Prinsjesdag

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vmbo/havo | 918 woorden
  • 3 april 2002
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Prinsjesdag Prinsjesdag is altijd op de derde dinsdag in september. Al vanaf het begin van ons koninkrijk, in 1815, wordt jaarlijks het werkjaar van de Staten-Generaal geopend. Eerst was dat op de eerste maandag in november. Later werd het de derde maandag in oktober. Weer later, in 1848, werd dat vervroegd naar de derde maandag in september. De reden daarvoor was van de opening was dat de kamerleden de leden van de Staten-Generaal zo meer tijd hadden om de rijksbegroting te behandelen voor het einde van het jaar. De rijksbegroting bestaat uit het voorstellen die door de eerste en tweede kamer behandeld en goed gekeurd moeten worden, voor dat het uitgegeven mag worden. De gouden Koets Op prinsjesdag komt de Koningin met de gouden koets het Binnenhof inrijden in Den Haag om daar te Troonrede voor te lezen. Zodra ze de Troonrede heeft voorgelezen heeft ze het nieuwe werkjaar van de Staten-Generaal(eerste en tweede kamer) geopend. Alle ministers, staatssecretarissen en leden van de Eerste en Tweede kamer en andere genodigden zijn in de Ridderzaal aanwezig als de Troonrede word voorgelezen. In de Troonrede vertelt de Koningin over de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar. Later, op diezelfde dag, gaat de minister van financiën naar de tweede kamer om daar het financiële overzicht aan te bieden over wat de regering het komende jaar wil. Op prinsjesdag staat de Binnenhof vol met paarden, koetsen en militairen. De gouden koets in 1898 door de Amsterdamse bevolking aan Wilhelmina geschonken, toen zij Koningin werd. Pas vanaf 1912 wordt de gouden koets jaarlijks in de koninklijke stoet gebruikt. Daarvoor werd er in de glazen koets gereden. De glazen koets word tegenwoordig nog wel gebruikt bij de Generale Repetitie van prinsjesdag. De paarden die met de stoet meelopen worden getest tegen knallen van vuurwerk en rook op het Scheveningse strand.
Wat gebeurt er na prinsjesdag In de rijksbegroting zitten begrotingen van alle ministeries. Het zijn alle wetvoorstellen die nog moeten worden behandeld en worden vast gesteld door de Tweede en Eerste Kamer. De volksvertegenwoordigers maken uiteindelijk uit hoe het geld wordt besteed. Op de dag na prinsjesdag beginne de eerste vergaderingen over de rijksbegroting en de Miljoenennota in de Tweede Kamer. De kamerleden, in dit geval de voorzitters van de fracties, geven hun mening en stellen vragen over de rijksbegroting. De minister-president antwoordt en verdedigt de plannen namens de regering. De debatten over de rijksbegroting heten de Algemene Politieke Beschouwing. De financiële specialisten van de Tweede Kamer bespreken de Miljoenennota in oktober met minister van Financiën. Deze debatten heten de Algemene Financiële Beschouwingen. Wat zit er in het koffertje Iedereen kent wel het koffertje met daarop in gouden letters geschreven “Derde Dinsdag in September”. Een keer per jaar, op prinsjesdag, haalt de minister van Financiën het koffertje uit de kast om er de rijksbegroting en de Miljoenennota mee naar de Tweede Kamer te brengen. De minister opent het koffertje op de regeringstafel en geeft de inhoud van het koffertje, ’s land ‘huishoudboekje’, aan de kamerbewaarder. Deze overhandigd de rijksbegroting en de Miljoenennota aan de voorzitter van de Tweede Kamer. In het koffertje zit niet de hele rijksbegroting! In het koffertje zitten in ieder geval de begrotingen van een aantal ministeries en de Miljoenennota. Om deze stukken gaat een oranje lint. Begrotingskalender Op prinsjesdag maakt de minister van Financiën de begroting bekend. Eerst arriveert de gouden koets van Koningin Beatrix waarna ze op haar troon gaat zitten en de begroting van de minister van Financiën krijgt aangeboden. Inkomsten en Uitgaven van de overheid
Inkomsten
Omzetbelasting fl 73,7 miljard
Loon- en inkomstbelasting fl 54,1 miljard
Vennootschapsbelasting fl 37,1 miljard
Accijns fl 18,7 miljard
Belastingen van rechtsverkeer fl 9,2 miljard
Milieu belasting fl 8,4 miljard
Belasting op personenauto’s en motor’s fl 6,9 miljard
Dividendbelasting fl 5,6 miljard
Motorrijtuigenbelasting fl 5,0 miljard
Invoerrechten fl 4,0 miljard
Successierechten fl 3,4 miljard

Kansspelbelasting fl 0,3 miljard
Vermogenbelasting fl 0,2 miljard
Niet-belasting ontvangsten fl 60,2 miljard
Overige inkomsten fl 30,2 miljard
Vennootschapsbelasting is belasting die geheven is op vennootschappen naar de maatstraf van de winst. Er zijn 2 BTW tarieven namelijk; 6% basisbehoeften, 17.5% voor luxe artikelen. Twee voorbeelden die vallen onder milieubelasting zijn: 1 Als je meer dan 1000 KG afval stort dan moet je per 1000 KG fl 30,00 gulden betalen. 2 Als je aan de natuur grondwater onttrekt om als koelwater te gebruiken, dan moet je ook een bepaald bedrag betalen. Ieder land heeft zijn eigen belastingstelsel. Dat betekent dat producten in andere landen duurder of goedkoper kunnen zijn. Als producten ergens anders goedkoper zijn, is het aantrekkelijk die producten in het land waar ze goedkoop zijn te kopen. Dat betekent dat leveranciers van deze producten in Nederland inkomsten mislopen. De overheid voorkomt dit door invoerrechte te heffen op goederen uit landen buiten de Europese Unie. Als je goedkope producten uit die landen wilt invoeren, betaal je invoerrechten. Je betaalt Kansspelbelasting als je met een loterij of in een casino een prijs wint boven een bepaald bedrag, hoe hoger de prijs hoe hoger de belasting. Als de overheid meer inkomsten heeft dan uigaven, dan lossen ze een deel van de staatsschuld af. Uitgaven
Onderwijs, cultuur en wetenschappen fl 46,4 miljard
Sociale zaken en werkgelegenheid fl 35,1 miljard
Gemeente- en provinciefonds fl 27,7 miljard
Rente staatsschuld fl 27,4 miljard
Verkeer en waterstaat fl 16,1 miljard
Volksgezondheid, welzijn en sport fl 15,5 miljard
Defensie fl 14,6 miljard
Buitenlandse zaken en ontwikkelingssamenwerking fl 13,4 miljard
Justitie fl 9,7 miljard
Binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties fl 8,6 miljard
Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer fl 8,0 miljard
Financiën fl 6,9 miljard

Landbouw, natuurbeheer en visserij fl 4,0 miljard
Economische zaken fl 3,8 miljard
Koninklijk huis fl 0,01miljard
Overige fl 4,9 miljard

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.