Doe mee met Markteffect's studiekeuze-onderzoek
Maakt niet uit of je je studie al gekozen hebt. Win één van de 200 (!) cadeaubonnen van €25

Meedoen

Het 2e Front

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas havo | 5588 woorden
  • 4 februari 2004
  • 23 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
23 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
ADVERTENTIE
Check check, dubbelcheck!

Heb jij tweestapsverificatie al ingesteld op je accounts? Tweestapsverificatie is jouw tweede slot op de deur šŸ”. Met tweestapsverificatie heb je 99,9 procent minder kans dat je account gehackt wordt. Check hoe jij je accounts beter kunt beveiligen!

Meer informatie
Deelvraag 1: Wat was het geallieerde plan voor de landing in Normandië? Montgomery en Eisenhower kwam 8 juli 1942 met een plan om het bezette Europa via de kusten van Normandië te bevrijden. In eerste instantie voelden de Britten er niet zo veel voor. Bij de inval in Sicilië op 1 juli 1943 waren er al veel verliezen geleden. Volgens Montgomery moest het gebied waar de invasie zou gaan plaats vinden aan een aantal voorwaarden voldoen. Hier staan een aantal voorbeelden: De ligging van zowel de Engelse kust als de Duitse grens moest er gunstig voor de Amerikanen en de Engelsen gunstig uitzien. De troepen moesten immers snel aan wal worden gebracht. De invasiestranden moesten groot en vlak genoeg zijn om de divisies aan land te kunnen krijgen, ze gemakkelijk te kunnen bevoorraden en in het achterland zou snel mogelijk een bruggenhoofd te kunnen veroveren en bouwen. Het was van essentieel belang voor de Amerikanen en Engelsen dat er nabij gelegen grote havensteden lagen ook voor het bevoorraden en aanleveren van voertuigen en troepen. Het belangrijkste probleem was waar de aanval precies moest plaatsvinden. Niet veel door Duitsland bezette gebieden voldeden aan al deze eisen. Uiteindelijk hadden ze twee keuzes: het Nauw van Calais en de Normandische kust. Het Nauw van Calais lag dichter bij Engeland en er waren ook meer vliegvelden. De betere Duitse verdediging, de stormen veroorzaakt door de kanaalwind, de smalle toegangen tot de stranden en het niet aanwezig zijn van natuurlijke grenzen voor een groot bruggenhoofd waren echter nadelen voor het Nauw bij Calais. Normandië was minder goed verdedigd en de stranden waren breder en hadden ruime toegangen. In het landschap van Normandië waren veel hagen aanwezig. Deze zouden tegenaanvallen van Duitse tanks moeilijker maken. Vanuit Normandië liepen veel wegen naar het centrum van Frankrijk, Parijs. Vandaar dat de geallieerden voor Normandië kozen. Nu de locatie duidelijk was waar de invasie zou plaatsvinden, begon Montgomery en Eisenhower hun legerdivisies te groeperen en de goede aantallen te produceren, hun militaire aanvalsstrategie op papier te zetten en hun militaire doelen te stellen. Om de invasie goed te kunnen laten slagen waren er genoeg manschappen en voertuigen nodig. Daarom begonnen de geallieerden al vroegtijdig met het produceren van voertuigen en de opleiding van manschappen. Het doel was om 150.000 manschappen, 4000 oorlogsvoertuigen en 1200 schepen klaar te maken om de invasie goed te kunnen laten slagen. Dit leger was zo groot omdat de Duitsers langs de kust van Normandië de Atlantikwall hadden gebouwd; een omvangrijk stelsel van kustverdedigingswerken. Hier stonden bijvoorbeeld grote pillboxen, barricades waardoor het praktisch onmogelijk werd om tanks aan wal te brengen, (zee)mijnen en nog vele andere versperringen. Omdat Duitsland van verschillende bronnen hoorde dat de geallieerde een aanval aan het voorbereiden waren, liet Hitler in 1942 de Atlantikwall bouwen. Toen het juiste aantal voertuigen en manschappen gereed was voor de aanval, begon Eisenhower (die eindelijk in december 1943 benoemd werd tot opperbevelhebber van de operatie ‘Overlord’) met de groepering van de manschappen en voertuigen. Hij had één ‘hoofdleger’ die voor de overwinning moest zorgen. Dit leger werd weer onderverdeeld in andere divisies: De marine -> The Royal Navy -> onderleiding van Ramsa
De luchtmacht -> The USAAF -> onderleiding van Leigh-Mallory

De grondtroepen -> 21 Army Group -> onderleiding van Montgomery
De grondtroepen (eigenlijk het infanterieleger) werd verdeeld in twee divisies: de US Firts Army (onderleiding van Bradley) en de British Second Army (onderleiding van Dempsey). Die twee legers werden weer onderverdeeld in twee divisies. De US First Army werd onderverdeeld in het US VII Corps (onderleiding van Collins) en het US V corps (onderleiding van Garow) De British Second Army zou onderverdeeld worden onder het British XXX Corps (onderleiding van Bucknall) en het British I corps (onderleiding van Crocker.) Het infanterie leger was het belangrijkste leger omdat zij uiteindelijk voor de overwinning moesten zorgen. Nu het leger gegroepeerd was werd het invasiestrand onderverdeeld in vijf delen; drie Amerikaanse en twee Britse. Namelijk: Utah Beach: daar zou Collins met zijn leger moeten landen. Omaha Beach: daar zou Gerow moeten landen met zijn leger. Gold Beach: daar moest Bucknall landen met zijn infanterietroepen. Juno Beach: daar zou Crocker onder andere moeten landen met zijn infanterieleger. Sword Beach: ook hier moest Crocker zijn troepen aan land brengen en voor een overwinning moeten zorgen. Nu begon Eisenhower met het opstellen van de aanvalsstrategie en de doelen die door het ‘hoofdleger’ bereikt moest worden. Het uiteindelijke plan werd als volgt: het Amerikaanse leger moest op 2 stranden aanvallen om Cherbourg af te snijden. De Britten en Canadezen moesten de kust tussen de Orne en Port-en-Bessin veroveren met als doelen de verkeersknooppunten Caen en Bayeux. De geallieerden zouden tijdens de landing 8 divisies inzetten. Op de dag na D-Day werden dat er dertien, en na drie dagen werden het 17 divisies. Twaalf dagen later moesten dit er 21 zijn en uiteindelijk, negentig dagen na D-Day, moesten het er 39 zijn. Er waren vijf invasiestranden, Utah en Omaha in de Amerikaanse sector, en Gold, Juno en Sword in de Engels/Canadese sector, waarbij de Canadezen op Juno zouden landen. Ook waren er aan beide kanten van de vijf stranden landingen gepland voor drie luchtlandingsdivisies. Iedereen zou aan land worden gebracht door de marine, dit werd operation Neptune genoemd. De marine zorgde ook voor de bevoorrading. Voor de landing zouden er bombardementen plaatsvinden en zouden de versperringen uit de weg worden geruimd. Hierna zouden de eerste, tweede, derde enz. landingsgolf volgen, terwijl op het strand speciale mensen zouden staan om het ‘verkeer’ te regelen. Ook zouden er minionderzeeërs als baken in het water liggen.De landing was opgesplitst in 2 delen, namelijk: Groep oost (voor de Britse sector) en Groep west (voor de Amerikaanse sector) Deze groepen waren ingedeeld in 5 kleinere groepen. Voor elk van de stranden één. Deelvraag 2: Hoe verliep de landing in Normandië? Hier volgt een overzicht van de gebeurtenissen op de invasiestranden: De Amerikaanse stranden UTAH beach
Terwijl het bombardement doorging, voeren de eerste landingsvaartuigen met Amerikaanse soldaten in de richting van de kust. Deze mannen vormden de voorhoede van de Geallieerde marinemacht. De troepen slopen naar het strand, ondersteund door een dertigtal tanks die de mannen dekking gaven. Op en bij het strand ondervond men niet veel weerstand. Het was puur geluk, maar ze waren op een verkeerd strand geland. De Amerikanen besloten om de wegen rondom de dorpjes veilig te stellen zodat de pantservoertuigen gemakkelijk aangevoerd konden worden. Deze waren inmiddels ook op het strand geland. Aan het einde van de dag waren niet alle Amerikaanse doelen bereikt, maar met had toch een stevige voet aan de grond. Met had de controle over een gebied dat zich uitstrekte tot 8 kilometer landinwaarts. Op zich niet zo heel veel, maar ze hadden een belangrijk deel van Hitlers Atlantikwall opengebroken en een bruggenhoofd gevormd. Ook waren er inmiddels 21.000 troepen en 2.000 voertuigen geland en dat alles tegen een verlies van 200 levens. OMAHA Beach
Terwijl de Amerikaanse landing op UTAH goed verliep, zaten de Amerikanen op OMAHA ernstig in de moeilijkheden. De eerste aanvalsschepen kwamen in het westen van OMAHA aan. Het zware bombardement en de beschietingen op de Duitse stellingen, hadden nauwelijks schade veroorzaakt. De Duitsers lagen de Geallieerden ongeschonden op te wachten. De invasie kwam hier neer op een overlevingsstrijd. Ook elders op het OMAHA strand verliep de invasie verschrikkelijk. Vele landingsboten kwamen verkeerd aan, als ze ondertussen al niet gezonken waren, en dit schiep grote verwarring. Het Duitse geschut bleek veel beter dan verwacht, er was geen doorkomen aan en men kon alleen maar dekking zoeken. Alle milities verloren hun