofdstuk 3 : Nationale Politiek Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, ontstond er een strijd tussen de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD) en de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD). De keizer was ten val gebracht en naar Nederland gevlucht. De SPD streefde naar een parlementaire democratie en de KPD wilde, net zoals in Rusland, sovjets die bestonden uit vertegenwoordigers van arbeiders en soldaten. De SPD kwam als de winnaar uit de strijd en in januari 1919 werd er een nieuw parlement gekozen. Dit gebeurde niet in Berlijn, maar in Weimar. De regering werd dan ook de Republiek van Weimar genoemd. De twee belangrijkste partijen waren de die van de socialisten en de katholieken. De Republiek van Weimar had de omstandigheden niet echt meezitten. Duitsland had voor 1918 nog nooit een parlementaire democratie gehad. Veel vertrouwen kreeg de regering daardoor niet, maar er speelden ook andere gebeurtenissen een belangrijke rol. Als eerste had de regering een zeer ongunstige start door het Verdrag van Versailles. Ondanks dat geen van de partijen het met het verdrag eens was, hadden ze geen keus en moesten ze het wel onderteken. Dit had tot gevolg dat de regering ervoor verantwoordelijk werd gesteld dat er zo een ongunstig verdrag was gesloten. Ten tweede moeten mensen wel in het systeem geloven om het goed te laten werken. Dit bleek in Duitsland niet het geval te zijn. Grote groepen waren tegenstanders van een parlementaire democratie. De communisten wilden, net zoals in Rusland, een communistische revolutie. Deze poging mislukte, maar ze bleven een tegenstander van de parlementaire democratie. Andere partijen, zoals de conservatieven en de nationalisten, stonden vijandig tegenover de communisten en de socialisten. Onder hen bestond er een grote angst voor het communisme. De communisten konden alleen in de hand worden gehouden door het parlement en de regering, maar die bestond uit socialisten die volgens hen ook niet te vertrouwen waren. Tenslotte waren er nog miljoenen naar huis terugkerende soldaten, die teleurgesteld raakten in de regering. Dat kwam onder meer doordat velen geen werk konden vinden. Ze kozen partij voor communistische, conservatieve of fascistische groepen. Ook het vertrouwen tussen de partijen binnen de regering was niet groot. De Coalitie van Weimar bestond uit drie partijen: de SPD, de DDP en de Centrumpartij. De katholieken zagen de socialisten als een bedreiging voor het Christendom en andersom wantrouwden de socialisten de macht van de katholieken. De veranderingen die na de oorlog in de industrie moesten worden doorgevoerd kostten veel geld. Daarbij kwamen nog de schulden die Duitsland door het Verdrag van Versailles verplicht was te betalen. In de jaren na de oorlog heerste er daardoor veel armoede en werkloosheid. Een parlementaire democratie kenmerkt zich niet door een snelle besluitvorming en dat was iets waar een grote behoefte aan was. De mensen verlangden naar concrete oplossingen voor hun problemen. Dat kon alleen maar bereikt worden als er een politieke partij zou komen, die daar verantwoordelijkheid voor zou nemen. Tot aan het einde van de jaren twintig gebeurde dat echter niet. Pas in 1930, toen de onvrede onder de bevolking weer begon toe te nemen en de coalitieregering van democratische partijen uiteen viel kwamen er de gevraagde veranderingen. Degene die wist te profiteren was Hitler met de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei ( NSDAP ). Op 30. januari 1933 benoemde president Von Hindenburg een kabinet met Hitler als Rijkskanselier. In dit kabinet hadden de conservatieven de meerderheid. De conservatieven maakten echter een grote fout : ze onderschatten de NSDAP en haar leider zelf. De NSDAP won stemmen door simpele beloften te doen, zoals financiële hulp en het oplossen van de werkloosheid. De conservatieven hadden eerst niet verwacht dat die manier van werken zo succesvol zou zijn, maar daar kwamen ze al snel achter. Na de verkiezingen van 5. maart 1933 vormde de NSDAP samen met de Deutschnationale Volkspartei ( DNVP ) de meerderheid. Niet alleen de conservatieven onderschatten de macht van Hitlers NSDAP, ook de communisten en de socialisten dachten dat Hitler snel ten onder zou gaan. Beide hoopten ze te kunnen profiteren van Hitlers ondergang. Het enige wat ze daarom deden, was rustig afwachten hoe het zijn beloop zou nemen en ondertussen waren ze vooral met hun eigen zaken bezig : de communisten met het bestrijden van de Republiek en de SPD, en de socialisten weigerden echt samen te werken met de katholieken en de liberalen. De overige partijen waren dus niet van plan een eenheid te vormen. Met de doorvoering van de Machtigingswet werd het duidelijk dat Hitler op een dictatuur aanstuurde. De democratie werd met deze wet officieel opgeheven. De SPD en KPD werden verboden en andere partijen hieven zichzelf op. Dit deden ze natuurlijk niet zomaar. Al sinds de aanstelling van Hitler als Rijkskanselier, oefende het partijleger van de NSDAP ( de SA ) veel terreur uit en leiders van andere politieke partijen werden gearresteerd. In juli 1933 werd Duitsland officieel een dictatuur, door de afkondiging van de “ wet tegen de oprichting van partijen “. Vanaf dat moment werden er maatregelen genomen die Duitsland moesten voorbereiden op een oorlog. In de industrie werd de staat de belangrijkste opdrachtgever. Er werd veel geïnvesteerd in de productie van wapens en ook de infrastructuur werd verbeterd. De arbeiders, industriëlen en de boeren moesten zich onderwerpen aan de regering. Zo kon de NSDAP controle uitoefenen op de verschillende bedrijfstakken. Daarmee moesten de zaken waar de NSDAP naar streefde, zoals het uitwissen van de “ schande van Versailles “ en het winnen van “ levensruimte “ in het Oosten, bereikt worden. De gebieden die Duitsland door het Verdrag van Versailles had moeten afstaan, wilden ze weer terug. Verder wilden ze alle Duitstaligen verenigen in een staat. Daarvoor zou in Oost Europa genoeg ruimte zijn. Duitsland begon dan ook al in maart 1939 met het inlijven van Tsjechië bij het Duitse Rijk en van Slowakije maakten ze een satellietstaat. Toen ze uiteindelijk in september 1939 Polen binnenvielen, verklaarden Frankrijk en Engeland de oorlog aan Duitsland. Hoofdstuk 4 : Adolf Hitler Een persoon die zeker een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis is de Nazistische commandant Adolf Hitler, geboren in het jaar 1889 in Oostenrijk. Zijn partij werd bij de verkiezingen van 1930 de grootste partij van de Rijksdag wat in de toekomst grote verschuivingen van macht zou betekenen. In het jaar 1933 werd de NSDAP voor de tweede keer als grootste partij gekozen, wat voor Hitler de positie van Rijkskanselier betekende. Hij zorgde ervoor dat NSDAP de enige partij was, niet alleen de grootste. Hitler stuurde doelbewust op de dictatuur aan en de Machtigingswet betekende een grote stap in de richting om dat doel te bereiken. De weinige organisaties die overbleven en eventueel in verzet zouden kunnen komen waren de vakbonden, de politieke partijen, de Kerken en het leger. Om het verzet te voorkomen moest Hitler verschillende strategieën toepassen, zoals de tactiek van zachte lijn die gevolgd werd met de Kerken en het leger. Door bondgenootschap te sluiten schakelde hij de meeste groepen uit en de rest had geen kracht meer gevonden om in verzet te komen, zelfs het machtigste en gemakkelijkste wapen – staking – werd door de vakbonden niet gebruikt. Uiteindelijk werd Duitsland officieel een eenpartijstaat, omdat de partijen zoals KPD en SPD verboden werden en omdat de andere partijen zich “ vrijwillig ter wille van de nationale eenheid “ ophieven. Na het overlijden van