Rusland na 1945

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 2276 woorden
  • 27 maart 2002
  • 38 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
38 keer beoordeeld

2. De Koude Oorlog
a) Oorzaken
· Het Monsterverbond van de geallieerden, Engeland en de Verenigde Staten met de Sovjet-Unie was niet erg hecht: Er was wederzijdse argwaan; ¯ De Ideologische tegenstellingen met het kapitalistische Westen bestond nog: -De Interventie van Engelsen, Fransen en Amerikanen in de Russische
burgeroorlog (1918-1920) was het bewijs voor Stalin dat het Westen uit was op de vernietiging van het communisme. Het Non-agressiepact van 1939 was een bewijs voor het Westen voor het gemak waarmee Stalin onder een hoedje met Hitler had gespeeld. · Er was een duidelijke machtspolitieke tegenstelling. ¯ De reconstructie van Oost-Europa en de behandeling van het verslagen
Duitsland was een groot twistpunt. In de Conferentie van Jalta werd besloten dat in Oost-Europese landen

democratische regimes zouden worden ingesteld, die niet vijandig
tegenover de USSR zouden staan. Stalin had als doel een eigen invloedssfeer te creëren in Midden- en Oost-Europa. · Sovjetisering van heel Midden- en Oost-Europa. ¯ Het Rode Leger was alomtegenwoordig in Oost-Europa als de bevrijders van het
nazisme. Oost-Europese communisten kregen sleutelposities in coalitieregeringen. Deze begonnen een zuivering onder ‘rechtse’ politici, ambtenaren en andere
hoge functionarissen (denazificatie). Polen, Oost-Duitsland, Hongarije, Roemenië, Albanië, Bulgarije, Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije zaten in drie jaar tijd binnen de Sovjetssfeer. b) De koude Oorlog in de beginjaren Amerikaanse president Truman stond wantrouwiger tegenover de USSR dan zijn voorganger Roosevelt. De VS had nog het monopolie over de atoombom maar kon niks beginnen tegen de Russische machtsuitbreiding in Oost-Europa. 1946: Ex- premier Churchill beschuldigde de Russen ervan een IJzeren Gordijn te hebben
neergelaten, waarachter willekeur en machtsmisbruik aan de orde van de dag waren. 1947: De situatie in Griekenland werd kritiek. ¯ De burgeroorlog tussen koningsgezinde (gesteund door Groot-Brittannië) en een communistische verzetsorganisatie, liep uit de hand. Groot-Brittannië was niet meer in staat de koningsgezinde te
ondersteunen. Er dreigde een machtsvacuüm: Truman zette
Amerikaanse troepen in die succesvol assisteerden in de strijd tegen de communisten. Trumandoctrine (=leer): Dit moest de Amerikaanse inmenging verantwoorden. ¯ De VS zou ieder land bijstaan (desnoods militair) dat bedreigd werd door ‘gewapende
minderheden’ (lees: communistische guerrillastrijders) of ‘druk van buitenaf ’ (lees: Russisch ingrijpen). De Isolatiepolitiek tegenover Europa werd volledig opgegeven. Nu werd er een containmentpolitiek (houden waar het is: paal en perk stellen tegen Sovjetexpansie) gevoerd. De Trumandoctrine was de Koude Oorlog verklaring van de VS aan de Sovjet-Unie. De levenswijze van ‘de vrije wereld’ en het ‘totalitarisme’ van de Sovjets
werd door Truman in scherpe zwart-wittermen verwoord. De Koude Oorlog zou tientallen jaren de wereldpolitiek overheersen. ‘Koud’ betekent geen openlijke rechtstreeks gewapend treffen. De VS en Rusland gedroegen zich wel in staat van oorlog: Ze zochten bondgenootschappen, voerden de bewapening op, probeerden overal ter wereld steunpunten te zoeken, hielden zich intensief met spionageactiviteiten en ze voerden een venijnige propagandaoorlog. Angst voor verrassingsaanvallen (werd in het publiek gepompt): 1950: Een heksenjacht (McCarthyisme naar senator Joe McCarthy) in de VS tegen echte en vermeende communisten. Veel bekende Amerikanen moesten voor een senaatscommissie verschijnen en zweren dat ze geen banden onderhielden met communistische organisaties. De Red Scare van de jaren twintig was hier kinderspel bij. In de Sovjet-Unie werd een ideologische kruistocht gehouden tegen alles wat Westers (dus: decadent = in verval) was, met openlijke xenofoben (xenofobie = vreemdelingenangst.) en zelfs antisemitische trekken.
c) Chinese Revolutie, Taiwan en de Korea-oorlog In 1949 kwam er een nieuw strijdtoneel bij de Koude Oorlog: Oost-Azië. De samenwerking tussen de KMT (Chang Kai Sjek) en de CCP (Mao Zedong) tegen de Japanners was zeer stroef verlopen. In 1946 werd de burgeroorlog hervat tussen de KMT en CCP, die in 1937 was gestaakt. Op papier was het leger van Chang veel sterker omdat deze de steun van de geallieerden had, maar: - De communisten profiteerden van hun imago als onbaatzuchtige guerrillahelden (kleine oorlog, ongeregelde bendeoorlog) in de strijd tegen Japan. - Er werd veel overgelopen wegens de corruptie en inflatie onder het Changbewind naar het Rode Leger van Mao Zedong. De CCP kreeg dankzij de steun de Russen vaste voet in het zeer belangrijke Mandsjoerije en rukten van hieruit op naar het zuiden. In 1449 werd Chang verdreven naar Taiwan met de KMT. Op 10 oktober 1949 riep Mao Zedong de Chinese Volksrepubliek uit. In datzelfde jaar bleek Stalin plotseling over een atoombom te beschikken. De Chinese Revolutie vormde voor de VS een bewijs van een internationaal meesterplan tot de verovering van de wereld. De twee Chinese staten erkenden elkaar niet. De VS stond achter Taiwan en installeerde schepen tussen de wateren van het vaste land en Taiwan; het kwam tweemaal bijna tot een gewapende confrontatie. In 1950 brak de Korea-oorlog uit. Korea was sinds 1945 verdeeld in een noordelijke Russische en een zuidelijke Amerikaanse invloedssfeer. Er waren dus twee staten waarvan het communistische Noord-Korea onder dictator Kim Il-Sung het best bewapend was. In juni 1950 brak Noord-Korea door de grens op de 38e breedtegraad en drong zo Zuid-Korea terug op een heel klein grondgebied. De VS zag hierin het eindoffensief van het wereldcommunisme. Het weerloze Zuid-Korea moest geholpen worden volgens de Trumandoctrine. (Truman zei een les geleerd te hebben uit het trauma ‘Munchen’ in 1938). De VS deed een beroep op de UNO die een troepenmacht stuurde onder leiding van generaal McArthur. Deze wist Noord-Korea terug te drijven tot diep in hun eigen land. Maar Mao Zedong stuurde twee miljoen ‘vrijwillige’ Chinezen de grens over die de UNO-troepen terugdreven. Truman ontsloeg McArthur, die atoombommen in wilde zetten, en wist zo dus een verder escalatie van de oorlog te voorkomen. In 1951 kwam het front rond de 38e breedtegraad tot rust en in 1953 werd er een wapenstilstand getekend, maar de spanningen zijn altijd intens aanwezig gebleven. d) Oost-Europa 1945-1970 Het IJzeren Gordijn werd hermetisch afgesloten van het westen. Het gebied achter het IJzeren Gordijn heette het Oostblok: satellietstaten van Moskou. Elk land was in z’n binnen- en buitenlandse politiek grotendeels afhankelijk van de Sovjet-Unie. Comecon is het Russische antwoord op het Marshallplan. Er was een economisch
samenwerkverband; de lidstaten moesten grondstoffen leveren aan de Sovjet-Unie. Kominform is de samenwerking tussen de Oostbloklanden en de Sovjet-Unie op politiek gebied. Dit was de opvolger van de in 1943 opgeheven Komintern. In 1956 werd ook de Kominform opgeheven; het Warschaupact zorgde voor nog intensievere samenwerking. Er vond een economische omwenteling in Oost-Europa plaats: · Fabrieken werden staatseigendom · Het grondbezit ging naar de staat. · Er kwamen collectieve boerderijen naar het model van de Russische Kolzochen. · Er kwam een einde aan de traditioneel grote macht van de Oost-Europese adel (bijvoorbeeld de Pruisische Jonkers). · De politieke partijen buiten het communisme werden monddood gemaakt. · Er was geen persvrijheid. · De kerken moesten in het gareel blijven lopen. In elk land in het Oostblok bestond de regering uit communisten en het parlement uit jaknikkers. Er bestond een totalitair systeem. Joegoslavië trok zich niks aan van de richtlijnen uit Moskou. Tito verklaarde zijn land neutraal en accepteerde hulp uit het westen. Tito ontwikkelde het Titoïsme: Een eigen soort communisme met een arbeidersbestuur en met een dictatoriale overheersing. In 1950 vonden zuiveringen plaats in de andere Oostbloklanden om te voorkomen dat het Titoïsme aanhangers kreeg (er vonden showprocessen plaats die herinnerden aan het Moskou in de jaren dertig). Na de dood van Stalin in 1953 werd de greep op de Oostbloklanden wat losser. In 1955 stemde de Sovjet-Unie, als gebaar van goede wil, in met de neutralisering van Oostenrijk. Nikita Chroesjtov, Stalins opvolger, onthulde in 1956 veel van Stalins misdaden. ¯ Er vond een destalinisatie plaats; de leiders in de satellietstaten, impopulaire zetbazen van Stalin, kwamen hierdoor in een moeilijk parket te zitten. In 1953 werd een opstand in Oost-Berlijn bloedig neergeslagen door het Rode Leger. In 1956 kwamen de Polen en de Hongaren in verzet tegen het rigide systeem. ¯ Onder druk van anticommunistische volksmassa’s deed de
gematigde leider Imre Nagy concessies: Hongarije zou neutraal
worden. Maar de Sovjets sloegen de Hongaarse Opstand
bloedig neer. Er werden duizenden opstandelingen gedood (waaronder Nagy). Honderdduizenden ontvluchtten hun land. De westerse landen durfden niet goed te helpen; de tweedeling
tussen Oost en West was een voldongen feit. De mensen in de DDR waren ontevreden over het gebrek aan de individuele ontplooiingskansen. Ruim tweeëneenhalf miljoen (waaronder goed opgeleide) DDR-burgers verhuisden naar de BRD via de bestaande doorgang van Oost- naar West-Berlijn. West-Berlijn was een doorn in het oog van de Russen: kapitalisme temidden van het communisme. Daarom werd er in 1961 een Muur (met uitkijktorens, mijnvelden en automatische schietinstallaties) gebouwd door de Oost-Duitse regering die
de doorgang van Oost- naar West-Berlijn afsloot. Berlijn werd zo opnieuw een frontgebied in de Koude Oorlog. Steunbetuigingen uit het westen , van o. a. John F. Kennedy; ‘Ich bin ein Berliner’, konden de Muur niet wegnemen. Meer dan negenhonderd DDR-burgers kwamen om het leven bij hun vluchtpogingen naar het westen. In 1968 begon Alexander Dubeck in Tsjecho-Slowakije aan hervormingen ¯ ‘Communisme met een menselijk gezicht’. Perscensuur afgeschaft en economische vrijheid: Praagse Lente (vrijheidsroes die slechts enkele maanden duurden). In 1968 deden vijf landen, die lid waren van het Warschaupact, een plotselinge militaire aanval bij hun bondgenoot Tsjecho-Slowakije. Dubeck werd naar Moskou gebracht en moest beloven zijn hervormingen terug te draaien, waarna hij werd afgezet. Zijn opvolger Husak had de leiding over het proces van normalisatie: Het weer in de pas lopen met de Russen. Brezjnevdoctrine: Sovjetleider Leonid Brezjnev verklaarde dat de Oostbloklanden beperkt soeverein waren en dat ze verplicht waren tot ‘broederlijke hulp’ indien een van hen mocht afglijden richting het kapitalisme. Het was dus de tegenligger van de Trumandoctrine. Dit onderstreepte de gestolde machtsverhoudingen in Europa.
Vraag en antwoord III De wereld na 1945 Blz 53 Historisch overzicht
Vraag 11
Lees ‘De Verenigde Staten na 1945’ en ‘De Sovjet-Unie onder Chroesjtsjov’. Stelling: ‘Zowel Russen als Amerikanen kregen na 1945 te maken met binnenlandse problemen, maar in tegenstelling tot de Russen konden de Amerikanen hun problemen langs democratische weg oplossen.’ Verdedig of bestrijd deze stelling aan de hand van een relevant voorbeeld. Dat deze stelling niet geheel klopt blijkt vooral uit de grote achterstandspositie van de zwarte Amerikaanse bevolking. Maar liefs 10% leefde onder de armoedegrens. De integratie van de zwarten is moeizaam verlopen en gepaard gegaan met allerlei binnenlandse problemen. Het was wel wettelijk bepaald dat desegregatie verplicht was, maar het leger moest dit afdwingen. Dit kwam niet ten goede voor de verstandshouding tussen blank en zwart. Ook kwamen er verschillende groeperingen op die zichzelf superieur vonden ten opzichte van de ander. Er kwam rassenhaat (Black Power en de Ku Klux Klan). Maar er zijn ook verschillende vooruitgangen geboekt langs democratische weg. Een voorbeeld hiervan is de civil rights movement (beweging voor burgerrechten) van 1960 en er waren ook mensenrechtenactivisten als Martin Luther King. Helaas heeft een deel van de zwarte bevolking tot op de dag van vandaag hun vertrouwen in de regering verloren en velen trekken zich dus niks van Washington aan. In Amerika is nog niet alles op een democratische manier bereikt; er is nog een lange weg te gaan. Daarom is de stelling niet geheel juist. De Sovjet-Unie begon onder Chroesjtsjov een destalinisatie en versoepelde dus het regime. Toch bleef deze destalinisatie steken; er mocht nog steeds maar een politieke partij zijn (CPSU). Ook bleven de economische ideeën van Stalin gehandhaafd (planeconomie, staatsbedrijven, kolchozen en sovchozen). Chroesjtsjov experimenteerde wel met grootschalige ontginningen van maagdelijke landbouwgebieden in Siberië, maar dit mislukte jammerlijk; er moest in 1963 zelfs voedsel geïmporteerd worden. Dit en andere problemen leidde tot de afzetting van Chroesjtsjov. Brezjnev, zijn opvolger, voerde weer een gedeeltelijke restalinisatie in. Chroesjtsjov heeft niet alles bereikt, maar wel veel voor Russische begrippen, via het beginsel van de democratie, wat voor Rusland al een hele grote stap was. De conclusie is dat beide landen grote problemen hebben gehad en beiden ook veel, via democratische weg, opgelost hebben. Maar lang niet alle problemen zijn op een (democratische) manier opgelost en beide landen hebben nog een lange weg te gaan. Stappenplan
1. Beschrijving van de cartoon
2. Bedoeling van de cartoonist
3. Standplaatsgebondenheid van de cartoonist
1. Beschrijving van de cartoon · Er staat tekst verwerkt in de cartoon: Europe (Europa), communism (communisme), chaos en doctor U.S. congress (de VS met dollarhulp). · Als onderschrift heeft de cartoon: ‘Wie zal West-Europa het eerst bereiken, de communistische gier met chaos of Amerika met dollarhulp?’ Dit spreekt voor zich. · Er komt een gier aanvliegen die staat voor het communisme, de brenger van terreur. Tevens komt er een Amerikaanse sportwagen aanrijden met Truman erin, de brenger van (financiële) hulp. Er is een huis te zien dat Europa moet voorstellen en een baby met een tang in z’n handen die de chaos brengt. Ze zijn beiden op weg naar het huis. Er vindt een strijd plaats om wie er het eerste is. · De baby moet Brezjnev voorstellen, die in z’n kinderschoenen staat op het gebied van regeren. De persoon in de sportwagen moet de Amerikaanse president Truman voorstellen, die financiële hulp komt brengen en het communisme wil afwenden. · De gier staat symbool voor de machtszucht van de communisten, de tang voor het aandraaien van het kapitalisme in Europa en de sportwagen voor de snelheid waarmee Amerika gelijk hulp aan komt bieden. · Er is gebruikgemaakt van de tegenstelling communisme – kapitalisme. Dit is te zien aan de gier (machtsdrang, belust op geld) en aan de sportwagen (brenger van welvaart en geld). · De gier is overdreven ‘slecht’ (gemeen) getekend. Hij kijkt gemeen en hebberig, net als de baby. 2. Bedoeling van de cartoonist · De cartoonist beeldt Amerika als de goed hulpbrengende man uit en Rusland als de chaos brengende gier. Europa wordt als een standvastig huis afgebeeld. · Rusland wordt in een kwaad daglicht gesteld als de gier met de baby, brenger van chaos. 3. Standplaatsgebondenheid van de cartoonist · De cartoonist was zeker westers georiënteerd. Hij is hoogstwaarschijnlijk een aanhanger van het kapitalisme en een promotor ervan. De sekse is moeilijk vast te stellen. Wel is het waarschijnlijk gemaakt in de tijd van de tweedeling binnen Europa en in de periode rond de Koude Oorlog.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.