Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Provo

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2089 woorden
  • 6 april 2009
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Provo: typisch jaren zestig

‘Amsterdam, 7 april- De mobiele eenheid van de Amsterdamse politie (nu zes overvalwagens met elk tien man), heeft provo's en nozems donderdagavond belet ernstige ongeregeldheden te veroorzaken. Wel zijn jongelui erin geslaagd een ruit ven het politiebureau van het Leidseplein in te gooien. Achter het koninklijk paleis werden hekken omgegooid. Zodra overvalwagens van de politie kwamen, stoven de jongelui uit elkaar.’
De jaren zestig staan bekend als roerig, een tijdvak met veel protest. Één van de meest spraakmakende protestbewegingen uit de jaren zestig is Provo, opgericht door Roel van Duin. Deze beweging vergrootte problemen uit door middel van ludieke acties en ‘Witte plannen’ en toentertijd was dit helemaal uniek.


‘Beter langharig dan kortzichtig!’
De jaren vijftig waren de jaren van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. In deze periode werden er veel kinderen geboren. Deze kinderen beleefden hun jeugd in de jaren zestig.
De ouderen genoten van de groeiende welvaart. De jongeren konden zich hier echter niet in vinden, want zij hadden de ellende van de oorlog niet of nauwelijks meegemaakt. De ouderen noemden de jongeren ‘langharig werkschuw tuig’ waarop de jongeren ‘Beter langharig dan kortzichtig!’ terugriepen. De jongeren vonden welzijn belangrijker dan welvaart en gingen protesteren. Ze vonden het hoog tijd dat het gezag werd uitgedaagd en de verbeelding aan de macht kwam. In 1961 vonden veel demonstraties tegen de kernbewapening plaats en waren de eerste peace-symbolen te zien.
Ook was de jeugd op zoek naar een eigen jongerencultuur. Vanuit Amerika waaide de hippiecultuur over naar Nederland, waar de bloemenkinderen zich verzamelden op de Dam in Amsterdam. Naast de bloemenkinderen ontstonden er andere stromingen onder de Nederlandse jongeren, vooral onder invloed van de Engelse popgroepen The Beatles en The Rolling Stones. Ook waren er plaatselijke groeperingen zoals de Pleiners en de Dijkers in Amsterdam. Deze stromingen jongeren bij elkaar worden nozems (Nederlands Onderdaan Zonder Enige Moraal) genoemd. Botsingen tussen politie en jongeren waren aan de orde van de dag. De jeugd ging ook protesteren tegen de oorlog in Vietnam. Dankzij radio, televisie en de bladen groeide de jeugdcultuur sneller. Door de welvaart konden de jongeren meer geld besteden en ontstond er een complete jongerenmarkt. De invloed van de buitenlandse popmuziek was ook te merken in Nederland: er ontstonden veel nieuwe bandjes. Tevens deed het popfestival zijn opkomt in Nederland. In 1967 werd bijvoorbeeld de eerste editie gehouden van A Flight To Lowlands Paradise. Amsterdam werd gezien als de Europese hoofdstad voor alternatieve cultuur, zo werd daar in 1968 de poptempel Paradiso opgericht.
Ten slotte ontstonden er veel tijdschriften, radio- en televisieprogramma’s, die gericht waren op jongeren.

De ‘anti-rookmagiër’
In 1961 en 1962 hield Jasper Grootveld bijeenkomsten op het Spui in Amsterdam bij het beeld van het Lieverdje. Deze bijeenkomsten werden happenings genoemd. Hiermee wilde hij bereiken dat mensen zich bewust gingen worden van wat er in de maatschappij gaande was.
Bij het Spui eindigde de Nieuwezijds Voorburgwal, wat het publiciteitscentrum van Amsterdam was. Het Lieverdje was een beeld van de jeugd, een jongetje van ongeveer tien jaar, en werd in 1960 op het Spui geplaatst. Het beeld is betaald door de sigarettenindustrie, die begin jaren zestig de grootste adverteerder voor de Nederlandse pers was.
Grootveld, rookverslaafde, is toen in zijn ééntje begonnen het woord ‘kanker’ te schrijven op bijvoorbeeld sigaretten, affiches en publieke ruimtes in de stad. Dit heeft hij drie maanden lang gedaan. Als gevolg hiervan werd hij vervolgd door de sigarettenindustrie. Zij eiste duizend gulden per beklad affiche. Uiteindelijk werd hij zestig dagen gegijzeld en de sigarettenadverteerders betaalden zijn verblijf in de gevangenis.
De volgende actie van Grootveld was het maken van een rookhol. Hieraan dankt hij ook zijn bijnaam ‘anti-rookmagiër’. Een lege ruimte toverde hij om in een anti-rooktempel, die op 17 maart 1962 zijn deuren opende. Het was de bedoeling dat er in deze ruimte heel veel gerookt werd, zodat mensen zich gingen realiseren dat ze met een heel vreemd ritueel bezig waren. Volgens Grootveld is roken namelijk als ordinair genotmiddel overgenomen van de Indianen, die het als iets heel bijzonders beschouwden. Hij wilde dat mensen het verband hiertussen gingen zien en zo een opstand van verslaafden creëren. Er was veel belangstelling voor de anti-rooktempel, vooral van jonge kunstenaars en schrijvers. Na een paar weken brandde de anti-rooktempel uit en Grootveld kreeg een voorwaardelijke gevangenisstraf wegens opzettelijke brandstichting.

Vanaf 1964 vonden de happenings iedere zaterdag om twaalf uur ’s nachts plaats. Wegens klachten van de eigenaar van café ‘Hoppe’ greep de politie telkens hardhandiger in.

De ludieke mens
Na anderhalf jaar lang happenings houden ontstond er eindelijk de jeugdbeweging waar Grootveld zo op gehoopt had. Nadat Roel van Duin een studie had verricht naar het anarchisme, richtte hij ‘Provo’ (van het woord ‘provoceren’) op. Roel van Duin heeft de filosofie achter Provo bedacht, andere bekende Provo’s zijn Bernhard de Vries, Hans Tuinman, Simon Vinkenoog, Jan Cremer, Ramses Shaffy, Johnny van Doorn (alias Johnny the Selfkicker), Peter Schat en Bart Huges. Ze deelden pamfletjes uit waarop ze de nieuwe beweging aankondigden.
Ze wilden iets heel nieuws verzinnen om hun anarchistische idealen over te dragen. Ze bedachten dat ze zich moesten richten tot de jongeren. De jongeren zouden de maatschappij moeten veranderen in plaats van op straat hangen. Ze richtten zich vooral tot de aanhangers van de ‘Ban-de-Bom-beweging’, waar ze zelf ook lid van waren geweest. Net als de Ban-de-Bom-weweging was Provo antimilitaristisch en tegen atoombommen. De Provo’s waren voor de ‘ludieke mens’, wat inhoudt dat de mens niet alleen maar moet werken, maar ook moet kunnen spelen. Ook was Provo voor vrijheid van onderdrukte minderheden, zoals homo’s en tegen milieuvervuiling. De gemiddelde Provo had lang haar, droeg tweedehands kleding en was voor vrije seks.
Op 12 juni 1965 verscheen Provo nummer één, deze werd echter onmiddellijk in beslag genomen en de redacteuren Roel van Duin, Rob Stolk, Luud Schimmelpenninck en Hans Metz belandden in de gevangenis.
De happenings van Jasper Grootveld pasten precies in de filosofie van Provo en daarom sloot Provo zich bij hem aan. Hun ideeën over de ludieke mens baseerden ze op het ontwerp voor een nieuwe stad van Constant Nieuwenhuis. In deze stad, New Babylon geheten, werkt de mens niet, zodat hij creatief kan zijn.

(Non-)happening
De happenings trokken veel publiek. Vanuit het hele land kwamen mensen naar het Spui om toeschouwer te zijn van de bijeenkomsten. Hierdoor kreeg Provo veel aandacht. Provo was één van de eerste bewegingen die uitdrukkelijk communiceerde door middel van de massamedia en dan gaat het niet zozeer over de blaadjes, want die hadden vele andere bewegingen ook. De ludieke acties, die op een spectaculaire wijze worden gebracht, zorgen er echter voor dat Provo flink in de publiciteit komt.
Het feit dat de politie hardhandig optrad tijdens de happenings, was voor Provo een bewijs dat het gezag onderdrukkend was.

Zelf noemde Provo hun blaadjes ‘Provokaties’. Er zat een bumafoon op de deur van het pand waar de redactievergaderingen werden gehouden, zodat bezoekers zich eerst moesten melden en de Provo’s snel hun spullen konden verbergen.
Één van de acties van Provo was het uitdelen van krenten. Deze actie stond symbool voor het gebrek aan liefde van de politie voor Provo. De politie beschouwde dit als verstoring van de openbare orde. De krenten werden in beslag genomen en Provo Koosje Koster werd gearresteerd en, bleek later, urenlang naakt verhoord.
Een andere actie was het ‘Witte fietsenplan’, dat tijdens de happening van 7 augustus 1965 onder de aandacht werd gebracht. Gekleed in witte pakken schilderden de Provo’s fietsen wit. Deze fietsen werden overal in de stad neergezet en iedereen kon er gebruik van maken, fietsendiefstal hoefde dus niet meer! Tijdens deze happening werden er zeven mensen gearresteerd. Er kwam steeds meer publiek kijken naar de happenings, niet zozeer naar de bijenkomsten zelf, maar om te kijken hoe de politie er op los sloeg met hun gummiknuppels. Dit ging tegen de ideologie van de speelse stad van Provo in.
Provo besloot met de politie te gaan praten. De Provo’s legden uit dat ze alleen maar vriendelijke bedoelingen hadden en de politie hun steeds maar overviel. De politie keek hier raar van op en Provo organiseerde een non-happening. Hiermee wilden ze hun standpunt bewijzen. Ze deelden pamfletjes uit waarop ‘vrijdagavond geen happening’ stond. Op de avond van de non-happening was het Spui afgezet door de politie en ook de toeristen waren er, maar de Provo’s waren nergens te bekennen. De Provo liet door middel van deze non-happening zien dat de ophef er ook was als ze geen happening hielden. Nu zag de politie wel in dat ze het eigenlijk niet konden maken om iedere week zoveel mensen te arresteren. Een tijdje later besloot de gemeenteraad dat demonstreren, (toneel)spelen of happenings houden op straat zonder vergunning moest kunnen.
Ook tijdens het huwelijk van Beatrix en Claus van Amsberg op 10 maart 1966 zorgde Provo voor de nodige ophef. Er gingen allerlei geruchten door de stad over de plannen van Provo, bijvoorbeeld dat de paarden van de bereden politie LSD toegediend zouden krijgen. Uiteindelijk werden er enkel een paar rookbommetjes afgestoken, zodat de stoet het stuk vanuit de Westerkerk naar het stadhuis in de rook reed. Buiten het zicht van het publiek dreef de politie echter hardhandig groepen jongeren uit elkaar en het bleef tot diep in de nacht onrustig.

‘Stem Provo kejje lachen’
Op 1 juni 1966 deed Provo mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Enkele verkiezingsleuzen van Provo luidden ‘Stem provo voor mooi weer’ en ‘Stem Provo kejje lachen’. Ongeveer 13.000 mensen stemden op de Provolijst en de nieuwe partij kreeg één zetel in de gemeenteraad. Voorafgaand aan de verkiezingen vertelde Irene van de Wetering de plannen van Provo. De Provo’s noemden hun plannen ‘wit’, omdat dit de kleur van het pacifisme en de onschuld van de jeugd is. Ten eerste was er het ‘Witte Kippenplan’. Dit hield in dat politieagenten sociale werkers werden. Zij zouden in witte pakken lopen, geen wapens meer bij zich dragen en een tasje bij zich hebben waarin verschillende spulletjes zaten waar ze de voorbijganger mee konden helpen.
Daarnaast had Irene van de Wetering het ‘Witte Wijvenplan’ verzonnen. Met dit plan wilde ze bereiken dat alle Amsterdamse consultatiebureaus een afdeling kregen voor vrouwen en meisjes, waar onder andere seksuele voorlichting gegeven werd.
De Witte Plannen waren onderdeel van het programma van Provo en daarmee wilde Provo bereiken dat Amsterdam het ludieke of ‘magies’ centrum van de wereld werd.
De vier jaar die Provo in de gemeenteraad had, werd verdeeld onder vier leden. Bernhard de Vries nam het eerste jaar zitting in de gemeenteraad, in 1967 nam Luud Schimmelpenninck zijn rol over. Schimmelpenninck introduceerde vervolgens het ‘Witkar plan’. Hij had een kleine, witte elektrische auto ontworpen, speciaal voor in de stad, die geleend kon worden bij een oplaadstation. De reactie van de gemeenteraad was positief en een jaar later demonstreerde Schimmelpenninck het eerste exemplaar. Zijn plan kreeg zelfs internationale waardering.


De ideeën van Provo spraken jongeren uit het hele land aan en in andere steden ontstonden vergelijkbare bewegingen. Net als Provo publiceerden deze groepen blaadjes die ze uitdeelden in hun stad.
Op 15 mei 1967 werd Provo opgeheven. De Provo’s hadden geen zin meer om de politie uit de dagen, maar verzonnen liever creatieve plannen. Het provoceren was voor hen een verplichting geworden. Provo bleef nog wel in de gemeenteraad.
Toen Roel van Duin in 1970 als vierde Provo zitting nam in de gemeenteraad, merkte hij dat de gemeenteraadsleden zeer Provo-vjandig waren. Alle plannen werden tegengewerkt. Roel van Duin verzon echter een nieuwe politieke aanpak met de kabouter als uitgangspunt. De kabouter staat namelijk tussen de mens en de natuur in, politici die zich serieus bezig houden met het milieu zijn dus een soort kabouters. Vanuit die filosofie had hij op 4 februari 1970 een nieuwe staat opgericht: De Oranje Vrije Staat. Deze staat was de eerste zonder gebied, men woonde in kraakpanden, er werden biologische winkels gesticht en er was een dienst om oudere mensen te helpen. Tijdens de verkiezingen van 1970 behaalde de Kabouterbeweging vijf zetels.

Provo is uniek
Door de welvaart na de wederopbouw is er in de jaren zestig een kloof ontstaan tussen de jongeren en de ouderen. Jongeren gingen protesteren en zo ontstond Provo. Provo onderscheidde zich van andere bewegingen door de manier waarop de boodschap werd gebracht. Provo maakte namelijk gebruik van de massamedia, wat in dat decennium erg bijzonder was. Dit deed de beweging door ludieke acties te houden, zoals de happenings en de ‘Witte Plannen’. De maatschappij keek vol afgrijzen toe en de politie wist niet wat ze met de jongeren aan moest. Kortom: Provo is een unieke beweging, die veel impact op de samenleving heeft gehad.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.