Inleiding
Sinds 1 mei 2004 bestaat de Europese Unie uit 25 landen. Er komen in één keer 75 miljoen inwoners extra bij, bovenop de 375 miljoen Europeanen die al lid waren. De nieuwe inwoners zijn afkomstig uit 10 landen, namelijk Polen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Estland, Litouwen, Letland, Slovenië, Malta en Cyprus. In de meeste kandidaat-landen gaat het niet zo goed met de economie. De kandidaat-landen willen bij de EU om de handel te stimuleren en daarmee de economie beter te laten draaien. Bovendien krijgen de nieuwe landen van de EU tot 2007 bij elkaar ongeveer 40 miljard euro subsidie. Niet alleen wordt in al deze landen de euro ingevoerd, ook zorgt de uitbreiding voor vrij verkeer van personen, diensten en goederen. Dit houdt onder andere in dat er vrij verkeer van arbeid geldt, met als gevolg dat ieder elk lid van de EU-lidstaat het recht heeft om in een andere lidstaat te gaan werken.
De Onderzoeksvraag luidt:
- In hoeverre is de uitbreiding van de EU gunstig voor de Nederlandse bouwsector?
Het onderzoek is verdeeld in twee deelvragen:
1. Hoe staat het nu met de Nederlandse bouwsector?
2. Wat zal er in de Nederlandse bouwsector veranderen nadat de EU is uitgebreid?
NB. Deze vraag hebben wij bedacht voor 1 mei 2004, de dag waarop de uitbreiding plaatsvond. Dit betekent dus dat wij de deelvragen kunnen stellen van hoe het voor en na de uitbreiding van de EU met de Nederlandse bouwsector staat.
Wij zijn erachter gekomen dat dit onderwerp vanuit veel verschillende punten kan worden bekeken. Wij zullen proberen zoveel mogelijk kanten te bekijken en een zo overzichtelijk mogelijk werkstuk te maken.
Hypothese: Wij denken dat de uitbreiding van de EU gunstig is voor de Nederlandse bouwsector, in zoverre dat de bouwsector erop vooruit gaat, de bouwsector maakt namelijk winst omdat Polen heel goedkoop zijn. Maar wij denken ook dat er meer Nederlandse werklozen komen, omdat Poolse werknemers de banen hebben ingepikt van de Nederlanders. Met het beantwoorden van de deelvragen hopen wij tot een goede conclusie uit te komen.
Deelvraag 1: Hoe staat het nu met de Nederlandse bouwsector?
Deze deelvraag is natuurlijk vanuit verschillende standpunten te bekijken. Ten eerste zijn er de werknemers, en ten tweede zijn er de werkgevers.
De Nederlandse werknemers
De Nederlandse werknemers vinden dat het nu niet goed staat met de Nederlandse bouwsector. Illegale arbeiders zorgen namelijk voor oneerlijke concurrentie.
Het aannemen van illegale arbeiders moet ooit zijn ontstaan, omdat het niet goed ging met de economie. Want als alles goed zou gaan met de Nederlandse economie, zouden werkgevers geen illegale arbeiders aannemen.
Aan het eind van de jaren negentig was er sprake van een krappe arbeidsmarkt en een grote behoefte aan laaggeschoolde arbeidskrachten in de bouw. Om toch aan hun opdrachten te kunnen voldoen, hebben een aantal bedrijven in deze periode hun toevlucht gezocht tot illegale arbeiders. Dit had tot gevolg, dat Nederlandse werknemers, die ‘duur’ waren, slecht aan de bak kwamen. De werkloosheid steeg.
Onze Nederlandse werknemers lijden onder deze oneerlijke concurrentie. Het gevolg hiervan is dat de illegalen voor een verdringing op de arbeidsmarkt zorgen. Doordat Poolse arbeiders de arbeidsplaatsen van Nederlandse arbeiders afpakken, zou de staat 100 miljoen euro extra aan werkloosheidsuitkeringen moeten uitbetalen. Het aantal illegalen in Nederland wordt door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geschat op zo’n 70 tot 150 duizend. Tweederde van deze groep die vooral uit Oost-Europa, Azië en Afrika komt, werkt zonder een verblijfs- en werkvergunning. Met 15 procent maakt de bouw, na de tuinbouw en de horeca, het meest gebruik van illegale arbeiders. Toch blijven deze cijfers ruwe schattingen van een ongrijpbaar fenomeen. Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) wil zich er niet mee bemoeien, omdat illegalen moeilijk op te sporen zijn.
Kortom: Werknemers vinden dat het niet goed staat met de Nederlandse bouwsector, want zij kunnen immers niet aan de bak komen door alle buitenlanders die hier komen om te werken.
Nederlandse werkgevers
Zoals wij al zeiden, is het aannemen van buitenlandse arbeiders ontstaan door de krappe arbeidsmarkt en een grote behoefte aan laaggeschoolde arbeidskrachten in de bouw.
Als een bedrijf geen illegalen aanneemt in tegenstelling tot andere bouwbedrijven, is hij onaantrekkelijker voor de klant door zijn hoge prijzen, en blijft hij achter op de arbeidsmarkt. De verleiding is dan groot om net zoals andere bedrijven illegalen aan te nemen waardoor hij goedkoper uit is. Polen zijn namelijk populair bij werkgevers door hun bereidheid om hard te werken voor lage lonen. Helaas worden zij uitgebuit. Zij werken zich te pletter voor heel weinig geld, en leven in verschrikkelijke omstandigheden.
Kortom: Werkgevers vinden dat het goed gaat met de Nederlandse bouwsector, want zij kunnen goedkope arbeiders regelen.
Deelvraag 2: Wat zal er in de Nederlandse bouwsector veranderen nadat de EU is uitgebreid?
Uiteraard zal er wel het een en ander veranderen na de uitbreiding van de EU. Er komen immers steeds meer buitenlandse werknemers naar Nederland, omdat er door de uitbreiding vrij verkeer van arbeid is ontstaan. Het aanbod wordt groter, omdat buitenlanders(Polen)weten dat er in Nederland werk is, en waar zij leven grote werkloosheid heerst. Door de grote werkloosheid in Polen, 20 procent, zoeken Polen hun heil elders. Het BBP in Polen per hoofd in 2002 bedroeg 5000 euro. Vergeleken met het Nederlandse BBP per hoofd is dit niet veel, het Nederlandse BBP bedroeg namelijk 22763 euro. Dit is dus ongeveer vier keer zoveel. Geen wonder dus dat Poolse arbeiders hierheen komen.
Naast werknemers en werkgevers speelt het kabinet in deze deelvraag ook een rol.
Werknemers
Na de uitbreiding van de EU zal er voor de Nederlandse werknemers niet veel veranderen. Wel is het te verwachten dat de werkloosheid alleen maar zal stijgen.
Het kabinet heeft namelijk gediscussieerd over het uitgeven van werkvergunningen aan buitenlanders. De inwoners van de nieuwe lidstaten zouden dan overal mogen werken. Buitenlanders mogen dan hier komen, omdat ze een legale werkvergunning hebben. Het kabinet was een tijdlang verdeeld. Nu is er een compromis in de maak: het instellen van een quotum. Het quotum houdt in dat een x-aantal werkvergunningen wordt uitgegeven. VVD-minister Zalm wil zo min mogelijk werkvergunningen uitgeven, zo\'n 5000 tot 10.000. Zijn D66-collega Brinkhorst wil 20.000 tot 30.000 mensen de gelegenheid geven in Nederland te gaan werken. Het uiteindelijke aantal zal wel ergens in het midden liggen. Arbeiders die met werkvergunningen naar Nederland worden gehaald, zijn nadelig voor de Nederlandse werknemers. Hoewel de situatie voor de uitbreiding van de EU niet heel anders was, namelijk dat er illegale arbeiders uit het buitenland waren, is er geen verbetering na de uitbreiding als de kamerleden naast illegale arbeiders, ook nog eens werkvergunningen willen uitdelen! Wanneer Oost-Europeanen straks op basis van hun paspoort legaal op de Nederlandse arbeidsmarkt komen, blijft het gevaar van misbruik bestaan. Polen blijven namelijk afhankelijk van anderen omdat ze de taal niet beheersen en de regels niet goed kennen.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden