Spaanse burgeroorlog

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 899 woorden
  • 29 september 2006
  • 12 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
12 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Welke studie past bij jou? Doe de studiekeuzetest!

Twijfel je over je studiekeuze? Ontdek in drie minuten welke bacheloropleiding aan de Universiteit Twente het beste bij jouw persoonlijkheid past met de gratis studiekeuzetest.

Start de test

De Spaanse burgeroorlog duurde van 1936 tot 1939. In Spanje werd er gevochten, maar er waren meer partijen bij betrokken dan alleen maar Spaanse burgers.

- Republikeinen
- Communisten met steun van Stalin
- Anarchisten (mensen die het liefst geen wetten hebben)
- Internationale vrijwilligers

tegen

 Nationalisten
 Monarchisten (mensen die graag een erfelijk vorst hebben) met steun van Nazi-Duitsland
 Fascistisch Italie

Tot 1931 was Spanje een dictatuur met als koning Alfonso XIII. In 1931 veranderde dat, de koning moest het land uit vluchten en Spanje werd een republiek, maar velen vonden dat geen verbetering. Zowel de monarchisten, het leger, de kerk, de rijkere klassen, maar ook het eenvoudige volk, waren het onder andere niet eens met dat de communisten in de regering kwamen en dat werd geprobeerd het grootgrondbezit te bestrijden. Maar het ergste vonden ze dat de nieuwe regering bijna niks deed tegen groepen mensen die tegen de kerk waren en dat met veel geweld ook lieten merken. Hierdoor kregen de mensen het idee dat de wetten niet meer hoefden te worden nageleefd en dat gaf ze een onveilig gevoel.
Eind juli 1936 kwam het leger vanuit het Spaanse deel in Marokko om de republiek te beëindigen en de dictatuur terug te brengen. Vanuit het Zuiden gingen ze naar het Noorden op weg naar Madrid, de hoofdstad. Op een gegeven moment gingen ze meer naar het Oosten tot in Albacete. Toen sloegen de republikeinen terug, omdat anders de verbinding tussen Madrid en Valencia misschien verloren zou gaan, die heel belangrijk voor hun was. Ondertussen kwamen vanuit het Westen, de Carlisten die graag hun koning terug wilden hebben. Na iets meer als een week was bijna heel het Noorden, op het Baskenland en de kuststreek na, weer van de nationalisten. Dit kwam onder andere, omdat veel mensen uit het noorden heel katholiek waren en daardoor aan de kant van de nationalisten stonden. Binnen een paar weken was het daar in het Noorden dan al redelijk rustig. In Catalonië (deel van Noord-Oost Spanje) liep het minder goed af voor de nationalisten. Hier stond het merendeel van de bevolking aan de kant van de republikeinen. Dit gaf de republikeinen moed en zij vielen de stad Zaragoza aan, omdat daar een officieren school van de nationalisten was.
Het lukte de nationalisten dus niet om in een keer heel Spanje te veroveren. Wel hadden ze Noord en Zuid-Spanje, maar de grote steden als Madrid en Barcelona niet. Dit kwam omdat de arbeiders daar in opstand kwamen en sommige legereenheden de regering trouw bleven.
Op een gegeven moment stierf de oude generaal Sanjurgo en werd Francisco Franco de nieuwe leider van de nationalisten. Meteen begon er een burgeroorlog tussen de republikeinen, gesteund door Stalin, en de fascisten en monarchisten, o.l.v. Francisco Franco.
De anarchisten, die met de meesten waren, vochten ondertussen zowel tegen de fascisten als, al was het dan niet echt openlijk, tegen de republikeinen, hoewel ze eigenlijk aan dezelfde kant stonden. De republikeinen en de anarchisten waren het namelijk niet met elkaar eens met de manier waarop de revolutie werd gevoerd.
Dit was het moment waarop de Volkenbond besloot om in te grijpen. Frankrijk,
Groot-Brittannië, Duitsland en Italië moesten zorgen dat ze vanaf nu neutraal zouden blijven en dus ook geen wapens aan Spanje zouden geven of verkopen. Duitsland en Italië besloten toen om daar toch niet aan mee te doen, ookal hadden ze getekend, en de nationalisten te steunen. Duitsland had daar ook nog een speciale reden voor. Duitsland wilde Oostenrijk graag tot zijn eigen land rekenen, maar Oostenrijk werd door Italië gesteund.
Nu hoopte Duitsland dat de oorlog zo lang zou duren dat Italië zich er zo mee zou bemoeien, dat het niet meer op Engeland en Frankrijk hoefde te rekenen, mocht Italië ooit hulp nodig hebben. Dit gebeurde precies zoals Duitsland had gehoopt en nu moest Italië een nieuwe bondgenoot hebben en dat werd Duitsland. Italië hielp vanaf dat moment Oostenrijk niet meer, bang dat hij zijn nieuwe bondgenoot weer zou verliezen. Duitsland begon daarom nu dus Oostenrijk te veroveren.
Mexico en de Sovjet-Unie gingen zich er nu ook openlijk mee bemoeien, maar dan aan de kant van de republikeinen. De Sovjet-Unie stuurde soldaten en tanks, voornamelijk om tegen de nationalisten te vechten, maar ook tegen de anarchisten, omdat ook de Sovjet-Unie het niet met hun manier van revolutie voeren eens was. De republikeinen kregen ook nog steun van de Internationale Brigade, communisten, anarchisten en avonturiers die wilden vechten om de revolutie in stand te houden.
De republikeinen wonnen nog steeds weleens, zoals bij Guadalajara, maar langzaam begonnen de nationalisten hun te overwinnen. Ze wisten het Noorden en het Zuiden te verbinden langs de grens met Portugal en het deel van de republikeinen in tweeën te splitsen. Dit deden ze door vanuit de Portugese grens naar het Oosten, naar de Middellandse Zee te gaan. Nu hadden de republikeinen alleen nog maar Catalonië in het Noorden, een klein gebied rondom Valentia en Madrid zelf.
Maar in januari 1939 was het zover. De nationalisten hadden Madrid veroverd. Dit was het ogenblik dat de republikeinen het opgaven en in april 1939 was heel Spanje weer nationalistisch. Vanaf dat moment was Spanje weer een dictatuur. Van 1939 tot 1975 was Fancisco Franco (de opvolger van generaal Sanjurgo) er de heerser. Daarna werd de kleinzoon van koning Alfonso XIII koning.
BRONVERMELDING

www.go2war2.nl
www.wikipedia.com
www.scholieren.com
het boek De Spaanse Burgeroorlog van David Mitchell

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.