De euro

Na de tweede wereldoorlog was Europa kapot. De mensen vonden dat dat nooit meer mocht gebeuren. De landen besloten dat ze beter met elkaar konden samenwerken en elkaar helpen. Daarom werd in 1993 werd de Europese Unie (EU) opgericht. Het aantal landen was oorspronkelijk 6 maar nu 15. Omdat het met de economie heel goed ging in de EU wilden veel landen er bij komen zoals Malta, Estland, Letland en Cyprus. De landen van de Europese Unie waren aan het denken over een nieuw soort munt. Omdat als je naar een ander land wilde dan moest je je geld inwisselen voor de munt in dat land. Dat kostte tijd en ook nog geld. Zo was het met bedrijven uit verschillende landen ook. Zij voerden handel met elkaar en hebben de hele dag te maken met geld. Omdat de wisselkoers steeds anders was werd het erg onhandig zaken doen. Met één munt voor alle landen zou het allemaal veel makkelijker zijn. Ze wilden dus één munt voor de landen in Europa.

Tijdens de Eurotop in Madrid wordt bepaald dat de Europese munt 'euro ' zal heten. Eerst wilden ze de munt ecu noemen. Dat was de afkorting van "European Currency Unit. In Duitsland zou de naam als "ekoè" worden uitgesproken. Dat vonden veel Duitsers een belachelijk naam. Daarom besloot men te kiezen voor de naam "euro".

In 1996 werd het ontwerp voor de eurobiljetten bepaald. Er kwamen biljetten van 5, 10, 20, 50, 100, 200 en 500 euro. Bij het Verdrag van Amsterdam werd het ontwerp voor de Europese zijde van de euromunten wordt gepresenteerd. Er kwamen munten van 1 cent, 2 cent, 5 cent, 10 cent, 20 cent 50 cent en 1 en 2 euro. In 1998 deden België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje mee aan de EMU,. de Oprichting van de Europese Bank en Europees Stelsel van Centrale Banken. Op 1 januari 1999 Startte de EMU in elf landen. In juni 2000 werd er besloten dat Griekeland mee mocht doen aan de EMU. Op 1 januari 2002 werd de euro officieel als betaalmiddel gebruikt in de deelnemende landen van de EMU.

Hoe kun je de euro herkennen

De euro heeft wel 40herkenningstekens. Dat moet ook anders kon je het makkelijk namaken.  Soms kan je makkelijk zien of iets nep is. Toch kijken mensen als ze geld terug krijgen niet goed genoeg. Daarom is het ook belangrijk dat je niet zonder te kijken een munt of biljet in je portemonnee stopt. Ik ga vertellen hoe je een vals biljet kan herkennen. De belangrijkste kenmerken zijn watermerk, het hologram, verkleurende inkt, voelbare inkt en UV licht.

UV licht
Als je een biljet onder een UV lamp houdt dan wordt het biljet blauw en de sterren krijgen een andere kleur. Ook zie je allemaal stipjes die je niet ziet op een normaal biljet

Het watermerk
Het watermerk wordt gemaakt door de dikte van het papier te variëren. Het watermerk zie je door het bankbiljet tegen het licht te houden. Je ziet dan lichte én donkere gedeelten van de afbeelding, die geleidelijk in elkaar over gaan. Het waarde cijfer in het watermerk licht sterk op. Op een donkere ondergrond worden de lichte gedeelten donkerder. Dit kan eenvoudig worden gezien bij het waarde cijfer in het watermerk. Als je een papiertje op het watermerk legt en er met een potlood over heen gaat kan je het watermerk ook zien.

Het hologram
Bij biljetten van 5 tot 20 euro: Als je het biljet kantelt, is in het hologram afwisselend de waarde van het biljet en het €-teken te zien met een regenboogkleurige achtergrond. Aan de randen staat de waarde in kleine letters. Bij biljetten van 50 tot 500 euro zie je als je het biljet kantelt een hologram. Je ziet dan de waarde van het biljet en een gebouw. Op de achtergrond staan regenboogkleurige cirkels die bestaan uit kleine letters. Als je het biljet kantelt zie je die vanuit het midden naar de randen van het hologram bewegen.

Verkleurende inkt
Op de achterkant van Biljetten van 5 10 en 20 euro zie je een glanzende baan. Als je het biljet kantelt verandert de kleur van grijs naar goud. In de band zie je ook de waarde van het biljet en het €-teken. Bij biljetten van 50 tot 500 euro staat op de achterkant van het briefje in het paars de waarde. Als je het biljet kantelt, verandert de kleur van het cijfer van paars naar olijfgroen.

Voelbare inkt
Op verschillende plekken kan de drukinkt worden gevoeld. Die voel je goed bij de regel met BCE ECB. Het papier van het bankbiljet is gemaakt van katoen en moet stevig aanvoelen (niet slap of vettig) en knisperen.

De soorten euro’s

Zoals je weet zien niet alle euro’s er hetzelfde uit. Hier rechts zie je de landen van de Europese Unie. Andorra, Monaco, Vaticaanstad en San Marino zijn dwergstaten, die horen niet bij de EU omdat het te duur is om mee te doen. Ze mogen wel de euro gebruiken en slaan eigen munten en drukken biljetten. Litouwen heeft als 19de land pas geleden op 1 januari 2015 de euro ingevoerd. Aan de voorkant zijn de euromunten hetzelfde, maar elk land heeft een eigen achterkant die ze zelf mogen bedenken. Nederland heeft Willem Alexander en Beatrix er op staan. 8 landen van de Europese Unie gebruiken de euro niet en hebben hun eigen munteenheid gehouden. Dat zijn Bulgarije, Hongarije, Verenigd Koninkrijk, Roemenië, Zweden, Tsjechië, Polen en Denemarken.

De voordelen en de nadelen van de euro

Bij alles zijn wel voor- en nadelen. Ook bij de euro.

Als eerste zal ik de voordelen van de euro noemen.

De EU landen wilden een nieuwe munt zodat je niet elke keer dat je naar een ander land gaat geld moet omwisselen voor buitenlands geld. Dat kost namelijk ook geld en tijd. Als je op vakantie gaat in de Eurolanden hoef je dus nooit meer geld te wisselen.
Ook is de euro bijna overal in de wereld buiten de EU landen inwisselbaar voor de munt in dat land. Dus als je op vakantie gaat in een ver land kun je nog steeds de euro wisselen.
Doordat steeds meer landen meedoen met de euro wordt het steeds makkelijker voor mensen om dingen te vervoeren naar of uit die landen. De handel is dus makkelijker geworden.
Als landen met dezelfde munt betalen maken die landen steeds meer vriendschappelijke banden aan met andere landen. Dat is bij de Euro ook zo, Nederland heeft dat dus ook.
De euro is een sterke munt. Hij staat sterk tegenover de yen en de dollar (de yen wordt in Japan gebruikt en de dollar in Amerika). Doordat de euro een sterke munt is, is Europa aantrekkelijk om mee te handelen. Ook is de waarde van de munt daardoor stabiel. Daarom stijgen de prijzen weinig.