de president Von Hindenburg had Hitler alle macht voor zichzelf en kon hij zichzelf tot president, de Führer, benoemen. Sinds die tijd kon hij al zijn plannen uitvoeren zonder dat er iemand tegenwerkte. Het potentiële protest onder de verschillende bevolkingsgroepen sterft al in de vorm van een gedachte daaraan, daar zorgden de partijlegers ( SA en SS ) met hun terreur wel voor. Hitler gaf de Joden de schuld van alles en wilde het hele volk vernietigen, waar hij ook in kleinere stappen naar toe werkte : in de jaren 1933 – 1938 werd de vrijheid van de Joden zeer beperkt van ontslaan van Joden die een beroep uitoefenden tot het verbod voor Joden de openbare voorzieningen te bezoeken. Zijn volgende “ droom “ was een groot Duits Rijk, waar alle Duitstalige volken zijn verenigd. Om dat te kunnen realiseren moest er wel levensruimte gezocht worden, wat prima in Oost – Europa kon gebeuren waar alleen volken leefden die in Hitlers ogen minderwaardig waren en ondergeschikt aan het Arische ras. Volgens Hitler moest ook de schande van het Verdrag van Versailles uitgewist worden, waar hij ook voor wilde zorgen. Naast het deel van de bevolking dat het met Hitler niet eens was maar te bang om te protesteren, was er ook een hele grote groep mensen die het met Hitler zijn ideeën eens was als gevolg van de goed gerichte propaganda. Hitler hield toespraken waar hij veel indruk maakte met zijn uitstraling en enthousiasme, toespraken die het hem mogelijk maakte ook mensen zonder fascistische gevoelens met hem mee te slepen. Een andere factor was dat er tijdens zo een toespraak geen ruimte werd gegeven aan de mensen om zelf een mening te vormen, alles werd aangeleverd zo dat de mening van Hitler en zijn partij de enige goede en aanneembare mening was. Volgens Hitler moest propaganda voor het onderdrukken van verstand en voor het uiten van gevoelens zorgen. Hitler probeerde met alle mogelijke instrumenten zijn doelen te bereiken. Om te beginnen bijvoorbeeld het verdrijven en vernietigen van de Joden, wat in eerste instantie nog geen oorlog betekende, omdat het een binnenlandse aangelegenheid was. In het begin zorgde hij er voor dat de Joden alleen uit zijn Rijk verdwenen, maar nadat hij Polen binnenviel werd het ook een buitenlandse zaak. Iets wat misschien een bijdrage had geleverd aan het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. De zoektocht naar levensruimte in het Oosten die Hitler was begonnen was niet mogelijk zonder de gebieden van andere landen te veroveren, wat over het algemeen alleen mogelijk is met geweld. Het was begrijpelijk dat deze landen het niet goed vonden en het als begin van een oorlog hadden opgevat. Om de schande van Versailles zogenaamd uit te wissen had Hitler een plan bedacht waar hij systematisch het Verdrag van Versailles wilde schenden, wat weer een reactie van Frankrijk en Engeland moest opwekken. Zo wilde hij voor een nieuwe oorlog zorgen, nu hij een sterk leger had en genoeg macht om een kans te maken op een overwinning en daarmee op het realiseren van zijn ideeën. Hoofdstuk 5 : Internationale Politiek Met het Verdrag van Versailles werd een hoofdstuk in de geschiedenis afgesloten, een Wereldoorlog, die zo enorme gevolgen had voor de mensheid dat men tot de conclusie was gekomen dat zoiets niet meer mocht gebeuren. Nooit meer. Met het Verdrag van Versailles dacht men voorzorgsmaatregelen genomen te hebben die het ontstaan van een nieuwe Wereldoorlog zouden moeten verhinderen, maar tegelijkertijd was er een factor die de meesten in die tijd ontgaan was : door het Verdrag te sluiten zonder de mening van de overwonnenen te horen ontstaat er weer een stille opstand onder de landen die een keuze mochten maken uit tekenen van een zeer ongustig verdrag of een oorlog. Die stille opstand kon ook een rol spelen bij het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog. Door een selectie te maken van staten die deel mochten nemen aan het opstellen van het Verdrag ( met name waren dat de VS, Frankrijk, Engeland en Italië ) ontstond er een nog grotere ongelijkheid tussen de overwinnaars en de overwonnenen. Door de invalshoek van de overwonnen landen te missen werd er een verdrag opgesteld dat niet realistisch en haalbaar was en dat door velen als oneerlijk werd beschouwd. Het resultaat dat het verdrag zou opleveren was al spoedig te merken : toen Duitsland in mei 1919 de vredesbepalingen onder de ogen kreeg, weigerde de regering logisch de te hoge eisen te tekenen. Met behulp van dreigen met de hervatting van de oorlog waarin Duitsland geen kans zou hebben te winnen was het toch gelukt de Duitsers zo ver te krijgen … en werd het Verdrag van Versailles op 28. juni 1919 ondertekend. Op het gebied van de internationale politiek zijn er drie belangrijke veranderingen opgetreden. Het werd duidelijk dat de onaantastbare machtspositie van West – Europa in de wereld helemaal niet zo onaantastbaar was als iedereen gedacht had. Engeland en Frankrijk bleven grote mogendheden en ook Duitsland is in de jaren dertig tot die groep gaan behoren, maar Oostenrijk – Hongarije viel uiteen in een aantal staten. Daarnaast moest er rekening gehouden worden met de VS en Rusland en hun potentiële macht. Velen vreesden voor de ontwikkeling in Rusland die alle kanten op kon gaan, er bestond een gevaar dat Rusland steun zou bieden aan de communistische revoluties in de rest van Europa. Maar zowel de VS als Rusland hadden zich in de jaren na de oorlog met binnenlandse zaken bezig gehouden en zijn ze geen grotere rol gaan spelen wat de ontwikkelingen binnen Europa betreft. De VS werden geen lid van de Volkenbond omdat ze niet opnieuw betrokken wilden raken in een groot Europees conflict en Rusland had te veel binnenlandse problemen die eerst opgelost moesten worden. Een ander punt die later waarschijnlijk een zekere rol is gaan spelen bij het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog is het feit dat de omstandigheden in de jaren na de oorlog gunstig waren voor de opkomst van de totalitaire bewegingen . Veel democratische regeringen raakten in problemen. De dankzij de oorlog verdwenen takken van handel en industrie, de grote hoeveelheden geld die nodig waren om de industrieën voor oorlogsproducten een andere soort producten te laten vervaardigen en de daardoor toenemende werkloosheid en armoede zorgden er voor dat de mensen teleurgesteld raakten in democratische leiders. Velen wilden in plaats van parlementaire democratie met haar te langzaam en te ingewikkeld genomen besluiten een radicale politieke partij, ze wilden in plaats van een samenleving met verschillende opvattingen een cultuur die op alle terreinen geleid wordt door de staat. De totalitaire bewegingen, het communisme en fascisme, kregen veel aanhangers. De laatste van de belangrijkste veranderingen op het gebied van internationale politiek heeft met het aanwakkeren van nationalistische bewegingen in koloniën te maken. Het nationalisme in Aziatische en Afrikaanse koloniën dat tijdens de Wereldoorlogen alleen maar groter werd kreeg ook na de oorlogen veel aanhangers, omdat de mensen hun vertrouwen in de koloniale overheersers verloren wegens het zelfbeschikkingsrecht die voor hen niet bleek te gelden. Tijdens de oorlog hadden de koloniën ook een minder strak koloniaal bestuur gekregen omdat de koloniale mogendheden zich ook met de Wereldoorlog bezig hielden. Door de iets grotere vrijheid in die tijd zijn de Aziaten en Afrikanen naar meer gaan verlangen. Verder waren er een aantal conferenties en gesloten bondgenootschappen die zich op dit gebied afgespeeld hadden. De conferentie van Locarno vond in oktober 1925 plaats en had als eindresultaat het sluiten van acht verdragen op 16 oktober van dat zelfde jaar. De conferentie was georganiseerd om een oplossing voor het probleem van de bedreiging van de wereldvrede te vinden. De conferentie bracht enige ontspanning in de internationale situatie van toen. Het initiatief van Frankrijk kwam vooral doordat men zich daar rekenschap gaf van dat Duitsland zich ten aanzien van Oost – Europa niet aan banden had laten leggen. Dat was ook de reden waarom Frankrijk toenaderde tot de Kleine Entente en tot Polen en het Frans – Russische verdrag van wederzijdse bijstand. Van de acht verdragen zijn de vier belangrijkste :  Het verdrag van wederzijdse garantie van de Frans – Duitse en de Belgisch – Duitse grenzen tussen de landen Duitsland, België, Frankrijk en Italië  Het Frans – Pools en het Frans – Tsjecho – Slowaaks verdrag van wederzijdse bijstand in geval van agressie van de kant van Duitsland  Arbitrageconventies tussen Duitsland en België en tussen Duitsland en Frankrijk  Arbitrageconventies tussen Duitsland en Polen en tussen Duitsland en Tsjecho – Slowakije De eerder begonnen samenwerking tussen Duitsland en Italië ( tijdens het steunen van de fascistische opstand in Spanje ) had tot de As Rome – Berlijn geleidt, die na het bezoek van Mussolini in Duitsland als bekrachtiging van de vriendschap tussen de twee landen gezien moest worden. Later kwam Japan er nog bij waarmee Duitsland al een verdrag ( Anti – Kominternpact ) had gesloten en veranderde de as in de As Rome – Berlijn – Tokio. Omdat de Duitse politiek een beetje alle kanten op gericht was met
de bedoeling een zo gunstig mogelijke situatie voor zichzelf te creëren, kwam er ook een niet – aanvalsverdrag tot stand tussen Duitsland en Rusland, het zogenaamd Hitler – Stalin pact, waarin onder andere staat dat deze twee landen Polen en andere Oost – Europese landen onderling verdelen. Nadat het Verdrag in het Zwitserse Locarno was gesloten, verklaarde de vertegenwoordiger van het Duitse Rijk, minister van Buitenlandse Zaken Gustav Stresemann ( (midden) tegenover journalisten: "We hebben de tekst van het protocol niet alleen in alle openhartigheid, maar ook met vreugde begroet en geaccepteerd." De punten van het Verdrag van Versailles die betrekking hadden tot Duitsland werden regelmatig geschonden nadat Hitler aan de macht kwam en alles deed om zijn plannen met Europa te realiseren. Zo had hij bijvoorbeeld weer een leger gesticht en stopte hij met het betalen van de schadevergoeding. Dat had een reactie van de grote mogenheden moeten opwekken en als een reden tot oorlog moest dienen. Er werden geen maatregelen genomen wat aan de ene kant betekende dat Hitler zijn doel op een andere manier moest bereiken, maar ook dat hij eigenlijk zonder beperkingen zijn plannen mocht uitvoeren omdat er heel veel nodig was voor de mogenheden om sancties tegen Duitsland te ondernemen. De conferentie van München had de bedoeling de vrede in de wereld te redden en leidde uiteindelijk tot het sluiten van het Verdrag van München ( 29. september 1938 ) tussen de landen Duitsland, Italië, Frankrijk en Engeland. Het verdrag had betrekking tot Tsjecho – Slowakije en zou een hele verandering betekenen, maar Tsjecho – Slowakije zelf was net als de SU niet uitgenodigd. Het verdrag zorgde ervoor dat Hitler officieel het al lang gewilde gebied van Tsjecho – Slowakije kreeg waar 3 000 000 Duitsers leefden en dat hij niet met geweld kon krijgen. Hij had al eerder pogingen gedaan om met zijn leger het Sudetenland te veroveren, maar het gemobiliseerd leger van Tsjecho – Slowakije was nog altijd genoeg sterk om zijn aanvallen te weerstaan, ook zonder de hulp van Frankrijk, Engeland en de SU die volgens de gesloten verdragen verplicht waren hulp te bieden. Het offeren van een klein land in het midden van Europa en het schenden van alle verdragen die met Tsjecho – Slowakije gesloten waren moest Hitler ervan weerhouden om aan een nieuwe oorlog te beginnen.
