Inleiding
Dit werkstuk gaat over de troonreden en de miljoenennota van het kabinet 2003/2004 onder het kabinet Balkenende 2. In dit werkstuk lichten we een aantal beleidspunten toe onder andere met behulp van kranten artikelen. Ook komen de Maatschappelijke kritieken aanbod. Onze eigen menig over dit regeringsbeleid dient als opbouw voor het debat wat wij in testweek 1 zullen voeren.
De Troonrede
Belangrijkste beleidspunten uit de Troonrede:
Sociaal
1) Nederland heeft zich steeds meer verweven met de Europese Unie. Internationaal neemt het belang van de Unie toe als een factor van vrede en stabiliteit.
2) De regering zal zich ervoor inzetten dat de Unie slagvaardiger kan besluiten en optreden.
3) De regering zal actief bijdragen aan het streven van de Unie om de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te worden.
4) De regering acht versterking van de internationale rechtsorde, vrede en veiligheid van groot belang. In Irak en Afghanistan zal Nederland zich blijven inzetten voor de wederopbouw.
5) De aandacht van de regering blijft tevens uitgaan naar Afrika, het armste werelddeel.
6) De samenwerkingsrelatie met de Nederlandse Antillen zal veel aandacht krijgen.
7) De publieke informatie van de regering zal ook op internet beschikbaar zijn om zo de toegankelijkheid van de overheid te verbeteren.
8) Het doel van intergratie is een toekomstperspectief te bieden en de cohesie in de samenleving te verstreken.
9) Het asielzoekers beleid zal verbeteren.
10) De kwaliteit van de samenleving zal verbeterd worden door het terugdringen van geweld en overlast op straat.
11) Er zal in het vervolg effectief opgetreden worden door justitie en politie.
Economie
12) Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld worden.
13) Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van loonkosten essentieel.
14) Werkhervatting en het vinden van passende arbeid is het uitgangspunt in een nieuw WAO-stelsel. De regering wil de toelatingseis van de WW aanscherpen.
15) De overheid zal helpen om mensen werkgelegenheid te vinden.
16) Ouderen moeten zoveel mogelijk blijven werken.
17) De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
18) De administratieve lasten van burgers en bedrijven zullen cruciaal verminderen.
19) De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande infrastructuur.
20) Voor sterke steden en dorpen is het van belang meer woningen te bouwen.
21) Het is van groot belang dat de zorg in ons land toegankelijk, hoogwaardig en betaalbaar blijft. Verzekeringen zullen hiervoor aangepast worden.
22) In de komende jaren zal veel aandacht besteed worden aan de medisch-ethische vraagstukken.
23) Onderwijs en schoolverlaten zal meer aandacht en geld krijgen.
24) Het lerarentekort wordt eveneens aangepast.
Natuur
25) Het stimuleren van duurzame innovaties moet leiden tot een efficiënter gebruik van grondstoffen.
26) Er zijn extra middelen uitgetrokken voor de verwerving van natuur en behoud van het vitaalplatteland.
Meer informatie over Beleidspunten van het kabinet is te vinden in het artikel “De maatregelen en wensen van Balkenende 2” Zie bijlage bron 6
Uit deze samenvatting hebben wij een aantal punten gekozen waar wij de meeste prioriteiten aangeven. Deze punten zullen nader uitwerken en onderbouwen met de politieke doelstellingen.
12) Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit
gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld
worden.
13) Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van
loonkosten essentieel.
15) De overheid zal helpen om mensen werkgelegenheid te vinden.
17) De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden
versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
19) De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt
door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande
infrastructuur.
Beleidspunt 12:
Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld worden
Economische politiek
De doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is zowel het zorgen in de toekomst voor een evenwichtige groei als het zorgen voor een aanvaardbare inkomensverdeling en lasten verdeling.
Echter de belangrijkste doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is om het begrotingstekort in 2005 terug te brengen naar 0. En de staatsschuld de aankomende jaren verder af te lossen. Op deze manier heeft de economie ook in de toekomst de kans om evenwichtig te kunnen groeien. Dit doel probeert de overheid te bereiken door te bezuinigen. De bezuinigen leveren de burgers extra lasten op. De overheid probeert echter de lastenverzwaring zo goed mogelijk over de burgers te verdelen zodat er niet te grote verschillen ontstaan tussen arm en rijk.
De politiek voert hier een anticyclisch begrotingsbeleid.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is conjunctuurbeleid. De overheid probeert haar uitgaven te verlagen. Door een gedeelte van de collectieve lasten terug te brengen naar privé-instellingen.
Bijvoorbeeld: Door het opheffen van sportsubsidies zullen de mensen voortaan zelf meer contributie moeten gaan betalen.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 7, hoofdstuk 19 § 19.4, §19.5, §19.9 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
De sportbonden zijn fel tegen op dit beleidspunt. Zij krijgen minder subsidies van de overheid. Burgers zullen zelf meer geld moeten gaan betalen aan de sport. Het gevolg hiervan zal zijn minder leden voor de sportbonden.
Patiënt-organisaties zijn tegen het bezuinigen in de gezondheidszorg. Omdat dit tegenstrijdig is met hun belangen.
Vakbonden zijn ook tegen dit beleidspunt, zij komen op voor de belangen van hun leden. De belangen worden door de bezuinigingen van de overheid gekort.
Fysiotherapeuten zijn zwaar tegen de bezuinigen omdat fysiotherapie in de toekomst niet meer onder de kosten van het ziekenfonds valt. Dit betekent dat er veel minder mensen gebruik zullen gaan maken van fysiotherapie. Het gevolg hiervan voor de fysiotherapeuten zal zijn minder banen en minder geld.
Sport is er belangrijk omdat:
- Mensen blijven gezonder door sport. Dit levert meer en betere arbeidskrachten op. En er zullen minder zieken zijn.
- Sport is positief voor het welbevinden en daardoor welvaarts verkopend.
Meer informatie over de bezuinigingen in de sport subsidies is te vinden in het artikel “Subsidie sport en jeugd vervalt”. Zie bijlage bron 7
Mening
Economisch gezien is dit een goede doelstelling voor de toekomst. Door het aflossen van de staatsschuld te het terugbrengen van het begrotingstekort verkom je dat de lasten in de toekomst te groot worden. Nederland verkeer momenteel in een omkeerstelsel. Dat betekend dat het percentage van de bevolking dat ouder is en gebruikt maakt van de uitkeringen stijgt en dat het percentage van jonge mensen die arbeidskrachten op leveren daalt.. De Nederlandse bevolking is aan het vergrijzen. Zodat er in de toekomst een kleiner aantal arbeidskrachten beschikbaar is. Deze kleinere groep moet in de toekomst ook de AOW premies opbrengen voor ouderen. Een grote staatsschuld zal hierbij een te grote belasting worden.
Een tegenargument hiervoor is de theorie van een krimpeconomie. De overheid moet oppassen dat de Nederlandse economie niet in een neerwaartse spiraal terecht komt. Minder overheidsuitgaven → minder werk → minder bestedingen → minder belasting opbrengsten → minder overheidsuitgaven → minder werk.
Meer informatie over de bezuinigen is te vinden in het artikel “Huurders krijgen de grootste klappen” Zie bijlage bron 8
Beleidspunt 13
Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van
loonkosten essentieel
Economische politiek
De doelstellingen van de economische politiek bij dit beleidspunt zijn het zorgen voor volledige werkgelegenheid en een evenwichtige betalingsbalans. Een indirecte doelstelling is om te zorgen voor stabiel prijspeil.
Matiging van de loonkosten heeft invloed op de prijs van het product. Deze prijs zal dalen. Dit leidt tot meer afzet en meer export. Hierdoor komt er een grotere effectieve vraag. Dat leidt tot een grotere productie en zo ontstaat er meer werkgelegenheid.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. Deze maatregelen bevorderen de capaciteit en de omvang van de productie. Dit lijdt tot productiegroei.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.6, §19.8 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
Vakbonden zijn de directe vertegenwoordigers van hun leden. Het is een belangenvertegenwoordiging. Daarom zijn de vakbonden tegen. Zij willen dat de lonen stijgen vanwege het feit dat de lasten ook stijgen.
Meer informatie over de meningen van de vakbonden is terug te vinden in het artikel “ FNV en kabinet ruzien over de lonen” Zie bijlage bron 9.
En in artikel “Bonden en werkgevers zeer krities” Zie bijlage bron 10.
Mening
Dit is geen slecht instrument omdat de maatregelen goed zijn voor de Nederlandse economie. Dit is ook goed voor de handel met het buitenland.
Niet juist is dat alleen de (lage) lonen van de werknemers worden gematigd, niet de lonen van bijvoorbeeld de werkgevers en managers, dit staat in tegenstelling met de economische principes van aanvaardbare inkomens verdeling.
Beleidspunt 15
De overheid zal helpen om mensen werkgelegenheid te vinden
Economische politiek
De doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is volledige werkgelegenheid. De overheid gaat proberen de werkloosheid te beperken door zo veel mogelijk mensen te helpen aan een baan te komen. Hierdoor probeert de overheid een zo groot mogelijke werkgelegenheid te bereiken.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. De overheid gaat zorgen dat vraag en aanbod zo beter op elkaar afgestemd wordt. Op deze manier wordt er gestreefd om de productiecapaciteit zo goed mogelijk te benutten.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.6 en §19.10 uit het lesboek)
Een voorbeeld van 1 van de maatregelen van de overheid om dit beleidspunt te bereiken is het bezuinigen in defensie, hierdoor verliezen meerdere mensen hun baan de overheid zorgt dat deze mensen niet werkloos raken maar aan de slag kunnen als politie agent. Zie artikel “Defensie zet duizenden militairen eruit”. Zie bijlage bron 11.
Zie ook artikel “Oppositie huivert bij begroting”. Bijlage bron 12. Hier is extra informatie te vinden over de meningen van de oppositie.
Kritiek maatschappelijke organisaties
Er is weinig kritiek op dit beleidspunt van de overheid.
Mening
Het is een goed beleidspunt om zo veel mogelijk mensen te laten werken. Dit is goed voor de Nederlandse economie.
Beleidspunt 17
De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden
versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
Economische politiek
De doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is evenwichtige economische groei. Door de investeringen in onderwijs, kennis en innovatie verbetert de kwaliteit van de productie en mogelijk ook de kwaliteit van de (nieuwe) producten De positie van Nederland ten opzichte van andere landen zal daardoor verbeteren. Dit geeft een betere export positie aan van Nederland.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. Het gaat bij dit beleid om de kwaliteit van de productiecapaciteit en de producten in de toekomst. Deze maatregelen (investeringen) bevorderen dat de productiegroei in de toekomst blijft bestaan. De kennisinfrastructuur wordt hiermee bevorderd.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.5 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
Iedereen is het eens met dit beleidspunt van de regering. Er wordt geen kritiek op geleverd.
Mening
Uiteraard is dit een goed uitgaanspunt van de overheid maar de regering is ook zeer hypocriet omdat zij te gelijkertijd de studiefinanciering van studenten aan het afbreken is. Hierdoor zal het netto resultaat van de kennisinfrastructuur uiteindelijk tegenvallen.
Meer informatie op het punt waarop mijn mening is gebaseerd leest u in artikel “Overheid moet investeren in kennis, niet in beton “.
Beleidspunt 19
De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt
door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande
infrastructuur
Economische politiek
De doelstellingen van de economische politiek bij dit beleidspunt is evenwichtige groei en volledige werkgelegenheid.
Wanneer de infrastructuur goed is heeft de economie een kans om te groeien, zonder infrastructuur geen economische groei.
Bijvoorbeeld: Als er in Sappenmeer een perfecte fabriek staat om zeer specifieke goederen te produceren. Indien er geen goede weg of vliegveld nabij is, dan kunnen de goederen moeilijk vervoerd worden. Zo levert de productie niets op.
Doordat er meer geld en tijd in de infrastructuur wordt geïnvesteerd, verbetert de afzet en daardoor komen er meer banen. Dit bevordert de volledige werkgelegenheid.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. Het uitbereiden van de infrastructuur, bijvoorbeeld wegen, spoorbanen en luchthavens, behoord tot structuurbeleid. De overheid neemt in deze situatie structurele maatregelen.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.5, §19.6 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
Milieuorganisaties hebben moeite met deze maatregelen. Zij zijn tegen verdere asfaltering van Nederland omdat dit slecht is milieu en natuurbehoud. Ik refereer hierbij aan de milieuproblematiek rondom schiphol.
Mening
Deze doelstelling is goed voor de economie van Nederland. Echter mogelijk slecht voor milieu en natuurbehoud. Je moet hierbij de afweging maken welke investering in de toekomst meer welvaart oplevert. Een betere oplossing zou zijn om op een intelligentere manier gebruik te maken van de bestaande infrastructuur.
Bijvoorbeeld: Een vergroting van de duwbakken op de Rijn, had de Betuwelijn overbodig gemaakt.
Bijvoorbeeld: Hoogwaardig openbaarvervoer in de randstad, zoals het ondergrondse metrosysteem in Parijs met zijn bijsteden, zou een heleboel fileproblemen laten slinken zonder aantasting van het milieu.
Onderzoek overheidsfinanciën
Inkomsten van de overheid:
De uitgaven van de overheid worden betaald uit de schatkist die gevoed wordt uit drie bronnen:
- belastingontvangsten
- niet-belasting ontvangsten (denk aan de omroepbijdrage en aardgasbaten)
- als er een tekort is (en dat is er eigenlijk altijd), wordt er geld geleend.
Naast de rijksoverheid, die in Den Haag zetelt, zijn er de overige publiekrechtelijke lichamen, waarmee vooral provincies en gemeente worden bedoeld.
De sociale verzekeringsfondsen worden uit premies betaald. Er zijn volksverzekeringen, die voor iedereen bedoelt zijn, zoals de AOW (de Algemene Ouderdomswet) en de AKW (de Algemene Kinderbijslagwet). Daarnaast zijn er de werknemersverzekeringen, die alleen voor mensen in loondienst zijn bedoeld, zoals de WW (de WerkloosheidsWet) en de Wulbz (Wet uitbereiding loonbetaling bij ziekte). In het deel over inkomen gaan we verder op de sociale zekerheid in.
Begrotingstekort
Er is nog steeds een begrotingstekort echter een stuk minder dan dat de situatie zou zijn zonder bezuinigen.
Staatsschuld
De staatsschuld zal het komende jaar alsnog stijgen maar veel minder dan dat deze zal stijgen zonder het bezuinigingsbeleid.
EMU-doelstellingen
In 1991 is er bij het Verdrag van Maastricht afgesproken, dat de Europese Unie voor 2000 zal zijn uitgegroeid tot een economische en monetaire Unie (EMU). Dit houdt onder meer in dat de deelnemende landen dezelfde feldeenheid - de euro - zullen gebruiken. Omdat de verschillende economieën hiervoor naar elkaar toe moeten groeien - convergeren - is dit een aantal doelstellingen met betrekking tot de rentestand, inflatie, staatsschuld en begrotingssaldo opgesteld, waaraan de landen na verloop van tijd moeten voldoen.
Deze convergentiecriteria zijn terug te vinden in het figuur hier onder.
Nederland houdt zicht heel strikt aan deze doelstellingen in tegenstelling tot anderen landen zoals Duitsland en Frankrijk die boven het begrotingstekort van 3% zitten.
Wijzigingen
In de periode van het kabinet Balkenende 1 is de economische groei gestagneerd. De werkeloosheid is opgelopen. Het huidige kabinet Balkenende 2 probeert de ellende om te buigen. Dit proberen ze te bereiken door te bezuinigen op verscheidene vlakken.
Kortom nu wordt er bezuinigd. (Dit past in de traditie van de CDA, een calvinistisch zuinig beleid)
Conflicterende doelstellingen
· Meer werkgelegenheid versus lasten verzwaring.
Wanneer de lasten verzwaren remt de economische groei. Meer lasten → minder geld → minder bestedingen → minder economische groei → minder geld.
· De welvaart komt in het geding met de bezuinigen in de zorgsector Door de bezuinigen in de zorg wordt het gezondheidsniveau van de Nederlandse bevolking minder. Dit is in strijd met het optimaliseren van de welvaart.
· Het investeren in de infrastructuur is tegenstrijdig met het behoud van natuur en milieu. Hoe meer asfalt, hoe meer bomen.
Eigen mening
Mirre
Het terug dringen van het financieringstekort is na mijn mening een goed beleid voor de toekomst.
De staatsschuld moet niet onbeperkt blijven door groeien en afgewenteld worden op de toekomstige (mijn) generatie. Nederland verkeert momenteel in een omslagstelsel dit houdt in dat het percentage van de bevolking dat gebruikt maakt van de AOW stijgt en dat de beroepsgeschikte bevolking daalt. Er vindt dus vergrijzing plaats in Nederland. Dit komt doordat de (medische) wereld er erg op vooruit is gegaan afgelopen jaren hierdoor blijven oude mensen vaak langer in leven. De grootste oorzaak is echter dat de meeste mensen in Nederland geen of steeds minder kinderen nemen.
Echter vind ik de bezuinigingen te rigoureus. Dit kan de economische groei en welvaart in de weg gaan staan. De regering stelt bezuinigen voor die ten lasten komen voor de zwakkere groeperingen in Nederland. Met name de bezuinigen in de zorg en op bijvoorbeeld de huursubsidies treffen groepen mensen die economisch gezien zak zijn. Maatschappelijk is er veel kritiek op het regeringsbeleid van dit kabinet. Dit is een democraties gekozen kabinet. Het merendeel van de bevolking heeft nog geen 6 maanden geleden het CDA als grootste partij gekozen. Nu kan iedereen wel kritiek erop leveren. Echter is het hun eigen keuze geweest dus zullen ze ook zelf de gevolgen ervan moeten ervaren.
Het geheel lijkt toch te veel op een afbraakbeleid, goede sociale voorzieningen en stelsels worden te veel onderuit gehaald.
Patricia
Het terugdringen van de staatsschuld d.m.v. het bezuinigingsbeleid is een goedplan. Op lange termijn zullen de Nederlanders hiervan profiteren en daarom moet de mensen hier allemaal een steentje aan bijdragen. Door kabinet Paars 2 is de staatsschuld te hoog opgelopen, dit had nooit zo ver hoeven komen. Als men eerder ingegrepen had, dan had het kabinet nu niet zulke drastische maatregelen hoeven te nemen, waardoor vooral de mensen met de laagste inkomens nu het meest getroffen worden. Hier komt nog bij dat Nederland zich altijd braaf en strikt aan de EMU-doelstellingen wil houden, terwijl landen zoals Frankrijk een veel grotere staatsschuld hebben. Deze landen willen de staatsschuld over een langere periode aflossen, waardoor hun burgers niet zo hard getroffen worden.
Samenvatting
In de miljoenennota en troonrede van 2003/2004 wordt een krachtig bezuinigingsbeleid beschreven. Om het financieringstekort te beperken. Vanuit maatschappelijke instellingen en organisaties wordt veel kritiek gegeven op dit beleid.
Dit werkstuk gaat over de troonreden en de miljoenennota van het kabinet 2003/2004 onder het kabinet Balkenende 2. In dit werkstuk lichten we een aantal beleidspunten toe onder andere met behulp van kranten artikelen. Ook komen de Maatschappelijke kritieken aanbod. Onze eigen menig over dit regeringsbeleid dient als opbouw voor het debat wat wij in testweek 1 zullen voeren.
De Troonrede
Belangrijkste beleidspunten uit de Troonrede:
Sociaal
1) Nederland heeft zich steeds meer verweven met de Europese Unie. Internationaal neemt het belang van de Unie toe als een factor van vrede en stabiliteit.
3) De regering zal actief bijdragen aan het streven van de Unie om de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te worden.
4) De regering acht versterking van de internationale rechtsorde, vrede en veiligheid van groot belang. In Irak en Afghanistan zal Nederland zich blijven inzetten voor de wederopbouw.
5) De aandacht van de regering blijft tevens uitgaan naar Afrika, het armste werelddeel.
6) De samenwerkingsrelatie met de Nederlandse Antillen zal veel aandacht krijgen.
7) De publieke informatie van de regering zal ook op internet beschikbaar zijn om zo de toegankelijkheid van de overheid te verbeteren.
8) Het doel van intergratie is een toekomstperspectief te bieden en de cohesie in de samenleving te verstreken.
9) Het asielzoekers beleid zal verbeteren.
10) De kwaliteit van de samenleving zal verbeterd worden door het terugdringen van geweld en overlast op straat.
11) Er zal in het vervolg effectief opgetreden worden door justitie en politie.
Economie
12) Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld worden.
13) Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van loonkosten essentieel.
14) Werkhervatting en het vinden van passende arbeid is het uitgangspunt in een nieuw WAO-stelsel. De regering wil de toelatingseis van de WW aanscherpen.
16) Ouderen moeten zoveel mogelijk blijven werken.
17) De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
18) De administratieve lasten van burgers en bedrijven zullen cruciaal verminderen.
19) De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande infrastructuur.
20) Voor sterke steden en dorpen is het van belang meer woningen te bouwen.
21) Het is van groot belang dat de zorg in ons land toegankelijk, hoogwaardig en betaalbaar blijft. Verzekeringen zullen hiervoor aangepast worden.
22) In de komende jaren zal veel aandacht besteed worden aan de medisch-ethische vraagstukken.
23) Onderwijs en schoolverlaten zal meer aandacht en geld krijgen.
24) Het lerarentekort wordt eveneens aangepast.
Natuur
25) Het stimuleren van duurzame innovaties moet leiden tot een efficiënter gebruik van grondstoffen.
26) Er zijn extra middelen uitgetrokken voor de verwerving van natuur en behoud van het vitaalplatteland.
Meer informatie over Beleidspunten van het kabinet is te vinden in het artikel “De maatregelen en wensen van Balkenende 2” Zie bijlage bron 6
12) Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit
gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld
worden.
13) Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van
loonkosten essentieel.
15) De overheid zal helpen om mensen werkgelegenheid te vinden.
17) De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden
versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
19) De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt
door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande
infrastructuur.
Beleidspunt 12:
Bijna alle burgers zullen er het komende jaar in koopkracht op achteruit gaan. De lasten zullen echter zo veel mogelijk evenwichtig verdeeld worden
Economische politiek
Echter de belangrijkste doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is om het begrotingstekort in 2005 terug te brengen naar 0. En de staatsschuld de aankomende jaren verder af te lossen. Op deze manier heeft de economie ook in de toekomst de kans om evenwichtig te kunnen groeien. Dit doel probeert de overheid te bereiken door te bezuinigen. De bezuinigen leveren de burgers extra lasten op. De overheid probeert echter de lastenverzwaring zo goed mogelijk over de burgers te verdelen zodat er niet te grote verschillen ontstaan tussen arm en rijk.
De politiek voert hier een anticyclisch begrotingsbeleid.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is conjunctuurbeleid. De overheid probeert haar uitgaven te verlagen. Door een gedeelte van de collectieve lasten terug te brengen naar privé-instellingen.
Bijvoorbeeld: Door het opheffen van sportsubsidies zullen de mensen voortaan zelf meer contributie moeten gaan betalen.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 7, hoofdstuk 19 § 19.4, §19.5, §19.9 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
De sportbonden zijn fel tegen op dit beleidspunt. Zij krijgen minder subsidies van de overheid. Burgers zullen zelf meer geld moeten gaan betalen aan de sport. Het gevolg hiervan zal zijn minder leden voor de sportbonden.
Patiënt-organisaties zijn tegen het bezuinigen in de gezondheidszorg. Omdat dit tegenstrijdig is met hun belangen.
Vakbonden zijn ook tegen dit beleidspunt, zij komen op voor de belangen van hun leden. De belangen worden door de bezuinigingen van de overheid gekort.
Fysiotherapeuten zijn zwaar tegen de bezuinigen omdat fysiotherapie in de toekomst niet meer onder de kosten van het ziekenfonds valt. Dit betekent dat er veel minder mensen gebruik zullen gaan maken van fysiotherapie. Het gevolg hiervan voor de fysiotherapeuten zal zijn minder banen en minder geld.
- Mensen blijven gezonder door sport. Dit levert meer en betere arbeidskrachten op. En er zullen minder zieken zijn.
- Sport is positief voor het welbevinden en daardoor welvaarts verkopend.
Meer informatie over de bezuinigingen in de sport subsidies is te vinden in het artikel “Subsidie sport en jeugd vervalt”. Zie bijlage bron 7
Mening
Economisch gezien is dit een goede doelstelling voor de toekomst. Door het aflossen van de staatsschuld te het terugbrengen van het begrotingstekort verkom je dat de lasten in de toekomst te groot worden. Nederland verkeer momenteel in een omkeerstelsel. Dat betekend dat het percentage van de bevolking dat ouder is en gebruikt maakt van de uitkeringen stijgt en dat het percentage van jonge mensen die arbeidskrachten op leveren daalt.. De Nederlandse bevolking is aan het vergrijzen. Zodat er in de toekomst een kleiner aantal arbeidskrachten beschikbaar is. Deze kleinere groep moet in de toekomst ook de AOW premies opbrengen voor ouderen. Een grote staatsschuld zal hierbij een te grote belasting worden.
Een tegenargument hiervoor is de theorie van een krimpeconomie. De overheid moet oppassen dat de Nederlandse economie niet in een neerwaartse spiraal terecht komt. Minder overheidsuitgaven → minder werk → minder bestedingen → minder belasting opbrengsten → minder overheidsuitgaven → minder werk.
Meer informatie over de bezuinigen is te vinden in het artikel “Huurders krijgen de grootste klappen” Zie bijlage bron 8
Beleidspunt 13
Om de groei van werkgelegenheid te bereiken is de matiging van
loonkosten essentieel
Economische politiek
De doelstellingen van de economische politiek bij dit beleidspunt zijn het zorgen voor volledige werkgelegenheid en een evenwichtige betalingsbalans. Een indirecte doelstelling is om te zorgen voor stabiel prijspeil.
Matiging van de loonkosten heeft invloed op de prijs van het product. Deze prijs zal dalen. Dit leidt tot meer afzet en meer export. Hierdoor komt er een grotere effectieve vraag. Dat leidt tot een grotere productie en zo ontstaat er meer werkgelegenheid.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.6, §19.8 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
Vakbonden zijn de directe vertegenwoordigers van hun leden. Het is een belangenvertegenwoordiging. Daarom zijn de vakbonden tegen. Zij willen dat de lonen stijgen vanwege het feit dat de lasten ook stijgen.
Meer informatie over de meningen van de vakbonden is terug te vinden in het artikel “ FNV en kabinet ruzien over de lonen” Zie bijlage bron 9.
En in artikel “Bonden en werkgevers zeer krities” Zie bijlage bron 10.
Mening
Dit is geen slecht instrument omdat de maatregelen goed zijn voor de Nederlandse economie. Dit is ook goed voor de handel met het buitenland.
Niet juist is dat alleen de (lage) lonen van de werknemers worden gematigd, niet de lonen van bijvoorbeeld de werkgevers en managers, dit staat in tegenstelling met de economische principes van aanvaardbare inkomens verdeling.
Beleidspunt 15
De overheid zal helpen om mensen werkgelegenheid te vinden
Economische politiek
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. De overheid gaat zorgen dat vraag en aanbod zo beter op elkaar afgestemd wordt. Op deze manier wordt er gestreefd om de productiecapaciteit zo goed mogelijk te benutten.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.6 en §19.10 uit het lesboek)
Een voorbeeld van 1 van de maatregelen van de overheid om dit beleidspunt te bereiken is het bezuinigen in defensie, hierdoor verliezen meerdere mensen hun baan de overheid zorgt dat deze mensen niet werkloos raken maar aan de slag kunnen als politie agent. Zie artikel “Defensie zet duizenden militairen eruit”. Zie bijlage bron 11.
Zie ook artikel “Oppositie huivert bij begroting”. Bijlage bron 12. Hier is extra informatie te vinden over de meningen van de oppositie.
Kritiek maatschappelijke organisaties
Er is weinig kritiek op dit beleidspunt van de overheid.
Mening
Het is een goed beleidspunt om zo veel mogelijk mensen te laten werken. Dit is goed voor de Nederlandse economie.
Beleidspunt 17
De productiviteit van de Nederlandse economie zal structureel worden
versterkt door te investeren in onderwijs, kennis en innovatie.
Economische politiek
De doelstelling van de economische politiek bij dit beleidspunt is evenwichtige economische groei. Door de investeringen in onderwijs, kennis en innovatie verbetert de kwaliteit van de productie en mogelijk ook de kwaliteit van de (nieuwe) producten De positie van Nederland ten opzichte van andere landen zal daardoor verbeteren. Dit geeft een betere export positie aan van Nederland.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. Het gaat bij dit beleid om de kwaliteit van de productiecapaciteit en de producten in de toekomst. Deze maatregelen (investeringen) bevorderen dat de productiegroei in de toekomst blijft bestaan. De kennisinfrastructuur wordt hiermee bevorderd.
Kritiek maatschappelijke organisaties
Iedereen is het eens met dit beleidspunt van de regering. Er wordt geen kritiek op geleverd.
Mening
Uiteraard is dit een goed uitgaanspunt van de overheid maar de regering is ook zeer hypocriet omdat zij te gelijkertijd de studiefinanciering van studenten aan het afbreken is. Hierdoor zal het netto resultaat van de kennisinfrastructuur uiteindelijk tegenvallen.
Meer informatie op het punt waarop mijn mening is gebaseerd leest u in artikel “Overheid moet investeren in kennis, niet in beton “.
Beleidspunt 19
De economie en de concurrentie positie zullen tevens worden versterkt
door te investeren in onderhoud en beter gebruik van de bestaande
infrastructuur
Economische politiek
De doelstellingen van de economische politiek bij dit beleidspunt is evenwichtige groei en volledige werkgelegenheid.
Wanneer de infrastructuur goed is heeft de economie een kans om te groeien, zonder infrastructuur geen economische groei.
Bijvoorbeeld: Als er in Sappenmeer een perfecte fabriek staat om zeer specifieke goederen te produceren. Indien er geen goede weg of vliegveld nabij is, dan kunnen de goederen moeilijk vervoerd worden. Zo levert de productie niets op.
Het instrument van de economische politiek bij dit beleidspunt is structuurbeleid. Het uitbereiden van de infrastructuur, bijvoorbeeld wegen, spoorbanen en luchthavens, behoord tot structuurbeleid. De overheid neemt in deze situatie structurele maatregelen.
(De theorie van deze punten in terug te vinden in hoofdstuk 19 § 19.4, §19.5, §19.6 en §19.10 uit het lesboek)
Kritiek maatschappelijke organisaties
Milieuorganisaties hebben moeite met deze maatregelen. Zij zijn tegen verdere asfaltering van Nederland omdat dit slecht is milieu en natuurbehoud. Ik refereer hierbij aan de milieuproblematiek rondom schiphol.
Mening
Deze doelstelling is goed voor de economie van Nederland. Echter mogelijk slecht voor milieu en natuurbehoud. Je moet hierbij de afweging maken welke investering in de toekomst meer welvaart oplevert. Een betere oplossing zou zijn om op een intelligentere manier gebruik te maken van de bestaande infrastructuur.
Bijvoorbeeld: Een vergroting van de duwbakken op de Rijn, had de Betuwelijn overbodig gemaakt.
Bijvoorbeeld: Hoogwaardig openbaarvervoer in de randstad, zoals het ondergrondse metrosysteem in Parijs met zijn bijsteden, zou een heleboel fileproblemen laten slinken zonder aantasting van het milieu.
Onderzoek overheidsfinanciën
Inkomsten van de overheid:
De uitgaven van de overheid worden betaald uit de schatkist die gevoed wordt uit drie bronnen:
- belastingontvangsten
- als er een tekort is (en dat is er eigenlijk altijd), wordt er geld geleend.
Naast de rijksoverheid, die in Den Haag zetelt, zijn er de overige publiekrechtelijke lichamen, waarmee vooral provincies en gemeente worden bedoeld.
De sociale verzekeringsfondsen worden uit premies betaald. Er zijn volksverzekeringen, die voor iedereen bedoelt zijn, zoals de AOW (de Algemene Ouderdomswet) en de AKW (de Algemene Kinderbijslagwet). Daarnaast zijn er de werknemersverzekeringen, die alleen voor mensen in loondienst zijn bedoeld, zoals de WW (de WerkloosheidsWet) en de Wulbz (Wet uitbereiding loonbetaling bij ziekte). In het deel over inkomen gaan we verder op de sociale zekerheid in.
Begrotingstekort
Er is nog steeds een begrotingstekort echter een stuk minder dan dat de situatie zou zijn zonder bezuinigen.
Staatsschuld
De staatsschuld zal het komende jaar alsnog stijgen maar veel minder dan dat deze zal stijgen zonder het bezuinigingsbeleid.
EMU-doelstellingen
In 1991 is er bij het Verdrag van Maastricht afgesproken, dat de Europese Unie voor 2000 zal zijn uitgegroeid tot een economische en monetaire Unie (EMU). Dit houdt onder meer in dat de deelnemende landen dezelfde feldeenheid - de euro - zullen gebruiken. Omdat de verschillende economieën hiervoor naar elkaar toe moeten groeien - convergeren - is dit een aantal doelstellingen met betrekking tot de rentestand, inflatie, staatsschuld en begrotingssaldo opgesteld, waaraan de landen na verloop van tijd moeten voldoen.
Deze convergentiecriteria zijn terug te vinden in het figuur hier onder.
Wijzigingen
In de periode van het kabinet Balkenende 1 is de economische groei gestagneerd. De werkeloosheid is opgelopen. Het huidige kabinet Balkenende 2 probeert de ellende om te buigen. Dit proberen ze te bereiken door te bezuinigen op verscheidene vlakken.
Kortom nu wordt er bezuinigd. (Dit past in de traditie van de CDA, een calvinistisch zuinig beleid)
Conflicterende doelstellingen
· Meer werkgelegenheid versus lasten verzwaring.
Wanneer de lasten verzwaren remt de economische groei. Meer lasten → minder geld → minder bestedingen → minder economische groei → minder geld.
· De welvaart komt in het geding met de bezuinigen in de zorgsector Door de bezuinigen in de zorg wordt het gezondheidsniveau van de Nederlandse bevolking minder. Dit is in strijd met het optimaliseren van de welvaart.
· Het investeren in de infrastructuur is tegenstrijdig met het behoud van natuur en milieu. Hoe meer asfalt, hoe meer bomen.
Eigen mening
Mirre
Het terug dringen van het financieringstekort is na mijn mening een goed beleid voor de toekomst.
De staatsschuld moet niet onbeperkt blijven door groeien en afgewenteld worden op de toekomstige (mijn) generatie. Nederland verkeert momenteel in een omslagstelsel dit houdt in dat het percentage van de bevolking dat gebruikt maakt van de AOW stijgt en dat de beroepsgeschikte bevolking daalt. Er vindt dus vergrijzing plaats in Nederland. Dit komt doordat de (medische) wereld er erg op vooruit is gegaan afgelopen jaren hierdoor blijven oude mensen vaak langer in leven. De grootste oorzaak is echter dat de meeste mensen in Nederland geen of steeds minder kinderen nemen.
Het geheel lijkt toch te veel op een afbraakbeleid, goede sociale voorzieningen en stelsels worden te veel onderuit gehaald.
Patricia
Het terugdringen van de staatsschuld d.m.v. het bezuinigingsbeleid is een goedplan. Op lange termijn zullen de Nederlanders hiervan profiteren en daarom moet de mensen hier allemaal een steentje aan bijdragen. Door kabinet Paars 2 is de staatsschuld te hoog opgelopen, dit had nooit zo ver hoeven komen. Als men eerder ingegrepen had, dan had het kabinet nu niet zulke drastische maatregelen hoeven te nemen, waardoor vooral de mensen met de laagste inkomens nu het meest getroffen worden. Hier komt nog bij dat Nederland zich altijd braaf en strikt aan de EMU-doelstellingen wil houden, terwijl landen zoals Frankrijk een veel grotere staatsschuld hebben. Deze landen willen de staatsschuld over een langere periode aflossen, waardoor hun burgers niet zo hard getroffen worden.
Samenvatting
In de miljoenennota en troonrede van 2003/2004 wordt een krachtig bezuinigingsbeleid beschreven. Om het financieringstekort te beperken. Vanuit maatschappelijke instellingen en organisaties wordt veel kritiek gegeven op dit beleid.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden