Inleiding
Waarover?
Ik wil het hebben over kinderarbeid. De kinderarbeid in Nederland, wanneer dat begon en eindigde. De kinderarbeid in zijn algemeen. De getallen en plekken waar het zich afspeelt zal ik vertellen. Ik zal de kinderrechten onder woorden brengen. En als afsluiting zal ik het over de kindsoldaten hebben.
Waarom?
Ik heb me nog nooit zo verdiept in dit onderwerp. Ik zag er een stukje over in het geschiedenisboek en daar wou ik graag meer over weten. Uit mijn snuffelperiode heb ik al een hele hoop geleerd en ik denk dat het alleen maar meer zal worden.
Hoe kom ik eraan?
Alle betreffende informatie die ik zal gebruiken staat op internet. Ik heb in allerlei zoekmachines gezocht, waar ik veel informatie heb gevonden. Zoveel informatie dat ik geen boeken nodig zou hebben voor dit werkstuk.
Wat wil ik duidelijk maken?
Ik wil laten zien, hoe erg, hoe fout en hoe gruwelijk kinderarbeid is. Omdat ik ervan overtuigd ben dat het een van de ergste dingen is die er op aarde gebeuren. Nu zijn die nog zonder argumenten, maar na dit werkstuk denk ik wel een aantal goede argumenten te hebben gevonden om met mensen hierover in discussie te kunnen gaan.
Kinderarbeid algemeen
De meest gemaakte schatting over kinderarbeid ligt op zo’n 250 Miljoen! kinderen die over de hele wereld kinderarbeid verrichten. De vormen daar van zijn:
De industrie: werken in fabrieken onder bizarre omstandigheden.
De landbouw: Hele dagen op het land staan en het meest ondankbare werk doen.
Het leger: Kinderen worden gebruikt om mijnen uit te schakelen en andere gruwelijke dingen.
Prostitutie: Hier worden meisjes misbruikt.
De oorzaak van kinderarbeid is meestal armoede. Als ouders hoge schulden, proberen ze die via hun kinderen af te betalen. Ze geven hun kinderen dan aan de schuldeiser mee, die dan de kinderen voor hem laat werken totdat de schuld is afgelost. Dat wat de kinderen verdienen is natuurlijk veel te weinig om de schuld af te lossen. Dus zo worden de kinderen min of meer “eigendom” van de schuldeiser.
Een andere oorzaak is dat de wereldbevolking met hoge maten toeneemt. Unicef (de kinderorganisatie van de VN) denkt dat dit het probleem voor de volgende eeuw zijn. Zij vindt dan ook dat er speciale programma’s over gezinsplanning moeten komen voor gezinnen. Zo zou dat misschien tegengehouden kunnen worden.
Dat er in de meeste landen waar kinderarbeid heerst geen leerplicht is is geen verrassing. Dat de kinderen daarom ook niet naar school gaan is dan ook niet zo raar. Maar in India waar de meeste kinderarbeid is van over de hele wereld wordt een opmerkelijk feit naar boven gebracht. In Kerala, een deelstaat in India, waar maar 3 procent van de kinderen aan kinderarbeid doet, gaan de meeste kinderen naar school. Er wordt daar ook 2x zoveel meer geld dan in de rest van India aan het onderwijs uitgegeven. Daar zouden andere deelstaten in India een voorbeeld aan kunnen nemen.
Kinderarbeid statistieken
Over de hele wedstrijd verspreid werken er 250 miljoen kinderen. Veel mensen denken dat kinderarbeid alleen in derdewereldlanden voorkomt, daar komt wel het meeste voor (95%),
Maar er zijn dan nog ongeveer 12,5 miljoen kinderen over die ergens anders werken.
Azië
In Azië werken er 1 op de 14 kinderen. Maar omdat er zo veel mensen in dit werelddeel wonen, komen we toch uit op ongeveer 125 miljoen kindarbeiders. Daarom zijn er in dit werelddeel de meeste kindarbeiders. Van dat aantal wonen er zo’n 50 miljoen in India. Maar ook werken er veel in Pakistan en Bangladesh. Deze kinderen werken vaak in fabrieken, bijvoorbeeld als tapijt-knoper of leerbewerker.
Afrika
In Afrika werken 1 op de 3 kinderen. Meestal op het land of in de huishouding. Dat is alleen niet goed aan te geven en dat is het grote probleem. Daardoor kunnen regeringen ontkennen dat er kinderarbeid in hun land voorkomt. En dat is precies wat Nigeria en Ghana bijvoorbeeld doen. In totaal telt Afrika zo’n 80 tot 90 miljoen werkende kinderen.
Latijns-Amerika
Ook regeringen van landen uit Latijns-Amerika ontkennen vaak dat er kinderarbeid is of zeggen dat het veel minder is dan in werkelijkheid het geval is. Volgens schattingen van organisaties van de Verenigde Naties werkt 1 op de 6 kinderen, in totaal zo’n 15 miljoen kinderen. Deze kinderen werken vaak in de huishouding, bijvoorbeeld als dienstmeisje, op het land of in de straatverkoop.
