De Romeinen
De Romeinse hebzucht?
De reden waarom de Romeinen steeds meer land wilde veroveren begint bij het begin van de Republiek. In 510 v.Chr. verjoeg een groep Romeinen de koning en zijn gezin de stad uit nadat de Romeinse edelvrouw Lucretia door Sextus, een zoon van Tarquinius, was lastiggevallen.
De Romeinen stichten daarna een republiek.
De Republiek (een land zonder koningen of koningin, waar de leider door het volk worden gekozen Rome was van 510 tot 27 v.Chr. een republiek.)
De republiek werd geleid door de patriciërs dat waren rijke Romeinse landeigenaars met veel macht in de stad. Samen leidde ze de Senaat dat was het wetgevende parlement van Rome dat bestond uit 300 patriciërs. Elk jaar werd uit deze groep 2 consuls gekozen. Om bij deze groep te horen moest je dus veel land bezitten, uitgebreid je gasten verwennen, ze mochten ook alleen trouwen met vrouwen uit de patricierskringen. Imponeren was toen al zeer belangrijk om zo meer aanzien te veroveren, om zo de kans de te vergoten om tot consul gekozen te worden.
Dit systeem werkte niet zo goed. Onderling hadden ze veel ruzie, om meer macht te krijgen, gingen ze landjes inpikken. In het begin ook van elkaar, later moesten ze steeds meer buiten de stadsgrenzen zoeken.
Ze wilde zeker niet bij het gewone volk horen (de plebejers), want die hadden weinig recht, waren arm en moesten de stad beschermen van buiten af, wat niet ongevaarlijk was. Later na hun opstand verenigde ze zich en kregen ze ook meer zeggenschap.
Het is gebleken dat hun strategie doeltreffend was. Ze veroverde wel een stuk land, maar lieten de hiërarchie intact. Ze stoten er aanvankelijk eerst een verdrag mee. Later namen ze ook een stuk land van de verslagen vijand af. Dit land werd dan van de Romeinse staat en daar gingen dan Romeinen wonen. Zo losten ze ook het probleem van overbevolking op, en ze stichten daar kolonies, zo konden ze ter plekke de gebieden goed in de gaten houden.
Het overwonnen land voerden Romeinse politiek. De groei van het volk, de groei van het land, de groei van de macht. Macht was de drijfveer van het aanzien. Om aanzien te verkrijgen moest men veroveren, hoe meer je veroverd had hoe meer aanzien je had en hoe meer kans je had om in het senaat te komen of te blijven of om zelfs consul te worden met de daarbij horende privilegies. Het hele systeem was prestatie gericht.
Omdat de boeren moesten mee vechten met het leger waren ze lange tijd van huis. Langzamerhand gingen de boeren failliet en trokken met hun gezinnen naar de grote stad Rome. De notoire die in de kolonies buiten Rome verbleven trokken nadat ze rijk waren geworden van het te veel betaalde belastinggeld dat ze in hun eigen zak stopte, terug naar Rome en kochten daar de boerderijen met het vele land weer op. Namen vele slaven mee om zo hun te bewerken. De nieuwe Rijke werden ze ook wel genoemd. Er werden zelfs slaven gefokt.
de stad Rome was al overbevolkt, met de komst van de vele slaven ( ongeveer 250 000) en de komst van de boeren naar de stad. Is dat ook een mogelijke reden om de buurland te veroveren voor hun voedsel en grondstoffen.
De Romeinen stonden ook bekend om hun trouwe afspraken met hun bondgenoten. Het kosten de bondgenoten dan wel een hoop geld, maar als zij hulp nodig hadden konden zij weer terecht bij de Romeinen. Juist omdat dit in overleg ging en zijn trouw waren aan hun afspraken was er lange tijd geen opstand en konden zijn verder met hun veroveringen en versnipperde het leger niet telkens. Toch zou het zo kunnen zijn dat dit meespeelde in de uitbreiding van het Romeinse rijke. Dat nou juist de bondgenoten hun vijanden aanwezen die werden dan weer veroverd door de Romeinen en de rechten gingen dan ook weer naar de Romeinen en zo werd het Romeinse Rijk steeds groter. Zo stonden ze steeds sterker, de vijand wordt hun bondgenoot die er weer voor zorgde dat er een volgende vijand bijkwam. Ook dit spelletje was onophoudelijk.
Toch is er niet een sluitend antwoord te geven waarom de veroveringen maar doorgingen. Sommige geschiedenis schrijvers wijten het aan de overbevolking, het voedseltekort en het te kort aan grondstoffen. Dat ze daarom hun buren wilden uitbuiten. Weer andere menen dat zij telkens tegen hun wil betrokken werden in verdere veroveringen de beloften aan bondgenoten zou hen telkens verplicht hebben nieuwe volken te verslaan.
Het is daarom onwaarschijnlijk dat alle Romeinse veroveringen in de loop van zeven eeuwen door 1 reden of oorzaak te verklaren is.
Deze toevoeging aan ons profielwerkstuk is gemaakt uit de vraagstelling, waarom de Romeinen steeds hun rijk wilden uitbreiden. Helaas na bestudering van die vraag zijn we niet tot een sluitende conclusie gekomen. Ook vele geschiedenis schrijvers hebben een poging gedaan, vele zijn het met elkaar oneens. Wij hopen dat door deze toelichting de vraag toch enigszins is beantwoord.
REACTIES
1 seconde geleden