INDIANEN
Inhoud
Hoofdstuk 1: De ontdekking van de Indianen.
Hoofdstuk 2: De woningen van de Indianen
Hoofdstuk 3: De jacht
Hoofdstuk 4: Kleding
Hoofdstuk 5: Wapens & krijgskunst
De ontdekking van de Indianen
Al heel lang geleden hadden de blanken ideeën over Indianen. De eerste berichten over Indianen kwamen van Columbus de ontdekkingsreiziger. Hij zette in 1492 voet aan wal in Midden-Amerika. Columbus en zijn mannen werden verwelkomd door eenvoudige, gastvrije mensen. Columbus en zijn mannen noemden hun Indianen, want ze dachten dat ze in India waren maar ze waren in Noord-Amerika.
De woningen van de Indianen.
Indianen wonen is tipi's. Tipi betekent in de taal van de Sioux-Indianen: om in te leven. Voor de nomadische jagers waren tipi's de makkelijkste tenten want die kon je makkelijk opzetten en afbreken. De tipi's waren eivormig van vorm. En de achterzijden hoog en steil. De achterzijden stond vaak naar de kant waar de wind vandaan kwam en dat was meestal de westkant. En de open was altijd aan de kant waar de zon op kwam.
Bij het bouwen van een tipi werden 3 tot 4 basis palen gebruikt en daar omheen werden 10 tot 25 steunpalen bij gezet. De palen en stokken voor de tipi's werden zorgvuldig uitgezocht uit jong vurenhout of cederhout. De tentdoeken van de tipi werd van bizonhuid gemaakt. Als draad werden de spieren van bizons gebruikt.
De jacht
De Indianen waren de bekendste jagers van de vlaktes. Hun hele leven stond in het teken van de jacht. Vooral de jacht op de bizons was belangrijk. Ze hadden van hun voorouders de jachttechniek overgenomen. De omcirkeling-techniek was een van de technieken. De grote groepen jagers omcirkelden de bizons zodra ze dichterbij waren gekomen. De bizons raakten in paniek en begonnen dan door elkaar heen te rennen en dan konden de jagers met hen pijlen en speren toeslaan.
Een andere oude techniek was de piskin-techniek. De Indianen stapelden stenen op elkaar, en de vorm van een V, de piskin. Bij de punt van de V zat een opening. Daar werden de bizons doodrheen gejaagd. Achter die opening vielen ze in een groot gat, waar ze werden opgewacht door Indianen gewapend met speren en knotsen.
De buffalo Jump was een jachttechniek die op de piskintechniek leek. Maar dan werden de bizons in een ravijn gejaagd dat soms 30 meter diep was.
Een vierde techniek was de vermommings-techniek. Daar bij trokken ze een bizonkop over hun hoofd. Daarna beslopen ze de bizons. Want bizons konden slecht zien maar wel heel goed horen en ruiken. Om niet geroken te worden smeerden ze zich in met bizon vet en ze gingen altijd tegen de wind in op de kudden af.
Kleding
Hoewel veel mensen bij traditionele Indianenkleren denken aan jasjes met franjes, veren hoofdtooien en vlechten, droeg niet alle Indianen dit. Het is de zomerdracht van sommige stammen van de Prairie. Wat voor kleding de volken droegen hing af van waar en hoe ze leefden nat als alles in het leven van de Indianen daar van afhing. Bij ceremoniële gelegenheden zoals een potlach, droeg de Indianen vaak kledingstukken met een diep symbolisch en godsdienstelijke betekenis. Andere kleren probeerde men door kleding de rijkdom te showen. Een krijger droeg niet alleen de kleding dat de stam voor schreef maar ook kleding die ze hadden geruild.
Wapens & krijgkunst
De Indianen voerden geen oorlog om land in bezit te krijgen maar voor meer spullen. Ze vochten niet in een leger zoals de Europeanen. De Indianen moesten verplicht voor hun cultuur, stam en familie op komen. De Indianen doodden elkaar niet maar ze deden het voor de eer. Om een grotere dapperheid te krijgen moesten ze op een levende vijand af te rijden en hem op de borst te raken met een stok. Dat werd een slag genoemd. Als een krijger veel slagen gescoord had genoot hij van zijn vele aandacht. Als beloning mocht hij veren aan zijn hoofdtooi toevoegen zo zag iedereen hoe goed je was.
Een vredespijp wordt ook wel een calument genoemd. Iedereen die een vredespijp droeg was veilig voor alles wat hij ook deed. Zelfs midden in het gevecht stopten de krijgers als er een vredespijp omhoog werd gehouden.
Inhoud
Hoofdstuk 1: De ontdekking van de Indianen.
Hoofdstuk 2: De woningen van de Indianen
Hoofdstuk 3: De jacht
Hoofdstuk 4: Kleding
Hoofdstuk 5: Wapens & krijgskunst
De ontdekking van de Indianen
Al heel lang geleden hadden de blanken ideeën over Indianen. De eerste berichten over Indianen kwamen van Columbus de ontdekkingsreiziger. Hij zette in 1492 voet aan wal in Midden-Amerika. Columbus en zijn mannen werden verwelkomd door eenvoudige, gastvrije mensen. Columbus en zijn mannen noemden hun Indianen, want ze dachten dat ze in India waren maar ze waren in Noord-Amerika.
De woningen van de Indianen.
Indianen wonen is tipi's. Tipi betekent in de taal van de Sioux-Indianen: om in te leven. Voor de nomadische jagers waren tipi's de makkelijkste tenten want die kon je makkelijk opzetten en afbreken. De tipi's waren eivormig van vorm. En de achterzijden hoog en steil. De achterzijden stond vaak naar de kant waar de wind vandaan kwam en dat was meestal de westkant. En de open was altijd aan de kant waar de zon op kwam.
De jacht
De Indianen waren de bekendste jagers van de vlaktes. Hun hele leven stond in het teken van de jacht. Vooral de jacht op de bizons was belangrijk. Ze hadden van hun voorouders de jachttechniek overgenomen. De omcirkeling-techniek was een van de technieken. De grote groepen jagers omcirkelden de bizons zodra ze dichterbij waren gekomen. De bizons raakten in paniek en begonnen dan door elkaar heen te rennen en dan konden de jagers met hen pijlen en speren toeslaan.
Een andere oude techniek was de piskin-techniek. De Indianen stapelden stenen op elkaar, en de vorm van een V, de piskin. Bij de punt van de V zat een opening. Daar werden de bizons doodrheen gejaagd. Achter die opening vielen ze in een groot gat, waar ze werden opgewacht door Indianen gewapend met speren en knotsen.
De buffalo Jump was een jachttechniek die op de piskintechniek leek. Maar dan werden de bizons in een ravijn gejaagd dat soms 30 meter diep was.
Een vierde techniek was de vermommings-techniek. Daar bij trokken ze een bizonkop over hun hoofd. Daarna beslopen ze de bizons. Want bizons konden slecht zien maar wel heel goed horen en ruiken. Om niet geroken te worden smeerden ze zich in met bizon vet en ze gingen altijd tegen de wind in op de kudden af.
Kleding
Hoewel veel mensen bij traditionele Indianenkleren denken aan jasjes met franjes, veren hoofdtooien en vlechten, droeg niet alle Indianen dit. Het is de zomerdracht van sommige stammen van de Prairie. Wat voor kleding de volken droegen hing af van waar en hoe ze leefden nat als alles in het leven van de Indianen daar van afhing. Bij ceremoniële gelegenheden zoals een potlach, droeg de Indianen vaak kledingstukken met een diep symbolisch en godsdienstelijke betekenis. Andere kleren probeerde men door kleding de rijkdom te showen. Een krijger droeg niet alleen de kleding dat de stam voor schreef maar ook kleding die ze hadden geruild.
Wapens & krijgkunst
De Indianen voerden geen oorlog om land in bezit te krijgen maar voor meer spullen. Ze vochten niet in een leger zoals de Europeanen. De Indianen moesten verplicht voor hun cultuur, stam en familie op komen. De Indianen doodden elkaar niet maar ze deden het voor de eer. Om een grotere dapperheid te krijgen moesten ze op een levende vijand af te rijden en hem op de borst te raken met een stok. Dat werd een slag genoemd. Als een krijger veel slagen gescoord had genoot hij van zijn vele aandacht. Als beloning mocht hij veren aan zijn hoofdtooi toevoegen zo zag iedereen hoe goed je was.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden