Een stukje over maas en waal historisch-geografische landschapseenheid in Nederland, prov. Gelderland, in het oosten begrensd door het Rijk van Nijmegen, in het westen door het kanaal van Sint-Andries bij Heerewaarden, ruim 182 km2. De grotere dorpen liggen voornamelijk. In een smalle strook tussen de Waal en de Heemstraweg (via de Prins Willem Alexanderbrug verbonden met de Betuwe). Ten zuiden van deze strook is de bebouwing meer landelijk, met kleine dorpjes en verspreide boerderijen. De industriële activiteiten zijn voornamelijk. Langs de Waal geconcentreerd; in het oostelijk deel treedt de baksteenindustrie op de voorgrond, in het westelijk deel de meubelindustrie, die zich ontwikkeld heeft uit de hoepel- en mandenmakerij, welke laatste hier mogelijk was door de grote oppervlakte griendhout. Het gebied langs de Maas is van belang als recreatiegebied (watersport). Rivier overstromingen zijn al zo oud als de rivier zelf . Maar pas toen de mens bij de rivier ging wonen werd dit een probleem. Rivier vloeden waren vroeger vaak zo ernstig dat de gedupeerde belasting vrij stelling kregen. Ook toen voelde de overheid zich verandwoordelijk. Tegen woordig nu nederlandse water bouwers wereld wijd met machtige machienes rivieren en zeeën bedwingen, kijken wij raar op als we voor water moeten vluchten. Daarom hebben wij dezen vragen gesteld:
Hoofdvraag : Hoe heeft men door de eeuwen heen , het water buiten maas & waal gehouden ?
Þ Hoe heeft men het water buiten gehouden voor 1900 ? Þ Hoe houd men het water buiten van 1900 tot nu ? Þ Waarom houden ze gezamenlijk het water buiten ? Þ Wanneer is het mislukt om het water buiten de dijken te houden ? Þ Welke rol heeft de techniek gespeeld om het water buiten te houden ?
De middel eeuwen (ca. 500 - ca. 1500):
Hoe heeft men het water buiten gehouden voor 1900
Bescherming tegen rivier vloeden bleven in de middel eeuwen te lang een zaak van particulier initiatief. Waardoor het dikwijls voor kwam dat dijken doorbraken door slecht onderhoud
In het rivierengebied behoorden rivieroverstromingen tot het leven, maar ze werden in de 18e eeuw ernstiger van aard. Alleen al in de eeuw rond 1800 deden zich in het land van maas en waal en de Bommelerwaard 36 dijkbreuken voor; 1784 was een top jaar met negen breuken. In de jaren 1784, 1799, 1809 en 1820 liep het gehele rivierengebied grotendeels onder.
Ook de graven en hertogen hebben reeks getracht dit gevaar te keren, door bijzondere aandacht te schenken aan het onderhoud van dijken en door waterlossingen aan te leggen of te verbeteren. Op 12 januari 1321 stelde graaf Reinald orde op het graven van twee grote weteringen in oost-west richting door Maas en Waal. De eerste wetering begon te Beuningen en heeft nog steets haar loop dwars door Maas en Waal naar Dreumel. De meer zuidelijk gelegen wetering nam later, volgens een overeenkomst van 1487 het water van boven de Teersdijk, tussen Nijmegen en Grave op, om bij Appeltern in de maas te stromen, evenals ook eerstgenoemde wetering haar water in de maas afvoerde. In elke wetering waren drie schutsluizen, vroeger 'sijtwinden' en later schutlakens genaamd. Door deze inrichtingen ontstonden er afzonderlijke kommen, waarin het water geborgen was, maar de afwatering was daarmede nog weinig ideaal; immers de hoger gelegen gronden moesten wachten, totdat de rivier zoveel gedaald was dat de lager gelegen gedeelten hun water konden lozen. Deze toestand gaf meermalen aanleiding tot twisten tussen de boven- en benedendorpen, welke eeuwenlang geduurd hebben. Rond 300 v. Chr, dus nog voor de komst van de romeinen, moesten terpen of woerden worden opgeworpen. Ook werden natuurlijke hoogten in het terein als woon plaats gekozen. Rivier slip mocht regelmatig de akkers bevruchten, maar huis en haart moest droog blijven. Hoe houd men het water buiten van 1900 tot nu ? Welke rol heeft de techniek gespeeld om het water buiten te houden ?
De technologie is na 1900 verder gevorderd dan voor 1900 en dit wordt ook gebruikt om de mensen te beschermen tegen het gevaar van het water.
Doormiddel van gemalen werd het mogelijk om water naar de rivieren te pompen ook als de rivieren hoog waren. In den begin tijd werden gemalen nog niet veel toegepast in het land van maas en waal omdat het vermogen te klein was. Pas toen stoom machines hun intrede maakten kwam er verbetering in de situatie.
Op 17 mei 1846 werd het stoomgemaal te Dreumel in werking gesteld.
Later volgden de gemalen van Alphen en Wamel gebouwd in 1875, maasbommel in 1867,en de stoomgemalen: Leeuwense sluis, De Rijkse sluis en blauwe sluis omstreeks 1913
Het stoomgemaal (de tuut) aan de appelternse sluis gebouwd in 1918 volgden. Als laatsten der stoom gemalen.
Met het in bedrijf stellen van dieselgemaal "Bloemers" te Appeltern en het Electrische gemaal "Quarles van Ufford" te Alphen zijn de stoomgemalen in het Land van maas en waal uit bedrijf genomen en gesloopt. Alleen het stoom gemaal te appeltern is behouden gebleven. En draait nog als museum.
Rechter foto : werkend stoom gemaal foto gemaakt in 1961
Linker foto:Stoom gemaal de tuut appeltern 2001 (Stoom machine uit 1917)
Tegenwoordig wordt Het Land van maas en waal door dijken beschermd tegen het hoge water van de rivieren Maas en Waal. Het gebied kent een overschot aan water, vooral in de natte jaargetijden. Ook kwelt er bij hoge waterstanden van de rivier veel rivierwater door de dijken. Het overtollige water wordt via weteringen afgevoerd naar de Maas. Waar de weteringen in de rivier uitmond zijn sluizen in de bandijken geplaatst. Bij normale waterstanden van de rivieren zijn deze uitwateringssluizen geopend en stroomt het te veel aan water vanzelf in de rivier. Wanneer tengevolge van te hoge waterstanden van de rivier niet meer op natuurlijke wijze geloosd kan worden, worden de uitwateringssluizen gesloten en komen de gemalen in werking. De gemalen pompen het overtollige water uit de weteringen in de rivieren en houden zo het waterpeil in binnendijks gelegen gebied op peil. In het Land van Maas en Waal bevinden de sluizen en gemalen zich uitsluitend langs de Maas en niet langs de Waal, omdat de waterstand van de maas lager is dan die van de waal. Er kan dus op de maas langer op natuurlijke wijze geloosd worden. Daarbij komt nog dat het gebied van noord-oost naar zuid-west afloopt, waardoor het water vanzelf naar de maas stroomt. De waterstand van de maas is dan ook bepalend voor het al of niet in werking zijn van de gemalen. Wanneer is het mislukt om het water buiten de dijken te houden ? Natuurlijk begrijpen wij dat de dijken al vele malen zijn doorgebroken of overspoelt omdat de dijken niet hoog genoeg waren, maar wij zouden hier graag een overzicht van willen maken.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
hallo, ik heb een vraagje waar hebben jullie deze info vandaan welke bron hebben jullie gebruikt want ik heb die bron hard nodig.
alvast bedankt
12 jaar geleden
Antwoorden