Inleiding.
In dit werkstuk ga ik het hebben over de invloed die klassieke voorbeelden in de kunst hadden. Om daarachter te komen, ga ik naar de invloed over verschillende periodes kijken. Ook ga ik kijken wat het begrip classicisme betekent en wat het ermee te maken had. Aan het eind zal ik dan mijn onderzoeksvraag beantwoorden. Die onderzoeksvraag luidt: Hoe is de westerse kunst omgegaan met het klassieke voorbeeld van onder andere de drie gratiën? Hoewel ik zeg onder andere, bespreek ik alleen het voorbeeld van de drie Gratiën. Classicisme. Als je de betekenis van classicisme uit het woordenboek haalt, krijg je de volgende betekenis: ‘richting in de kunst die de Griekse en Romeinse oudheid navolgt’. In Nederland heeft die stroming de naam classicisme gekregen, maar in bijvoorbeeld heet het neoclassicisme. Het classicisme heeft niet in elke periode dezelfde vorm gehouden; er zijn verschillen te zien tussen bijvoorbeeld de Renaissance en het postmodernisme. In de Renaissance is de kleding namelijk meer op de klederdracht uit de oudheid gericht en in het Postmodernisme staan de drie Gratiën in spijkerbroek afgebeeld. Hier volgen van de Middeleeuwen tot aan het Postmodernisme de kenmerken van het classicisme van die tijd.
De Middeleeuwen (500-1500): De drie Gratiën worden niet als vrouwen uit de Oudheid afgebeeld, maar als tijdgenoten; de vrouwen zien eruit alsof ze in de Middeleeuwen thuis horen. Dit wordt ook wel anachronisme genoemd. Dit is een kenmerk die echt specifiek is voor de Middeleeuwen. De Renaissance (1500-1600): In de Renaissance werd de manier van tekenen die ze in de Oudheid hadden gekopieerd. Ook werd een boodschap in het kunstwerk gestopt. Ook werd de classicistische kunst voor een geschoold publiek gemaakt. De Barok (1600-1730): De Barokkunst is dramatisch, pathetisch en vol beweging en spanning. Meer kenmerken heeft de Barok niet, maar de Barokkunst is wel makkelijk te herkennen. De Rococo (1730-1800): De Rococo is een stijl die erg gericht is op decoratie. De kunstwerken uit die tijd behandelen aloude thema’s op een luchtige en erotische manier. Het Neoclassicisme (1800-1960): Het Neoclassicisme idealiseerde de Griekse kunst. De edele eenvoud en de serene grootsheid werden de norm en niet alleen in de kunst en architectuur, maar ook in kleding, omgangsvormen, politiek en opvoeding. Dit kan je ook wel ‘de liefde voor Griekenland’ noemen. Met deze neoclassicisme wordt het andere woord voor classicisme bedoelt. De Nazi-kunst (1930-1945): De Nazi-kunst was door Hitler, Mussolini en Stalin tot officiële kunst uitgeroepen, daardoor werd de kunst eigenlijk als propaganda gebruikt. Volgens mij zijn er verder eigenlijk geen kenmerken van het classicisme in die tijd. Het Postmodernisme (vanaf 1980): Het classicisme is in het postmodernisme heel prominent aanwezig. Soms ironiserend, soms vervreemdend, maar toch ook weer heel vaak serieus. De drie Gratiën.
Ik heb het nu al de hele tijd over de drie Gratiën, maar wat zijn zij eigenlijk? De drie Gratiën zijn de drie belangrijkste godinnen, namelijk Hera, Athena en Aphrodite. De drie Gratiën zijn in het verhaal van het Parisoordeel voor eerst voorgekomen. Van die drie Gratiën werd Aphrodite tot mooiste gekozen. Om het wat duidelijker te maken, zal ik een stukje van het Parisoordeel citeren. “Toen Zeus’ dochter Thetis met Peleus trouwde, werden, zo gaat het verhaal, alle goden voor het feestmaal uitgenodigd behalve Eris, dat is de Ruzie. Toen deze na een tijdje toch opdook en geen toegang kreeg tot het feestmaal, gooide zij vanuit de deuropening een gouden appel, waarop stond: ‘De mooiste vrouw mag mij pakken’. Hera, Aphrodite en Athena eisten de schoonheidsprijs ieder voor zich op. Zo kregen zij een stevige ruzie. Toen gaf Zeus aan Hermes de opdracht om hen naar Paris te brengen en hem te laten oordelen. Indien hij haar zou kiezen, beloofde Hera hem over alle landen te laten heersen en hem de rijkste van de mensen te maken, maar Athena dat hij de dapperste onder de stervelingen zou zijnen vaardig in elke kunst als zij als winnares uit de bus zou komen. Maar Aphrodite beloofde hem Helena, de mooiste van alle vrouwen, als echtgenote te geven. Paris stelde het geschenk van deze laatste godin boven dat van de anderen en sprak als oordeel uit dat Aphrodite de mooiste was.”
In het citaat worden de godinnen Hera, Aphrodite en Athena genoemd, maar er wordt niet bij gezegd waar zij de godinnen van waren. Om alles nog wat duidelijker te maken, zal ik bespreken wat elk van die godinnen deed, wat hun kenmerken waren en waarvan ze de godin waren. Hera: Hera is de vrouw en de zus van Zeus en ze is de dochter van Cronus en Rhea. Ze is de koningin van de godinnen. Hera werd meestal geëerd als de godin van het huwelijk en de geboorte. De koe en de pauw zijn haar heilige dieren. Hera’s wagen werd ook voortgetrokken door pauwen. De kraai en de granaatappel, het symbool voor het huwelijk, waren ook aan haar opgedragen, net als een diadeem, een kostbaar versierde voorhoofdsband, en een sluier. Hera werd meestal als een majestueuze, plechtige vrouw afgebeeld. Aphrodite: In de Griekse mythologie is Aphrodite de godin van de liefde, schoonheid en seksuele extase. Ze is de vrouw van de smidgod Hephaestus en de dochter van Uranus, de vader van de goden. De kenmerkende voorwerpen van Aphrodite zijn onder andere de granaatappel, de dolfijn, de zwaan, de duif en de limoenboom. Athena: Athena is de godin van wijsdom, oorlog, kunst, industrie, rechtvaardigheid en vaardigheid. Ze was de favoriete dochter van Zeus en de dochter van Metis, de eerste vrouw van Zeus. Athena werd uit het hoofd van Zeus geboren; Zeus had erge hoofdpijn en riep Hephaestus om zijn hoofd open te splijten en toen kwam Athena eruit. Haar metgezel was de godin van de overwinning, Nike. De kenmerkende attribuut van Athena is de uil.
Betoog. Om te beginnen zal ik het classicisme uitleggen. Het classicisme is een richting in de kunst die de Griekse en Romeinse oudheid navolgt. Het classicisme heeft niet in alle landen dezelfde naam; in Frankrijk bijvoorbeeld heet het classicisme neoclassicisme. Heet classicisme heeft in veel periodes invloed gehad op de kunst. De periodes vanaf de Middeleeuwen tot aan het Postmodernisme ga ik behandelen. In het Memo werkboek staan bronnen waarin het classicisme te zien is. Elk van die bronnen beelden de drie Gratiën uit. Aan de hand van die bronnen en de gegevens die ik heb, ga ik mijn vraag beantwoorden en die vraag luidt: Hoe is de Westerse kunst omgegaan met het klassieke voorbeeld van de drie Gratiën?
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden