Tweede Wereldoorlog

Anne Frank Op 12 juni 1929 werd Anne Frank geboren in de Duitse stad Frankfurt Am Main. Anne heeft een ouder zusje Die Margot heet. Margot is op 16 februari 1926 geboren. Ze is met Annes geboorte drie jaar. De familie Frank woont aan de marbachweg 307. Het is volop zomer als Anne net uit het ziekenhuis is. De familie Frank is liberaaljoods. Dat wil zeggen dat ze zich verbonden voelen met de tradities van de joodse godsdienst, maar niet heel streng gelovig. Zodra Anne kan lopen speelt ze mee met Margot en haar vriendinentjes. Eind maart verhuist de familie Frank naar de Ganghorestasse 24. Het is 10 Maart 1933. Er is in die winter veel veranderd voor de Familie Frank en de andere joden in Duitsland zes weken eerde is Adolf Hitler aan de macht gekomen. Anne en Margot logeren in 1933 samen bij hun oma in Aken. Ze wonen niet meer in Frankfurt Am Main. De familie Frank heeft besloten om Duitsland te verlaten. De familie is van plan om naar Nederland te gaan. In december 1933 gaat de familie Frank in Amsterdam wonen. In dit huis zullen ze wonen tot dat ze moeten onderduiken. Otto Frank de vader van Anne Frank, heeft een nieuw bedrijf in Amsterdam. Het bedrijf heet Opekta werkte en verkoopt pectine. Pectine is een vruchten poeder dat je nodig heb om zelf jam te maken. Op 10 mei 1940 valt het Duitse leger onverwacht Nederland binnen. De familie Frank dacht dat het hier wel veilig was. In 1940 gaan Anne en Margot gewoon naar school. 1 December verhuist het bedrijf van Otto Frank. Het krijgt ook een andere naam het bedrijf, Het ging hete Handelsvereniging Gies en Co. 1941 is het laatste jaar voor Anne en Margot op school. Omdat de joden moeten naar een Joodseschool. Ook moeten alle joden een joden ster dragen. En veel spullen inleveren. Zelfs mogen ze maar van 15.00 uur tot 17.00 boodschappen doen. Op 5 juli is het een snikhete zomerdag. Om 3 uur ‘s middags gaat de bel, die hoorde Anne niet. Haar zus hoorde het wel en had open gedaan. Margot zei dat er een oproep van de SS was voor vader. Anne dacht meteen aan concentratie kampen. Later zei Margot dat het eigenlijk voor haar was, Anne schrok en dacht dat ze zulke jongen meisjes daar heen laten gaan. Maar gelukkig gaat ze niet want ze gaan onderduiken. Ze waren eerst van plan om op 16 juli te gaan onderduiken. Maar omdat er een oproep was geweest gingen ze morgen ochtend. S’ Morgens in de stromende regen gingen ze naar het onderduik adres, ze hadden er al maanden lang spullen gebracht. Ze hebben daar twee jaar ondergedoken. Op 4 augustus 1944 zijn ze gearresteerd. Ze zijn er nooit achter gekomen wie ze verraden. Ze moesten eerst naar een kamp in Drenthe daar is de moeder van Anne en Margot over leden. De vader die moest naar een ander kamp. Toen zijn Margot en Anne naar Polen gebracht. Anne is daar in maart 1945 overleden. Een paar dagen eerder was haar zus Margot overleden. Twee maanden later hoorde Otto Frank dat zijn dochter overleden waren. Otto Frank heeft de oorlog helemaal overleeft. Als hij weer in Amsterdam komt, ontdekt hij dat het daghoek en de fotoalbums nog bewaard zijn gebleven. /Hij leest in Annes daghoek dat ze naar de oorlog schrijfster of Journalist wilde worden. Ook wilde ze een boek over het onderduiken schrijven. Otto Frank beslist om het hoek uit te geven. In 1947 verschijnt het boek ook in het Nederlands. Tot nu toen is het boek in 55 verschillende talen en er zijn 30 miljoen exemplaren van gedrukt. Hoe is de Tweede Wereldoorlog ontstaan? Duitsland in de jaren dertig. De Eerste Wereldoorlog is al een aantal jaren achter de rug. Het gaat niet goed met Duitsland. De mensen zijn arm en hebben vaal geen werk. Dan komt Adolf Hitler in werk. Dan komt Adolf Hitler in 1933 aan de macht. Hij is de leider van de NSDAP, de Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij. We noemen het ook wel de Naziepartij. Hitler belooft de Duitsers betere tijden. Hij reist door het hele land om toespraken te houden voor de mensen. In die toespraken vertelt bij waarom het zo slecht gaat met Duitsland. Volgens Hitler zijn vooral de joden de schuld van alle ellende. Zij hebben de beste baantjes ingepikt en verdienen volgens Hitler het meeste geld van iedereen. Hitler het meeste geld van iedereen. Hitler geeft ook andere groepen mensen de schuld van alle ellende, homoseksuelen, zigeuners en gehandicapten. Alleen de Duitsers zijn goed zegt Hitler. Met die anderen kunnen we niks beginne. Steeds meer mensen gaan Hitler geloven omdat ze genoeg hebben van de armoede. Ze willen betere tijden en denken dat Hitler hen daarbij kan helpen. De joden worden voortaan gediscrimineerd. Se krijgen een gele Davidster op hun jas . Zo kan iedereen zien dat het joden zijn. Er komen overal bordjes te hangen met daarop verboden voor joden. De macht van Hitler neemt toe. Hij wil van Duitsland een groot en sterk land maken. Dankzij Hitler krijgen veel Duitsers weer werk. Dat komt omdat er veel wapens gemaakt moeten worden voor de oorlog. In korte tijd maken de Duitsers zich klaar voor de verovering van andere landen. In mei 1940 wordt Nederland aangevallen. In vijf dagen tijd wordt ons land ingepikt. Voor ons land is dit het begin van een lange periode vol armoede, angst en onzekerheid. De Duitsers hebben in die tijd de macht in Nederland. Ze bepalen ook wat voor voedsel er in de winkels ligt. Verder komen er nieuwe regels en wetten. Wie zich niet aan die nieuwe regels houdt, wordt hard aangepakt. De meest Nederlanders voelen zich machteloos. Ze kunnen bijna niets doen tegen de Duitsers. Sommigen verzetten zich ertegen, maar dat is gevaarlijk. Als de Duitsers merken dat je zij het verzet hoort wordt je opgepakt en zwaar gestraft. Maar er zijn ook Nederlanders die zich bij de Duitsers aansluiten. Ze richten een partij op die lijkt op de Duitse NSDAP hij heet de NSB. Dat is de Nationaal Socialistische Beweging. Deze partij heeft dezelfde ideeen als Hitler over joden en andere zogenaamd minderwaardige mensen. In mei 1945 wordt Nederland eindelijk bevrijd door Engelse, Amerikaanse en Canadese soldaten. We noemen ze de geallieerden. Ze komen aan wal bij de Normandiche kust in Frankrijk. Van daaruit wordt West Europa van de Duitsers bevrijd. Iedereen is dolgelukkig dat het allemaal voorzij is. Maar er is ook veel verdriet. Veel mensen hebben familieleden verloren. Als de Duitsers zijn geslagen, wordt pas goed duidelijk wat ze in al die jaren hebben gedaan. Ze hebben miljoenen joden vermoord in speciale concentratiekampen.
Kampen Om zijn grote Rijk te stichten, moesten de joden verdwijnen, vond Hitler. Daarom liet hij kampen bouwen. Er kwamen drie soorten kampen: concentratiekampen, doorgangskampen en vernietigingskampen. In concentratiekampen werden de joden gevangen gehouden en bewaakt. Ook moesten de joden hier heel hard werken onder barre omstandigheden. In doorgangskamp bleven de mensen maar tijdelijk. Van daar uit werden ze doorgestuurd naar een concentratiekamp of naar een vernietigingskamp. In een vernietigingskamp werden de joden op een vreselijke manier vermoord. Een dagindeling op een concentratiekamp. De dag begon voor de gevangenen zeer vroeg. Het was om een uur of vier opstaan. Er was dan tijd om te wassen en naar het toilet te gaan. Daarna kregen ze wat namaakkoffie of thee. Na het ontbijt moest het hele kamp aantreden voor het appèl. Er werd geteld en geteld. Eindeloos ging het tellen door totdat alles klopte. Alles moest worden meegeteld, ook de zieken in het Krankenrevier en zelfs de doden van afgelopen nacht mochten niet worden vergeten. Na het appèl begon het werk. In het algemeen was er een 12-urige werkdag, van zes tot zes. Daar moest de reistijd nog bij worden opgeteld. Het waren vaak lange tochten, te voet meestal van het kamp naar het werk en weer terug. Omdat veel van het werk moest worden verricht op een grote afstand van het kamp werden er in de nabijheid van sommige fabrieken bijkampen gebouwd. Deze bijkampen werden buitencommando’s genoemd. Het werk voor de gevangenen was erg zwaar. In veel gevallen moesten gevangenen zwaar werk verrichten dat zij niet gewend waren en waartoe zij ook niet in staat waren door hun ondervoeding. Ook de nachtrust werd erg vaak onderbroken omdat er luchtalarm was. Hierdoor gingen de condities nog meer achteruit. Zondag vrij hadden ze vrij. Er werd zes dagen per week gewerkt. De zondag was in principe vrij. Maar meestal waren er wel dingen die op zondag moesten worden gedaan, zoals sneeuwruimen, kampkleding verstellen, schoonmaken, of nummers opnaaien. Ook werd de zondag besteed aan hygiëne. Er werden schonen hemden uitgereikt en iedere gevangene kon naar de kapper. Ook werd op luizen gecontroleerd. In eerste instantie droegen de gevangenen gestreepte gevangeniskleding. Maar omdat er telkens mensen in het kamp bijkwamen moest men overgaan op burgerkleding. Omdat er heel snel kleding uitgereikt werd kon het zijn dat je juist een te grote maat kreeg uitgereikt of juist een te kleine maat. De mensen met een te grote maat hadden geluk, er kon altijd wel een mouw of een broek worden omgeslagen. De mensen met een te kleine maat hadden het slecht. Het eten wat ze kregen bestond uit een stamppot maar dat werd, naarmate de tijd verstreek, steeds dunner. Uiteindelijk bestond de maaltijd uit een liter soep, bestaande uit water met daarin van stukje wortel en knolraap.Verder was er een stukje brood dat tevens als ontbijt moest dienen. Veel gevangenen probeerde het stukje brood te bewaren voor de volgende ochtend maar in veel gevallen lukte dat niet omdat het gevaar dreigde dat het je in de nacht ontstolen zou worden. Wel was er ’s ochtends voor iedereen een halve liter namaakkoffie of –thee, maar dat vulde de maag niet. Op hoogtijdagen, zoals op Kerstmis kwam het voor dat er die dag iets stevigers op tafel kwam, zoals macaronisoep. In principe was het mogelijk op brieven en voedselpakketten van thuis te ontvangen. Maar dat werd steeds moeilijker, doordat er te weinig eten was om af te zonderen voor een voedselpakket. In het algemeen kan van de voedselsituatie worden gezegd dat iedereen jaren lang honger heeft geleden. De mensen in het kamp worden voor de minste dingen die ze konden doen gestraft. Als je bijvoorbeeld je bed niet goed had opgemaakt of je was iets te laat voor het appèl kon je worden veroordeeld tot 25 stokslagen. De gevangene werd dan op een houten bok vastgebonden en nadat zijn broek omlaag was getrokken kreeg hij 25 stokslagen met een 2 meter lange knoet of een bezemsteel. Het was de bedoeling dat de gevangene iedere slag hardop meetelde. Maar vaak was het zo dat de gevangene na de 6e slag al niet meer in staat was hardop mee te tellen. Dit was dus nog een reden om het aantal stokslagen te verhogen. Het hele kamp stond dus toe te kijken. Al werd er iemand opgehangen dan moest iedereen daarbij zijn. “Om de schrik erin te houden” heette het. Het kamp was omringd met een betonnen muur, een prikkeldraadversperring.Op 29 April 1945, ’s middags om half zes kwamen de Amerikaanse militairen van de Regenboogdivisie het kamp bevrijden. Uit de wachttorens hingen witte vlaggen. Op het moment van de bevrijding bevonden zich in Dachau en de buitencommando’s nog 67000 gevangenen. De dag na de bevrijding, 30 April, vierden de Nederlanders in het kamp de verjaardag van Prinses Juliana. Er was een samenkomst op de appèlplaats en er was zelfs een rood-wit-blauwe vlag. De dagen daarna was het een grote opluchting. Natuurlijk waren de mensen die ziek waren niet van de ene op de andere dag beter. Eind Mei arriveerde een vrachtwagenkonvooi uit Nederland om de gezonde gevangenen op te halen. De zieken kwamen later. Begin Juni was iedereen weer thuis. Hitler Op 20 April 1889 in Braunau aan de Inn in Oosterijk werd Adolf Hitler geboren. Zijn vader was Alois Hitler, douanebeambte. Op de lagere school was Hitler een uitstekende leerling, maar op de middelbare school bleek hij best lui te zijn. Hij bleef één keer zitten, en ging uiteindelijk zonder diploma van school. Tot zijn 18e leefde Hitler van het geld van zijn moeder, en deed zelf bijna niets. Op zijn 18e vertrok Hitler naar Wenen om daar voor kunstschilder opgeleid te worden. Hij werd niet toegelaten tot de kunstacademie. Toen hij probeerde een opleiding voor architect te volgen werd hij niet toegelaten omdat hij geen diploma van de middelbare school had. Tussen 1907 en 1913 woonde Hitler in mannenlogementen in Wenen. Hij verdiende geld met het tekenen van prentbriefkaarten die een vriend van hem voor hem verkocht. Ook kreeg hij nog geregeld geld van zijn moeder. Toen zijn moeder overleed kreeg hij geld van een tante. Hij maakte zijn familie wijs dat hij voor kunstschilder werd opgeleid. In 1913 vertrok Hitler naar Munchen, Duitsland. Voor het Oostenrijkse leger was hij afgekeurd, maar voor het Duitse leger werd hij goedgekeurd. Hij ging daar vrijwilligin dienst toen de EERSTE WERELDOORLOG begon. Hij kreeg aan het front in de oorlog drie onderscheidingen, hij moest dus wel een goed soldaat geweest zijn. De Duitsers verloren de oorlog, waardoor ze teleurgesteld en verbitterd waren. Hitler werd vormingsofficier, en moest dus onderzoeken wat er zoal in alle politieke partijen gebeurde. Toen werd hij gevraagd of hij in het bestuur van de DAP wilde. De partij kreeg al snel een andere naam, NSDAP. Hitler werd Leider er van. In 1933 ging de NSDAP alleen regeren. De jodenwetten beginnen. Op 30 April 1945, (Duitsland had toen de oorlog verloren) schiet Hitler zichzelf dood. Zijn vrouw Eva braun vergiftigde zichzelf, en stierf enkele ogenblikken later. Daarvoor hadden Adolf en Eva hun zes kinderen al vergiftigd.