Conclusie Het Verdrag van Versailles speelt een belangrijke rol in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog. De schuld die Duitsland daarmee in zijn schoot geworpen krijgt, komt ( buiten het verliezen van de oorlog op zich al ) hard aan. Het af moeten staan van grote stukken grond en miljarden aan schuld versterken het gevoel van onrecht alleen nog maar. Daarbij komt nog dat ze absoluut geen inspraak hadden bij het opstellen van het verdrag en eigenlijk gedwongen waren het te ondertekenen. Dat wekt waarschijnlijk het gevoel dat je je eigen doodsvonnis tekent. Dat gevoel van onrecht leeft ook onder de bevolking. Deze ziet dan graag dat het onrecht wordt rechtgezet, of in ieder geval dat zij er niet de dupe van worden. In Duitsland was dat wel het geval: grote werkloosheid en armoede. De regering, die in principe verantwoordelijk werd gesteld voor het Verdrag van Versailles, zorgde niet voor verbeteringen en daardoor verliezen mensen het vertrouwen in de regering en in dit geval daarmee ook in de parlementaire democratie. Na de Eerste Wereldoorlog kende alle landen ( overwinnaars en overwonnenen ) grote economische moeilijkheden. Door het Verdrag van Versailles werden de meeste schulden afgewikkeld op Duitsland. De leningen die door de Verenigde staten werden verstrekt hielpen veel bedrijven bij het maken van een nieuwe start. Toen echter in 1929 de Amerikaanse economie instortte, had dat automatisch gevolgen voor Duitsland, dat onmiddellijk alle leningen moest terug betalen. De Duitse economie was nog niet zo goed hersteld dat ze zonder de leningen konden. De economische crisis sloeg daardoor over op Duitsland. Veel bedrijven gingen failliet en de werkloosheid steeg tot 6 miljoen mensen. De zittende regering wist hier geen raad mee en verzuimde goede maatregelen te nemen. Het beetje vertrouwen dat de mensen nog in de regering hadden, ging hierbij ook verloren. De mensen wilden een partij die het niet bij vage beloften zou laten. Hitlers NSDAP voelde de situatie goed aan en maakte gebruik van de heersende onvrede onder de bevolking. De economische crisis speelde zeker een belangrijke rol in het aan de macht komen van Hitler. In het begin van de jaren twintig, toen Duitsland economisch opbloeide, haalde de NSDAP namelijk een te verwaarlozen klein percentage van de stemmen. Zonder de economische crisis zou de NSDAP niet zo populair zijn geworden, maar dit is zeker niet de enige factor die daaraan heeft bijgedragen. De economische crisis kwam ook in andere Europese landen hard aan, maar de nationalistische partijen kregen daar niet zo’n grote invloed als in Duitsland het geval was. Het wantrouwen tussen de verschillende partijen binnen de Duitse regering, zorgde ervoor dat samenwerken bijna onmogelijk was. En juist die samenwerking is bij een parlementaire democratie erg belangrijk. Daarbij waren maar weinig mensen voorstander van dat systeem. Als er dan ook nog geen goed beleid wordt gevoerd en de resultaten uitblijven, zorgt dat voor een grote onvrede. Niet alleen bij de partijen onderling, maar ook het vertrouwen van de bevolking in de regering verdwijnt dan. De behoefte aan duidelijke besluitvorming en merkbare verbeteringen groeit en mensen gaan stemmen op partijen die daar naar streven, zoals de NSDAP. Als de overige politieke partijen niet zo met hun eigenbelangen waren bezig geweest, maar meer met het belang van het land, zouden ze zich eerder verenigd hebben en een betere kans hebben gemaakt tegen de NSDAP. Belangrijk is ook dat je je tegenstander nooit moet onderschatten. Daar hebben ze dus ook geen rekening mee gehouden. Het lijkt niet waarschijnlijk dat geen van de partijen heeft zien aankomen dat de NSDAP wel eens machtiger zou kunnen worden. Misschien wilden ze gewoon niet ingrijpen. Of misschien zagen ze het werkelijk niet aankomen en toen ze het wel zagen, was het al te laat. Adolf Hitler was een van de sterkste punten van de NSDAP en als leider zeer geschikt. Hij had een zeer sterke persoonlijkheid en wist dat ook op ( grote groepen ) mensen over te brengen. Hij maakte slim gebruik van de crisissituatie aan het begin van de jaren dertig. Hij had een duidelijk doel voor ogen, namelijk het veroveren van de absolute macht. Zijn besluitvorming was daardoor duidelijk en dat was ook precies waar de mensen behoefte aan hadden. Maar ondanks dat hij zeer grote groepen mensen voor zijn ideeën wist te winnen, lag dat niet alleen aan zijn eigen talenten. Het kwam ook door andere omstandigheden dat hij zo’n gunstige positie kon veroveren. In het huidige Duitsland bijvoorbeeld zou hij waarschijnlijk onopgemerkt gepasseerd zijn ( zoals Hitler in het midden van de jaren twintig weinig succes had ). Zijn persoonlijkheid bevorderde het succes van de NSDAP. Toen hij eenmaal aan de macht was, werd het duidelijk dat hij zijn ideeën kost wat kost door wilde voeren. Zijn doel was niet alleen het veroorzaken van een oorlog maar vooral het verwerkelijken van zijn ideeën, en een oorlog had hij daar wel voor over. Als Engeland en Frankrijk niet hadden ingegrepen was het waarschijnlijk ook niet op een oorlog uitgedraaid, maar zij konden niet anders als ze Hitler wilden stoppen. Hitler had van tevoren al ingezien dat andere landen het niet toe zouden staan als Duitsland Oost - Europa in zou nemen en hij bereidde Duitsland al jaren van tevoren voor op een oorlog. Door het Verdrag van Versailles wilden de overwinnaars voorkomen dat er opnieuw een wereldoorlog uit zou breken. De kloof tussen de overwinnaars en de overwonnenen werd echter alleen maar groter, doordat er absoluut geen rekening werd gehouden met de situatie waarin de overwonnenen verkeerden. Dit zorgde voor een hoop ergernissen die als Duitsland eenmaal weer machtiger zou worden veel problemen konden veroorzaken op de wereldscène. Omdat de internationale sfeer gespannen bleef, werden er opnieuw bondgenootschappen gesloten die ervoor zorgden dat landen konden rekenen op internationale hulp in het geval dat ze aangevallen zouden worden. Wat ze met de bondgenootschappen probeerden te voorkomen, namelijk een tweede wereldoorlog, werd juist verergerd, omdat meteen veel landen erbij betrokken zouden raken, als een van hen zou worden aangevallen. Met zijn allen zouden ze sterk staan tegenover de potentiële vijand, maar door de bondgenootschappen werden ze ook onvoorzichtiger in de internationale politiek en zouden ze juist eerder een conflict kunnen veroorzaken. Doordat Engeland en Frankrijk niet ingrepen toen Hitler Tsjecho - Slowakije binnenviel ( en die fout probeerden goed te maken door middel van het verdrag van München ), lieten ze al blijken dat Hitler eigenlijk kon doen wat hij wilde zonder grote gevolgen. Wie had( den ) schuld aan het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ? We kunnen concluderen dat er sprake was van een samenloop van veel verschillende omstandigheden. Van de verschillende oorzaken die wij zijn tegengekomen kunnen we er niet een van aanwijzen die de echte oorzaak was. Wel speelde bepaalde zaken een grotere rol dan andere. Het Verdrag van Versailles zorgde voor grote problemen in Duitsland financieel gezien. Verder bracht het bij de bevolking en bij de regering een groot gevoel van onmacht met zich mee. Met het Verdrag van Versailles werd dus al de kiem gelegd voor nieuwe conflicten. Ook een grote verantwoordelijkheid ligt bij de Duitse politieke partijen die erg meegaand waren en de capaciteiten van Hitler en de NSDAP onderschatten. Deze laatste twee hebben ook een zeer belangrijke rol gespeeld. Hitler was vanaf het begin al uit op het verwezenlijken van zijn ideeën, wat niet mogelijk was zonder oorlog. We kunnen dus wel stellen dat hij, en de NSDAP met hem, bewust aanstuurden op ( of rekening hielden met ) een oorlog. Leiders van andere ( Europese ) landen hebben zich zwak opgesteld tegenover Hitler, maar hun foute aanpak begon al bij het Verdrag van Versailles. De omstandigheden verslechterden nog onder invloed van de economische crisis in de VS. Dit was geen echte oorzaak, maar werkte zeker wel in het voordeel van de NSDAP. We kunnen eigenlijk het onderscheid maken tussen:  Zij die de oorlog ´ mogelijk maakten ´  Zij die er rechtstreeks op een oorlog aanstuurden  Een aantal invloedrijke factoren Onder het eerste punt vallen de leiders van verschillende Europese landen, de VS en Rusland. Ook de Duitse regering, vakbonden, de Kerken en andere organisaties en niet te vergeten degenen die Hitler steunden ( of niet tegenwerkten ). Degenen die rechtstreeks op een oorlog aanstuurden waren Hitler en andere vertegenwoordigers van de NSDAP samen met een aantal andere personen die een sleutelrol speelden in de organisatie. Bij de laatste groep hoort de economische crisis en alle gevolgen die die met zich meebracht, zoals werkeloosheid en natuurlijk het Verdrag van Versailles. Wijzelf vinden dat de meeste schuld ligt bij de eerste twee groepen, omdat hun handelen (door angst, uit kortzichtigheid of bewust) leidde tot zo’n ernstige situatie – die nog in de hand werd gewerkt door de economische crisis – dat een tweede wereldoorlog onvermijdelijk bleek. Evaluatie Nu het eigenlijk onderzoek af is is er misschien de tijd gekomen om ons even de tijd te gunnen en ons af te vragen hoe het allemaal verliep en wat we er van vonden. Het is altijd om nog voordat het werkstuk afgerond en ingeleverd wordt het werk wat we gedaan hebben te evalueren : dus bij deze … Gelukkig kunnen we constateren dat het maken van het werkstuk niet alleen verplicht was, maar dat we daar ook ervan konden genieten. We vonden het leuk om weer eens zo’ n soort onderzoek te doen en wat ons vooral gefascineerd heeft is hoe verschillend de meningen kunnen zijn, hoe twee mensen die elkaar al zo goed kennen toch heel verschillende interpretaties van eenzelfde gebeurtenis kunnen hebben. Het was ook grappig om te zien hoe de schuld aan het ontstaan van de Tweede Wereldoorlog die we aan iemand / iets moeten geven van een land of gebeurtenis of persoon naar die ander verschuift hoe we steeds meer en meer aspecten en mogelijke oorzaken er bij pakken. Het onderwerp is zo complex … wat we ook leuk vonden is dat het niet alleen puur om de geschiedenis gaat zoals de vorige werkstuk, maar dat daar ook een behoorlijk stuk maatschappijleer en psychologie inzit. De grootste problemen die we tegen zijn gekomen zijn inderdaad de verschillende interpretaties van eenzelfde subonderwerp. Het is lastig om genoeg argumenten te bedenken om die ander te overtuigen over de juistheid van jouw interpretatie, vooral omdat wij geen van beide makkelijk zijn te overtuigen. Aan de andere kant is het wel handig voor het werkstuk zelf, omdat je, als je een eindconclusie moet schrijven, al die argumenten die je moet gebruiken eigenlijk al eerder bedacht hebt en hoef je ze dus alleen maar toe te passen op de juiste gebeurtenis. De samenwerking verliep verder goed, maar we hadden ook niet anders verwacht – het is makkelijk met iemand samen te werken wie begrijpt dat als hij eenmaal een taak heeft en een datum wanneer hij het af moet hebben hij het dan echt af moet hebben. Bovendien hebben we al vaker met elkaar aan verschillende werkstukken en practische opdrachten gewerkt dus zijn we ook gewent aan elkaars manier van werken en stijl van schrijven wat zeker ook een voordeel is. Er waren niet veel situaties waarin we met een echte meningsverschil te maken hadden, wat er weer vaak voorkwam was dat we verschillende kijken op dezelfde gebeurtenissen konden bedenken. Dat was wel een beetje lastig met het oplossen, omdat we telkens argumenten moesten bedenken en dat verliep niet altijd soepel ( is overigens ook de belangrijkste onderdeel van dit werkstuk, dus het is geen wonder dat we het moeilijk vonden ), maar gelukkig zijn we er altijd er uitgekomen. Het werk was evenredig verdeeld wat ook voor een goede “ werksfeer “ zorgt, zoals we al uit ervaringen weten. We vinden het belangrijk om het werk eerlijk te verdelen of alles zo te regelen dat diegene die meer doet andere voordelen krijgt zoals bijvoorbeeld minder aan het verslag te doen of niet te hoeven presenteren. De Bronvermelding Sprekend Verleden 4VWO  Auteurs : Leo Dalhuisen, Roen van der Geest, Martin de Jong, Alfons Lammers, Ab Louws, Frans Steegh  Uitgegeven door Nijgh Versluys bv in Baarn in het jaar 1998  ISBN 90 425 06261 / NUGI 121 Microsoft Encarta Encyclopedie 2000  Winkler Prins editie Microsoft Encarta Encyclopedie 1998  Winkler Prins editie  Uitgegeven door Microsoft Corporation en Elsevier

REACTIES

F.

F.

He Valore t is fijn dat er ook nog mensen zijn die bruikbare verslagen op internet zetten!!!
dit helpt mijn pws binnen 5 dagen af te krijgen.
egt vet bedankt

firestorm
Bernardinuscollege H5 Heerlen(jaja Limboland)

21 jaar geleden

W.

W.

Heel goed werk ! petje af..

Kijk ook eens op www.aanloop-wo2.nl. Onze visies komen - denk ik in grote lijnen met elkaar overeen.
Groeten
Willem Zweers

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.