Verenigde Staten
De meeste mensen weten niet dat het ook in de VS voorkomt, maar toch zijn er maar liefst 250.000 kinderen die jonger dan 12 jaar in de landbouw werken. Meestal zijn dit kinderen van arme immigranten, vaak uit Latijns-Amerika, die legaal of illegaal in de Verenigde Staten wonen.
West-Europa
In maar liefst vier landen die lid zijn van de Europese unie komt kinderarbeid voor. Niet in Nederland of België, maar wel in de armere landen zoals Griekenland, Portugal, Italië en Spanje. Maar ook in Engeland is er kinderarbeid. In Spanje wordt het aantal 100 duizend geschat. In Portugal tussen de 90 en 150 duizend. In Italië had men het tot voor kort over ongeveer 100 duizend kinderarbeiders. Vooral van de streek rond Napels is bekend dat er duizenden kinderen werken in ateliers waar merkkleding wordt gemaakt, ook voor Nederland. In februari 1998 kwamen er echter andere cijfers naar buiten, waaruit bleek dat in heel Zuid- Italië zo’n 300 duizend kinderen werken; niet alleen in ateliers, maar ook in cafés, winkels en garages.
Oost-Europa
Na 1989 is het communisme verdwenen, dat heeft niet de welvaart gebracht waarop de meeste mensen hoopten. Alle nieuwe regeringen kampen met grote tekorten en bezuinigen op zaken als onderwijs en kinderopvang. Veel families voelen zich gedwongen om hun kinderen uit werken te sturen. Het aantal kindarbeiders groeit in dit deel van de wereld sterk, bijvoorbeeld in Rusland.
Kinderarbeid in Nederland
Vroeger waren de mensen arm. En daarom werden ook de kinderen naar de fabriek gestuurd om geld te verdienen. Een jongetje van acht jaar moest zo'n 12 uur werken voor ƒ 0,10 per dag. In 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken. Ze kregen slecht te eten en op hygiëne werd niet gelet. Velen werden ziek of stierven zelfs.
Steeds meer mensen vonden dat fabriekswerk voor kinderen verboden moest worden. Dat vond ook Tweede kamerlid Van Houten. In 1874 maakte hij een wet (het kinderwetje van Van Houten). Die wet verbood werken in de industrie onder de 12 jaar. Werken in de huishouding of op het platteland mocht wel. Sommige fabrikanten probeerden de wet te onderduiken. Maar met de komst van de Arbeidsinspectie in 1882 werd dat moeilijk. Wie toch jonge kinderen in dienst nam, kreeg een boete.
In 1900 werd de leerplicht ingevoerd. Alle kinderen moesten tot hun twaalfde jaar naar school. De leerplicht maakte pas echt een eind aan werken door jonge kinderen.
In het begin van de twintigste eeuw was de lagere school voor veel kinderen eindonderwijs. Ze leerden dus niet verder, maar gingen werken. Meisjes leerden wassen, naaien en koken. En jongens leerden het vak van hun vader (boer, timmerman of slager).
Gelukkig kwamen er ook steeds meer soorten scholen (technische scholen, huishoud- en landbouwscholen). Daardoor kwam kinderarbeid steeds minder voor.
In 1996 is de nieuwe Arbeidstijdenwet in werking getreden. Kinderarbeid is nog steeds verboden in Nederland, maar er zijn wel uitzonderingen toegestaan. Zo mogen kinderen van 13 en 14 jaar beperkt werken. Op schooldagen mogen dat maximaal 2 uur per dag en 12 uur per week 'klusjes rond het huis en in de buurt' zijn (zoals oppassen bij familie of kennissen, rondbrengen van folders, het wassen van auto's). Op vrije dagen mogen ze ook eenvoudig werk doen in een bedrijf. Ook mogen ze hun ouders helpen als die een boerderij of een winkel hebben. Vanaf 15 jaar mogen kinderen ook een ochtendkrant bezorgen. Kinderen tot en met 15 jaar mogen in principe niet op zondag werken. In de nieuwe wet gelden voor jeugdigen (16 en 17-jarigen) minder strakke regels dan vroeger. Zij mogen ook op zondag werken, maar dan moeten ze wel zaterdag vrij hebben. Ook door de week mogen ze werken, maar het werk moet zo zijn ingedeeld dat ze wel gewoon naar school kunnen gaan.
