Reisverslag gouden eeuw

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 3637 woorden
  • 22 februari 2006
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
32 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
I Het oude Amsterdam Hoe was Amsterdam en wat had Amsterdam met de gouden eeuw te maken? Amsterdam kreeg een bloeiperiode door de gouden eeuw. Amsterdam was in de gouden eeuw de stapelmarkt (plaats waar de goederen werden opgeslagen en daarvan uit weer verder werden gehandeld) van de wereld. In de gouden eeuw krijgt Amsterdam zijn historische vorm, de stadsuitbreidingen van de gouden eeuw bepalen nog steeds het aanzicht van de stad. Aan de gouden eeuw heeft Amsterdam veel monumenten te danken, zoals het paleis op de dam. Amsterdam handelde veel goederen zoals hout ijzer graan en koper. Amsterdam handelde veel met het noorden vooral de producten hout en graan handelde ze veel omdat Nederland dat zelf te weinig had. De import van graan was nog het belangrijkst zo hoefde er minder mensen op het platteland te werken en konden ze een ander beroep doen waarmee ze meer geld verdienden. Veel mensen trokken naar de stad omdat daar altijd wel werk was te doen. Zo werd Amsterdam een grote stad. Amsterdam lag gunstig voor het handelen over zee omdat het aan water lag en Amsterdam was een grote havenstad. Per dag gingen er veel verschillende schepen de Noordzee op om haring te vangen. Nederland leefde niet alleen van de haringvangsten ze verhandelde veel naar het noorden heen. Er werd niet alleen met het noorden gehandeld maar ook met Zuid-Europa en Azië. Al deze goederen werden met schepen vervoerd en aangevoerd. Daarom werden veel schepen in Nederland gebouwd. Peter de grote kwam speciaal voor de schepen naar Nederland om te kijken hoe die werden gebouwd. Zo konden ze die in Rusland nabouwen. Het spiegelretourschip was een van de schepen die veel werden gebruikt in de handel met oost Indië. De naam leidt af van de spiegels die boven en onder aan de achterzijde van het schip zaten. De schepen hadden een gemiddelde lengte van 40 meter. De schepen hadden meestal 3 masten. Over de bouw van een schip deden ze ongeveer 5 tot 8 maanden. Ze maakten ook wel andere schepen maar die waren meestal kleiner. 8 maart 1633
Vandaag is het zover, we gaan eindelijk vertrekken. Ons schip licht al aan de haven voor vertrek de laatste dingen moeten nog worden ingepakt zoals het laatste voedsel en de laatste wapens. Wij gaan nu afscheid nemen van onze familie, vrouw en kinderen. Nu gaan we dan echt vertrekken. Iedereen vindt het spannend. Er is een groot afscheid er komen veel mensen de bemanning uitzwaaien. De bemanning krijgt van hun familie nog de laatste dingen en een beetje voedsel voor de eerste dag. En wat extra kleding voor als het koud zou worden op het schip. Ik als kapitein sta al achter mijn roer en moet nu ook mijn familie achterlaten in de hoop dat we elkaar snel weer zouden zien en. er niks mis zou gaan met het schip. Mijn laatste bemanningsleden gingen op het schip en de zeilen werden gehesen. Langzaam ging het schip vooruit. Het begin ging al goed we waren sneller op weg dan we hadden verwacht en het schip vaarde best snel want we hadden de wind mee in onze zeilen. De bemanning ging zijn spullen uitpakken in de slaapverblijven en ik zat rustig achter mijn roer. ’s Avonds liep het ook helemaal vlekkeloos. Leonardo

28 mei 1633
Vandaag was er een ander schip in aantocht. We waren al bang dat we geplunderd werden door een schip, en nu gebeurde het. We probeerden de andere kant op te gaan maar het schip ging te snel en, de wind was te sterk. Het schip kwam steeds dichter bij. Mijn bemanning ging snel alle kostbare spullen in een opslagplaats leggen, en onze wapens pakken om ons te verweren tegen de vijand. Het schip kwam nu naast ons varen. De bemanning van het andere schip kwamen bij ons op het schip. We probeerde ze tegen te houden maar ze hadden te veel bemanning en hun bemanning was te sterk. Alles ging best snel ze hadden zich in onze opslagplaats bevonden en namen mee wat ze mee konden nemen. Veel van ons voedsel was weg we moesten zuinig aan doen anders kwamen we helemaal in hongersnood. Die avond besloten we dat we weinig gingen eten. Zo ging dat dagen door maar een paar bemanningsleden werden te slap om nog te werken op het schip. We besloten om het eerste schip dat we tegen kwamen te plunderen omdat we anders helemaal niks meer konden doen. Dan zouden we ook sterven, dit was onze enige hoop. De volgende ochtend kwamen we al vroeg een schip tegen. Gelukkig was het een klein schip. We gingen met al onze bemanning aan boord en, snel hadden we op dat schip genoeg voedsel gevonden. Alles wast we mee konden nemen namen we mee zo hadden we in ieder geval weer genoeg eten voor een verdere reis. Leonardo
14 Juli 1633
Gisteravond en Vanmorgen zijn we door een zware storm mijlen uit koers. De harde zuidwesten wind was zo koud dat het leer van onze schoenen bevroor aan onze voeten. Het werd zo hard als hoorn. We konden ze niet langer dragen en maakten wijde klompen met een bovenkant van schapenvacht waarin we drie of vier paar sokken over elkaar dragen. Opeens zagen we een klein bootje naast ons varen. Ze gaven ons het teken te stoppen. Wij maakten de boot vast aan een rots die midden in zee stond. Met een groot sterk stuk touw. Er kwamen zwarte mensen op ons af. Met gebaren maakten ze ons duidelijk dat ze iets wilden ruilen. Ze lieten een hand vol draadjes, of het leek wel papier snippers zien. Ze noemden het tabak. Ik snapte niet wat je er mee kon doen. Ze deden het voor. Ze pakte een pijpje van gebakken klei deden de tabak erin, stoken het aan met een vuurtje en rookten het op. Wij probeerden het allemaal. Ik vond het lekker spul, en we spraken af dat zei ons tabak gaven. In ruil voor wat graan. We bedankten ze en we gingen verder. Tegen de middag werd het wat warmer, en de wind was niet meer zo hard. We konden dan nu gelukkig iets meer mijlen maken, dan gisteravond en vanmorgen. Leonardo
In de week van 26 juli 1633
Vandaag zijn we aan land gekomen bij Kaap de Goede Hoop. We blijven hier 7 dagen. Dit is onze grootste tussenstop die we maken. Ik ben zeer blij dat we even kunnen rusten. Het leven op schip is zwaar. Vooral als kapitein. Wij gaan met zijn allen naar een ‘verversingsstation’ hier kunnen wij onze brieven achterlaten voor onze vrienden en familie. En zij kunnen ons brieven sturen. We kunnen hier ook elke dag ons voedsel halen. Vandaag gaan we kijken naar onze post. Ik zie dat ik een brief heb gekregen van mijn oudere broer. Hoi broer, Het gaat goed met mij. Ik heb werk gekregen als sjouwer. Ik moet alle goederen leveren op de schepen in de haven. Vader werkt nog steeds op het land, en moeder zorgt voor ons kleine zusje, Silvia die heeft longontsteking. De dokters zeiden dat ze nog maar 3 maand te leven heeft. Ik hoop dat je hier goed even veilig bent aangekomen, en dat alles tot nu toe goed verlopen is. We hopen dat je veel specerijen kan meenemen en dat je snel thuis bent om van ons zusje afscheid te kunnen nemen. Het ga je goed jongen. Groeten, Je familie en
Kusjes je zusje Silvia
Nu ik dit zo lees word ik best verdrietig, maar ik ga door. Ik zorg dat ik snel thuis ben en veel specerijen meebreng. Waardoor we beter kunnen leven. Na dat iedereen de brieven heeft gelezen. Gaan we onze zieke bemanning wegbrengen naar het hospitaal. We hebben niet genoeg matrozen meer, maar we gaan een paar slaven importeren zodat die het werk van de matrozen kunnen overnemen. De volgende morgen gaan we ons cacao wat we onderweg hebben meegenomen opslaan in een pakhuis; zodat we het de terugreis mee kunnen nemen. De rest van deze dagen gaan we vooral naar de kroeg om lekker te drinken en feest te vieren dat we al ver zijn gekomen. De mensen in het land zijn heel vriendelijk voor ons, en zorgen goed voor ons. Vandaag naar 7 dagen hier te zijn geweest gaan we weer verder,, en ze geven ons veel voedsel mee voor onderweg. Ik ben toch blij dat we vertrekken, want ik wil immers snel naar Batavia voor de specerijen en dan terug naar huis. Ik heb ook afgesproken met de matrozen dat we meer mijlen gaan leggen per dag om eerder te kunnen aankomen in Batavia. Dat wouden ze ook al te graag, want iedereen mis het thuisfront. Leonardo
10 augustus 1633

We hebben geen goud op het eiland kunnen vinden, maar de mensen werkten wel goed voor ons dus namen we ze mee op de boot als slaven. We namen van het eiland veel voedsel mee. Omdat we niks meer hadden, doordat het meeste was geplunderd. We hadden wel terug geplunderd van een anders schip, maar het was niet genoeg voor een nog verdere reis. We maakten eerst nog een kampvuur op het eiland en gingen daar uitgebreid eten. Maar de volgende dag moesten we weer verder gaan anders bleven we te lang onder weg. We gingen morgens vroeg al op weg en het laatste voedsel werd op geborgen in het laadruim van het schip. Ook namen we de slaven mee. Het liep allemaal een beetje stroef het laadruim was vol en de slaven werkten tegen. We konden jammer genoeg geen goud op het eiland vinden. Maar we waren er eigenlijk alleen om een tussen stop voor het voedsel. Toen na twee uur alles was ingeladen en iedereen aan boord was. En ik zelf weer in mijn kapiteins kamer zat. Konden we weer verder gaan. De rest van de dag liep wel heel makkelijk de slaven werkten later op die dag wel goed mee. Leonardo
In de week van 25 Augustus 1633
Vandaag is er een erge dag. Al de helft van de bemanning plus wat slaven zijn ziek. We moeten goed voor ze zorgen anders zouden ze dood kunnen gaan. Ze hebben scheurbuik. Dat komt doordat we al een poosje geen voedsel meer met vitamine c hebben gehad. Dus we moesten op zoek naar voedsel waar dat wel in zit zoals: groenten, fruit, aardappelen en vruchtensap. De bemanningleden werden heel erg vermoeid. Ook kregen ze zwellingen en bloedingen van het tandvlees en bloedingen aan de benen. We deden heel erg ons best om onze bemanningsleden te helpen. En ook de slaven werden geholpen om beter te worden. Maar langzaam ging het er steeds slechter aan toe met de mensen die scheurbuik hadden. Vandaag zijn er al twee slaven overleden en een matroos. We hebben ze over boord gegooid omdat, we de lijken niet op het schip konden houden. We konden ze niet begraven, want we waren niet aan land. Normaal doen we het heel plechtig. Hier hadden we nu geen tijd voor omdat we achter op schema lagen. Vandaag is er weer best veel bemanning dood gegaan. We zijn nu nog met de helft op het schip en hebben nu meer aandacht voor de zieken want dat zijn er nu veel minder. We kunnen die gewoon te eten geven en ze worden telkens sterker. Dus er is een grote kans dat ze het gewoon overleven. Vandaag is het de dag dat we eindelijk van de scheurbuik af zijn. De laatste zieken zijn op geknapt en moeten alleen nog een dag rusten. Door de scheurbuik is er wel veel bemanning en slaven omgekomen. We zijn nu nog met de helft op het schip en kunnen gewoon weer verder zonder de ziekte. Leonardo
In de week van 12 september 1633
Wij brachten deze nacht door in de buurt van het eiland Cocos. Waar de grote vulkaan op dat eiland uitbarstte. Al mijn matrozen waren bang en verbaasd, ze hadden nog nooit zoiets gezien. Ik als kapitein stelde ze gerust, en verklaarde de oorzaak van dit grote vuur. Op zee konden wij dit voelen, omdat we meer heen en weer wiebelde. Ik vond de uitbarsting prachtig om te zien. In deze verdere nacht praten wij nog na over de vulkaan, want slapen lukt niet meer. Ook hebben we besloten om aan land te gaan. We hopen dat er mensen zijn die met ons mee willen. Omdat we nu door de vele doden een te kort aan bemanning hebben. We legden het schip vast met een anker. Als we op het eiland aangekomen zijn blijken er haast geen mensen te zijn. Wel zijn er veel pinguïns en zeerobben, genoeg om alle schepen mee vol te laden als we dat zouden willen. Pinguïns zijn vogels die niet kunnen vliegen. Ze hebben alleen twee kleine vleugeltjes aan hun zijkanten hangen, als leren lapjes. Ze zijn zo groot als een gans. Wij sloegen ze dood met stokken. Het was net de tijd dat ze eieren legden en broeden, zodat we bij elkaar wel veertigduizend vogels en eieren van het eiland haalden. Ik vond die marteling er maar vies uit zien. Al dat bloed. Maar onze voedselvoorraad was bijna op, en wij moesten wel eten. We gingen ze eerst inzouten en deden ze daarnaar in houten tonnen, als voorraad voor later. Gelukkig hadden we 3 schepen mee. Anders zouden we het nooit mee krijgen. Als we even later wat verder op het eiland zijn zien we voetsporen, maar we zagen geen mensen. Opeens hoorden we achter ons 3knallen. We draaiden ons verschrikt om. En ik zag dat indianen 3 bemanning had neergeschoten. Wij bewapenden ons met braadspitten, pieken en savels en vochten hard terug. Opeens hield het op. De hoofd van de indianen kwam naar ons toe lopen, zonder geweer. Hij vroeg wat wij hier deden. Onze tolk die we meehadden verstond het gelukkig wel, en vertaalde het voor ons. Ik antwoordde dat wij hier opzoek waren naar eten, en bemanning die met ons mee wouden naar Batavia om daar specerijen te halen. De hoofd van die indianen vond het goed, alleen we mochten hun niet lastig vallen, en we mochten niet zoveel pinguïns doden. Ik was blij dat het zo was afgelopen en dat er niet nog meer doden waren gevallen. Ik vond de indianen er wel gek uitzien. Ze liepen in hun blootje rond, en hadden alleen een doek van pinquinvellen om hun schouders. De indianenmannen droegen geen broek maar bonden hun piemel met een touwtje omhoog voor hun buik. De indianen vrouwen droegen een klein schorstje van pinquinvel maar hun borsten waren bloot. Wij hadden nog nooit zulke gekke mensen gezien. Na het eind van de dag hadden we geen andere indianen of mensen gezien die met ons mee wouden. We maakten een vuurtje met een hoop takken die daar lagen en aten wat van het vlees van de pinguïns De volgende dag zouden we weer verder gaan. Ik was alleen teleurgesteld dat we geen nieuwe bemanning hadden gevonden. We besloten om nu in een keer naar Batavia te gaan en niet meer te stoppen op een ander eiland. Op Batavia zouden we dan weer bemanning kunnen meenemen voor de terugreis. Leonardo
9 oktober 1633
De zee was vandaag helder. Ik zag nu veel groen wier. Ik neem nu aan dat het land dicht bij is. Het lijkt op rivier gras, en het strekt zich uit naar het noorden. Het was mooi weer. De zuidoostenwind gierde tussen de bergen die je in de verte zag door. Ik vroeg hoe hard we gingen, de stuurman die keek voor mij. Hij pakte een klein houtenplankje, daaraan zat een lang touw met op steeds dezelfde afstand een knoop erin. Hij gooide het plankje overboord en liet het touw met knopen afrollen. Hij telde hoeveel knopen er in een halve minuut langs kwamen. Hij rekende uit dat we ongeveer 10 knopen per uur aflegden ( 1 knoop is 1852 meter per uur). Nu kon ik mijn matrozen geruststellen dat we dicht bij land waren, en met een aardig tempo vaarden. Volgens deze kaart moeten we over ongeveer 2 dagen aankomen in Batavia. Ik ging even het schip inspecteren. Het was nog heel. Gelukkig dan konden we echt binnen 2 dagen aankomen. Opeens zakte naast mij een matroos in elkaar. Het bleek dat hij een gebrek had aan vitamine c en hij kreeg ook nog een harstilstand erbij. De dokter probeerde hem nog te redden, maar dat was tevergeefs. Hij was op slag dood. Ik haalde alle bemanning van het schip op en we gingen met zijn allen afscheid nemen. We rolde hem in zijn deken met een paar zware stenen en kanonskogels erbij. We maakten de dekens vast met draad en naald. We legden het lichaam op een plank met een uiteinde op de reling. Ik hield een toespraak, en alle matrozen deden een gebed, en terwijl de kanonnen werden afgeschoten. Lieten 2 matrozen hem in de zee in glijden. Ik was best bedroefd, het was al de zoveelste in een paar weken tijd die overleed. Leonardo III 11 Oktober 1633; aankomst Batavia Vandaag zijn we eindelijk aan land gekomen, Batavia genaamd. Ik ben zeer blij net zoals mijn bemanningslieden. Ik vertel ze dat we eerst het land gaan bekijken voordat we op zoek
gaan naar goud en cacao. Wij kwamen een man tegen, die in Nederland was geboren en daar tot zijn 15e heeft gewoond. Ik vroeg hem of hij wat over Batavia kon vertellen, en wat het verschil nou eigenlijk tussen Nederland en Batavia is. Deze stad werd gesticht in 1619 door Jan Pieterszoon Coen. Batavia lijkt qua uiterlijk op een Nederlandse stad. Dit komt omdat Batavia omringd is door stadsmuren en ook doorkruist is voor grachten. De stad heeft ook allemaal Nederlandse instellingen bijvoorbeeld een schutterij, een stadszegel met een stadswapen en ook stadsambtenaren. De bevolking hier is absoluut niet Nederlands. Batavia heeft nu ongeveer 70.000 inwoners waarvan 6.000 Europeanen. Bijna alle Europeanen zijn hier in dienst van handelsschepen die net als jullie hier willen handelen. Bijna alle handel in Batavia wordt verricht door Chinezen. Want die hebben hier het meeste verstand van. Batavia speelt dus een belangrijke rol in het Nederlandse handelsrijk. Maar de stad is niet alleen belangrijk voor Nederland. Net als Amsterdam een handelsstad is Europa was, is was Batavia een handelsstad voor Azië. Kooplieden komen hier van ver om handel te drijven in Batavia. Ja dit is zo ongeveer wat ik weet. Bedankt meneer, Wij gaan snel verder, we willen zo snel mogelijk de handel binnen hebben, en dan zo spoedig mogelijk terug naar Nederland. Ik denk dat ik wel iets voor jullie kan doen zei hij. Ik heb namelijk een goede vriend, die veel handelt. Ik denk dat hij voor jullie wel een uitzondering maakt. Zodat Jullie veel handelswaren mee kunnen nemen naar Amsterdam. En wat de man beloofd had deed hij. Zijn vriend, gaf ons 2/3 cacao tegen 1/3 van ons meegebrachte IJzer. Daar waren ze gek op, want veel volken hadden geen ijzer. Ook kregen we 5 goudstaven. Wij gingen naar het schip terug en sloegen alles op in de kelders en gingen slapen. Want we besloten om morgen naar huis te gaan. Leonardo
12 Oktober 1633

Naar huis: We hadden gisteren besloten om terug te gaan naar Amsterdam. Ik wou immers snel thuis zijn, voordat mij zusje is gestorven. En de rest wou ook graag naar de familie terug. Om verder te handelen had niet veel zin, we hebben gisteren veel gekregen. En onze kelders zitten helemaal vol. Voordat we wegvaren
Schrijf ik nog een kleine telegram naar huis: Hallo, mam & Pap, en broer&zusje
Ik maak het hier goed, we hebben goed gehandeld, en we hebben veel winst. Wij gaan vandaag terug naar Amsterdam, en ik hoop binnen 8 weken weer thuis te zijn. Hoe gaat het met ons kleine zusje? Ik probeer voor haar zo snel mogelijk thuis te zijn. Groeten, Jullie zoon, en broer
Ik loop terug naar het schip, en kijk nog één keer om. Dit zal waarschijnlijk de laatste keer zijn dat ik hier kom. We gingen met zijn allen het schip inspecteren, en toen gingen we op weg naar huis! Leonardo
12 December 1633
4 weken daarna: Alles gaat nu goed, de koningin is trots op ons. En we kregen veel geld. Wij kunnen nu veel ruimer leven, en we hoeven niet zo hard te werken. Ik ben toch blij dat ik mee ben gegaan als kapitein. Wij hebben veel meegemaakt, maar toch was het een leuke ervaring. Mijn zusje is helaas 2 dagen naar dat ik terug was gestorven. Gelukkig heb ik nog afscheid van haar kunnen nemen. Leonardo Conclusies Amsterdam: Hoofdvraag: Hoe was Amsterdam in de 17e eeuw? Amsterdam was de rijkste stad van de republiek omdat, het gunstig lag voor handel. Er stonden grote pakhuizen. En doordat ze ook veel geld verdienden door de haringsvangstendoor de haringvangsten. En veel mensen verhuisden naar Amsterdam omdat er veel werk was in de pakhuizen. Ook was er veel werk in de scheepsbouw. Deelvragen: 1. aar aan had Amsterdam de monumenten aan te danken? In de zeventiende eeuw was Amsterdam de stapelmarkt van de wereld geworden. Dat betekent dat bijna alle goederen die in de wereld werden verhandeld en in Amsterdam lagen opgeslagen. Daarmee verdienden ze veel geld mee zodat ze veel monumenten konden bouwen. 2. Waarom was Amsterdam zo’n grote handelstad? • het lag gunstig voor de handel. • Door de grote scheepsbouw werd Amsterdam beroemd. Batavia: Hoofdvraag: Wat was het verschil tussen de Republiek (Amsterdam) en Batavia? Eigenlijk was er niet heel veel verschil, Amsterdam leek qua uiterlijk veel op Batavia. Dat kwam door de stadsmuren, en door de grachten. Alleen de bevolking was een groot verschil. De mensen daar waren veel vriendelijker, En de leefstijl was natuurlijk ook anders. Deelvraag: Wat voorn specerijen/kruiden handelde de republiek met Batavia? De republiek handelde vooral in cacao, en daarvoor in de plaats kreeg Batavia IJzer. De republiek had weinig cacao. En veel landen, net zoals Batavia weinig IJzer. Verder handelde ze ook veel kruidnagels, Peper en bonen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.