Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Renaissance aspecten

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 1696 woorden
  • 19 mei 2011
  • 272 keer beoordeeld
Cijfer 6
272 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Renaissance

Wat is de renaissance?

De Renaissance is de tijd van ongeveer de 13e t/m de 16e eeuw. In die tijd is er een grote hervorming opgetreden wat betreft het denken van de mens. Dit werd later het nieuwe denken genoemd. Bij het nieuwe denken gaat het er vooral om dat het mens- en wereldbeeld erg veranderd is. Dit had een aantal oorzaken.

- De Kerk (Rome) krijgt steeds minder invloed.

- Mensen worden zelfbewuster.

- De wetenschap komt tot bloei.


- Vele ontdekkingsreizen zorgen voor meer kennis over ‘de wereld’ (het gezichtsveld wordt verruimd).

Deze processen kwamen natuurlijk niet allemaal precies op het zelfde moment en waren er niet ineens. Maar allemaal vonden ze plaats aan het einde van de Middeleeuwen en aan het begin van de Renaissance. Verschillende (van deze) oorzaken en gevolgen van de Renaissance worden in dit verslag besproken.


Het begin van de Europese overzeese expansie
De belangrijkste staten van Europa zochten nieuwe producten (specerijen etc.) om zo beter handel te kunnen drijven, hun landen te verrijken en status te creëren. Bijzondere producten zoals zout, kaneel en gember waren veel geld waard. Maar mensen gingen ook opzoek naar ‘gewoon’ goud en edelstenen. Het was namelijk net de tijd dat er veel machtige vorsten in Europa waren. Deze probeerden alle macht naar zich toe te trekken. Ze wilden hun macht laten zien en status creëren. Dit deden ze onder andere door kleine vloten de wereld laten te ontdekken. Als een soort wedstrijd begonnen ze zoveel mogelijk van die luxe producten als goud en zilver te zoeken. Toen er wat goud in Afrika gevonden was, gingen daar veel mensen heen om rijk te kunnen worden. Toen echter bleek dat er helemaal niet zo heel veel goud was begon de grote mensenhandel in Afrikaanse slaven.

Door de ontdekkingsreizen (die volledig gefinancierd werden door regeringen en vorsten voor wie ze werkten) kwam men steeds meer over de wereld te weten. Kaarten werden aangepast naar de ontdekkingen en naar de kaarten van andere volkeren zoals de Arabieren. De Europeanen hadden Europa al vrij aardig in kaart gebracht en de Arabieren het Midden-Oosten. Zo werden de kaarten steeds gedetailleerder.

De ontdekkingsreizigers zelf (Columbus, Vasco da Gama etc.) gingen vooral op reis om de volgende redenen:
- Om het geloof te verspreiden
- De politieke macht te vergroten
- Handelsmogelijkheden
- Nieuwsgierigheid/avontuur
- Geld verdienen


Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance
Wat was het algemene mens- en wereldbeeld eerst?
Het algemene mensbeeld voor de grote ontdekkingsreizen en de hele renaissance was vrij kortzichtig. Na de klassieke oudheid ontstond de christelijke kerk. Deze had langzamerhand steeds meer macht gekregen. In de Middeleeuwen werd deze macht enorm groot. De kerk bepaalde alles. Als je niet gehoorzaamde dan was je een heiden, een ketter en moest je verbrand worden. Het ging zover dat er heksenjachten plaatsvonden en er een speciale kerkelijke rechtbank werd opgericht, de inquisitie. Deze veroordeelde vele (onschuldigen?) tot de brandstapel. Rome (de Paus) had de meeste macht. Rome had het laatste woord.

Wat is er veranderd aan dat beeld?

Als gevolg van de ontdekkingsreizen kregen kwam de wetenschap in een stroomversnelling. Het was het mens- en wereldbeeld dat daardoor veranderde. Het gezichtsveld van de gemiddelde mens werd enorm verruimd. Europa kwam in contact met andere culturen. Er waren eerder wel al producten uit ‘verre landen’ naar Europa gebracht, maar dat gingen de Europeanen nooit zelf halen. Dat ging via handelaren die tussen Europa en Azië reisden. Zo kregen de Europeanen geen goed beeld van de rest van de wereld. Mensen dachten dat er allemaal gruwelijke monsters in Azië zouden zitten en dat je bij Afrika al bijna bij het einde van de wereld zat en van de aarde af zou vallen.

Veel van dit bijgeloof werd dus weggeblazen door de grote ontdekkingsreizigers (Columbus, Vasco da Gama etc.). De kerk verloor langzamerhand haar macht doordat de wetenschap hele andere verklaringen gaf voor ingewikkelde zaken. Mensen werden zelfbewuster. Ze durfden zich ook meer te uitten in onbeantwoorde kwesties, bijvoorbeeld of de aarde rond was. Mensen op universiteiten werden steeds nieuwsgieriger en gingen zich bezighouden met natuurkunde, wiskunde, sterrenkunde enzovoort. Ze wilden ook weten wat ze zelf eigenlijk waren. Er kwam meer interesse voor de mens door middel van de anatomie maar ook door een steeds meer humanistische kijk op het leven. Mensen waren wel degelijk belangrijk.


Het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
De wetenschap in de middeleeuwen vond vooral plaats in kloosters. Deze wetenschap werd gedirigeerd door de kerk. Hoe ingewikkeld de vragen ook waren en hoe onlogisch de antwoorden ook leken, als de kerk zei dat het zo was, dan was het zo. Hier kwam verandering in.

Door de ontdekkingsreizen kwamen er natuurlijk ontdekkingen, anders zouden het geen “ontdekkings” reizen zijn. Hierdoor werden de antwoorden die de Kerk normaal gesproken gaf in twijfel getrokken. Het bleek dat de aarde helemaal niet plat was, maar rond. En andere culturen hadden hele andere ideeën over het hiernamaals. Toen de steden sterk opkwamen en veel invloed kregen, werden daar universiteiten gesticht. In plaats van dat kinderen alleen maar leerden lezen en schrijven (de rijke in ieder geval) konden ze later ook naar de universiteit. Daar kregen ze les over de wereld net zoals in de klassieke oudheid de Grieken in de Academica’s leerden. Eind 15e eeuw ontstond het vak Anatomie. Het menselijk lichaam werd ontdekt.

Leonardo Da Vinci was een van de eerste grote wetenschappers. Da Vinci is hèt symbool van de Renaissance. Hij hield zich bezig met de kunst, verschillende wetenschappen en de politiek. Hij was het ideaal van die tijd volgens velen. Hij begon ook als een van de eerste met grootschalige anatomie studies. De Christelijke kerk wees dit zeer af maar omdat haar macht alsmaar afbrokkelde, werd de kerk ook ietsje losser. Zo mocht het lichaam van misdadigers wel voor studie gebruikt worden, zij hadden immers toch geen lichaam meer nodig dat kon herrijzen bij het laatste oordeel.


De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de Klassieke Oudheid
In de Renaissance kwam er een hernieuwde belangstelling voor de oude klassieken en hun kunst. Daarom wordt het ook Renaissance (=wedergeboorte) genoemd. Dit begon in de 15e eeuw in Italië toen er veel overblijfselen uit de Klassieke Oudheid opgegraven waren. Mensen kregen weer belangstelling voor de geschiedenis van de mensheid. Eerst leek het alsof deze belangstelling in strijd was met het Christelijk geloof. De mensen uit de Klassieke Oudheid waren namelijk heidenen. Er was toen natuurlijk nog helemaal geen christendom. God had zich volgens de christenen nog niet aan hen geopenbaard. De cultuur van de oudheid werd bestudeerd door de humanisten. Zij verdiepten zich in de filosofie, wetenschap en kunst van de Oudheid. De waardering die de mensen in de Klassieke Oudheid voor de natuur (de schepping) hadden kon volgens hen onmogelijk in strijd zijn met de kerk. Door de humanisten kwam ook de belangstelling voor de mens weer naar boven. Dit vond de Kerk soms lastig, zo belangrijk was de mens nu ook weer niet. Volgens de Kerk waren ze Gods ‘beste’ creatie maar er waren hogere zoals de engelen en God zelf natuurlijk.


De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had
De Reformatie, oftewel hervorming, ontstond in de 16e eeuw. De belangrijkste figuren in deze hervorming waren Maarten Luther en Johannes Calvijn.


Zij vonden dat de katholieke kerk te veel macht had en veel te rijk was. Maarten Luther was de eerste die in opstand kwam tegen deze macht. Volgens hem hielden de paus en zijn aanhangers zich niet aan de regels van de Bijbel, maar bijna niemand kon Latijns lezen en daarom konden de burgers dat niet controleren. Luther vertaalde de Bijbel in het Duits zodat iedereen hem zelf kon lezen. Zo kwamen veel mensen erachter dat de kerk zich vaak niet aan de Bijbel hield. Ook hield hij toespraken om de mensen te overtuigen van zijn gelijk.

Maarten Luther Steeds meer mensen sloten zich bij hem aan. De geestelijken vonden dit niet fijn. In 1521 werd Luther geëxcommuniceerd (verbannen en vogelvrij verklaard) door paus Leo X. Toen ontstond het Protestantisme, en keerden veel burgers zich tegen de kerk.

In Frankrijk kwam er ook een man met de zelfde ideeën als Maarten Luther, Johannes Calvijn. Toen Maarten Luther leefde was hij jong.

Ze kregen steeds meer volgelingen en zo ontstond de reformatie en het Protestantisme, een geloof waar de kerk niet veel macht had en niet rijk was. Hiermee dachten ze dichter bij god te staan en de Bijbel meer te respecteren.

De christelijke kerk splitste dus, veel katholieken veranderde van geloof en werden protestanten. Toch waren, en zijn, de meeste christenen in West-Europa nog katholieken.


Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
De Nederlanden bestonden vroeger uit 17 gewesten. Deze behoorden tot het Spaanse rijk, onder leiding van Philips II. Hij wilde de calvinistische (protestantse) Nederlanden tot het Rooms-katholicisme bekeren, Philips II was zelf namelijk zeer katholiek. De hertog van Alva, een aanhanger van Philips II had de taak gekregen om alle ketters in de Nederlanden uit te roeien, omdat iedereen in het Spaanse rijk katholiek moest zijn. Aangezien een groot deel van de Nederlandse bevolking protestants was waren zij hier tegen. Steeds meer burgers keerden zich tegen Spanje. Toch waren er katholieken die Philips II steunden, ondanks de hoge belasting: de Tiende Penning. Door de onderlinge verdeeldheid splitsten de Nederlanden zich in gewesten die de opstand steunden en gewesten die Philips II steunden. In 1579 tekenden de gewesten die de opstand steunden de Unie van Utrecht, waarin ze afspraken gezamenlijk in opstand te komen. De Unie van Utrecht werd in 1581 gevolgd door de Acte van Verlatinghe, waarin de meeste gewesten en ook veel Vlaamse steden zich onafhankelijk verklaarden.

Philips en Alva probeerden de opstand te stoppen door een legermacht te sturen maar de gewesten versloegen Spanje. De Vlaamse steden werden enkele jaren later weer door de Spanjaarden heroverd. In het begin werden de gewesten die zich onafhankelijk hadden verklaard door landvoogden bestuurd maar dit was geen succes. Daarom nam de Staten-Generaal de leiding zelf in handen. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was geboren. Friesland, Gelderland, Holland, Overijssel, Groningen, Utrecht en Zeeland hadden zich hierbij aangesloten.

REACTIES

P.

P.

wat zijn de overblijfselen

10 jaar geleden

S.

S.

Inderdaad pieter!

10 jaar geleden

P.

P.

Goed verslag - de Romeinen zijn grotendeels nog tot het christendom bekeert onder het bewind van keizer Calvijn. Het christendom bestond dus wel in deze periode.

10 jaar geleden

P.

P.

Oke.. bekeert moet natuurlijk met een 'd'. Even voor de goede orde.

10 jaar geleden

O.

O.

een erg goed verslag ik ben aan het leren voor de pw week en heb het gaat over aspecten dus dit is een erg makkelijke manier om te leren

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.