Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Euro

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1597 woorden
  • 3 april 2002
  • 54 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
54 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De euro Sinds 1 januari 2001 betalen we met de Euro. De euro is de gemeenschappelijke munt voor de landen die lid zijn van de EMU(Economische en Monetaire Unie). De naam ‘euro’ is besloten op 15 en 16 december 1995 tijdens de Europese topvergadering in Madrid. De euro is een eenheidsmunt om het ‘Vrije Europa’ te versterken. De euro is een munt waarmee we in bijna alle Europese landen kunnen betalen. Alleen de landen die bij de EMU horen mogen meedoen. De 12 landen die meedoen zijn; België, Duitsland, Nederland, Luxemburg, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal, Spanje en Griekenland. Dus als je op vakantie gaat naar een van deze landen, hoef je geen geld te wisselen. Één euro is 2,20371 gulden. Het teken van de euro is €. Om de euro te kunnen gebruiken hebben we de Europese Centrale Bank nodig. De Europese Centrale Bank is sinds 1 januari 1999 begonnen met haar werk. Sterke munt: De gulden was een sterke munt. De euro moet ook zo’n sterke munt zijn. Met een sterke munt bedoelt men dat de waarde van de munt niet zal dalen. Een sterke munt heeft voor- en nadelen. Voordelen: De waarde van een sterke munt zal niet dalen en de interesten(rentes) kunnen laag gehouden worden. Voorbeeld: (De voorbeelden zijn van toen de euro nog niet bestond.) Als een buitenlander geld in Nederland belegt, zet hij zijn munt om in Nederlandse guldens, koopt daarmee aandelen in een Nederlands bedrijf en krijgt op dit bedrag een bepaalde rente. Die man weet dat hij zijn geld op een veilige manier belegt; de waarde van onze munt zal niet dalen. Hij hoeft niet bang te zijn dat zijn belegging opeens niets meer waard is. Hij vraagt daarom geen extra veiligheid onder de vorm van een hoge interest. Nederland kan dus door zijn sterke munt de interesten laag houden. Nadeel: Er is dan oneerlijke concurrentie. Bijvoorbeeld: Als België tomaten zoekt en ze kunnen een keuze maken tussen Nederlandse en Spaanse tomaten. De prijs in beide landen is ongeveer gelijk. De Belgische franken moeten dan gewisseld worden. Maar de Belgen kunnen voor dezelfde som geld, als ze het gewisseld hebben, in Nederland 80 ton Nederlandse tomaten kopen, terwijl ze in Spanje 100 ton voor evenveel geld kunnen kopen. En daardoor worden onze tomaten duurder. Dat noemt men oneerlijke concurrentie, en dat is slecht voor de Nederlandse export. Voordelen Euro: De euro heeft veel voordelen. Als je op reis gaat binnen Europa hoef je niet meer telkens geld te wisselen. Er zijn dan dus ook geen kosten meer die je aan de bank moet betalen om te wisselen. En dat is zeker belangrijk voor de bedrijven. De bedrijven kunnen dan met dat geld dat overblijft, nieuwe machines kopen. De Europese landen drijven vooral handel met elkaar. Als ze allemaal met dezelfde munt kunnen betalen vermijden ze veel kosten en berekeningen. Je hoeft ook niet meer telkens om te rekenen hoeveel iets in dat land kost, in Nederlandse guldens. Als je bijvoorbeeld een beeldje gaat kopen, hoef je niet om te rekenen hoeveel dat in nederlandse guldens kost. Een ander voordeel is dat je oneerlijke concurrentie vermijd. Het geld is dan in heel Europa evenveel waard en het beïnvloedt de prijs van de producten niet meer. En als laatste: 1 Europese munt moet een bewijs zijn dat Europa een geheel is.
Nadelen Euro Er zijn natuurlijk niet alleen voordelen. Er zijn ook nadelen. Een nadeel van de euro is dat om te kunnen deelnemen aan de euro, landen heel erg moeten besparen. Want volgens het Verdrag van Maastricht mogen de landen niet meer dan 3% schulden maken bovenop hun inkomsten. Als de inkomsten van een land bijvoorbeeld 100 miljard is, dan mag de schuld maar 103 miljard zijn. Om de euro in te kunnen voeren moet er heel veel gedaan worden. En dat kost veel. Alle automaten waar geld in moet, moeten omgezet worden naar euro. Iedereen moet heel erg wennen aan de euro. De invoering
De invoering van de euro is een hele klus. Er zijn in Nederland meer dan 100.000 automaten die moeten worden aangepast aan de euro. Alles wat op Nederlands geld is ingesteld moet worden aangepast. Alle bedrijven moeten ook hun boekhouding gaan aanpassen. Bij de invoering van de euro gaat het om minstens 12 miljard biljetten en 20 miljard munten. Maar ze zijn er al jaren mee bezig, om het allemaal af te krijgen. De Nederlandse munten worden geslagen bij de MUNT in Utrecht. EU Na de eerste en tweede wereldoorlog vond men dat er geen oorlog meer mocht komen. En dus is de Europese eenwording ontstaan. Als eerste gingen Frankrijk en Duitsland samen kolen en staal beheren. En dat was een goed begin, want landen die samenwerken zullen niet zo snel oorlog met elkaar voeren. Later sloten België, Nederland, Luxemburg en Italië zich aan. In 1952 ging de Europese gemeenschap van kolen en staal van start. De samenwerking ging heel goed en ze besloten meer samen te gaan doen. De landen maakten steeds meer afspraken en het ging steeds beter. De landen noemden zich samen de Europese Gemeenschap. Er wilden steeds meer landen lid worden van de Europese Gemeenschap. Later kwamen er de landen Groot-Brittannië, Denemarken, Ierland, Spanje en Portugal bij. In 1995 werden Oostenrijk, Finland en Zweden ook lid. Uiteindelijk zaten er 15 landen bij de EG. Na het verdrag van Maastricht veranderde de naam van de EG in de Europese Unie. Door de samenwerking van de 15 landen is er een grote markt ontstaan. Dat maakt de handel tussen landen gemakkelijker. Er was alleen nog 1 probleem, en dat was het geld. Tijdens het verdrag van Maastricht besloten ze dat er een Europese munt zou komen; de euro. Belangrijke data: -sinds 1 juli 2001 gingen de winkels alles dubbel prijzen. Alle prijzen in guldens en euro’s. -Sinds 1 januari 2002 kunnen we met de euro betalen. Alles gaat dan per euro. Je geld op je bank wordt automatisch omgezet in euro’s. -Je kon tot 28 januari de gulden nog gebruiken als betaalmiddel. Maar als je dan met guldens betaalde, kreeg je euro’s als wisselgeld. Dat ging soms wel moeilijk, want als je dan in bijvoorbeeld een supermarkt boodschappen doet, en je betaalt in guldens, dan moet de caissière wisselgeld in euro’s geven. Dat ging soms wel wat moeizaam. Maar men raakte al snel gewend aan de euro. -Tot 1 april 2002 kunnen we nog guldenmunten en guldenbiljetten kosteloos op onze rekening storten of omwisselen voor euro’s. -Als je dan na 1 april 2002 nog guldens vindt, kun je die nog tot 1 januari 2003 op je rekening storten. Maar je moet er dan wel wat extra geld voor betalen. -Tot 1 januari 2007 kun je guldenmunten nog omwisselen bij kantoren van de Nederlandse bank. Je moet dan wel zeggen waarom je het niet eerder kon omwisselen en je moet ook een legitimatiebewijs laten zien. -En tot 1 januari 2032 kun je guldenbiljetten nog omwisselen voor euro’s bij kantoren van de Nederlandse bank. Je moet wel net als bij de munten vertellen waarom je niet eerder hebt omgewisseld en je moet ook een legitimatiebewijs laten zien. De munten en biljetten Nu de gulden weg is, is de euro gekomen. Er zijn 8 munten en 7 biljetten van de euro. De munten hebben allemaal op één zijde nog een nationaal symbool. Dus de Nederlandse euro heeft een plaatje van koningin Beatrix op de munt. Alle deelnemende landen hebben dus op één zijde een eigen symbool. Je komt steeds vaker tegen dat je een munt met een Duitse symbool of een munt uit een ander land tegenkomt in Nederland. Je kunt wel gewoon in alle landen betalen als je een munt hebt. De munten hebben verschillende kleuren en de randjes zijn ook verschillend. De randjes zijn vooral zo gemaakt voor de blinden, zodat zij de muntjes snel herkennen. Er zijn munten van 2, 1, 0.50, 0.20, 0.10, 0.05, 0.02 en 0.01 euro. De gemeenschappelijke zijde van de munten is ontworpen door Luc Luycs. Je hebt ook 7 biljetten. Die zijn wel in alle landen hetzelfde. De biljetten zijn ontworpen door de Oostenrijker Robert Kalina. Op de biljetten staan plaatjes van bruggen, ramen en poorten. De biljetten hebben allemaal een andere kleur en andere afmetingen. Er zijn biljetten van 500, 200, 100, 50, 20, 10 en 5 euro. De biljetten zijn heel erg goed beveiligd. Het is gemaakt van uniek papier. Het is gemaakt uit katoenvezels, en er is ook voelbaar reliëf en dat maakt de euro erg herkenbaar. De biljetten hebben ook veel echtheidskenmerken zoals; -watermerk. Als je het biljet tegen het licht houdt, dan zie je een watermerk. Je ziet dan een afbeelding en de waarde van het biljet in cijfers. -Veiligheidsdraad. Er zit ook een draad in het papier van het biljet. Als je het biljet tegen het licht houdt, zie je aan de linkerzijde een donkere, verticale draad. De echtheidskenmerken zijn voor alle biljetten verschillend. Eigen mening Ik vond het wel erg leuk om het werkstuk te maken. Hierdoor weet ik gelijk een heel stuk meer over de euro. Het enige wat ik niet zo leuk vond is dat het te veel tijd kost. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat je er veel over kunt vertellen en omdat je er heel veel informatie over kunt vinden. Ikzelf heb niet echt problemen met de euro. Alleen dat je telkens zit om te rekenen hoeveel iets nou in Nederlandse guldens kost. Ik ben voor de euro, want dan hoef je niet telkens je geld te wisselen als je op vakantie gaat, en dat vind ik wel handig. Bronvermelding Ik heb documentatiemappen gebruikt uit de bibliotheek over de euro. Het zijn jeugd documentatiemappen en heten ‘euro’. Ik heb ook een site gebruikt:
www.euro.nl
De krantenartikeltjes die erbij zitten, zijn afkomstig van de Telegraaf en het Haarlems Dagblad.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.