Deelvraag 1.
Welke immigranten hebben zich tussen 1945 en 1953 in Nederland gevestigd?
In de periode 1945 tot 1953 zijn er veel immigranten van verschillende nationaliteiten naar Nederland gekomen. Nederland heeft tot 1953 ruim 12.000 vluchtelingen opgenomen. Ongeveer de helft daarvan waren Joden.Ook kwamen er Duitse Joden naar Nederland om asiel aan te vragen, maar Nederland wou geen Duitsers meer in hun land dus de Duitse Joden mochten zich hier niet vestigen. Uit Indonesië kwam er een grote stroom repatrianten van ongeveer 100.000 mensen. Sommigen daarvan waren Nederlandse Indiërs die een Nederlands paspoort hadden. Deze wouden zich vestigen in Nederland, ookal hadden ze Nederland nog nooit gezien en waren ze hier dus eigenlijk vreemdelingen.Behalve Nederlandse Indiërs kwamen er ook enkele duizenden Molukse KNIL-strijders en hun gezinnen zich in Nederland vestigen. Hun bedoeling was om na een vestiging van een Molukse republiek weer naar huis terug te keren. Ook uit Suriname en Aruba kwamen immigranten hierheen. In de jaren ’50 kwam er ook een grote stroom vluchtelingen vanuit Oost-Europa naar Nederland.
Deelvraag 2.
Welke nationale en internationale factoren hebben de immigratie bevorderd tussen 1945 en 1953 ?
Een aantal factoren hebben de immigratie bevorderd. Dit waren internationale factoren maar ook nationale factoren. Ten eerste de internationale factoren; doordat er in de Sovjet Unie veel bezette gebieden waren wouden daar geen Joden en Oost-Europeanen meer zijn, ze zochten naar een nieuw huis en die probeerden ze in Nederland te krijgen. Ook de strijd om Indonesië heeft de immigratie bevorderd. Omdat het land onafhankelijk werd bracht dit een grote stroom immigranten naar Nederland, omdat veel Nederlandse Indiërs een Nederlands paspoort hadden, (ookal hadden ze Nederland nog nooit gezien).Aan het einde van de 2de Wo begon Japan op Indonesië te capituleren. Soekarno riep Indonesië tot de Republiek Indonesië uit. Dit vond Nederland niet leuk en vond het verraad, maar herstelde al snel zijn macht buiten Soekarno en Java. Ook maakte Nederland afspraken met de vertegenwoordigers van de Republiek. Maar ookal hadden ze een afpraak, Nederland deed nog wel 2 militaire acties (de politionele acties), en ze namen ook de hele Republikeinse regering gevangen. Dit deze ze om de Indonesische onafhankelijkheid te voorkomen of te vertragen. Maar Nederland hield dat niet lang uit, i.v.m. de wereldopinie en vooral van de Verenigde Staten, want die dreigden met een wapenembargo. Op 27 December 1949 liet hij de Verenigde Staten van Indonesië ‘vrij’. Ongeveer een kwart miljoen mensen verliet Indonesië en vestigde zich in Nederland. Ook waren er nationale factoren die de immigratie bevorderd hebben; In Nederland waren er drie maatschappelijke ontwikkelingen waardoor de immigratie bevorderd werd: de dekolonisatie, de ontwikkeling van de Nderlandse economie, en de internationale politieke ontwikkelingen. Nederland was er in na de 2de WO minder slecht aan toe dan Frankrijk of Duitsland enz.. op gebied van schade en politiek en economisch. Misschien trokken de vluchtelingen daarom naar Nederland toe. In de jaren ’50 hebben de Hoogovens en Staatsmijnen Italianen, Spanjaarden, Portugezen, Grieken en Joegoslaven gerekruteerd vanwege een tekort op de Nederlandse arbeidsmarkt.
Deelvraag 3
Welke factoren hebben de immigratie belemmerd tussen 1945 en 1953 ?
Ookal was de 2de WO afgelopen, er was nog steeds een spanning tussen Nederland en Duitsland. De 2de WO heeft er voor gezorgd, dat er minder immigranten uit Duitsland naar Nederland kwamen. In deze periode wou Nederland alle Duitsers namelijk het land uithebben en lieten ze zeker geen nieuwe Duitsers het land in.
Een andere factor die de immigratie van grote aantallen europese vluchtelingen belemmerde was de toestroom van de koloniale repatrianten. Omdat al deze vluchtelingen ten minste een woning en werk nodig hadden, wat in Nederland schaars was na de oorlog, verzette de regering zich tegen andere vluchtelingen die zich ook in Nederland wouden gaan vestigen.
Ook door de Koude Oorlog werd de immigratie belemmerd. Toen er in 1950 een grote stroom Oost-Europese vluchtelingen kwam, dacht de Nederlandse regering dat er communistische spionnen tussen zaten.
Deelvraag 4
Welke overwegingen speelden een rol bij het toelatingsbeleid?
De regering heeft het erg moeilijk gehad met de beslissingen die hij moest nemen over de immigranten die hier een ‘nieuw leven’ zochten. Bijna alle Europese landen wouden eigenlijk geen immigranten in hun land opnemen, omdat ze meestal berooid en ziek waren, ook waren ze niet tot werken in staat, dus wat had je dan eigenlijk aan ze? Al de nieuwkomers hadden wel een huis nodig, en werk voor inkomsten, maar het was net de periode na de oorlog, dus dit had Nederland allemaal niet zomaar om handen. De regering probeerde ook de immigranten ervan te weerhouden om naar Nederland te komen, maar dit is niet echt gelukt. Tuurlijk waren er nieuwkomers die ze wel toelieten, maar je kan onmogelijk alle mensen toelaten. De uitgenodigde vluchtelingen werden ook veel beter in ontvangst genomen dan asielzoekers. Nederland probeerde zo veel mogelijk vreemdelingen bij de grens aan te houden, en als er toch een paar Nederland in kwamen, en ze kwamen erachter, dan werden ze in de gevangenis gezet. Het hing er ook vanaf wat voor ‘soort’ vluchteling het was. Toen er in ’50 een grote stroom Oost-Europese vluchtelingen naar Nederland kwam, was het voor de regering erg moeilijk om te beslissen om ze wel of niet toe te laten, vanwege de Koude Oorlog. Nederland was bang voor communistische spionnen die hier naar toe konden komen. Ook dacht de regering dat de Oost-Europese vluchtelingen economische-gelukszoekers waren, dat ze hier dus alleen kwamen om hun economische leven te verbeteren in plaats van echte politieke vluchtelingen te zijn. Maar de Nederlandse regering wou de Sovjet Unie niet teveel tegen zich laten gaan. Een goed excuus van de regering om zich tegen de Oost-Europese vluchtelingen te verzetten was de grote toestroom van de koloniale repatrianten die ze ook moesten ‘verzorgen’. Waar de regering ook bang voor was, was de overbevolking. Omdat er zoveel vluchtelingen naar Nederland kwamen, besloten veel Nederlanders te emigreren. Ook was er de questie of Duitse Joden wel toegelaten mochten worden of niet. Eigenlijk waren het dus Duitse Joden, en Nederland wou alle Duitsers het land uit hebben dus mochten de Duitse Joden er niet in. Ook was het zo dat de regering er niet echt over uit was of ze wel vluchtelingen waren of niet. Er was geen bewijs dat het een gevaar zou opleveren om weer terug naar Duitsland te gaan, ookal waren het Joden. Er was geen bewijs dat ze vervolgd zouden worden, dus dit was nog een reden om ze terug te sturen.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
L.
L.
gewoon heel slecht
12 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
egt heel erg slecht
11 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
slecht
4 jaar geleden
Antwoorden