Maximum arbeidstijd 12 jarigen (onder toezicht)
Schooldag 2 uur
Niet-schooldag 7 uur
Vakantiedag 7 uur
Maximum arbeidstijd 13+14 jarigen
Schooldag 2 uur
Niet-schooldag 6 uur
Vakantiedag 7 uur
Maximum arbeidstijd 15 jarigen
Schooldag 2 uur
Niet-schooldag 8 uur
Vakantiedag 8 uur
De rechten van het kind
De 11 belangrijkste rechten van het kind zijn:
1. Recht op gelijkheid.
2. Recht op bescherming van geestelijke, lichamelijke en maatschapppelijke ontwikkeling.
3. Recht op naam en nationaliteit.
4. Recht op voeding, huisvesting en medische zorg.
5. Recht op speciale zorg voor een gehandicapt kind.
6. Recht op begrip en liefde van ouders en omgeving.
7. Recht op kosteloos onderwijs, spel en ontspanning.
8. Recht op directe hulp bij nood.
9. Recht op bescherming tegen verwaarlozing.
10. Recht op leven in een geest van begrip, vriendschap en gerechtigheid tussen volken.
11. Recht op gelijkheid zonder onderscheid op basis van geloof of nationaliteit.
Hier volgen wat artikelen uit het verdrag:
Artikel 1:
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder een kind verstaan ieder mens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt.
Artikel 2:
1. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, eerbiedigen en waarborgen de in het Verdrag beschreven rechten voor ieder kind onder hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook, ongeacht ras, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, welstand, handicap, geboorte of andere omstandigheid van het kind of zijn of haar ouder of wettige voogd.
2. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat het kind wordt beschermd tegen alle vormen van discriminatie of bestraffing op grond van de omstandigheden of de activiteiten van, de meningen geuit door of de overtuigingen van de ouders, wettige voogden of familieleden van het kind.
Artikel 3:
1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de belangen van het kind de eerste overweging.
2. De Staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen.
3. De Staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen, met name ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het aantal personeelsleden en hun geschiktheid, alsmede bevoegd toezicht.
Artikel 4:
De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke, bestuurlijke en andere maatregelen om de in dit Verdrag erkende rechten te verwezenlijken. Ten aanzien van economische, sociale en culturele rechten nemen de Staten die Partij zijn deze maatregelen in de ruimste mate waarin de hun ter beschikking staande middelen dit toelaten en, indien nodig, in het kader van internationale samenwerking.
Artikel 5:
De Staten die partij zijn, eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de ouders of, indien van toepassing, van de leden van de familie in ruimere zin of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, van wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind, voor het voorzien in passende leiding en begeleiding bij de uitoefening door het kind van de in dit Verdrag erkende rechten, op een wijze die verenigbaar is met de zich ontwikkelende vermogens van het kind.
Kindsoldaten
· Meer dan 300.000 kinderen onder de 18 jaar worden gebruikt in oorlogen.
· Daarnaast worden honderdduizenden kinderen gerekruteerd voor regeringstroepen en oppositionele (rebellen) groeperingen
· Het probleem is het grootst in Afrika en Azië. Alleen al in Afrika worden 120.000 kinderen ingezet. Veel andere landen in Amerika en Europa rekruteren echter nog steeds kinderen voor haar krijgsmacht.
· De leeftijd van de meeste kindsoldaten ligt tussen de 15- en 18 jaar. Er zijn gevallen bekend van gebruik van nog jongere kinderen
· Kinderen als doelwit in een conflict worden gelegitimeerd wanneer kinderen soldaten kunnen zijn
· Zelfs binnen de reguliere krijgsmacht worden kinderen vaak grof behandeld en ongekend zwaar gestraft voor fouten. Pogingen tot desertie leiden tot gevangenisstraf of zelfs tot executie
· Meisjes worden soms ook (gedwongen) gerekruteerd, echter in kleinere getallen dan jongens. Deze meisjes worden regelmatig sexueel misbruikt en/of verkracht.
· Naast blootstelling aan geweld komen bij veel kindsoldaten ook ondervoeding, longaandoeningen, huidinfecties en andere ziekteverschijnselen voor, evenals sexueel overdraagbare ziekten, waaronder AIDS.
· Hoe langer een conflict duurt, hoe meer kinderen worden gerekruteerd.
Landen die tegen kindsoldaten zijn
Australië Honduras Nieuw Zeeland
Bangladesh India Nigaragua
Bhutan Indonesië Noorwegen
Brazilië Iran Oostenrijk
Burundi Irak Pakistan
Canada Ierland Peru
Chili Israël Polen
Colombia Italië
Croatië Japan Republiek Korea
Cuba Joegoslavië Spanje
Denemarken Laos Soedan
Duitsland Libië Uganda
El Salvador Luxemburg Verenigd Koninkrijk
Estonia Mauretanië Verenigde Staten
Finland Mexico Zuid Afrika
Frankrijk Namibië
Griekenland Nederland
Deelname van kinderen in gewapende conflicten
Afghanistan Guatemala Rusland
Albanië Indonesië Rwanda
Algerije India Sierra Leone
Angola Irak Somalië
Burma Israël Sri Lanka
Burundi Libanon Soedan
Cambodja Liberië Tajikistan
Columbia Papua Nieuw Guinea Turkije
Congo-Brazzaville Peru Uganda
Congo (Zaire) Philippijnen
Ethiopië
Bronvermelding
http://www.unicef.nl
http://www.fnv.nl/
http://www.antenna.nl
http://www.globalmarch.org
http://www.novib.nl
REACTIES
1 seconde geleden