De staat Israel, normaal of bijzonder

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1976 woorden
  • 23 mei 2001
  • 83 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
83 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De staat Israël, normaal of bijzonder? Theologische visies op de staat Israël Inleiding “De staat Israël: normaal of bijzonder?”. Een onderwerp wat veel mensen bezig houdt, ook nu weer door de uiteenlopende toekomstverwachtingen van het ‘magische’ jaar 2000. Misschien zal dit jaar het jaar worden waarin de vredesbesprekingen tot vrede leiden, of waarin nog meer bijzondere dingen zullen gebeuren. Maar is de staat Israël dan wel zo bijzonder ??? In dit onderzoekje wil ik proberen de volgende vraag te onderzoeken en te beantwoorden. “Is de staat Israël een normale staat, zoals alle andere staten op deze wereld, of is het theologisch gezien toch een bijzondere staat?” Deze paper is opgebouwd in vier verschillende onderdelen. Het eerste onderdeel gaat over Israël in de tijd van de Bijbel. Het tweede onderdeel is een beschrijving van de vijf theologische visies op de staat Israël, met daarbij ook welke visies in de gebruikte artikelen voorkomen. In het het derde onderdeel wordt de vervullingsgedachte verder uitgewerkt aan de hand van drie theologische argumenten. In het laatse onderdeel worden de argumenten voor de vervangingsgedachte weerlegd. Als laatste rest ons nog de conclusie met daarin het antwoord op de onderzoeksvraag. 1. Waardoor was Israël in de bijbelse tijd uniek en hoe bleek dat? Israël was Gods Verbondsvolk. Een tijdlang beperkte God Zijn heil en genade tot het Joodse volk. De roeping van Abraham uit Ur der Chaldeën en de verbondssluiting op de Sinaï maken duidelijk dat het volk Israël een bijzondere plaats in nam onder de volken. Enkele eeuwen lang heeft het volk Israël in Kanaan gewoond. Zij hadden recht op dat gebied omdat God dat aan Abraham en zijn nakomelingen geschonken had ‘tot een eeuwige bezitting’. Ze konden dan in vrede hun God dienen. Het Joodse volk had immers een eigen identiteit, die ontstond door het naleven van ceremoniële, burgelijke en zedelijke wetten. Het volk diende slechts één God, en de andere volken meerdere. Het land is beloofd, al zijn de grenzen niet precies duidelijk. De zuidgrens is de rivier van Egypte en de noordgrens is de Eufraaat in Mesopothamië. Het is niet zeker of het overjordaanse en het land van de Filistijnen erbij hoort. De staat Israël was dus in Bijbelse tijd een unieke staat, door het feit dat God aan Abraham en zijn nageslacht een land gegeven had, om in dat land hun enige God te dienen.
2. Vijf theologische visies en de visies in de gebruikte artikelen. - Vervangingsgedachte
Hierin wordt beweerd dat de kerk in de plaats van het Joodse volk gekomen is. Nadat de Heilige Geest op de pinksterdag neergedaald is, gaat het om het geestelijke Israël. De christenen dus, van joodse en heidense afkomst. De joden hebben dus géén bijzondere rol meer. - Inlijvingsgedachte
De kerk is hier niet in de plaats van Israël gekomen, maar de gelovigen uit de heidenen zijn ingelijfd. Dit wordt onderbouwd op Romeinen 11:16-24. De kerk wordt ook gezien als het geestelijke Israël, maar daarin nemen de gelovige joden de eerste plaats in. - Vervullingsgedachte
Gods handelen met het Joodse volk is nog niet afgelopen. De terugkeer uit de diaspora en de stichting van de staat Israël in 1948 zijn de vervulling van Bijbelse beloften. Dit is nationaal herstel, en is een voorbode van het geestelijke herstel van het Joodse volk. In de eindtijd zullen de Joden namelijk massaal tot bekering komen en Jezus als hun Messias erkennen. - Chiliasme
Sinds de Pinksterdag staat de Gemeente (gelovige Joden & gelovige heidenen) centraal in Gods heilshandelen. Zij verwachten een 1000-jarig Messiaans Vrederijk op aarde, waarin God weer verder zal gaan met het Joodse volk zodat geheel Israël behouden wordt. - Tweewegenleer
Joden en Christenen zijn na de eerste eeuw uit elkaar gegroeid, en hebben allebei hun eigen weg naar de zaligheid. Beide godsdiensten hebben een plaats naast elkaar en moeten elkaar ook respecteren. Artikel 1: “De Joden en Romeinen 11” Alleen al dat het artikel Romeinen 11 als uitgangspunt neemt wijst erop dat dit waarschijnlijk over de inlijvingsgedachte gaat. Enkele citaten: “Waarom heet de kerk zo (het ware Israël)? Omdat al de heidenchristenen als wilde loten tussen de takken van de boom die Israël heet, zijn ingeënt. Enkele (!) takken van de ongelovige Joden zijn weggebroken en daarvoor zijn de wilde loten van gelovige heidenen in de plaats gekomen. (vs. 17)” “ Het gaat Paulus erom heel duidelijk te maken dat de boom Israël blijft!” Uit deze citaten kunnen we opmaken dat het over de inlijvingsgedachte gaat. (zie ook boven) Artikel 2: “Wat er in Palestina gebeurt heeft met Goddelijke profetie niets te maken” De vervangingsgedachte. “Wat er in Palestina gebeurd is, en wat er ook verder moge gebeuren, het heeft met de Goddelijke profetie, die ons in de Heilige Schrift wordt geboden niets te maken.” “Het oude verbond van de Sinaï is afgedaan en daarmee is de bijzondere rol van Israël uitgespeeld” De gedachte dat de bijzondere rol van Israël is uitgespeeld is heel kenmerkend voor de vervangingsgedachte.
Artikel 3: “Ik zal het kreupele verzamelen en het verstrooide bijeenbrengen” De vervullingsgedachte. “Daarom kun je mijns inziens bij de terugkeer uit Babel hooguit over het begin van de terugkeer spreken. Veel teksteen wachten nog steeds op hun uiteindelijke vervulling.” “Is de huidige staat Israël een vervulling van de Oudtestamentische profetie? Op grond van het bovenstaande zou ik hierop bevestigend willen antwoorden. Het is een vervulling. Maar dat het niet de volledig vervulling van de profetie is, zal duidelijk zijn.” Het citaat maakt eigenlijk al duidelijk dat dit de vervullingsgedachte is. “Het is een vervulling” wijst daar heel duidelijk op. Artikel 4: “De komst van Jezus’ Koninkrijk” Chiliasme. “…dan breekt de tijd van het ‘millennium’ aan, het Duizendjarig Messiaans Vrederijk …” “Door Satans verleiding duizend jaar uit te schakelen, maakt God deze wereld klaar voor het alomvattende Vrederijk van Christus en de Zijnen, de ideale maatschappij” “Voordat Christus weerkomt zal er een geestelijke opleving en herstel van het volk Israël plaatsvinden. Het zal zich bekeren van het ongeloof en in het Nieuwe Verbond in Christus opgenomen worden. “Voor Israël is een grote rol weggelegd in deze toekomstige periode” Al deze citaten wijzen op de verwachting van een Duizendjarig Messiaans Vrederijk, waaraan je al direct kunt zien dat dit artikel over het Chiliasme gaat. 3. De vervullingsgedachte beschreven d.m.v. drie theologische argumenten De vervullingsgedachte deelt heel duidelijk het standpunt dat Gods handelen met het joodse volk nog niet is afgelopen. Op grond van Romeinen 11 is dat ook heel duidelijk. Hier spreekt Paulus in vers 17 dat de boom wél Israël blijft. Er zijn enkele (!) takken van deze boom afgebroken en daarvoor zijn de wilde loten van gelovige heidenen in de plaats gekomen. De boom blijft Israël, dus heeft Israël nog wél een bijzondere rol, die is nog niet uitgespeeld. In het Oude Testament wordt op verschillende plaatsen heel duidelijk de terugkeer van Israël voorspeld. Bijvoorbeeld in Deut. 30: 1-10; Ezra 2:64, 65; Ezech. 39:27,28; waar gesproken wordt over het verzameld worden “uit alle volken of uit alle landen, waarheen de HEERE hen verstrooid had.” Soms wordt hier tegenin gebracht dat dit alleen geld voor de terugvoering vanuit de ballingschap in Babylonië of Assyrië. Dit wordt in het vierde onderdeel verder uitgelegd. De profetieën in de Bijbel kunnen een lange tijd omvatten. Het komt verschillende keren voor dat uit één profetie sommige dingen al vervuld zijn, en andere dingen pas bij de wederkomst van Christus vervuld zullen worden. Vaak kan er sprake zijn van een directe vervulling, terwijl de uiteindelijke vervulling nog op zich laat wachten. Tussen de komst van de Messias als lijdende knecht en als koning op de troon van David in Jeruzalem ligt minstens ruim negentienhonderd jaar. In het Oude Testament wordt het echter als één aansluitende gebeurtenis beschreven. De stichting van de staat Israël zou dus best wel een vervulling van de bijbelse beloften kunnen zijn, omdat niet bekend is hoeveel tijd er ligt tussen de vervulling van de profetiën. 4. Drie argumenten tegen de vervangingsgedachte Ten eerste wordt door de aanhangers vervangingsgedachte beweerd dat het oude verbond van de Sinaï is afgedaan, en daarmee de bijzondere rol van Israël is uitgespeeld. De Kerk (gelovige joden & gelovige heidenen) hebben na de Pinksterdag de unieke plaats van Israël ingenomen. Israël is daarmee geworden als elk ander volk. Dat geldt voor het volk en voor het land. In Romeinen 11 wordt echter heel duidelijk gewezen op het feit dat de boom wél Israël blijft. In vs. 17 staat dat enige takken van ongelovige Joden zijn weggebroken en daarvoor zijn de wilde loten van gelovig heidenen in de plaats gekomen. De boom blijft Israël, dus heeft Israël nog wél een bijzondere rol, die is nog niet uitgespeeld, anders zou Paulus daar in Romeinen 11 niet zo nadrukkelijk op wijzen. Als tweede argument wordt aangevoerd dat in het Oude Testament alleen maar gesproken wordt over de terugkeer vanuit de Assyrische en Babylonische ballingschap. Vaak kan er echter sprake zijn van een directe vervulling terwijl de uiteindelijk vervulling nog op zich laat wachten. Als de oudtestamentische profetieën over de Messias in hun context gelezen worden, valt op dat ze een lange tijd kunnen omvatten. In Jesaja 9:1 “Het volk dat in donkerheid wandelt, zal een groot licht zien” wordt aangehaald in Matth. 4:15 bij het openbare optreden van Jezus. Jes. 9:5 wordt ook nog in de evangeliën aangehaald, maar het einde van Jesaja 9 zal pas in vervulling komen bij de wederkomst van Christus. Een gebeurtenis die aaneensluitend beschreven wordt, kan dus een lange tijd omvatten. In verschillende teksten in het O.T. wordt ook héél duidelijk niet over de Babylonische ballingschap gesproken. Onder Ezra (Ez. 2:64, 65) werden ongeveer 5000 personen teruggevoerd, terwijl de meerderheid in Babel, Egypte of Medië bleef wonen. Die teruggekeerden hadden het niet gemakkelijk door burgeroorlogen, hongersnoden en economische problemen. In Ezra 39:27,28 wordt gesproken over alle ballingen die terugkeren, en in Jer. 30:10 & 32:37 wordt voorspeld dat ze vreedzaam zullen leven. Hier wordt dus duidelijk niet gesproken over de terugkeer uit Babel. Ten derde wordt gezegd dat er een nauwe relatie bestaat tussen de terugkeer van het volk naar het land en de bekering tot de God van Israël. Er kan echter evengoed een relatie gelegd worden tussen de komst van de Messias en de terugkeer uit de ballingschap. De bekering hoort gekoppeld te zijn aan de komst van de Messias en zou dus ten tijde van Jezus moeten plaatsvinden. Evengoed als er tussen de terugkeer van de Joden onder Ezra en Nehemia en de komst van de Messias vele honderden jaren lagen, kan ook tussen de terugkeer van de Joden nu en de wederkomst van de Messias een (lange) tijd liggen. Daarom is het argument, dat het niet mogelijk is, dat Israël in onbekeerde staat naar het beloofde land zal terugkeren en pas daarna tot bekering zal komen, niet overtuigend. Conclusie: “Is de staat Israël een normale staat, zoals alle andere staten op deze wereld, of is het theologisch gezien toch een bijzondere staat?” Op grond van het bovenstaande wordt duidelijk dat hier verschillend over gedacht wordt door de aanhangers van de verschillende visies: vervangingsgedachte, inlijvingsgedachte, vervullingsgedachte, chiliasme en de tweewegenleer. Uit onderdeel drie blijkt dat ik het meeste voel voor de vervullingsgedachte op grond van de in onderdeel drie genoemde argumenten. Volgens deze visie is de staat Israël wél een bijzondere staat. Uit onderdeel vier blijkt dat ik erg tegen de vervangingsgedachte ben, op grond van de daar genoemde argumenten. De aanhangers van deze visie beweren dat de staat Israël sinds de Pinksterdag geen bijzondere rol meer heeft en de staat Israël daardoor gelijk is aan alle andere staten. Op grond van de vervullingsgedachte is de staat Israël dus wél een bijzondere staat, namelijk een staat die een (gedeeltelijke) vervulling is van Bijbelse beloften.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.