Gladiatoren

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 7086 woorden
  • 2 februari 2009
  • 576 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
576 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Verdien 25 euro Bol.com tegoed met dit onderzoek

Samen met Oxford doen wij weer onderzoek naar schoolspullen: waar heb jij dit jaar je schoolspullen gekocht en wat zijn je favoriete items? Vul de vragenlijst in en maak kans op 25 euro Bol.com tegoed. 

Doe mee!
Inhoudsopgaven
Het colloseum Blz. 2
Gladiatoren gevechten Blz. 4
Gladiatoren Blz. 5
Het amfitheater Blz. 7
Soorten gladiatoren Blz. 8
Begrafenis van gladiatoren Blz. 10
Gladiatrices Blz. 11
Hoe zien de trainingen er uit Blz. 15
Op leven en dood Blz. 17
Wapens en helmen Blz. 18

Het colloseum
Het colloseum werd gebouwd op de plek waar het kunstmeer lag dat de kern was van de woning van Nero. Dit meer is speciaal voor de bouw van het colloseum drooggelegd.
De naam colloseum werd pas in de middeleeuwen toegevoegd en is te danken aan het kolossale beeld van Nero als zonnekoning dat stond op de vestibule van zijn “gouden huis”.

En in het colloseum vonden ook nog verschillende voorstellingen plaats zoals; munera of gladiatoren gevechten, venationes, wilde dieren jachten en de reeds genoemde naumacheeën, scheepsslagen.

Voor de bouw van het colloseum werd op rationele wijze gebruik gemaakt van de reeds bestaande ruimte van de waterpartij van de Domus Aurea,waarop,toen het meer eenmaal drooggelegd was, de fundamenten konden worden aangebracht en men zodoende enorme funderingskosten kon besparen.
De colloseum was wel ongeveer 188 x 156 meter. en aan de buitenkant 86 x 54 meter.
Aan de binnenzijde,terwijl de hoogte bijna 49 meter. bedraagt.
De buitengevel bestaat uit travertijn en heeft vier verdiepingen waarvan de eerst drie elk uit tachtig bogen bestaan. omsloten door pilasters en halfzuilen, die respectievelijk van onder naar boven Dorisch, lonisch en Korintisch zijn.
De vierde verdieping fungeert als kroonlijst en heeft Korintische hoekpilaren waartussen afwisselend vierkante vensters en blinde ruimten liggen die thans leeg zijn maar waarop vroeger vergulde schilden waren aangebracht; de draagsteunen van de zuilen dragen masten waaraan banen textiel, het velarium waren bevestigd die de toeschouwers tegen de zon moesten beschermen en die bediend werden door mariniers van de vloot van Myxene.

De ingangen op de begane grond waren genummerd zodat men gemakkelijk toegang had tot de verschillende caveae. Er waren vier gereserveerde hoofdingangen die niet genummerd waren en die bestemd waren voor persoonlijkheden als magistraten, leden van religieuze orden, Vestaalse maagden; de meest noordelijke ingang, die naar de keizerlijke loge voerde, had een voorhal (klein porticus met twee zuilen) en een met stucwerk gedecoreerde gang.
De arena was oorspronkelijk in het midden overdekt met houten panelen die, indien dit voor de voorsteling nodig was, konden worden verwijderd.
Ter bescherming van de bezoekers in de cavea werd tijdens de jacht op wilde dieren, een ijzeren netwerk aangebracht met uitlopers aan de bovenkant en met horizontale draaischijven waardoor de dieren geen aanval op het net konden doen.

Het Colosseum was geheel bedoeld voor de spelen die werden georganiseerd en gefinancierd door rijke Romeinen. Bij de opening organiseerde Titus spelen die 100 dagen duurden. Volgens de overlevering waren er naast vele gladiatorengevechten de meest verbazingwekkende schouwspelen te zien. Zo was er een gevecht tussen kraanvogels en een gevecht tussen 4 olifanten. Negenduizend tamme en wilde dieren werden afgeslacht. Zelfs Bij normale spelen in het Colosseum werden ’s morgens wilde-dierengevechten gehouden waarbij bestiarii (wilde-dierenvechters) vochten met allerlei wilde dieren in venationes (jachtpartijen). De arena werd op passende wijze ingericht met rostpartijen, struiken, en dergelijk. Tussen de middag was er voor geïnteresseerden een pauzeprogramma waarin veroordeelde gevangen voor de wilde dieren werden gegooid. In de latere Oudheid werden vooral veel christenen tot de wilde dieren veroordeeld (damnatio ad bestias). Het middagprogramma met de gladiatorenshows(munera) vormde het hoogtepunt. vrouwen traden op als wilde-dierenvechters. Het Colosseum heeft te lijden gehad van verschillende natuurrampen. Een blikseminslag in 217 beschadigde het Colosseum dusdanig dat er gedurende vijf jaar geen spelen georganiseerd konden worden. Diverse aardbevingen brachten grote schade toe aan het gebouw, maar zolang het gebouw in gebruik was werd dit telkens gerepareerd door de Romeinen en later door de Ostrogothen. Tijdens de Middeleeuwen volgden twee grote aardbevingen in 847 en 1349, die het Colosseum verder vernielden. In de 12e eeuw werd de ruïne van het amfitheater omgebouwd tot fort van de familie Frangipane. De belangrijke Romeinse families, waar vaak ook de paus uit voortkwam, beschouwden het Colosseum als een plaats waar eenvoudig bouwmateriaal gehaald kon worden voor hun nieuw te bouwen kerken en paleizen. Zo werd het marmer van de façade gehaald en hergebruikt in nieuwe gebouwen of simpelweg verbrand om kalk te verkrijgen. Ook het ijzer waarmee de blokken steen en marmer werden vastgezet was gewild. Aan deze plundering kwam pas een einde in 1749 toen Paus Benedictus XIV de historische waarde van het Colosseum inzag en het verdere gebruik als steengroeve verbood. Hij wijdde het Colosseum als kerk ter nagedachtenis aan de lijdensweg van Christus en bouwde binnenin een kruisweg. De grond van het amfitheater werd als heilig beschouwd vanwege het bloed van de christelijke martelaren dat hier vergoten werd; dit ondanks het feit dat de meeste Christenen waarschijnlijk gedood werden in het Circus Maximus. Latere pausen lieten het Colosseum verder restaureren en archeologisch onderzoeken. Hoewel het Colosseum niet meer de oorspronkelijke afmetingen heeft, is het nog steeds een imposant geheel en trekt het dagelijks duizenden toeristen. In de moderne tijd is een gedeelte van de houten arenavloer weer aangebracht. (De naam arena komt overigens van de het Latijnse woord (h)arena, dat zand betekent. Dat werd gebruikt op de houten vloer.)
De Paus Benedictus XIV Keizer Nero

Gladiatoren gevechten
De gladiatorgevechten waren waarschijnlijk godsdienstig van oorsprong, en werden gehouden bij begrafenissen ter ere van de overledene. Maar in de tijd van de keizers waren ze alleen maar een bloederige sport. De gladiatoren vochten in een amfitheater. In een amfitheater konden zo`n 50.000 mensen. De voorstelling begon altijd met een optocht van alle gladiatoren. Voordat de gladiatoren gaan vechten zeggen ze tegen de keizer \"wij die gaan sterven groeten u\" en het gevecht begon met muzikale begeleiding. Als een strijder zwaar gewond werd, riep het volk \"hij heeft hem\". De gewonde gladiator kon in dit geval zijn hand opsteken en daarmee genade vragen. Het hing vooral van de stemming van de keizer of het publiek af of hij gespaard werd. Beslissend daarbij was of hij goed gevochten had of niet. De keizer balde zijn vuist als de gladiator mocht blijven leven, en stak zijn duim naar beneden als hij moest sterven. De gladiatoren waren meestal slaven of misdadigers en ze werden goed getraind op speciale scholen. Sommige mannen boden zich zelfs aan als vrijwilliger en keizer Commodus shockeerde Rome door zelf in het amfitheater te vechten. Ze hadden een hard en kort leven. Er waren verschillende soorten wapens en gladiatoren. Iedereen was dol op die sport, weinig mensen protesteerden om die bloederige sport te verbieden. Gladiator: afgeleid van \"gladius\", het Latijnse woord voor \"zwaard\". Gladiatoren vochten meestal op leven en dood. Het publiek hield er van om naar deze verschrikkelijke gevechten te kijken, maar soms spaarden ze het leven van de verliezer.
Een gevecht bestaat uit de volgende handelingen.

Wie mag het gevecht beginnen?
Dat is de speler die in dit gevecht de meeste speerwerpers heeft. Is dat gelijk, dan mag de aanvallende speler beginnen. Alle nettenwerpers in dit gevecht mogen een gladiator van de tegenstander tijdelijk uitschakelen. Het aantal zwaardvechters plus één is het aantal dobbelstenen dat wordt gegooid. Op elke dobbelsteen staan drie lege vlakken, twee vlakken met één ster en één vlak met twee sterren. Als de speler meer tweetanddragers heeft dan zijn tegenstander, dan mag hij besluiten om de dobbelsteenworp geheel over te doen. Elke schilddrager bij de tegenstander weert een vlak met één ster af. Voor elke twee overgebleven sterren, moet de tegenstander een slachtoffer naar eigen keuze afgeven. Dit mag zelfs een gladiator zijn die in een net ligt te rollen. Een eventueel overgebleven ster wordt in de vorm van een houten ster aan het team van de tegenstander toegevoegd. Nu mag de tegenstander terugslaan met de overgebleven gladiatoren. Opnieuw dus het aantal zwaardvechters plus één aan dobbelstenen. Eventueel opnieuw gooien als de speler meer tweetanddragers heeft dan zijn tegenstander. Schilddragers weren weer enkele sterren af. Slachtoffers worden verwijderd. Het gevecht is ten einde en de speler geeft de aanvalssteen door aan de volgende speler. Als een speler al zijn gladiatoren heeft verloren, dan speelt hij verder met de dieren. Als hij aan de beurt is kan hij met een bestaand dier spelen of een nieuw dier inbrengen. Daarmee kan hij gladiatoren aanvallen. De slachtoffers krijgt hij in dit geval wel als trofee. Ze gaan dan niet in de doos.
Het einde: Zodra er nog maar één speler gladiatoren in de arena heeft of als alle dieren verslagen zijn, is het spel ten einde. Elke gladiator (dood of levend) is één punt waard, elk dier is twee punten waard. De speler met de meeste punten heeft gewonnen.

Gladiatoren
Gladiator komt van het Latijnse woord \"gladius\" wat zwaard betekent.
De Gladiatoren waren de professionele strijders van het oude Rome, ze traden oorspronkelijk op bij Etruskische begrafenissen, zonder twijfel met de bedoeling de dode een gewapende begeleider mee te geven in zijn volgende leven, en dat de geesten van de doden bevredigd zouden worden door dit bloedoffer, dat is ook de reden waarom de gladiatoren vochten tot de dood. In Rome werden de gladiatorengevechten immens populair en namen snel in omvang toe. De eerst bekende voorstelling vond plaats in 264 vC dus dat wil zeggen voor christus op de begrafenis van een zekere Junius Brutus, schonken zijn zonen hem drie paren gladiatoren. Julius Caesar in 44 vC, liet tot driehonderd paren gladiatoren in blinkend zilveren uitrusting vechten als eerbetoon aan zijn vader die 20 jaar eerder gestorven was en het zouden er zelfs meer geweest zijn als een nerveuze Senaat hem niet had tegengehouden. Door deze toename in populariteit werden de voorstellingen uitgebreid van één dag tot soms zelfs een honderd-tal dagen, dit gebeurde soms onder de regering van keizer Titus. Keizer Trajanus liet tijdens zijn triomfviering vijfduizend paren gladiatoren vechten. De Etrusken leefden van circa 900-675 vC in Italië tussen de Alpen en de Tiber.

Vanaf 700 vC kwamen ze onder de invloed van de Grieken. Bij het einde van het jaar 200 werd dit soort van publieke vermakelijkheid van een attentie voor de doden, meer een attentie voor de levenden. Een aristocratische begrafenis werd aangewend om op te scheppen met hun welstand, om hun overwinningen te vieren en ook om hun reputatie zowel als hun carrière te verbeteren. De gladiatorenwedstrijden werden het voorrecht van de keizers die ze opdroegen als een voorstelling van hun eigen macht en prestige. Gladiatoren waren hoofdzakelijk slaven die voor dat doel werden aangekocht, en criminelen die veroordeeld werden te dienen in de scholen. Een niet ongewone merkwaardigheid in de rangen van de gladiatoren waren geruïneerde mannen, soms uit een hoge sociale positie, die als gladiator alsnog in hun levensonderhoud trachtten te voorzien. Veel vrije mannen oefenden dit riskante beroep uit in de hoop beroemdheid te verwerven of om onder de hoede te geraken van een rijke burger als beschermheer.
De vertoningen werden verschillende dagen op voorhand aangekondigd door affiches aan de muren in de straten, ook werden er kopieën van verkocht. Deze affiches gaven de namen van het beste koppel strijders, de datum van de show, de naam van de schenker en de verschillende soorten strijders. Het spektakel begon met een optocht van de gladiatoren door de arena en werd gevolgd door een simulatiegevecht (praelusio) met houten wapens. Trompetgeschal kondigde de optocht van de echte gladiatoren aan en zij die schrik hadden werden in de arena gedreven door middel van zwepen of roodgloeiende ijzers. Als een gladiator gewond raakte schreeuwden de toeschouwers \"Habet\" (hij is gewond). Als hij overgeleverd was aan de genade van zijn tegenstander, hield hij zijn hand op om de genade van het volk af te smeken, de schenker liet de beslissing over zijn leven of dood aan het volk, als de toeschouwers genade wensten wuifden ze hun zakdoeken en bij geen genade draaiden ze hun duimen naar beneden. De beloning voor een overwinning bestond uit palmtakjes en soms uit geld. Als een gladiator een aantal gevechten overleefde kon hij ontslagen worden uit zijn ambt, hij kon ook terug in dienst komen na zijn ontslag.In sommige gevallen konden de strijders politiek belangrijk worden omdat vele van de omstreden ambtenaren gladiatoren als bodyguards hadden. Dit leidde af en toe tot een handgemeen met bloedvergieten aan beide kanten .Een deserteur uit het Romeinse leger die gevangen genomen werd en verkocht als slaaf aan een gladiatorenschool in Capua, 26 km ten noorden van Napels, was Spartacus, één van de achtenzeventig mannen die in 73 vC ontsnapten en zich schuil hielden op de Vesuvius. Toen op de vlucht zijnde slaven en vrije mannen hun rangen vervoegden, groeide hun leger tot zeventigduizend. Spartacus vocht zijn weg naar Cisalpine Gaul van waar zijn volgelingen van plan waren zich te verspreiden naar hun thuisland. Maar toen besloten werd om in Italië te blijven om te plunderen, marcheerden ze terug zuidwaarts, ondertussen de Romeinse legioenen verslagend die voor hen werden uitgestuurd. De senaat, die in eerste instantie de bedreiging niet serieus nam en het beschreef als een rooftochtje van gladiatoren en slaven, duidde nu Crassus aan om hen met geweld te onderdrukken, iets dat nu wordt beschouwd als een opstand.
Spartacus en zijn vrienden werden tenslotte in de val gelokt en verslagen, in de steek gelaten door piraten die hun een overtocht naar Sicilië beloofd hadden. \"Zo groot was de slachting,\" schrijft Appian \"dat het onmogelijk was ze te tellen.\" Zesduizend gevangenen werden gekruisigd langs de Via Appia over de ganse lengte van Capua tot Rome. De derde Serviele Oorlog (Slavenoorlog), zoals hij werd genoemd, had tien legioenen en twee jaar nodig om onderdrukt te worden. Het volgende jaar werden Crassus en Pompeius verkozen als consuls van Rome. Het lichaam van Spartacus werd nooit gevonden.

Het amfitheater
Een amfitheater is een ovaalrond gebouw met trapsgewijs oplopende zitplaatsen, in het midden is een binnenplaats. De verschillende amfitheaters van de Romeinen zijn allemaal op dezelfde manier gebouwd, daardoor zijn er weinig verschillen tussen de stadions.
Het amfitheater in Xanten (vroeger: Colonia Ulpia Traiana), wat helemaal in het hoekje van de ommuurde stad lag, werd aan het begin van de tweede eeuw gebouwd. Het stadion heeft vroeger aan ongeveer 10 duizend mensen plaats geboden. Er waren ook 10 duizend mensen die in de binnen de muren verbleven. Ik denk dat er ook een aantal speciale plaatsen (boxen) waren voor de wat belangrijkere mensen Voor de toeschouwers waren er zo’n 12 ingangen en voor de mensen/dieren die moesten vechten of iets moesten spelen 2 ingangen. Het amfitheater in Xanten was vrij klein vergeleken bij andere amfitheaters, want een gemiddeld amfitheater had 20 tot 30 duizend zitplaatsen. In het Colosseum konden zelfs 50 duizend mensen in. Het amfitheater is, net als veel andere gebouwen in Xanten, na 276 langzaam aan afgebroken door de mensen die de stenen gebruikte voor nieuwe gebouwen en soms verkochten.

Op de binnenplaats van een amfitheater werden onder andere gladiatorengevechten gehouden. Gladiatoren waren vechters die elkaar bevochten om het publiek te vermaken. Zij waren vaak veroordeelde misdadigers die gedwongen werden om te vechten.
Soms werden krijgsgevangenen opgeleid tot gladiator, maar de bekendsten waren in feite vrijwilligers die hun vrije leven opgaven om letterlijk slaven van het publiek te worden. Het stoere imago van deze heldhaftige vechters sprak veel mensen aan en hoewel het een gevaarlijk beroep was, kon het leven als gladiator erg lonend zijn. Voordat de gladiatoren gingen vechten, was er altijd een bekend ritueel:
De vechters gingen met een hand omhoog voor de hoofdtribune staan en riepen dan
naar de keizer of de andere hoogste in het stadion: \"Morituri te salutant!\"(\"Zij die gaan sterven, groeten u!\"). In het amfitheater amuseerde het volk zich meestal door naar gruwelijke taferelen te kijken waar veel bloed bij te pas kwam. Er werden voornamelijk gladiatorengevechten gehouden. Het bekendste amfitheater was het Colosseum Het was het middelpunt van het amusement van Rome.
De mensen waren heel geïnteresseerd in de gladiatoren en hun gevechten. De goede gladiatoren waren zeer populair en konden veel geld verdienen. De gladiatoren waren meestal krijgsgevangenen, mensen die veroordeeld zijn voor een zwaar misdrijf en slaven. Er waren ook vrije mannen die tijdelijk gladiator wilden worden en beroepsvechters. Ze werden gladiator omdat ze geen andere manier zagen om te overleven, of omdat ze rijk en beroemd wilden worden. De gladiatoren moesten gehoorzaamheid zweren aan hun trainer.
En dat duurden wel jaren!

Soorten gladiatoren
Samnite; Zij vochten met de nationale wapens van de Samnieten (een volk uit het een gebied in Zuid-Italië, dat in 312 vChr werd verslagen). Een groot rechthoekig schild, een metalen of gekookt lederen beenbeschermer alleen aan hun linkerbeen, een gepluimde helm met vizier, een lange staart en een kort zwaard.

Tracian; Deze vechtersbaas had een klein rond schild, aan beide benen bescherming en een gebogen dolk of zwaard. Tevens droegen ze een volledige vizierhelm of een open helm met een brede rand. Vaak moesten ze vechten tegen Mirmillones.

Mirmillone; Deze gladiator is ook wel bekend onder de naam Thraciër of Galliër genoemd. Hij werd op de Gallische manier bewapend, namelijk met helm, zwaard en schild. Hun naam hebben ze te danken aan de visachtige versiering op hun helm.


Retiarius; Ook wel de netman, hij symboliseert de visser. Hij droeg een lichte bewapening, zoals een metalen schouderstuk op de linkerarm. Geen hoofddeksel, in de rechterhand een iaculum (werpnet) waarmee hij zijn tegenstander moest strikken. Om het af te maken had hij in zijn linkerhand een drietand. Deze vechters werden als minderwaardig gezien vanwege hun gebrekkige bepantsering. Zij moesten meestal vechten tegen de secutor.

Secutor; Deze gladiator wordt ook wel de achtervolger genoemd. Hij vocht met een groot ovalen of rechthoekig schild. Beide benen werden beschermd met lederen bekleding. Op zijn hoofd had hij een hoogvizier helm, en als wapen droeg hij een dolk of zwaard.

Sagitarius; Dit was een gehelmde boogschutter, hij kreeg zes pijlen mee. Daar moest hij het mee doen.
Laquearius; Hij droeg geen helm of schild, zijn wapens waren een lasso en een lange dolk. Op zijn linkerarm droeg hij een opstaand zwaar pantser.

Essedarius; Doet zijn intrede in de arena achterop een strijdwagen, met een helm zonder vizier, een middelgroot ovaal schild, een speer, een zwaard en bepantsering op zijn rechterarm.

Catafractarius; Had geen schild, wel een klassieke helm, een tweehandszwaard of een strijdknots. Hij droeg als bescherming een lange schub of maliënkolder en had geen beenbescherming.

Dimacheirius; Vocht met twee zwaarden, had een helm met opstaande rand en een metalen opstaande kuif. Op beide armen droeg hij een pantser en lederen banden om beide benen.
Saminte Secutor


Er waren veel verschillende soorten gladiatoren, die zich van elkaar af scheidden door hun verschillende wapenuitrustingen. De gevechten gingen meestal tussen twee verschillende soorten gladiatoren.

De soorten die het meest voorkwamen zijn:

Thraces: Dichte helm met vizier, grote beschermers op beide benen, armbeschermer, zeer klein rond schild en een klein, gekarteld zwaard

Secutores: Eivormige helm met ronde ooggaten,beschermer op een been armbeschermer, schild in de stijl van het leger, en een gewoon zwaard.

Retiarii: Arm beschermer, soms met een metalen schouderbeschermer, een groot net, kleine dolk en een drietand. Dit zijn de enige gladiatoren zonder helm. Doordat ze verder praktisch geen bescherming hadden, waren de retiarii de meest mobiele gladiatoren.

Bestiarii: Deze gladiatoren waren speciaal opgeleid om tegen verschillende soorten dieren te vechten. De bestiarii waren de laagst gerangschikte gladiatoren, dus konden ze niet zo populair als de anderen. Meestal waren ze nauwelijks beschermd, wel droegen ze speciale kleren, gemaakt van leer. Ze werden uitgerust met speren.

Samnieten: De samnieten gebruikten een groot schild en zwaard. Hun linkerbeen was beschermd door een leren of metalen beschermer. Ze droegen een helm met vizier en een grote pluim. De leider van een groep gladiatoren werd lanista genoemd. Hij zorgde voor de training in de scholen, die voor dit doel waren gebouwd, meestal in de buurt van de grote amfitheaters. De grootste van deze scholen was de Ludus Magnus, die naast het Colosseum lag. Het had een oefentheater, waarvan de ruïnes nog te zien zijn.


Begrafenis van gladiatoren
De gemakkelijkste oplossing zou verbranding geweest zijn maar omdat mensenvlees niet echt brandbaar is, zou men nog nood hebben aan hout, teer en papyrus. Een tweede mogelijkheid zou geweest zijn om de lijken af te voeren en ze ergens te dumpen, maar ook dit was uitgesloten aangezien het status van de lijken te erg verschilde.
Op aanvraag van collega’s, vrienden, en familieleden moesten de lijken een eervolle begrafenis krijgen. Een gladiator met een hoog status kon toch moeilijk op dezelfde plaats begraven worden als een slachtoffer uit de middagexecuties, die met een vleeshaak de arena was uit getrokken. Het vernederendste lot dat een slachtoffer na zijn dood kon krijgen was dat hij helemaal geen begrafenis kreeg, dat zijn lichaam niet met aarde werd bedekt, waardoor, zo geloofden de Romeinen, zijn ziel geen rust zou vinden en in het rijk der levenden zou blijven rondwaren.
Heel wat slachtoffers van de middagexecuties werden naar de Tiber gebracht en vanaf bruggen of kades in de rivier gesmeten.
Sommige ter dood veroordeelden haalden zelfs de Tiber niet. Hun marteling, dood en ‘begrafenis’ vonden plaats in de hokken van wilde dieren.
Slechts enkele kregen een werkelijk in het oog vallende begrafenis, als een afspiegeling van de faam die ze ooit tijdens hun leven genoten hadden. Maar dan gaat het wel over topgladiatoren, die voor zichzelf en hun baas veel geld hadden verdiend. Bij de begrafenis van iemand organiseerden de nabestaanden gevechten tussen personen als een munera (verplichting) ter ere van de overledene. Veel later, we zijn dan in het Republikeinse Romeinse tijdperk aanbeland, namen deze riten een zelfstandige vorm aan en werden enige malen door senatoren georganiseerd om de gunst van het publiek te veroveren, maar zij werden nog steeds munera genoemd.

Dit is een stukje van de opening van de show.

Gladiatrices
In een senatus consultum (senaatsbesluit) van 11 n.C. werd vastgelegd dat vrijgeboren vrouwen onder de twintig jaar oud voortaan niet meer in de arena mochten optreden. Dit betekende dat vrouwelijke gladiatoren of venatoren (jagers op wilde dieren) al voor dit tijdstip bestonden, anders hoefde het immers niet verboden te worden. Ook in Nicolaus van Damascus kunnen we een vroege verwijzing naar vrouwelijke gladiatoren vinden. Deze auteur leefde in de tijd van Augustus. In dit werk komt een man voor die in zijn testament vast had laten leggen, dat na zijn dood de mooiste vrouwen uit zijn bezit elkaar in de arena moesten bevechten. De bevolking stond de uitvoering van dit testament echter niet toe. De eerste specifieke vermelding van vrouwelijke gladiatoren vinden we onder de heerschappij van Nero. Vrouwen vochten waarschijnlijk dus al wel eerder als gladiatoren, maar vanaf Nero worden ze pas regelmatig beschreven door verschillende auteurs.
Vrouwen kregen waarschijnlijk niet dezelfde trainingen als hun mannelijke collega’s. Wel lijkt het erop dat ze met dezelfde wapens streden, wat bij Juvenalis alleen maar de lachlust opwekte:
“Purperen badjassen en damesolie, wie kent dit niet? Wie zag nog nooit een vrouw vanachter haar uitdagend schild voortdurend de oefenpaal bestoken met haar zwaard, precies volgens de regels van het spel? Zo’n vrouw is een klaroenstoot waard, maar stel dat in haar hart meer omgaat, dat zij traint voor het echte circus? Zo’n gehelmde vrouw meent dat ze alles mag, haar eigen vrouw-zijn ontvlucht ze ook, ze houdt van kracht, hoewel ze ook weer geen man wil zijn: dat voelt te koud! Maar als je ooit eens moet verkopen wat je vrouw bezat, dan maak je echt wel indruk met helmbos, degengordel, vechthandschoenen en linker scheenplaat; of wanneer je vrouwtje op andere wapens overgaat en dus haar beenbeschermers wegdoet, kun jij trots zijn! En kijk, terwijl zij ’t duurst en dunst gewaad vaak niet verdragen, zelfs gevoelig blijken voor zijden stofjes, moet je nu eens zien hoe zij de hun gedemonstreerde slagen hijgend nadoen, onder wat voor helm hun hoofdjes kreunen en hoe dikke zwachtels van ruwe bast hun knieën ondersteunen.”
Onder Nero zijn er drie voorbeelden bekend van spelen met vrouwelijke gladiatoren, namelijk in 59, 63 en 66 n.C. Het is wel opmerkelijk dat de deelname van vrouwen niet als iets nieuws wordt gepresenteerd door de verschillende auteurs. Dio Cassius beschrijft onder andere de munera die Nero ter ere van zijn moeder Agrippina hield te Rome in 59 n.C. Hij vond het zeer shockerend dat er zowel mannen als vrouwen uit zowel de ridder- als de senatorenstand aan meededen. Zij speelden fluit, participeerden in pantomimes, menden paarden, doodden wilde dieren en vochten als gladiatoren.In 63 n.C. waren er wederom vechtende vrouwen te bewonderen bij gladiatorenspelen in Rome. Volgens Tacitus waren zij van aristocratische komaf (ook vochten er senatoren). De derde gelegenheid waar vrouwen optraden als gladiatoren was in 66 n.C. te Puteoli (het huidige Pozzuoli). Nero pakte hier groots uit om de Armeense koning Tiridates te imponeren. Patrobius, een vrijgelaten slaaf van Nero organiseerde spellen waaraan (op één dag) louter Ethiopiërs meededen. Het bijzondere hieraan was dat er zowel mannen als vrouwen en kinderen meevochten. Naast deze drie gedateerde gebeurtenissen zijn er nog een drietal verwijzingen naar vechtende vrouwen onder Nero bij twee verschillende auteurs. Juvenalis parodiërt namelijk een vrouw genaamd Mevia, die het met een speer in haar hand en met een ontblote borst opneemt tegen een wildzwijn. Hier is echter wel sprake van een zogenaamde vrouwelijke venator, een venatrix derhalve. Dit waren veelal professionele jagers die in de arena op (groot) wild joegen ter vermaak van het volk. Wel is opvallend dat er verwezen wordt naar de amazones, Mevia ‘jaagt’ immers met een ontblote borst. Iets verderop in zijn Saturae maakt hij een vrouw belachelijk die als een gladiator traint. Het wordt echter niet duidelijk of het hier om een ‘echte’ gladiatrix handelt, of dat ze alleen de training ervan doet. Juvenalis zelf vraagt zich af of ze misschien voor de arena aan het trainen is. Hoewel dit satire is en er niet al teveel waarde aangehecht kan worden, blijft het feit dat vrouwen er wel degelijk mee bezig waren. De derde en laatste verwijzing vinden we bij Petronius, een ceremoniemeester aan het hof van Nero. Tijdens een uitgebreide maaltijd van de schatrijke parvenu Trimalchio vertelde een zekere Echion, handelaar in tweedehandskleren, over de komende feestelijkheden. Voor deze spellen waren reeds enkele clowns (dwergen?) en een vrouw die vanaf een strijdwagen zou vechten (mulierem essedariam) geregeld.


De aanwezigheid van vrouwelijke deelnemers aan de spellen bleef niet beperkt tot de periode van Nero, ook onder de Flaviërs (Titus en Domitianus) zijn ze bekend. In 80 n.C. traden vrouwen op bij de opening van het Amphitheatrum Flavium, beter bekend als het Colosseum. Dit vond plaats onder auspiciën van keizer Titus. Hier gaat het waarschijnlijk om een vrouwelijke bestiarius. Dit waren meer bevechters van wilde dieren en niet zozeer jagers (zoals de venatores). Dio haast zich wel te melden dat dit geen vrouwen van enige allure waren. Domitianus had ook een zwak voor vrouwelijke gladiatoren. Het is bekend dat hij regelmatig vrouwen tegen elkaar liet vechten. Suetonius vermeldt dat Domitianus vrouwen liet vechten bij het licht van fakkels. Ook uit Dio blijkt dat Domitianus regelmatig gevechten ’s nachts liet plaatsvinden (in 89 n.C?). Af en toe liet hij ook dwergen en vrouwen tegen elkaar vechten.

Er is tenslotte een inscriptie bewaard gebleven uit Ostia, waarin melding wordt gemaakt over spelen die door de lokale duumvir Hostilianus en zijn vrouw zijn gegeven. De inscriptie is waarschijnlijk uit de tijd van Septimius Severus (eind 2e eeuw n.C.). In de inscriptie wordt met trots vermeld dat Hostilianus de eerste persoon was die vrouwelijke zwaardvechters liet optreden sinds de stichting van de stad (Rome).

De literaire overblijfselen laten niet een heel grote geografische spreiding zien. De munera waar ook vrouwen hun deel in hadden kwamen vooral voor in Rome. Andere voorbeelden zijn we in Puteoli en Ostia tegen gekomen. Het valt hierbij op dat dit allemaal, op een na, keizerlijke munera waren. Alleen in het geval van Ostia waren de spelen door een lokale duumvir georganiseerd. De gedachte hierachter kan zijn geweest dat het aan de keizer voorbehouden was om de mooiste, de grootste en de spectaculairste spelen te organiseren. Nero organiseerde (weliswaar via een van zijn vrijgelatenen) immers spelen met vrouwelijke gladiatoren om indruk te maken op een oosterse koning.

Naast de literaire bronnen hebben we één afbeelding (mogelijk twee) van vrouwelijke gladiatoren. De afbeelding waarop zonder twijfel twee gladiatrices staan afgebeeld is een marmeren reliëf afkomstig uit Halicarnassus in Asia Minor, grofweg het huidige Turkije (zie de afbeelding). Het werd waarschijnlijk gemaakt om de vrijlating (άπελΰθησαν) van de twee vrouwen te herdenken, nadat ze enkele voortreffelijke gevechten hadden laten zien. De afgebeelde vrouwen zijn gekleed in een paan (een lendendoek die gedragen wordt door traditioneel geklede negers) en hebben een wapengordel om. De linker vrouw draagt volgens Robert (1940) een beenpantser en heeft een ontblote borst in amazonestijl. Zij draagt niet voor niets de naam Amazon. Op de afbeeldingen is dit echter met de grootste wil nog niet te zien. In dit geval moeten we Robert daarom maar even met een korreltje zout nemen. De rechter vrouw heet Achillia, heeft kniebeschermers (omgewikkelde banden) en is opvallend linkshandig. Beiden zijn bewapend met een dolk en een scutum (langwerpig vierkant houten schild met leer overtrokken: gebruikt door Romeinse legionairs). Het is opvallend dat ze beide geen helm dragen maar wel zwaar bewapend zijn. Het publiek in het amfitheater wilde de gezichten van de vechtende vrouwen goed kunnen zien. De uitrusting van de beide vrouwen is redelijk hetzelfde, maar komt niet helemaal overeen met de bekende typen gladiatoren. Ze lijken mij nog het meest een mix tussen een secutor en een Thraex. Er zijn twee verklaringen te geven voor het feit dat zij geen bestaand type gladiator vertegenwoordigen. De eerste verklaring is dat ze dat in het Oosten van het Rijk vochten. In het oosten van het Romeinse Rijk bleven de typen gladiatoren zich namelijk evolueren, terwijl in het westen de typen veelal vast lagen (in ieder geval vanaf ongeveer 100 na Christus). De andere verklaring heeft met het fenomeen van de gladiatrices zelf te maken. Hiermee bedoel ik dat vechtende vrouwen in de arena eigenlijk een heel onnatuurlijk iets waren. Hun wapenuitrusting was daarom ook onnatuurlijk van samenstelling. Volgens Gunderson moest het vechten van vrouwen worden gezien als een nieuwigheid, zeker niet als serieuze gladiatoren. Ook kon men deze nieuwe gril pas goed op zijn waarde schatten als men in staat was de gezichten van de vrouwen te zien. Dit vind ik echter geen overtuigend argument aangezien vrouwen allang bekend waren als gladiatoren, tenzij het IN Halicarnassus daadwerkelijk een primeur was. Ten tweede waren er ook ‘gewone’ gladiatoren die zonder helm vochten, zoals de retiarii en de Thraeces.

Grafreliëf met mogelijk
twee vrouwelijke gladiatoren.

Afbeelding 2 is een twijfelgeval. Wiedemann schrijft dat het denkbaar is dat de twee figuren op het grafmonument oorspronkelijk bedoeld zijn als vrouwelijke gladiatoren. De figuren op het reliëf zijn inderdaad erg slank en hun wapenuitrusting lijkt overeen te komen met die van Achillia en Amazon. De twee figuren dragen echter allebei een helm. Dit hoeft geen probleem te zijn want bij Juvenalis waren we al een trainende vrouw tegengekomen die een helm droeg. Aan de andere kant werden verslagen gladiatoren niet (meer) als ‘echte’ mannen gezien. Ten gevolge hiervan werden op enkele reliëfs de verslagen gladiatoren, die het oordeel van de massa afwachten, afgebeeld met de knieën dicht tegen elkaar aan. Griekse beeldhouwers pasten dit principe al toe in de 5e eeuw v.C. om de vrouwelijkheid van hun beelden te benadrukken. De aandacht werd zo immers op de heupen gericht en vrouwelijke heupen hebben nu eenmaal van nature een andere vorm dan die van mannen. Dit reliëf is echter anders omdat hierop beide gladiatoren (vooral de rechter) op een dergelijke vrouwelijke wijze staan afgebeeld. Het is dus zeker mogelijk dat we hier te maken hebben met twee vrouwelijke gladiatoren.

De vrouwelijke gladiatoren waren ongetwijfeld een belangrijk onderdeel van de spellen. Juist omdat ze niet elke keer aan de spelen meededen, was de keren dat ze wel optraden het enthousiasme des te groter bij het publiek. Septimius Severus maakte echter een eind aan dit onderdeel van de spellen door ze te verbieden. Hij vond het eigenlijk allemaal net iets te ver gaan. De grappen die over de vrouwen werden gemaakt en het zichzelf belachelijk maken van de vrouwen in hun zware wapenuitrustingen waren de vrouwen onwaardig. Dit is een tamelijk 21e eeuwse slotsom, maar Septimius Severus schijnt zich het lot van deze vrouwen echt aangetrokken te hebben, ook al hadden zij dit in de meeste gevallen zelf verkozen.


Hoe zien de trainingen er uit
Wie veroordeeld werd tot een gladiatorenschool werd lid van de familia gladiatoria. Hij wist dat zijn persoon ondergeschikt was geworden aan het prestige van de school en dat hij ieder verlangen naar privacy moest laten varen. Hij zwoer een plechtige eed waarmee hij zijn degradatie officieel bevestigde en beloofde dat hij vernederingen van de ergste soort zou doorstaan, dat hij de dood door verbranding, in ketenen of door het zwaard zonder protest zou ondergaan. Door deze eed wijdde de gladiator zich aan de goden van de onderwereld, op wier bevel zijn leven werd gespaard of geofferd.
Mannen die uit vrije wil gladiator werden, sloten voor het afleggen van de gladiatoreneed eerst een verdrag met een gladiatorenbaas, waarin werd vastgelegd dat zij zich voor een bepaalde tijd verplichtten als gladiator op te treden.
Vanaf dat moment speelde hun leven zich voornamelijk af binnen de ommuring van zijn school. Dag in dag uit werd er hard getraind en hij woonde in een kleine barak van hooguit 3 bij 4 meter.
Iedere school had strenge keuringseisen. Wanneer een beginnend gladiator de kazernepoort binnenging, werd hij direct onderzocht door een dokter, die vooral lette op zijn fysionomie en zijn uitstraling. Bij wie dit niet aan de eisen voldeed, werd weggestuurd. Diegenen die wel door de keuring raakten werden daarna nog meerdere malen onderzocht, zeker als ze ernstige letsels hadden opgelopen of wanneer ze door de zware gevechten hun uitstraling waren verloren.
Een goede medische verzorging is onmisbaar net als goede voeding. Op het dagelijks menu stond geregeld een soort gerstepap met bonen, wat gladiatoren zelfs de bijnaam hordearii, gerstepapeters, opleverde.
Gladiatoren werden altijd getraind op speciale scholen (genaamd een ludus). Deze stonden onder leiding van de lanista, de manager van de gladiatoren. De opleiding gebeurde in sportscholen, waar men oefende met collega\'s, die men daarna misschien doodde. Een minderheid was getrouwd en had kinderen. De seksuele aantrekkingskracht van deze spierenbundels bij de vrouwen was groot, maar een huwelijk met een vrije vrouw was uitzonderlijk en kon enkel als de gladiator ook vrijgelaten was. Gladiatrices bestonden ook, maar bleven zeldzaam.

De lanista liet de gladiatoren in zijn ludus trainen met allerlei soorten wapens. Zo werden de
gladiatoren experts in het vechten, doden en sterven. Als de gladiatoren voldoende getraind waren, werden ze
door de lanista aan de organisator van een munus (editor) verkocht of verhuurd. Vaak was dit de keizer, soms
een generaal of een rijke patriciër. Gladiatoren moesten zware trainingen ondergaan, een bekende manier van vechten die de gladiatoren veel toepaste is de Pancrase, dat is een mengvorm van worstelen, boksen en karate. Het Pancrase was de vechtsport, waarbij vrijwel alles mocht. Slaan, trappen, verwurgen, vingers breken. Wat niet mocht was bijten en elkaars ogen uitsteken.

Op de linker afbeelding zie je dat de scheidsrechter ingrijpt! De meeste trainingen hebben wel het Pancrase systeem als uitgangspunt, maar ze worden gegeven als \'open \' trainingen. Trainingen waarbij elementen van allerlei vechtkunsten een plaats kunnen krijgen en waar ook les gegeven zal worden door mensen met verschillende vechtkunst achtergronden. Dit noemt men ook wel \'cross-training\'.

Uit de Romeinse tijd is bekend dat de gladiatoren ‘speciale’ voedingsmiddelen gebruikten om sneller te herstellen van een blessure. Het gebruik van voedingssupplementen is dan ook even oud als de sport zelf. In de derde eeuw voor Christus wordt door de Griekse arts Galen, een middeltje gemaakt om de prestaties van sporters en gladiatoren vechters, te doen verbeteren.

Op leven en dood
Bij de arena werden programma’s verkocht en de gladiatoren werden rondgereden door de arena. Ze stopten bij het balkon van de keizer en riepen: ‘Heil Caesar, zij die gaan sterven, groeten u!’ Trompetten schalden, de gevechten begonnen.


Targus, de zwaardvechter, dook in elkaar en sprong opzij Het net van zijn tegenstander raakte zijn ronde schild. Het klonk als een zweepslag. De drietand schoot op hem af en hij moest opnieuw weg springen. De stalen tanden krasten langs de zijkant van zijn schild. Door de schok brak het leren handvat en het schild plofte in het zand! Targus kreunde van de pijn, maar ook uit wanhoop. Daar stond hij dan, onbeschermd en met een veel te kort zwaard. Om de drietandman te kunnen raken, moest hij de lange drietand voorbij!
De drietandman sprong met een schreeuw op hem af. Het publiek loeide met hem mee. Maar Targus had op zo’n uitval gewacht!
‘Haah!,’ brulde hij terug, terwijl hij nog eens opzij sprong. De drietand zoefde rakelings langs zijn keel. Zijn kromme zwaard schoot vooruit. Maar de drietandman leek wel een danser! Hij tolde om zijn as en het net zwierde mee, als een wijde mantel. De verraste Targus kreeg een dreun. Het zwaard werd uit zijn hand geslagen. Hij struikelde over zijn eigen schild en viel. ‘Boe!’, brulde het publiek. ‘Steek hem dood, sukkel!’
Jij of ik!’, schreeuwde de drietandman. ‘Dus liever jij!’
Met een doodskreet rolde Targus opzij. De drietand schampte langs zijn schouderplaat in het zand. Als vanzelf schoten zijn voeten omhoog. De drietandman klapte dubbel. Targus ving hem met zijn handen op bij de schouders en trapte hem over zich heen. Met een zware bons sloeg zijn tegenstander tegen de grond. Targus was alweer overeind en graaide naar zijn zwaard. ‘Jij of ik!’ schreeuwde hij en stak toe.
Hetzelfde publiek dat hem net nog dood wenste, juichte hem toe!

Wapens en helmen
Gladiatoren gevechten waren erg populair onder de Romeinen. De keizer organiseerde deze gevechten om het volk tevreden te stellen. de gladiatoren waren vaak gevangenen of vrijwilligers.

Er waren meerdere soorten gladiatoren die van elkaar verschilden door hun uitrusting en de manier van vechten. Tussen haakjes staan de Latijnse namen van de wapens en hun uitrustingen.

De \"Samnite\" hun naam kwam van een volk uit een bergachtig gebied in Zuid-Italië dat volk werd in 312 vC door de Romeinen verslagen.

Ze vochten met de nationale wapens van de Samnieten: een groot rechthoekig schild (scutum), een metalen of gekookt lederen scheenbeschermer (ocrea) aan hun linkerbeen, een gepluimde helm met vizier (galea) en lange staart en een kort zwaard (gladius).

De \"Tracian\" had een klein rond schildje, scheenbeschermers aan beide benen, een gebogen dolk (sica) of zwaard, op hun hoofd hadden ze een volledige vizierhelm of een open helm met een brede rand. Over het algemeen werden ze ingezet tegen de Mirmillones.

De \"Mirmillone\" die bewapend werd met helm, zwaard en schild en zo genoemd werd naar de visversiering op hun helm.

De \"Retiarius\" de netman, hij symboliseerde de visser, droeg een lichte pantsering zoals een metalen schouderstuk (galerus) op de linkerarm, hij vocht blootshoofds en hij probeerde zijn \"achtervolger\" te strikken met zijn werpnet (iaculum) dat hij in de rechterhand hield en indien succesvol maakte hij zijn vijand af met de drietand (fascina) in zijn linkerhand. Hij werd meestal ingezet tegen de secutor. Ze werden aanzien als minderwaardig door gebrek aan pantsering.

De \"Secutor\" de achtervolger, hij vocht met een groot ovalen of rechthoekig schild en lederen beenbeschermers op zijn benen. Hij droeg ook een hoogvizier helm, zijn wapen was een dolk of een zwaard.

De \"Sagitarius\" was een gehelmde boogschutter die zes pijlen meekreeg.

De \"Laquearius\" geen helm of schild, zijn wapens waren een bollas of een lasso en een lange dolk, zijn linkerarm en schouder waren beschermd met een zwaar opstaand pantser.

De \"Essedarius\" zijn intrede in de arena was achterop een strijdwagen, een helm zonder vizier, een middelgroot ovaal schild, een speer en een zwaard en bepantsering op zijn rechterarm

De \"Catafractarius\" droeg een klassieke helm, geen schild, wel een tweehandszwaard of een strijdknots, als bescherming had hij een lange schub of maliënkolder en geen beenbescherming.


De \"Dimacheirius\" had een helm met opstaande rand en een metalen opstaande kuif, hij vocht met twee zwaarden en had een pantser op beide armen en lederen banden om de beide benen.

De \"Provocator\" zijn helm had een opstaande rand met een metalen kuif, en een klein schildje met armbevestiging zodat hij in zijn linkerhand een kort zwaard of een lange dolk kon hanteren. Een stootspeer was zijn primaire wapen en soms had hij twee hoge scheenplaten en soms geen, wel had hij altijd bescherming op zijn rechterhand. Met de opkomst van het christendom vielen de gladiatorenvoorstellingen in ongenade. Keizer Constantijn I heeft de gladiatorspellen wettelijk verboden in het jaar 325, aanvankelijk met weinig effect want ze werden opnieuw verboden door keizer Honorius die leefde van 393 tot 423 en zelfs nog een eeuw daarna zouden ze verder bestaan hebben.

Het colloseum
Fundamenten=bouwwerk in de grond als basis voor een gebouw.

Travertijn=marmerachtige kalksteen.

Thans=nu.

Magistraten=rechterlijk ambtenaar.

Stucwerk=in stuc uitgevoerd werk.

Gedecoreerde=versieren,beschilderen.

Uitlopers=tak van een berg keten.

Ambtenaar=persoon die gemeente werk doet.

Gefinancierd=een soort lening die je van de bank kan krijgen.

schouwspelen=is een voorstelling.

Dusdanig =heel erg bijvoorbeeld iets vernietigd.

fort=aan alle zijden verdedigbaar,duurzaam vesting werk zonder woonfunctie.

façade=voorkant van een gebouw.


marmer=fijnkorrelig kalkgesteente dat gepolijst in bouw gebruikt wordt.

Kruisweg=de lijdensweg van christus van pilatus naar Golgotha.

Imposant=indrukkwekkend.

Gladiatoren
Circa=omstreeks of dicht bij iets zijn

Reputatie=hoe goed of slecht is iemand

Prestige= prestaties. Hoe goed iemand is in zijn werk.

Trachtten=proberen.

Bloedvergieten=het doden van mensen.

Deserteur= iemand die overloopt van de ene naar de andere groep.

Legioenen=oude Romeinse legereenheid,eerst 3000,later 6000 en meer man sterk.

Consuls=gevolmachtigd. bv iemand iets voor jou laten doen.

Het amfitheater
Trapsgewijs= iets stap voor stap doen.

Ommuurde=ring met een muur omgeven.


Imago=reputatie. hoe goed of slecht is iemand

Amuseerde=vermaken aangenaam bezighouden.

Begrafenis van gladiatoren
Faam=bekend
Republikeinse=van of als van een republiek.

Gladiatrices
Auteur=een schrijfster.

Imponeren=,eerbied,bewondering

Gedateerde=uit de genoemde tijd afkomstig zijn.

Amazones=vrouwelijke ruiter.

Ceremoniemeester=iemand die een show presenteert.

Parvenu=iemand die tot een hogere klasse opgeklommen is,maar zich daar niet naar weet te gedragen.

Auspiciën=iemand onder zijn toezicht helpen.

Inscriptie=in steen,metaal of anderen harde materiaal

Reliëf=het uitsteken boven iets anders. bv de beste leerling zijn dan iedereen in de klas.

Hoe zien de trainingen er uit
Privacy= iemands persoonlijke leven. Niemand mag weten wat er in zijn leven gebeurd.


Fysionomie=gezichtsuitdrukking. Gekke gezichten trekken.

Wapens en helmen
Pantsering= zich beschermen tegen iets. Bv een gepantserde auto. Hier kan er geen kogel doorheen .



REACTIES

B.

B.

kei goede spreekbeurt goed om van te leren

13 jaar geleden

R.

R.

een heel goed werkstuk. ik heb er ook heel veel over geleerd.

13 jaar geleden

Y.

Y.

mega interessant!! ik kan er keiveel uit leren:)

12 jaar geleden

Y.

Y.

leuk dat je de betekenissen van de woorden erbij zet!!
echt waar, goeie spreekbeurt

12 jaar geleden

A.

A.

het is Colosseum en niet colloseum

12 jaar geleden

..

..

je begint ineens over een spel met dobbelstenen. waar slaat dat op????? :(

12 jaar geleden

T.

T.

veel info voor MIJN werkstuk GS

11 jaar geleden

A.

A.

echt een goed spreekbeurt. heb er veel van geleerd. was alleen een beetje verwarrend met die dobbelsteen.

11 jaar geleden

A.

A.

dobbelsteen?

10 jaar geleden

N.

N.

echt een fijn werkstuk ik heb hier al me informatie hier vandaan en ik heb een 9

9 jaar geleden

J.

J.

waarom staat er niet waarom ze die gevechten hielden? of staat het er wel en heb ik eroverheen gelezen?

8 jaar geleden

J.

J.

lang maar wel interessant verhaal

7 jaar geleden

C.

C.

Zeer interessant, echter de 'morituri te salutant' is een verzinsel uit de filmwereld.

6 jaar geleden

P.

P.

Het Colosseum is vernoemd naar Colossus? niet naar Nero?

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.