Het leven van Franciscus
Franciscus wordt geboren als de zoon van een rijke koopman, genaamd Pietro(Petrus) Bernadone in Assisi. Hij noemt zijn zoon eerst Giovanni Battista Bernardone.Maar zijn moeder, Pica, wil hem Johannes noemen, waar zijn vader later Franciscus van maakt.
Dat betekent Fransman.
Franciscus heeft alles wat zijn hartje begeert en leeft er flink op los. Zijn vader wil dat Franciscus lakenhandelaar wordt, want Franciscus was erg ijverig en zeer pienter. Hij deed zijn werk wel heel anders dan zijn vader, want hij was gul en vrolijk. Zijn hart ging uit naar zingen en dansen en hij was vaak te vinden op straat met zijn vrienden. Franciscus kleedde zich boven zijn stand en vaak gaf hij grote feesten. Zijn ouders waren hier niet echt blij mee en wezen hem herhaaldelijk terecht dat hij zich niet als een rijke vorst moest gedragen, maar omdat ze zoveel van hem hielden en redelijk rijk waren lieten ze hem maar zijn gang gaan. Zijn moeder verdedigde hem tegenover de buurvrouwen die er schande over spraken. Zij hield echter vol dat het met zijn goede karakter nog eens tot kind Gods zou brengen. Voor de armen was hij altijd al vrijgevig en hij was daardoor in de hele streek bekend. Franciscus wilde graag ridder worden,maar zijn ouders waren het daar absoluut niet mee eens. Zij vrezen voor het leven van hun zoon en zijn vader wil dat Franciscus hem gaat opvolgen. Toch gaat hij tegen de wil van zijn ouders in ten strijde in Perguia. Hij wordt daar gevangen genomen en in de gevangenis hoort hij s’ nachts een stem die in een droom tot hem spreekt.
“Van wie heb je meer te verwachten van de knecht of de Heer?” Franciscus antwoordde:”Van de Heer. Waarom verlaat je dan de heer voor de knecht en de vorst voor de onderdaan?” En Franciscus zei:”Wat wilt u dat ik doe, Heer?” Het antwoord luidde:”Ga terug naar huis, daar zal het je gezegd worden. Thuis gekomen wordt Franciscus ernstig ziek. Wanneer hij weer beter is en met zijn vrienden naar buiten gaat, ontvangt hij opeens het licht van God. Zijn vrienden zijn bezorgd om hem en vragen of hij soms trouwplannen heeft. Franciscus antwoordt dan:”Geraden! Ik stond te denken over een bruid, edeler en rijker en mooier dan jullie ooit hebben gezien!” Zijn vrienden begonnen te lachen, maar wisten niet dat Franciscus God bedoelde met die bruid. Franciscus is vanaf dat moment heel erg veranderd en erg begaan met de armen en zieken. Franciscus kwam steeds meer tot God en ging vaak met een vriend naar een soort grot. Daar ging hij dan bidden en vroeg hij God of die zijn leven wilde sturen. In die tijd maakte hij ook een gebed:
Hoogt roemrijke God, verlicht de duisternis van mijn hart. Geef me een onvoorwaardelijk geloof, een vaste hoop, een volmaakte liefde; geef me besef en inzicht,zodat ik Uw heilige, waarachtige wil kan volbrengen.
Franciscus wilde de armen helpen, maar hij afschuwde de leprozen. Het was zelfs zo erg dat wanneer hij op een afstand van twee mijl van een leprozenhuis zat hij zijn neus al dichtkneep. Toen hij een keer een leproos ontmoette, deed hij zichzelf geweld aan: hij stapte van zijn paard, gaf de man geld en kuste zijn hand. Hij ontving de vredeskus van de leproos en vertrok weer. In diezelfde dagen kwam hij bij een kerkje in Sint-Damianus. Hij ging er naar binnen om te bidden voor het kruisbeeld dat daar hing. Het kruisbeeld sprak plotseling tegen hem en zei:”Franciscus, zie je niet dat mijn huis ten gronde gaat? Ga het voor mij opbouwen! Fluisterend sprak Franciscus tot het kruisbeeld:”Dat wil ik graag doen Heer” Hij gaf geld aan de priester van de kerk, maar die wilde het niet aannemen, omdat hij bang was dat de ouders van Franciscus het niet goed zouden vinden. Zijn ouders waren op zoek naar Franciscus en toen zijn vader hoorde dat hij in Sint-Damianus was, ging hij hem met vrienden en buren zoeken. Franciscus verstopte zich in een grot en bleef daar een maand zitten om te bidden tot God. Toen hij terugkeerde naar zijn woonplaats scholden de mensen hem uit en gooiden ze met zand en straatstenen. Meteen toen zijn vader hoorde dat Franciscus terugwas, sloot hij hem op in een donker hok en ranselde hem af. Zo hoopte hij Franciscus op andere gedachten te brengen. Zijn moeder die het met deze manier van handelen niet eens was, probeerde het op een andere manier. Ze sprak vriendelijk en rustig tot hem om van gedachten te veranderen. Maar ook deze manier, bracht Franciscus niet op andere gedachten. Het bracht hem alleen nog maar dichter bij God en hij verbrak de “ketenen” tussen zijn ouders.
Franciscus gaat leven als bedelaar en wil alle kerkjes opknappen. Hij moet bedelen voor stenen en geld. In 1208, drie jaar na zijn bekering, hoort hij in de kerk het Evangelie van de Wegzending der Apostelen. Hij begreep het niet helemaal, en verzocht de celebrant, de persoon die de mis opleest, om het nog eens uit te leggen. Zo hoorde hij dat de leerlingen van Christus geen goud, zilver of geldstukken mochten bezitten. Ook mochten ze geen brood, reistas of staf meenemen als ze op reis gingen. Hij werd helemaal gelukkig en riep het uit. Hij paste zijn kleding aan aan de voorschriften en ging de blijde boodschap verkondigen. Zijn eerste preek heeft hij gehouden waar hij als kind leerde lezen(het plein voor de Georgiuskerk. Elke preek begon met een vredeswens: Als groet openbaarde de Heer mij dat we moesten zeggen: de Heer geven U vrede.
Franciscus kreeg al snel veel volgelingen. De eerste was Bernadus van Quintavallis, een rijke burger. Franciscus was hier heel blij mee, want hij was best wel eenzaam. Ze bezaten helemaal niks en dat zorgde voor veel woede, want ze bedelden wel heel veel en de mensen waren daar zat van. Zelfs de bisschop zei tegen Franciscus dat een leven van volledige bezitloosheid niet vol te houden was. Maar ze trokken zich er niets van aan en gingen verder met preken. Ze werden bespot, vernederd en soms nog bestolen van de enige kleren die ze aanhadden. Ze noemden zich Mindere Broeders en de vrouwen heten Mindere Zusters.
In 1211 ontmoette hij Clara. Ze was toen 18 jaar oud en helemaal weg van Franciscus. In de nacht na Palmzondag, vluchtte zij de stad uit en ging zij naar Portiuncula, waar Franciscus was. Hij knipte haar haar af en trok haar andere kleren aan. Het was een groot schandaal dat een vrouw zich aansloot bij allemaal mannen en Clara werd dan ook vreselijk bespot. Maar al snel kwamen er meerdere vrouwen die haar wilde volgen en zij ging samen met die andere vrouwen naar Sint-Damianus. Zo ontstond de orde van de Arme Vrouwen of die van de Arme Clarissen. Franciscus leek erg verlegen als hij bij vrouwen was; hij keek naar de grond wanneer hij met ze sprak. Een goede vriend van Franciscus zei eens dat Franciscus alleen genegenheid toonde voor de zalige Clara. Franciscus noemde haar nooit bij haar naam, maar noemde haar Christina. Clara en Franciscus verschilden tien jaar van elkaar. Het is mij niet echt duidelijk geworden, wat de relatie tussen hen was. Ik denk een soort broeder en zuster liefde.
In de jaren 1216 en 1217 ging het iets beter met Franciscus en zijn orde. Ze kregen bekendheid en faam. Hij trok het hele land door om te preken en kreeg nog meer volgelingen. Mensen zijn onder de indruk door zijn preken. Een dokter zei eens:”Preken van anderen onthoud ik woord voor woord, maar wat Franciscus verkondigt ontschiet me; Of als ik er al iets van vasthoud, lijkt het me niet hetzelfde als wat er over zijn lippen kwam.
In deze jaren moet het zijn gebeurd dat Franciscus een grote zwerm vogels zag. Hij liep er naar toe en zag tot zijn verwondering dat ze niet meer wegvlogen. Hij sprak met ze over God en de vogels toonden hun blijdschap, zo wordt verteld, door met de vleugels te klappen, te vliegen en rond te lopen. Vanaf dat moment richtte Franciscus zich nog meer op de vogels en alle andere dieren.
In 1224 ging Franciscus met zijn broeder Elias naar Foligno. Ze gingen naar de Berg Alverna, waar Franciscus ging bidden. Hij vroeg aan God hoe hij nog dichter bij God kon komen. Hij kreeg een ingeving dat hij de bijbel moest lezen. Hij sloeg de bijbel open en kwam bij het lijden van Jezus. Hij las het en begreep dat hij alleen de Hemel zou kunnen binnen gaan, wanneer hij heel veel leed en pijn had. Op de derde dag van het vasten had hij een visioen. Het was een mens die vloog en tegelijkertijd aan het kruis vastzat. Het was een prachtige visioen, maar Franciscus begreep niet de betekenis ervan. Hij was onzeker, maar ook heel gelukkig en terwijl hij erover nadacht begonnen in zijn handen de tekens zichtbaar te worden, van de persoon die hij net in zijn visioen had gezien. Hij begreep toen dat het Jezus was die hij in zijn droom had gezien.(Dit noemen ze ook wel stigmatisatie. In het woordenboek staat dat stigmatiseren brandmerken betekent. Franciscus wordt gebrandmerkt met de wonden van Jezus) Vanaf dat moment had Franciscus verschrikkelijk pijn: Zijn handen waren doorboord door de spijkers en hij had allerlei infecties. Franciscus verborg de tekens zo veel mogelijk en wanneer iemand het per ongeluk aanraakte, schreeuwde hij het uit van de pijn.
In 1225 ging het nog slechter met Franciscus. Hij ging toen naar Rieti, waar hij zich moest behandelen. Daar kon hij zelfs het daglicht niet meer verdragen en hij lag dag en nacht in een cel. Hij werd behandeld door zijn broeders, Angelus, Rufinus, Leo en Johannes van Florence.
Ook al was Franciscus zelf heel erg ziek, hij was nog steeds begaan met de armen. Als hij hoorde dat iemand honger had,gaf hij zijn eten aan die arme.
In 1226 ging het steeds slechter met Francicus en Elias, een goede vriend en broeder, kwam snel naar hem toe toen hij daarvan hoorde. Franciscus wilde geen medicijnen, hoeveel pijn hij ook had en door de warmte werd het bijna te veel voor Franciscus.
Toen zijn einde nabij was, wilde Franciscus naar Portiuncula gebracht worden. Hij werd vervoerd op een draagbaar, want rijden kon hij allang niet meer. Aan de rand van de stad Asissi, zetten ze Franciscus met zijn gezicht naar de toe en zegende hij de stad. Hij schreef ook nog een brief naar Clara, die zelf ook ernstig ziek was en hem niet meer kon opzoeken.Hij troostte haar en zegende haar en beval haar dat ze altijd in armoede zou leven en tegen de broeder die de brief zou brengen zei hij:” Zeg dat ze alle angst laat varen, want ik beloof haar dat zij en haar zusters me zullen zien voor zij uit dit leven scheiden”. Zo is het ook gegaan, want toen Franciscus was gestorven ging de begrafenisstoet lang Sint-Damianus en de Arme Clarissen (dus ook Clara) konden Franciscus voor de laatste maal zien.
Het was de zaterdagavond 3 oktober 1226 dat Franciscus oftewel Giovanni Battista Bernardone stierf. Om zijn opgebaarde lichaam vlogen de vogels en zij zongen een lied.
Het leven van Franciscus
6.9
ADVERTENTIE
Zeker slagen in 50 dagen! 🎓
Examenleerlingen opgelet: over 50 dagen is het zo ver! Wil jij ook slim leren, zeker slagen? Ontdek alle tips, tests, trucs en tools van Examenbundel en sleep dat diploma binnen. Wil je zeker weten dat je niks mist? Meld je dan snel aan en ontvang alle tips in je mail!
Ik wil slagen!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden