Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Reisverslag VOC/WIC

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 1239 woorden
  • 11 mei 2003
  • 237 keer beoordeeld
Cijfer 6
237 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
HET LOGBOEK Logboek, 5 juni 1633
Vandaag vertrekken we met het schip ‘De Gouden Schat’ naar Belém in Brazilië, Zuid-Amerika om cacao, rietsuiker en andere rijkdommen naar De Nederlanden te halen. Ik ben een van de honderden matrozen op het schip. Ik ben gedwongen mee te gaan, omdat ik in geldnood zit en geen werk kan krijgen. Toen we vandaag het schip op mochten en ik zag, in wat voor toestand de matrozen op dit schip leven, schrok ik wel. Ik schrok zo, omdat dit de eerste keer was dat ik met een schip mee ging. We lagen wel met honderden in één grote kamer. Sommige op de grond, andere in een hangmat. Ik lag in één van de hangmatten. Die lagen volgens mij wel wat lekkerder dan de vloer! Logboek, 19 juni 1633
In deze twee weken ben ik een stuk meer gewend aan het zeemansleven. Het is wel heel zwaar werk. Je moet de hele tijd het zeil veranderen, of het dek schrobben en meer van dat soort dingen. Ik mocht laatst ook een keer in het kraaiennest. Het is daar veel frisser, maar minder zwaar werk. Je moet steeds kijken, of je wat ziet in de verte. We zitten nu zo rond de kust van Frankrijk. Onderweg zijn verder geen problemen voorgekomen. Logboek, 3 juli 1633

Deze week zijn we bij de kapitein op het matje geroepen. Hij vond dat we niet hard genoeg werkten. Ik was het daar dus echt helemaal niet mee eens en ik was niet de enige die het er niet mee eens was. Er waren lui die begonnen te roepen en te schreeuwen. Sommigen wilden zelfs de kapitein te lijf gaan. Degenen die dat probeerden, zijn op de zeebodem geëindigd. Gelukkig hield ik mijn mond. Nu is het weer rustig op het schip. Er zijn nog wel steeds mannen die boos zijn, maar die houden nu hun lippen strak op elkaar. We zijn ook aan land gegaan aan de kust van Spanje. Er werd voedsel en nieuw, schoon water aan boord gebracht. Dat mocht ook wel, want we waren door het voedsel heen en het drinken was niet meer te drinken. Logboek, 17 juli 1633
We zitten nu onder aan Spanje. Ik ben nu al helemaal gewend aan het zeeleven. Het slapen, het eten, het werk. Ik begin het eigenlijk wel leuk te vinden. Misschien ga ik als matroos werken als we terug zijn en ik uit de bak mag. We moeten nodig weer aan land. Er is nog maar zeer weinig water. Iedere man krijgt maar een halve liter per dag. Ik hoop dat ik deze reis overleef… Logboek, 31 juli 1633
Eindelijk hebben we het eerste deel van Afrika bereikt. Je kan merken dat, hoe verder je komt, des te warmer het wordt. Ik heb nu ook geleerd hoe je een Jakobsstaf moet hanteren. Je kan er mee meten hoe hoog de hemellichamen staan, om uit te rekenen waar je ongeveer bent. Gisteren was het helemaal windstil. Daardoor lagen we iets achter op de planning, maar niet zo erg. Er is ook scheurbuik aangetroffen bij een paar bemanningsleden. Ik probeer zo goed mogelijk te eten en te drinken, maar ik denk niet dat dat erg veel helpt. Ik mag maar hopen dat ik het niet ook krijg. Logboek, 14 augustus 1633
Vorige week waren we door een zware storm mijlen uit koers. We moesten gelijk naar het dichtstbijzijnde eiland voor voedsel en schoon water. Toen we op het eiland Madeira-archipel kwamen, werden we niet erg gastvrij onthaald. Op het moment dat we met onze roeiboten de kust bereikten, kwamen de eilandbewoners gelijk naar ons toe rennen en sloegen drie man dood. Hierop schoten onze mannen vijf eilandbewoners neer, waardoor deze gelijk de bossen invluchtten. Daarna hebben we vers voedsel en schoon water ingeslagen. Door deze storm zijn we gelukkig wel in de goede richting geblazen, omdat we wat achterlagen door die windstille dag van drie weken geleden. We liggen nu zelfs voor op onze planning. De scheurbuik van laatst is ook over. Van de kapitein moesten we alle doden een zeemansgraf geven. Daarna gingen we gelijk aan land voor vers voedsel en water. Logboek, 28 augustus 1633
We zitten nu ergens in het oosten van de Atlantische Oceaan. Er is een rare ziekte uitgebroken op ons schip, door een bepaalde bes die we hadden meegenomen op het laatste eiland. Blijkbaar waren die dus giftig of zo. Ik heb er ook last van gehad. Ik heb liggen kreunen op mijn bed van de pijn. Gelukkig was het na een week al weer over en kon ik weer aan het werk. Bij anderen was het erger. Er waren elf man die het niet hebben overleefd. Daarvoor hebben we een minuut stilte gehouden, toen ze eenmaal op de zeebodem lagen. De kapitein kreeg gisteren opeens heel erg last van buikkramp. Sommige bemanningsleden vonden dat we hem dan maar overboord moesten gooien, maar dat gebeurde niet, omdat hij toch een leider is en we niet zonder hem verder kunnen. Logboek, 11 september 1633
We zijn bij het laatste eiland om voedsel en water in te slaan. Hierna komt de grote oversteek van de Atlantische Oceaan richting de kust van Brazilië. Ik denk dat als we daar eenmaal zijn aangekomen, dat ik daar dan blijf. Misschien kan ik daar wel werk vinden bij de havens van Belém, of ergens anders daar in de buurt. Als we met hetzelfde aantal knopen blijven varen dan we nu doen, komen we een heel eind. Het grootste aantal zeemijlen hebben we nu al achter de rug. Logboek, 25 september 1633
We zijn aangevallen door piraten! Toen we op de volle oceaan zaten, kwam er een schip recht op ons af. Het bleek een piratenschip te zijn, die ons schip wou enteren. We hebben ons dapper geweerd en hebben alle piraten uitgeroeid. Wij waren dan ook in de meerderheid, maar het was wel een zware strijd, waarbij veel mannen om het leven kwamen. De kapitein is ook weer beter. Hij bleek bedorven voedsel te hebben gegeten, waardoor hij ongeveer vier weken ziek in bed heeft gelegen. Zijn plaatsvervanger, de Eerste Stuurman, kreeg als beloning dertig gouden dukaten. Logboek, 9 oktober 1633
We zijn bijna op de eindbestemming. We hebben wel vaker last van dagen met minder wind, waardoor we langer varen dan we hadden verwacht. De kapitein heeft tweehonderd gouden dukaten beloofd aan de eerste die land ziet, zodat de bemanning wat beter doorwerkt. Logboek, 23 oktober 1633
Er is land gezien! Over een paar uur gaan we aan land bij Brazilië. Dan pakken we alle specerijen voor de terugweg in en vertrekt het schip weer naar Amsterdam, nadat de bemanning een paar dagen vrij krijgt. Er moet ook nieuwe bemanning mee, die de overleden bemanning moet vervangen. Ikzelf ga niet meer terug naar Amsterdam. Ik denk, dat ik ergens een kamer huur van het geld wat ik nog heb en ga dan weer helemaal opnieuw beginnen. Eerst kleine klusjes, dan naar een baantje zoeken en wat er verder komt, zie ik dan wel. Logboek, 6 november 1633
Ik zit nu een paar weken op mijn eigen kamertje. Het is niet erg veel of luxe, maar het is leefbaar. Ik heb ook werk gevonden bij een sjouwbedrijf aan de haven. Ik moet elke dag de ladingen in- en uitpakken. Het is zwaar werk, maar het betaald goed. Het is dus toch maar goed dat ik ben meegegaan naar Brazilië. Hier beëindig ik dit logboek, totdat ik ooit weer eens de zee op ga. Getekend door Ruige Bassie. Ruige Bassie

REACTIES

T.

T.

cool werkstuk hier heb ik wat aan

20 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.