Frankrijk in de tijd van Lodewijk XIV

Beoordeling 5.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 972 woorden
  • 30 augustus 2004
  • 75 keer beoordeeld
Cijfer 5.6
75 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Inleiding • Aanpak • Problemen • Hoofdvraag
1. Standen in het zeventiende-eeuwse Frankrijk
2. Het sociale leven
Conclusie • Antwoord op de hoofdvraag • Mening Inleiding Dit werkstuk gaat over Frankrijk in de zeventiende eeuw. Het is gemaakt met behulp van §3 + §4 uit het boek Sporen deel 2. Ik ben meteen begonnen aan het werkstuk het 1e weekend nadat ik hoorde dat ik het moest maken. Ik ben begonnen met de vragen te maken en heb daarna in het klad er een verhaaltje van gemaakt. In de voorjaarsvakantie ben ik verder gegaan, en heb het toen ook afgemaakt. Problemen ben ik niet tegen gekomen bij het maken van dit werkstuk. Als hoofdvraag heb ik verzonnen: Hoe was het leven van de normale burgers in het zeventiende-eeuwse Frankrijk? H.1 Standen in het zeventiende-eeuwse Frankrijk In de zeventiende eeuw waren er in Frankrijk 3 standen. De adel, de geestelijke en de derde stand met de overige bevolking. De adel en de geestelijken hadden voorrechten. Niemand veranderde dat, want het was de wil van de koning en zijn wil was heilig. Hij was immers door God gestuurd. De boeren hadden meestal een klein stukje land waar ze wat op verbouwden. Ze waren erg vrij, maar ze waren wel afhankelijk van de adellijke heren. Zonder adellijke heren was er voor hen geen land, en dus ook geen opbrengsten. Dit leek op de tijd van het feodalisme. In de zeventiende eeuw had de burgerij veel land in bezit. Het waren vooral de rijke burgers die geld hadden verdiend in de handel. Deze groep mensen noemen we de bourgeoisie. Zij hoorde bij de stand van de normale burgers, de derde stand. Je kan de bourgeoisie kapitalistisch noemen, omdat ze hun geld staken in handelsondernemingen. Mensen met veel geld konden een adellijke titel kopen. Zo konden de rijke burgers, de bourgeoisie, ook invloed hebben op de samenleving. De edelen keken neer op de bourgeoisie. Ze vonden het minderwaardig als je geld verdiende met de handel en de nijverheid, het kapitalisme. De edelen vonden het belachelijk dat de bourgeoisie niks deed en zo hun geld verdienden. De edelen moesten namelijk hard op het land werken, anders zou men uit de adellijke stand gezet worden. De bourgeoisie was economisch wel gelijk aan de adel, maar sociaal niet. Ze kwamen niet bij elkaar op feesten en ze gingen met andere mensen om. De rijke mensen richtten armenhuizen op voor de bedelaars en de zwervers in het zeventiende-eeuwse Frankrijk. De redenen voor het oprichten waren: • De zwervers en bedelaars waren zeer ongewenst. • Ze waren erg gevaarlijk. • Ze vormden een aanslag op de gezondheid en het fatsoen van de burgers. De bedoeling van de armenhuizen was om de ongewenste zwervers en bedelaars harde dwangarbeid te laten doen, zodat ze snel zouden sterven.
H.2. Het sociale leven In 1659 trouwde Lodewijk XIV, de koning van Frankrijk, met Maria-Theresa, een Spaanse prinses. Zij trouwden om politieke redenen. Er was dan voortaan geen oorlog meer tussen Frankrijk en Spanje. De koning had veel maîtresses, minnaressen. Er waren toen drie normen voor de koning, wij vinden deze tegenwoordig niet normaal meer: • De maîtresses van de koning woonden aan het hof. • Het was zeer gewoon dat de koning meerdere maîtresses had. • Zij hadden veel invloed en aanzien. De bourgeoisiehuisvrouwen hadden verschillende taken in het huis: • Zij zorgden voor de opvoeding van de kinderen. • Zij deden de boodschappen. • Zij bewaarden de sleutels van het huis. • Zij hielden de rekeningen bij. De huwelijkstrouw was verschillend bij de adel en de burgerij. De adel dacht er heel simpel over. De meeste edelen hadden dan ook meerdere maîtresses. De burgerlijke mensen hielden zich wel aan de huwelijkstrouw. De oorzaak hiervan is dat de kerk veel meer invloed had op de burger dan op de adel. Jongens en meisjes mochten in de zeventiende eeuw niet uitmaken met wie ze trouwden. Vooral niet als het ging om rijke families. Deze ouders wilden niet dat hun zoon of dochter zou gaan trouwen met een arme burger. In tegenstelling tot de rijke families konden de arme jongens en meisjes zelf een partner uitzoeken. De kerk zei dat het huwelijk iets was wat voor altijd gold, het scheiden was er dus niet bij. Maar de werkelijkheid was anders. Soms liep de man weg, ging ergens anders wonen en trouwde met een andere vrouw. Maar meestal kwam het voor dat de vrouw overleed tijdens de bevalling. De huwelijken duurden in die tijd tussen de 15 en 20 jaar. De belangrijkste reden daarvoor was dat één van de twee partners overleed. Conclusie De hoofdvraag is: Hoe was het leven van de normale burgers in het zeventiende-eeuwse Frankrijk? Het antwoord: De burgers waren in de zeventiende eeuw voor het grotendeel boeren, maar ze waren wel vrije mensen. Ze waren wel afhankelijk van de adellijke heren, want zonder hen hadden ze geen land. De koning liet soms ook gewone burgers in de adellijke stand toe. Sommige burgers waren namelijk heel rijk geworden en konden dan een adellijke titel kopen. Ze konden zo ook invloed hebben op de samenleving. De rijke burgervrouwen verzorgden de opvoeding van de kinderen, deden de boodschappen, hielden de sleutels bij zich en hielden de rekeningen bij. De burgers vonden de huwelijkstrouw heel belangrijk. De koning dacht daar heel anders over. De kerk had kennelijk meer invloed op de burgerij dan op de adel. Scheiden was ook iets wat niet hoorde bij de rooms-katholieken. De vrouwen hadden veel kans op gevaar bij de zwangerschap. Één op de vijftien overleefde de bevalling niet. Mijn mening over het leven in de 17e eeuw. Mij lijkt het geen leuke tijd om in te leven. De wil van de koning was heilig, je had dus bijna niks zelf te zeggen. Dat is nu naar mijn mening wel beter geregeld. De haren en de kleding die ze toen droegen vind ik wel erg mooi. Maar toch leef ik liever in deze eeuw…

REACTIES

J.

J.

helemmaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaal niks aan gehad en Bedank

18 jaar geleden

L.

L.

seriously!
dit is te gek. echt super kan het heel goed gebruiken.

13 jaar geleden

F.

F.

super !

13 jaar geleden

B.

B.

dit is gewoon slecht

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.