moed. Het strand raakte verstopt, aangezien steeds meer troepen landden maar die niet verder oprukken konden. De zo noodzakelijke tanks en kanonnen konden niet op het strand worden gelost omdat er simpelweg geen plaats was. Toch slaagden de Amerikanen er laat in de middag in het strand achter zich te laten en landinwaarts op te rukken. De bovenmenselijke moed van kleine groepjes Amerikaanse infanteristen zijn onmisbare factoren geweest bij het redden van de landing op OMAHA Beach. Temidden van de hel van exploderende granaten en het vuur van machinegeweren vochten kleine groepjes zich langzaam een weg naar de kust, naar de achterkant van de Duitse geschutsstellingen. De Duitse stellingen werden één voor één uitgeschakeld of ingenomen. Tegen het vallen van de avond begonnen de Duitse stellingen in te storten. De Duitsers waren door hun munitie heen. Aan het einde van de dag hadden de Amerikanen op OMAHA een bruggenhoofd onder controle van ongeveer 10 kilometer lang en een krappe 3 kilometer breed. Het was een wankele basis en zou nog enkele dagen lang het meest kwetsbare deel van het Geallieerde front blijven. Één vastberaden Duitse tegenaanval zou voldoende zijn geweest om de Amerikanen terug in zee te drijven. Die aanval kwam echter niet. De Amerikaanse invasie op OMAHA kostte 3.000 levens. Daarnaast werden 50 tanks en landingsvaartuigen vernietigd. JUNO beach
Het JUNO strand werd voornamelijk bestormd door Canadezen, maar ook een niet gering aantal Britten nam deel aan de bestorming van JUNO. Het strand was rotsachtig en de klippen liepen soms door tot in zee. De Duitse obstakels onder water veroorzaakten een ravage onder de landingsvaartuigen. In sommige vaartuigen werd door een mijn een gat geslagen, andere zonken. Door het slechte weer en het moeilijk bereikbare strand, landden de Canadezen later dan gepland. Helaas had een groot deel van de gepantserde voertuigen vertraging opgelopen en moest het strand bestormd worden zonder ondersteuning. De Canadezen adden geen enkele gevechtservaring maar met veel moed werden toch stuk voor stuk de Duitse stellingen veroverd. Om 10.00 uur waren de Canadezen al 5 kilometer landinwaarts gedrongen. Op hun route namen ze veel krijgsgevangenen. Nu kwamen ook de gepantserde patrouilles aan en tegen de avond was het veroverde gebied tot 13 kilometer landinwaarts uitgebreid.
De Britse stranden GOLD Beach
Precies op schema sprongen de Britse soldaten 's ochtends hun landingsboten uit slopen naar de kust. Bij alle Britse landingen gingen eerst de gespecialiseerde pantservoertuigen aan land, zoals Montgomery dat had gewild. De mijnenvegertanks legden goede paden aan in het mijnenveld dat door de Duitsers was aangelegd. Dit gaf de Britten een groot voordeel met het bereiken van het strand. Binnen een uur hadden de gepantserde aanvalsgroepen paden vrijgemaakt en kon het bataljon, ondersteund door de pantservoertuigen, landinwaarts aanvallen. Maar bij Le Hamel hadden de Duitsers nog een intact gebleven geduchte stelling. De beschietingen hieruit waren dodelijk en de gesneuvelden hoopten zich op. Even leek het erop dat er zich een tweede OMAHA zou voordoen, maar na verloop van tijd wist de Britse infanterie toch achter de Duitse stelling te komen. Niettemin duurde het nog tot het einde van de middag voordat Le Hamel veroverd was. Tegen de avond hadden de Britten de Duitsers uit hun stellingen bij Arromanches verdreven en het stadje ingenomen. Dit was een belangrijk doel, want voor dit havenstadje zou de Britse kunsthaven worden gebouwd die belangrijk zou blijken voor het verdere verloop van de invasie. Ondertussen trokken de Britten ook naar het westen op om zo aansluiting te vinden bij de Amerikaanse troepen. SWORD beach
Op het SWORD strand hebben alle landingen plaatsgevonden op één smalle kuststrook van 1,5 kilometer. De aanval was dus geconcentreerd op een smal front. In tegenstelling tot de andere Britse stranden, kwamen op SWORD de pantserbrigades en tanks wel op tijd aan, vlak voor de infanterie. In vergelijking met andere Geallieerde stranden, was dit gebied, met lange huizenrijen langs de kustweg vlak achter de duinen, uitermate geschikt als verzamelterrein. Nadat met een minimum aantal slachtoffers het strand was bereikt, viel met een geduchte Duitse batterij aan bij La Brèche en werd begonnen met het wegvagen van Duitse sluipschutters en mitrailleursnesten in de duinen en in de