Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kinder- en vrouwenarbeid

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 2008 woorden
  • 21 mei 2004
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: Wat is kinderarbeid? Het lijkt wel alsof armoede erfelijk is in de derde wereld. Het gaat over van generatie op generatie. Kinderen moeten op jonge leeftijd hard werken. Daardoor kunnen ze ook niet naar school. Ze kunnen zich niet ontwikkelen. Als ze ouder worden blijft alleen laagbetaald werk voor ze over. Hierdoor moeten hun kinderen ook weer werken. Meestal willen de kinderen wel naar school, maar kan dat dus niet omdat ze moeten werken om geld te verdienen. Maar armoede ontstaat niet vanzelf. Armoede is mensenwerk en kan dus ook door mensen worden opgelost! Novib werkt aan structurele armoede bestrijding. Hoofdstuk 2: Kinderarbeid en vrouwenarbeid in de revolutie. Het minst begrepen en meestal totaal verkeerd afgeschilderde aanzicht van de geschiedenis van het kapitalisme is de kinderarbeid. Men kan het verschijnsel van de kinderarbeid in Engeland tijdens de Industriële Revolutie van eind 18e eeuw tot begin 19e eeuw niet naar juiste waarde schatten, tenzij men zich realiseert dat de invoering van het fabrieksstelsel een middel van bestaan bood aan tienduizenden kinderen, die voor het kapitalistische tijdperk de kinderjaren niet eens zouden hebben gehaald. Het fabrieksstelsel leidde tot een stijging van het algemene levenspeil, tot een snel dalend sterftecijfer in de steden en tot een vermindering van de zuigelingensterfte - en gaf dus een nog minder geëvenaarde bevolkingsexplosie. In 1750 telde Engeland een bevolking van 6 miljoen mensen; in 1800 was dit aantal gestegen tot 9 miljoen, en in 1820 tot 12 miljoen, een grotere toename dan in elk ander tijdperk. Ook de leeftijdsopbouw van de bevolking onderging een geweldige verschuiving; het aantal kinderen en jongelui nam, in verhouding tot het geheel, sterk toe. Het percentage kinderen dat in Londen geboren werd en voor zijn vijfde jaar stierf daalde van 74,5% in 1730-1749 tot 31,8% in 1810-1829.
Hoofdstuk 3: Waarom is er kinderarbeid in de wereld? Kinderarbeid tegenwoordig is een kwestie van armoede, maar wat was de reden van de kinderarbeid vroeger? De ouders hadden geld nodig en de kinderen moesten daarom ook werken. Dit vonden de werkgevers niet erg, want kinderen kon je lang en hard laten werken, zonder hen veel te betalen. Als de arbeidsinspectie kwam controleren of er kinderen in de fabriek werkten, verstopten ze de kinderen in een hok achter in de fabriek. Er waren ook kinderen die slachtoffer werden van ongevallen in de fabriek. Kinderen werkten vooral in fabrieken waar wol werd geweven en stoffen werden gemaakt en waar de mensen wol spinden. Tegenwoordig is er bijna alleen nog maar kinderarbeid in de 3e Wereld. Een moeder uit India zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Waarom zou ik mijn tijd en geld verspillen door mijn dochter naar school te sturen, waar ze niets nuttigs leert?…Waarom zou ik haar niet in plaats daarvan naar het werk sturen, zodat ze iets leert over ons vak? Mijn oudste dochter is 15 jaar oud en zal gauw trouwen. Haar schoonmoeder zal haar ergens als schoonmaakster laten werken. Door te veel onderwijs krijgen meisjes het te hoog in hun bol en dan zullen ze door hun mannen worden geslagen of door hun schoonfamilie worden beledigd.’ In India zijn meisjes en vrouwen dus onbelangrijk. Meisjes die werken krijgen minder betaald, krijgen minder kansen om onderwijs te volgen en worden vaak seksueel lastiggevallen door hun werkgevers. Het komt regelmatig voor dat meisjes al op jonge leeftijd worden uitgehuwelijkt. Dit alles maakt ze tot een enorm kwetsbare groep. Er zijn ook minderjarige meisjes in rijke landen die verslaafd zijn aan drugs en geld nodig hebben en die zijn prostituee. Hier een verhaal van een meisje dat is 15 en is verslaafd aan drugs: Paula is een meisje van 15. op haar 14e is ze van school gegaan, omdat ze iemand kende die veel geld verdiende in de prostitutie, is ze ook prostituee geworden. Nu heeft ze seks met volwassen mannen voor geld. Ze is bang dat haar ouders er achter komen. Ze zou zich dood schamen. Ze zou graag willen stoppen, maar ze heeft het geld hard nodig omdat ze verslaafd is aan heroïne. Hoofdstuk 5: Waar komt er nu nog kinderarbeid voor? Er is nog veel kinderarbeid op de wereld. Maar we weten niet exact de hoeveelheid. Er zijn geen mensen die de hoeveelheid bijhouden. En zelfs iemand dat wilt weten weet de hoeveelheid nooit precies. Er zijn wel eens onderzoekers die denken dat er 600 miljoen kinderen werken, maar andere onderzoekers zeggen dat er 250 miljoen kinderen werken en dat is aardig wat verschil. Veel mensen denken dat kinderarbeid vooral in 3e Wereldlanden voorkomt en dat klopt ook wel, want maar liefst 95% van de kinderen werkt in een ontwikkelingsland. Dat betekent echter tegelijkertijd dat 5% van alle kinderarbeiders elders woont en dat zijn altijd nog 12,5 miljoen kinderen, dat is meer dan de bevolking van België en bijna evenveel als de bevolking van Nederland. 95% van de kinderarbeiders mag dan in de 3e Wereld wonen, maar het is niet juist om alle landen van de 3e Wereld over een kant te scheren. Per werelddeel en soms zelfs per land kan de situatie heel anders zijn. Kinderarbeid wereldwijd Azië. In Azië werkt maar 1 op de 14 kinderen. Maar omdat er zo veel mensen in dit wereld komen we toch op meer dan 125 miljoen kinderarbeiders! Daarmee is dit werelddeel koploper in het aantal kinderarbeiders. Van die 125 miljoen werkende kinderen wonen er zo’n 50 miljoen kinderen in 1 land: India. Maar ook in de buurlanden Pakistan en Bangladesh zijn er vele miljoenen werkende kinderen. Deze kinderen werken in een fabriek, tapijtknoper of bijv. leerbewerker. Afrika. In Afrika komt kinderarbeid relatief gezien het meest voor. Maar liefst 1 op de 3 kinderen werkt. De meisjes werken in de huishouding deze arbeid is niet is zichtbaar te zien. Daardoor kunnen regeringen simpelweg ontkennen dat er kinderarbeid in hun land voorkomt. En dat precies wat Nigeria en Ghana bijvoorbeeld doen. In totaal telt Afrika zo’n 80 tot 90 werkende kinderen. Latijns – Amerika
Ook regeringen van landen in dit werelddeel ontkennen vaak dat er kinderarbeid is in hun land of zeggen dat het veel minder ernstig is dan in werkelijkheid het geval is. Volgens de schattingen van de organisaties van de Verenigde Naties werkt er 1 op de 6 kinderen, in totaal is dat zo’n 15 miljoen kinderen. Deze kinderen werken vaak in de huishouding bijv. als dienstmeisje, op het land of in de straatverkoop. Verenigde Staten
De Verenigde Staten van Amerika kennen we uit films als een rijk land. Nu geven films niet altijd een beeld, maar je zou toch niet verwachten dat er in dit land kinderarbeid voorkomt. Toch zijn er in dit rijke land maar liefst 250.000 kinderen beneden de 12 jaar die werken(en dat is illegaal). Meestal zijn dit kinderen van arme immigranten vaak uit Latijns - Amerika die zich onlangs legaal of illegaal in de VS gevestigd hebben. West - Europa
In maar liefst 4 landen die lid zijn van de Europese Unie komt kinderarbeid voor. Niet in Nederland of België, maar wel in arme landen zoals Portugal, Spanje, Griekenland en Italië. Hierbij gaat het vooral over grote getallen het zijn er ongeveer 6.000 tot 7.000 kinderarbeiders. Oost - Europa

Na 1989 zijn alle communistische leefregels verdwenen. Het verdwijnen van communisme heeft de welvaart gebracht waarop de meeste mensen hoopten. Alle nieuwe regeringen kampen met grote tekorten en bezuinigen op zaken als onderwijs en kinderopvang. Veel families zien zich gedwongen om hun kinderen uit werken te sturen. Het aantal kinderarbeiders groeit in dit deel van de wereld sterk bijvoorbeeld in Rusland. Een stijgende lijn
Het aantal werkende kinderen in de wereld stijgt nog steeds. Volgens een internationale vakbond organisatie komen er elke dag 80.000 werkende kinderen bij dat is per jaar 3 miljoen en dat is HEEL VEEL! Hoofdstuk 6: Waarom strijden we niet tegen kinderarbeid? Tegen kinderarbeid Verzet tegen kinderarbeid komt pas in de 2e helft van de 19de eeuw op,en dan nog heel voorzichtig. Bekend geworden is een artikel van meneer Lalleman,hoofdonderwijzer in Moordrecht. Hij schrijft in 1995 in “De Economist’ een lange aanklacht tegen de ‘slavernij in Nederland’. Er komt aandacht voor de negatieve gevolgen van kinderarbeid. Zo is de gezondheidstoestand van werkende kinderen erg slecht. Door anderen wordt er op gewezen dat kinderarbeid ontstaat mede als gevolg van de armoede tot gevolg heeft. Kinderen worden veel slechter betaald dan volwassenen, maar door hun inzet is er wel veel minder werk voor die volwassenen. Het verzet tegen kinderarbeid vindt niet veel weerklank. Het is duidelijk dat fabrikanten er alle belang bij hebben dat kinderarbeid niet door wettelijke maatregelen wordt beperkt. Maar ook ouders staan niet te wachten op een verbod. De armoede maakt dat zij hun kinderen zo snel mogelijk te werk stellen. Zij hebben het geld dat de kinderen binnen brengen gewoon nodig om rond te komen. Anderen denken daarom dat kinderarbeid vooral de schuld van de ouders is: zij zijn de lui om te werken en profiteren liever van de kinderen. Door dit soort vooroordelen en foute denkbeelden komt het protest tegen kinderarbeid maar moeizaam op gang. De arbeiders zijn door de lange werkdagen nauwelijks in staat zelf iets te ondernemen en hebben vooral geleerd te berusten in hun erbarmelijke situatie. De kerk, een grote macht in de samenleving van die tijd,heeft zich ook lang afzijdig gehouden een enkele priester uitgezonderd. Het tegengaan van kinderarbeid wordt niet tot taak van de kerk gerekend. Daarnaast heeft god de verschillende standen geschapen en ingrijpen in sociale kwesties zou ingaan tegen de wens van god. Tenslotte heeft god de plicht om kinderen op te voeden op de schouders van de ouders gelegd. Als die hun kinderen uit werken laten gaan is het niet de taak van de kerk of van de overheid om in te grijpen. Eindelijk bereiken de tegenstanders van kinderarbeid dat er in 1863 een staatscommissie een onderzoek begint naar de toestand der fabriekskinderen. Na 6 jaar van ondervragingen en onderzoeken komt de commissie tot het oordeel dat kinderarbeid niet wettelijk geregeld hoeft te worden. De commissie heeft wellis waar gegevens over de ernst van de situatie boven tafel gekregen maar is van mening dat een verbod op kinderarbeid weinig zin heeft. De ouders zouden de kinderen in dat geval immers thuis of op straat aan het werk zetten,want ze hebben de inkomsten nodig. De commissie wil zelf geen minimumleeftijd voor fabriekskinderen aangeven. Toch komt er na het rapport van de staatscommissie een verandering in het denken over kinderarbeid. Zelfs bij fabrikanten in 1870 wordt er bij een fabriek van Regout in Maastricht een mededeling opgeplakt dat kinderen pas worden aangenomen als zij hun eerste heilige communie hebben gedaan. De onvrede over de bestaande misstanden wordt steeds groter. Op 23 november 1871 brengt mr. Samuel van Houten het probleem in de Tweede Kamer ter sprake. Hij krijgt niet veel bijval. Minister Thorbecke vind dat er afgewacht moet worden of de fabrikanten er op eigen gelegenheid wat aan doen. Als van Houten daarmee niet tevreden is , krijgt hij te horen dat gij dan zelf maar een wettelijke regeling moet opstellen en indienen. Dat doet hij in datzelfde jaar. Het wetvoorstel komt er in het kort op neer dat : 1. het werkgevers verboden wordt kinderen onder de 12 jaren in dienst te hebben; 2. ouders hun kinderen vanaf hun 8e tot het einde van hun 12 de naar school moeten. Als mensen daardoor in financiële problemen raken,de inkomsten van de kinderen vallen immers weg, dan moeten plaatselijke ‘armbesturen’ hen ondersteunen. De wet wordt in 1874 aangenomen zonder de beperkte leerplicht,de verplichting om naar school te gaan. Verplicht onderwijs wordt vooral door gelovigen niet aanvaard: liever geen onderwijs dan onderwijs op een openbare school. De wet van Van Houten verbiedt overigens niet alle kinderarbeid. Het verbod is niet van toepassing op ‘huiselijke en persoonlijke dienste’ en op ‘veldarbeid’. Enkele jaren later wordt de wet aangescherpt. In 1889 wordt alle kinderarbeid benden 15 jaar verboden. Na 50 jaar strijd is men er dan toch van overtuigd geraakt dat kinderen in de schoolbanken horen en niet in werkplaatsen en fabrieken of op de akkers. België In België wordt de eerste wettelijke regeling aangenomen in 1889. Kinderarbeid wordt opnieuw geregeld in de arbeidswet van 1971. Kinderen onder de 14 jaar mogen niet werken. Tot 18 jaar mogen kinderen ook geen wek doen wat te zwaar voor ze is. Datzelfde geld voor gevaarlijk of ongezond werk en nachtarbeid.

REACTIES

S.

S.

Wat zijn de bronnen van hoofdstuk 5?

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.