Indonesië

§ 1 boeren en handelaars sawa’s: sawa’s zijn rijstvelden waar de boeren hun jonge rijstplantjes op laten groeien, deze plantjes staan gedeeltelijk onder water. godsdiensten: eerst was de natuurgodsdienst en de vooroudersverering heel belangrijk in indonesië. later begonnen de godsdiensten · hindoeïsme · boedhisme · christendom
een steeds grotere rol te spelen, dit mede doordat de bevolking met het hindoeïsme en het boedhisme in aanraking kwam door bijvoorbeeld handel met andere landen. het christendom werd belangrijk omdat de blanken de indonesiërs er toe dwongen om katholiek te worden. kastenstelsel: het hindoïsme kent het zogenaamde kastenstelsel. dit stelselgaat ervan uit dat de goden een indeling in de samenleving maakten, waarbij duidelijk stond wie hoog stond en belangrijk was en wie laag stond en onbelangrijk was. reïncarnatie: dit betekent wedergeboorte, dwz. dat de mensen na hun dood opnieuw met hun ziel in een nieuw lichaam terugkomen. dit is ook weer van het hindoeïsme. borobudur: dit is een boedhistische tempel op java. via een luchtfoto kun je over een lengte van ruim 3 kilometer beelden zien. elke inkeping, elk beeld vertelt een verhaal over wat er in het verleden heeft afgespeeld. § 2 op zoek naar specerijen handelskolonisme: dit was een periode in de 16e eeuw die de europeanen gebruikten om overzeese gebieden te veroveren om daar handelsposten te stichten. vaak maakten deze europese landen factorijen, dit zijn versterkte koloniale handelsposten. heidenen : dit waren in de ogen van de europese christenen mensen die niet in de enige juiste god geloofden, bijvoorbeeld, hindoes, boedhisten of aanhangers van een natuurgodsdienst. missionarissen : mensen die door de katholieke kerk werden uitgezonden om niet-christenen te bekeren tot het christelijke geloof het verspreiden van de islam: in het begin van de 11e eeuw ontstond er een handelsnetwerk van het midden-oosten via india naar indonesië. veel arabieren, perzen, indiërs en indonesiërs dreven handel met elkaar. doordat deze zoveel met elkaar in contact kwamen, begonnen ze gewoontes van elkaar over te nemen en laterna zodoende hun godsdienst.
§ 3 nederlanders in de oost christendom : de portugezen waren als eerste in indonesië, je kon verklaren dat hun voornaamste doel was om te handelen, omdat ze pas na 30 jaar pas echt begonnen met bekeren. kretek-sigaretten : kretek-sigaretten zijn sigaretten waar kruidnagel in zit in plaats van tabak. vroeger groeide kruidnagels alleen maar op de molukken, maar de voc wist een monopolie af te dwingen waardoor ze de verbouwing van dit specerij over de hele wereld konden verspreiden, nu koopt indonesië veel kruidnagel van andere landen. monopolie: alleen recht op handel in een bepaald produkt, zoals de voc dat bij indonesië had afgedwongen met de kruidnagel. zendelingen: mensen die namens een protestants-christelijke kerk proberen om mensen met een andere godsdienst te bekeren tot het protestants-christelijke geloof. cultuurstelsel: de door de nederlanders ingevoerdlandbouwstelsel op java, waarbij de boeren ten minste één vijfde deel van hun land moesten gebruiken voor producten die de nederlandse regering voorschreef. Nederlands-Indië: deze naam wordt sinds 1816 door de nederlanders gebruikt voor het nederlandse koloniaal gebied in zuidoost azië. na de 19e eeuw hoorden er ook gebieden buiten java bij. Ethische politiek: politiek van de nederlandse regering in nederlands-indië na de 19e eeuw. de gedachte was dat nederland niet alleen mocht profiteren van indonesië maar ook moest zorgen voor betere ziekenzorg en scholing. Eduard Douwes Dekker: deze man schreef onder de naam multatuli in 1859 het boek max havelaar. zelf was deze man een hoog bestuurder op west-java geweest. hij kwam op voor de belangen van de indonesische bevolking en daarom door de nederlanders ook verguisd. § 4 nationalisme, japanners en dekolonisatie Volksraad: een raad die in 1916 is opregicht door de nederlandse regering, om de inwoners van nederlands indië inspraak te geven in het bestuur. de volksraad mocht echter alleen maar advies geven en geen beslissingen nemen. Politionele acties: nederlandse gewapende acties in julie 1947 en december 1948 om nederlands-indië als kolonie te behouden. Dekolonisatie: Beëindiging van koloniale overheersing door Europese landen, deze was na 1945 op gang gekomen. Nederland begon pas met de dekolonisatie na het aandringen van de verenigde staten. De republiek Indonesië Soekarno zorgde voor de onafhankelijkheid in Indonesië. hij beloofde samenwerkerking met de Japanse kolonel Fujiyama in 1943. De opvolger van Soekarno heet Soeharto. § 5 Indonesië als vrij land pancasila: 5 grondbeginselen van de in 1945 uitgeroepen staat indonesië: · geloof in één god · nationaal bewust zijn · sociale rechtvaardigheid · menselijkheid · gemeenschappelijk overleg Mensenrechten: de rechten van ieder mens op: · vrijheid · eigendom · vrijheid van meningsuiting · godsdienstvrijheid · etc. Ontwikkelingshulp: hulp die een rijk land geeft aan een arm, economisch weinig ontwikkelt land in de vorm van leningen of schenkingen.