huizen langs de kust. Een belangrijk doel was om ervoor te zorgen dat men de luchtlandingstroepen die de brug over de rivier de Orne bezet hadden, af te lossen. Deze mannen die al meer dan 12 uur achtereen gevochten hebben om de Pegasusbridge vast te houden, werden tegen 13.30 eindelijk afgelost door een Schots bataljon, dat o.l.v. een doedelzak landinwaarts trok en de taak van de luchtlandingstroepen overnam. De gevreesde Duitse tanks lieten zich voor het eerst op D-day zien op SWORD. De pantserdivisie, gelegen bij Cean, had het bevel gekregen het Britse bruggenhoofd aan te vallen. Onderweg kregen ze echter te maken met de anti-tank kanonnen en drie tankeenheden van de Britten, die een goede strategische positie ingenomen hadden in het hooggelegen plaatsje Périers. Zestien Duitse tanks werden vernietigd en de Duitse tankaanval werd afgeslagen. Maar ongeveer 1,5 kilometer verderop drong een andere groep van dezelfde divisie, grotendeels gemotoriseerde infanterie, door de nauwe opening tussen de Britten en de Canadezen en bereikten de zee waar andere Duitse troepen nog steeds tegen de Geallieerden vochten. Laat in de avond werden deze troepen pas verslagen. Door deze Duitse tegenaanval kon het plan van de Geallieerden, om de Normandische hoofdstad Cean op D-day in te nemen, niet doorgaan. De kans om Cean snel in te nemen was verkeken. Een wekenlange bloedige uitputtingsslag lag in het vooruitzicht. Voor de Geallieerden was het belangrijkste doel na D-day het veroveren van een haven. Alleen met een veilige haven konden de grote voorraden die de legers nodig hadden worden ontscheept. Cherbourg was natuurlijk het eerste doel, maar ondertussen moest men zich met andere middelen redden. Maandenlang hadden de Britten keihard gewerkt aan de bouw van twee enorme kunsthavens, de zogenaamde MULBERRIES, die samen een havencapaciteit hadden vergelijkbaar met de haven van Dover. Rond de vierde week in juli 1944 raakte de strijd bij Normandië uitgevochten. Op 25 juli 1944 kwamen de geallieerde met een nieuwe operatie met als codenaam: Cobra. Deze operatie moesten de overgebleven Duitsers in Normandië wegjagen. Op 16 augustus 1944 waren de Duitsers geheel verdreven uit Normandië en omstreken. Deelvraag 3: Was de landing in Normandië voor zowel de geallieerde als de Duitsers een succes? Geallieerden: Voor de geallieerden was D-day een succes . Ondanks de grote verliezen oorlogsslachtoffers bij Juno en Omaha. Alle doelen van de geallieerde waren bereikt. Dus militair gezien is operation ' Overlord' geslaagd. Als je kijkt naar de soldaten die voor de overwinning moesten zorgen kun je niet zeggen dat het een succes was. Vele soldaten zijn omgekomen, vermist of konden het na de landing in Normandië geestelijk niet meer aan. Duitsers: Op alle opzichten voor de Duitsers was het geen succes. Dit kwam vooral omdat ze de invasie deels op twee defensiepunten niet hadden verwacht. Dat was: 1. De Duitsers hadden een invasie op Normandië niet verwacht. Zeker daar niet. Dat kan je zien aan het feit dat ze in het Nauw van Calais de meeste defensieopstellingen hadden opgesteld en in Normandië veel en veel minder. 2. Ook het feit dat de Duitsers een groot aantal van hun soldaten en voertuigen waren verloren tijdens de landing bij Normandië, geeft al aan dat Duitsland een grote nederlaag had gelegen na en tijdens de invasie op Normandië. Deelvraag 4: Wat was het Duitse plan voor het Ardennenoffensief? Op 19 augustus, vlak na de geslaagde geallieerde invasie op Normandië, kwam Hitler met een plan voor een laatste grootse tegenoffensief tegen de geallieerden. Het tegenoffensief zou plaatsvinden ergens tussen het gebied Aachan en de zuidelijke grens bij Luxemburg-Frankrijk. Dit gebied was gunstig omdat dit door de geallieerde bezette gebied zeer slecht verdedigt was. Na overleg met zijn topstrategen Wilhelm Kertel en Alfred Jodle, besloot Hitler dat de aanval zou plaats vinden rond 20 november 1944 tussen de plaatsen Monschau en Echternach. De keuze van Hitler om juist hier een tegenoffensief te beginnen had ook een symbolische betekenis. Hij had daar namelijk al eerder in 1940 zijn eerste grote successen geboekt. Volgens Hitler zou het een groots offensief worden. Ook het tijdstip van 20 november was niet zo maar uitgeprikt. Volgens weersvoorspellingen zou het rond de 20e erg mistig zijn waardoor het voor de Amerikanen bemoeilijkt wordt om de Duitsers te bestoken met luchtaanvallen. Om deze slag (later ook wel Battle of the Bulge genoemd) ,volgens Hitler, snel en krachtig te kunnen winnen, zou een leger van vijfentwintig legerdivisies nodig zijn. Maar dit was volgens onder andere één van zijn beste generaals von Rundstedt, onmogelijk. Er waren volgens hem te veel verliezen geleden in het oostfront en bij slag om Normandië dat het onmogelijk werd om vijfentwintig legerdivisies op de been te krijgen. Hitler gaf hier totaal geen gehoor aan. Hij stelde plannen op zodat het inderdaad mogelijk werd om bijna al die legerdivisies aan het front te krijgen. De dienstplicht bijvoorbeeld werd verlaagd naar zestien jaar en verhoogd naar vijfenzestig jaar. Bijna niemand van alle Duitse mannen ontkwam meer aan de dienstplicht. Na een zeer intensieve training van zes tot acht weken werden deze nieuwe soldaten, ook wel volksgrenadiers genoemd, voorzien van hun uitrusting en volkomen onervaren naar het toekomstige front gestuurd om daar te wachten op Hitlers sein om aan te vallen. Uiteindelijk kreeg Hitler twintig legerdivisies op de been. Een knappe prestatie. Nu begon Hitler echt zijn legerdivisies te groeperen, zijn militaire aanvalsstrategie op papier te zetten en zijn militaire doelen te stellen. Drie legers (twee pantser- en een infanterieleger) werden samengevoegd tot leger groep B onder leiding van veldmaarschalk Model. De twee panterlegers werden opgesplitst in twee aparte divisies. De eerste was het Zesde SS-pantserleger (onderleiding van generaal Dietrich) en de tweede was het Vijfde SS-pantserleger (onderleiding van generaal von Manteuffel.) Het infanterieleger (het Duitse Zevende Leger) stond onderleiding van generaal Brandenberger. Deze Legergroep B zou voor de overwinning voor de Duitsers moeten zorgen. Het plan was om na een zeer zware inleidende beschieting langs de aanvalssector met een frontbreedte van 136 kilometer (van Monschau in het noorden tot Echternach in het zuiden) de infanterie met een enorme overmacht de Amerikaanse linie op twaalf punten te doorbreken. Door deze doorbrekingen zouden de pantserlegers snel en krachtig kunnen doorstoten naar de bruggen over de Maas voordat de Amerikanen ook maar enigszins de kans kregen om zich te kunnen herstellen. Tot en met de doorstoting naar de Maas, zou je kunnen zeggen dat Hitler vijf doelen had: 1 en 2: De eerste twee doelen waren het vormen van ‘stevige schouders’ in het noorden bij Monschau en het zuiden bij Echternach. Dit was ter voorkoming voor het vastlopen van de aanval. 3. Het derde doel was dat de SS-pantsertroepen van Dietrich de zwak bezette Amerikaanse linie snel onder de voet zouden lopen en zo naar de Maas op zou kunnen rukken, waar zij binnen vierentwintig hooguit achtenveertig uur de bruggen in handen moesten hebben. 4. In de vierde plaats moest von Manteuffel (leidinggevenden van het vijfde SS-pantserleger) zijn tanks doorstoten naast het andere SS-pantserdivisie en moest (wat overigens belangrijkste en moeilijkste was) op gelijke hoogte blijven met Dietrich. Ook al was de marsroute van von Manteuffel langer en had hij tevens de opdracht het belangrijke knooppunt St. Vith de veroveren waar het belangrijke brandstof lag opgeslagen dat Manteuffel absoluut nodig had om door te kunnen breken naar de Maas. 5. Het vijfde doel was dat von Manteuffel ook aan de linkerzijde van het front, Bastogne moest weten te veroveren. Wat evenmin een uiterst belangrijk knooppunt in het zuiden was. Net als bij St. Vith lag ook in Bastogne een belangrijke opslagplaats met brandstof voor de voertuigen. Het veroveren van deze opslagplaatsen moest goed gebeuren, anders zou de doorstoot naar de Maas vrijwel onmogelijk worden. Daarna moest von Manteuffel vandaar verder trekken naar de Maas om daar vervolgens de bruggen daar te veroveren. Als de overkant van de Maas eenmaal bereikt was, zou de tweede fase van het offensief kunnen beginnen, een dubbele doorbraak naar het noordwesten die op Antwerpen gericht was. Als de voor de geallieerde belangrijke havenstad Antwerpen eenmaal veroverd was, zouden de geallieerde strijdkrachten in Europa gesplitst zijn. Dit zou volgens Hitler ertoe leiden dat de vier geallieerde legers in het noorden gemakkelijk vernietigd konden worden. In dat geval, zo dacht Hitler, zouden de westelijke geallieerde bereid zijn afzonderlijk vrede te sluiten en kon Duitsland al zijn strijdkrachten naar het oosten verplaatsten. Dit hele stuk samengevat had Hitler één echte hoofddoel: Met een krachtige en snelle verrassingsaanval de geallieerde strijdkrachten in het westen uitschakelen waardoor hij niet op twee fronten hoefde te vechten (in het oosten kreeg hij het ondertussen ook zwaar te verduren) zodat hij al zijn strijdkrachten naar het oostfront kon verplaatsten om daar de Russen in de pan te hakken. Deelvraag 5: Hoe verliep het Ardennenoffensief? Na het oeveloos ge-uitstel over het begin van het offensief in de Ardennen (omdat volgens de generaals de tijd nog niet rijp was), begon Hitler met zijn Ardennenoffensief op zaterdag zestien december 1944 om half zes ’s ochtends. Meer dan tweeduizend kannonnen vuurde zware 88mm kogels af op de Amerikaanse stellingen vlak over de Siegfriedlinie (een verdedigingslinie van de Duitsers.) De Amerikanen waren compleet verrast. Op vele voorposten besefte men pas de betekenis van het zware artilleriebombardement, toen uit de mist de Duitse tanks en troepen opdoemden. Het weer was precies zoals Hitler het gewenst had; een laag wolkendek waardoor de Duitse troepenbeweging volkomen verborgen bleven voor waarnemingen vanuit de lucht. De geallieerde luchtstrijdkrachten bleven machteloos aan de grond staan. Het leek goed te gaan maar al vroeg aan het begin van de strijd mislukte een belangrijk doel namelijk het vormen van ‘stevige schouders’ in het noorden. Doordat het Duitse infanterieleger stuitte op een hoger gelegen Amerikaanse defensiepost waar een bataljon zich in defensiepositie had opgesteld, werd het Duitse infanterieleger voor het grootste deel finaal in de pan gehakt. Later op die dag probeerde de Duitsers het nog een keer om het Amerikaans bataljon in de pan te hakken maar die aanval mislukte. Mede omdat het infanterieleger geen back-up kreeg van een tankdivisie en omdat domweg de soldaten veel te onervaren en te jong waren. 136 kilometer ten zuiden van Monschau ging het ook niet al te best. De zuidelijke legertroepen stuitte nog op zware tegenstand en hun doel om de rivier de Sauer oversteken was ook geen gemakkelijke klus. Er vielen zware verliezen aan Duitse kant. Je zou dus kunnen zeggen dat ook het tweede doel om ‘stevige schouders’ te vormen in het zuiden volkomen mislukt was. Ook het derde doel (de SS-pantsertroepen van Dietrich de zwak moesten de bezette Amerikaanse linie snel onder de voet lopen en zo naar de Maas op kunnen rukken, waar zij binnen vierentwintig hooguit achtenveertig uur de bruggen in handen moesten hebben) was gedeeltelijk mislukt. Dietrich kwam heel ver met zijn troepen (hij was maar vijf kilometer van de Maas verwijderd) maar het lukte hem niet binnen één hooguit twee dagen de Maas te bereiken. Het vierde doel van von Manteuffel was gedeeltelijk geslaagd. Hij moest de twee belangrijke knooppunten St. Vith en Bastogne veroveren. St. Vith was na veel beschietingen en zware verliezen voor zowel de Duitsers als de Amerikanen bezet door de Pantsertroepen van von Manteuffel. Maar ter voorkoming dat de Duitsers de brandstof opslagplaatsen zouden kunnen innemen, werden zij door de Amerikanen verbrand. Een grote nederlaag voor de Duitsers, want die opslagplaats hadden zij hard nodig. Zeker toen het niet gelukt was om ook de belangrijke stad Bastogne in te nemen. Von Manteuffel had namelijk Bastogne eerst omsingeld om vervolgens op 22 december een ‘eervolle overgave’ aan te bieden. Maar helaas antwoorden de Amerikanen met als antwoord: ‘Nuts’ (geschift.) Toch werd de situatie voor de Amerikanen in Bastogne steeds zorgelijker. De Duitsers trokken op tot vlak voor Dinant tot op vijf kilometer voor de Maas. Maar de ingesloten Amerikanen werden beloond met voor hun uithoudingsvermogen. Generaal Patton kwam uit Frankrijk te hulp om Bastogne te ontzetten. Op de dag vóór Kerstmis sloeg hij een gat in de Duitse linies die de stad omringden. Dit was het begin van het einde voor het Ardennenoffensief van Hitler. De troepen van Hitler moesten beginnen met hun terugtocht. Eind januari 1945 was de slag in de Ardennen (door Hitler ook Wach am Reihn genoemd) eigenlijk al gevallen. Door de te slechte communicatie tussen de Duitsers, te weinig brandstof voor de voertuigen, door te weinig manschappen en voertuigen en door de veel te onervaren en te jonge soldaten had Hitler een belangrijke slag verloren. Het restte de Amerikanen alleen nog om door te stoten naar de rest van Duitsland.
Deelvraag 6: Was het Ardennenoffensief voor zowel de geallieerde als de Duitsers een succes? Geallieerden: Militair gezien zou je kunnen zeggen dat het voor de geallieerden een succes was. Ze wisten namelijk de Duitsers weg te houden. Was dat niet gelukt, dan zou Hitler gemakkelijk kunnen doorstoten naar Antwerpen met als gevolg een tweedeling van de geallieerde strijdkrachten in het westen. Om dit te voorkomen hadden de Amerikanen (wat overigens heel slim was) de brandstofdepots in brand gestoken. Want stel dát de Duitsers St. Vith en Bastogne in handen kregen, dan nog zouden ze hun doelen niet kunnen verwezenlijken vanwege het brandstoftekort. Aan de andere kant kun je ook zeggen dat het geen succes was voor de Amerikanen. De Amerikanen reageerden veel te afwachtend op de eerste bestoking op 16 december 1944. Hadden ze daar veel sneller op gereageerd, dan hadden er honderden slachtoffers voorkomen kunnen worden. Ook over hun verdediging was wel wat over aan te merken. Als de verdediging veel beter was geweest was het offensief eerder gestopt en had het de Amerikanen dus veel minder soldaten en voertuigen gekost. Duitsers: Duitsland had op vrijwel alle doelen gefaald door een aantal factoren: De soldaten waren veel te jong en te onervaren om voor een ruime overwinning te kunnen zorgen. Doordat von Manteuffel had gefaald om St. Vith en Bastogne te veroveren, liep Duitsland belangrijke olieopslagplaatsen mis die van essentieel belang waren om te kunnen doorstoten over de Maas naar Antwerpen
Door de slechte communicatie tussen de verschillende legerdivisies liepen veel dingen langs elkaar heen wat voor problemen zorgden. Ook op het gebied van oorlogsslachtoffers zou je nou niet bepaald kunnen zeggen dat Hitler een succes had geboekt. Vele waren gedood of vermist. Deelvraag 7: Wat was de geallieerde operatie Market Garden? In September 1944 hadden de geallieerden, na de succesvolle landing in Normandie (D-Day), Noord-Frankrijk en Belgie veroverd. Montgomery wilde via het Ruhrgebied in een keer naar Berlijn doorstoten. Generaal Patton wilde hetzelfde doen via het Saargebied. Maar opperbevelhebber Eisenhower vond dat veel te riskant. Hij wilde liever over een breed front blijven oprukken. Er werd veel geprobeerd Eisenhower om te praten, maar zonder succes. Montgomery liet het hier niet bij zitten en maakt een plan: De Engelse Veldmaarschalk Montgomery wilde door Nederland naar het IJsselmeer oprukken en vervolgens naar het oosten Duitsland binnen trekken. Op deze manier zouden de Duitse troepen in West-Nederland geisoleerd worden en werd om de zwaar verdedigde Siegfriedlinie heen getrokken. Ondanks protesten van het geallieerde opperbevel kreeg Montgomery zijn zin
Na overleg kreeg Veldmaarschalk Montgomery toestemming om zijn plan "Operatie Market Garden" uit te voeren. Dat plan bestond uit twee delen namelijk Market en Garden. Plan Market: Door middel van luchtlandingen (parachutisten) van het 1ste Korps van het 1ste Geallieerde Luchtlandingsleger de belangrijke bruggen tussen Eindhoven en Arnhem veroveren. Plan Garden: De opmars van het 2de Engelse Leger van generaal Dempsey, waarvan het 30ste Legerkorps vanuit Neerpelt in Belgie via Eindhoven over de veroverde bruggen naar Arnhem moest doorstoten. Eisenhower was onder de indruk van het plan. Maar als deze manoeuvres uitgevoerd zouden worden, zou het de uitvoering van het plan om de haven van Antwerpen vrij te maken vertragen. Ook zouden de bevoorradingsproblemen voortduren, zodat Patton zijn opmars naar het oosten voorlopig niet zou kunnen voortzetten. Maar hij kon de opmars naar het noorden weer in beweging krijgen en, nog belangrijker, een bruggenhoofd over de Rijn slaan. De basiskenmerken van parachutisten zijn dat ze licht bewapend zijn en inzetbaar zijn voor een snelle voor de vijand verwarde strijd. Iedere Airborne divisie had de beschikking over vliegtuigen om parachutisten te vervoeren. Daarnaast ook trekvliegtuigen om zweefvliegtuigen naar doelen te kunnen slepen. Met de zweefvliegtuigen kon, behalve infanteristen, onder andere ook jeeps, munitie, licht geschut, voedsel en medische uitrusting worden vervoerd. De parachutisten rond de operatie Market Garden hadden daarom de taak om de bruggen rond Brabant en Gelderland te bezetten en te behouden. Tijdens de hele operatie werden daarbij zo'n 2500 zweefvliegtuigen ingezet, waarvan er ongeveer 900 nabij het Brabantse Son zouden moeten landen. Het was de grootste luchtlandingsoperatie aller tijden.
Deelvraag 8: Hoe verliep de geallieerde operatie Market Garden? Hier volgt een beschrijving van de eerst volgende dagen rond Arnhem.Zondag 17 September: Om 9:45 beginnen op 24 vliegvelden in Engeland de eerste van de in totaal 2023 transporttoestellen en sleepvliegtuigen met gliders op te stijgen die de luchtlandingstroepen naar de landingsgebieden moeten brengen.In totaal betreft het 20.000 man, 511 voertuigen, 330 stuks geschut en 590 ton materieel.Tussen 13:00 en 14:00 landt de 1ste British Airborne Division bij Arnhem en Oosterbeek, de US 82ste Airborne Division bij Nijmegen en Grave en de US 101ste Airborne Division bij Son en Veghel. Het Engelse 2de Para Bataljon onder commado van Lt. Col. J. Frost bereikt en bezet omstreeks 19:30 de noordelijke oprit van de verkeersbrug over de Rijn in Arnhem. De brug over de Maas bij Grave wordt door het 82ste veroverd en de bruggen in het gebied van de 101ste vallen onbeschadigd in handen van de Amerikanen, behalve de brug over het Wilhelminakanaal in Son. Deze wordt door de Duitsers op het laatste moment opgeblazen. Ook word op de Nederlandse bevolking een beroep gedaan, via Radio Oranje word het personeel van de Nederlandse Spoorwegen opgeroepen te gaan staken, om het Duitse treinverkeer te verlammen. Maandag 18 September: Het was die dag erg mistig ( de vliegtuigen konden het landingsgebied niet zien) en er kon jammer genoeg geen dropping komen.Bij Arnhem rukken Engelse para's op om de groep op de brug te versterken, maar komen niet verder dan het westen van de Arnhem.Eindhoven is door de Amerikaanse 101ste Airborne Division bevrijd. In de namiddag komt het grondleger in het zuiden van Eindhoven aan.Tegen 21:00 begint de Engelse genie met de bouw van een Baileybrug over het Wilhelminakanaal bij Son. Dinsdag 19 September 1944:De Engelse para's kunnen de in het nauw gedreven mannen bij de brug in Arnhem niet bereiken en ondervinden zware tegenstand. Later trekken ze zich met zware verliezen uit Arnhem terug naar Oosterbeek.De bevoorrading uit de lucht bij Arnhem is weer mislukt. De bevoorrading bij Groesbeek en Son lukt matig.Om 6:15 is de 33 m lange Baileybrug, die 's nachts door de Engelse genie over het Wilhelminakanaal bij Son gebouwd is, klaar en kan het leger weer verder.Market Garden ligt nu al 36 uur achter op schema. Woensdag 20 September: Het weer klaart (eindelijk) op en de bevoorrading vanuit de lucht lukt vandaag beter, vooral bij Overasselt.De groep Engelse para's op de brug in Arnhem hebben het zwaar te verduren, maar houden nog stand. Donderdag 21 September 1944: Op de Rijnbrug in Arnhem geven de overgebleven para's van het 2de Bataljon zich, na dagen van heldhaftige strijd, over aan de Duitsers.Het tweede leger geeft artilleriesteun aan de Engelse para's in Oosterbeek. Bevoorradingsvliegtuigen worden door de Luftwaffe bij Arnhem aangevallen. Vrijdag 22 september 1944: Door slecht weer kan er geen bevoorrading vanuit de lucht plaats vinden. Een Engelse verkenningseenheid maakt contact met de Poolse Luchtlandingsbrigade. Een brigade van de Guards wordt vanuit Nijmegen teruggestuurd naar Veghel om de para's van het 101ste vanuit het Noorden te steunen. 's Nachts slagen ca. 50 Polen erin de Rijn over te steken en de Engelse para's te bereiken. Deelvraag 9: Was de Geallieerde Operatie Market Garden een succes? Veel oorzaken liepen bij Market Garden niet zoals de bedoeling was en leidde uiteindelijk tot een nederlaag. De opmars van het leger vanuit België werd ernstig vertraagd door onverwacht sterke tegenstand en doordat de brug over het Wilhelminakanaal bij Son door de Duitsers werd opgeblazen, waardoor eerst een Baileybrug (dat is een brug die je snel kan opbouwen, dat werd vaak gedaan door de genie) gebouwd moest worden. De opmars van het leger lag op dat moment al 36 uur achter op het schema. Slechte radioverbindingen verhinderden een goede communicatie, vooral bij Arnhem. Door het slechte radiocontact kon er ook niet worden doorgegeven waar precies de droppingen moesten komen. Dit had vaak het gevolg dat de gedropte voorraden in de handen van de vijand kwamen. Door slecht weer (vooral laaghangende mist) konden de nodige versterkingen en voorraden niet op tijd worden afgeworpen. De aanwezigheid van twee sterke SS divisies op de Veluwe werd de Britse troepen bij Arnhem fataal. De Britse troepen waren licht bewapend en hadden nodig munitie nodig. Voor operatie Market Garden dacht de Engelse Veldmaarschalk Montgomery dat er nauwelijks tegenstand was. De operatie Market Garden was uiteindelijk niet geslaagd. De brug bij Arnhem werd niet veroverd en daardoor kon de opmars naar Duitsland niet plaatsvinden. Wel werd Zuid-Nederland bevrijd. Toen de situatie kritiek was trokken de geallieerden terug, terug naar de geallieerde legers in België. op 25 september 1944 trokken de overlevenden zich in de nacht en bij weinig maanlicht, in de stromende regen en in vijandelijk gebied terug naar het bevrijde gedeelte aan de andere kant. Tegen middernacht werden ze van de andere kant van de oever opgehaald met bootjes, kannonen zorgden ervoor dat de Duitsers dachten dat er een aanval werd voorbereid. Zonder dat de Duitser er erg in hadden waren de Britten vertrokken.Zo eindigt Operation Market Garden men dacht de oorlog voor kerstmis 44 te kunne beëindigen, maar in plaats daarvan ging Nederland nog 8 maanden lang onder het terreur,deportaties en executies tegemoet en tot overmaat van ramp brak ook nog de hongerwinter uit waar vele mensen aan stierven. Als deze operatie gelukt was, was de oorlog voor kerst 1944 al afgelopen, zo zeiden velen. Maar dit was niet zo. Het noorden van Nederland was nog niet bevrijdt. Er stond voor Nederland een barre winter voor de deur. Het was in tijden niet zo koud geweest. Duizenden Nederlanders stierven als indirect gevolg van het mislukken van operatie ‘Market Garden’. Operatie Market Garden duurde 9 dagen, van 17 tot 26 september.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.