Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Vincent van Gogh

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas havo/vwo | 3246 woorden
  • 9 februari 2005
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
37 keer beoordeeld

Het leven van Vincent van Gogh

Vincent van Gogh is geboren op 30 maart 1853 in Groot-Zundert. Hij is geboren precies een jaar nadat zijn moeder was bevallen van een dood geboren kind, dat ook de naam Vincent kreeg.
Van Gogh is de zoon van Theodorus van Gogh (1822-85), dominee van de Nederlands Hervormde kerk, en Anna Cornelia Carbentus (1819-1907)
Anna Cornelia was de dochter van een koninklijk boekbinder. Nadat Vincent was geboren kwamen er nog 5 andere kinderen, dit waren: Anna, Elisabeth-Huberta, Theo, het lievelingetje Wilhelmien en als laatste het laatkomertje Cornelis Vincent . In 1861 begint de jonge Vincent op de dorpsschool. Zijn ouders sturen hem later nog naar twee andere kostscholen. Vincent is goed in talen en verdiept zich in het Duits en het Engels. Toen hij 15 jaar was, in 1868, verliet hij de school en daarmee voorgoed het onderwijs.
In 1869 werd Vincent van Gogh medewerker bij de firma Goupil en Cie, kunsthandelaars in Den Haag. De beide ooms van Vincent, Cornelis (oom Cor) en Vincent (oom Cent) waren kunsthandelaren. Zijn jongere broer Theo werkte later als kunsthandelaar, wat van grote invloed is geweest op Vincent’s carrière als kunstenaar. Vincent was redelijk succesvol als kunstenaar bij Goupil en Cie en bleef daar meer dan 7 jaar. In 1873 werd hij overgeplaatst naar het filiaal van de kunsthandel in Londen. Eind augustus verhuisde Vincent naar Hackford Road 87 in het pension van Ursula Loyer en haar dochter Eugenie. Vincent van Gogh bleef twee jaar in Londen. In die tijd bezocht hij er de vele kunstgalerieën en musea.

In mei 1875 werd hij overgeplaatst naar het filiaal van de kunsthandel in Parijs. Na enige tijd werd het Vincent duidelijk dat hij geen voldoening meer vond in het verkopen van schilderijen. Dus verliet hij Goupil eind maart 1876 en besloot terug te gaan naar Engeland, waar hij een gelukkige tijd had doorgebracht.

In april begon Vincent als onderwijzer op de school van dominee William P.Stokes in Ramsgate. Hij stond voor een klas met 24 jongens in de leeftijd tussen 10 en 14 jaar. Hij had plezier in het lesgeven. Enige tijd later vertrok hij naar Isleworth naar de jongensschool van dominee T. Slade Jones. Hij bezocht in zijn vrije tijd opnieuw musea en kunstwerken. Hij verdiepte zich ook in bijbelstudie, hij bracht uren door met het lezen van het Evangelie. Hij was opgegroeid in een godsdienstige familie en hij besloot zich nu serieus te wijden aan de Kerk. Hij bezocht dominee Jones om hem meer verantwoordelijkheid te geven. Jones stemde hiermee in en Vincent begon als spreker bij samenkomsten die gehouden werden in de parochie van Twinham Green.

Vincent van Gogh besloot, na bezoek aan zijn familie tijdens de kerstdagen, in Nederland te blijven. In 1877 probeert hij het als bediende in een boekhandel in Dordrecht. Maar naar 3 maanden meent hij dat hij is geroepen om theoloog en prediker te worden, dit kwam waarschijnlijk door het vele lezen in de bijbel in de boekhandel. Vincent verhuist naar Amsterdam, daar bereidt hij zich voor op de toegang tot het Theologisch Seminarie van de universiteit. Maar helaas, wordt hij naar een jaar niet al te beste studie niet toegelaten tot de universiteit.
Als hij geen dominee kan worden vindt hij dat hij tenminste als evangelist de boodschap van Jezus moet verkondigen. Hij probeert het opnieuw maar dit keer bij de zendingsschool in Brussel, helaas, weer tevergeefs… Hij gaat daarom in 1878 als onafhankelijk prediker naar de mijnarbeiders in de Borinage. Dit is een arme streek met veel mijnen in het zuiden van België. Ook hier wordt hij na een tijdje weggestuurd. In 1879 is Vincent totaal uitgeput door zijn leven in de Borinage, omdat hij daar opzettelijk aan lage wal raakte om zich meer met de mensen daar verbonden te voelen. Zijn vader haalt hem daarom weer in huis, in Neuen. Zijn gooi naar predikerschap was mislukt, maar hierdoor kwam hij wel achter zijn werkelijke roeping. Door de mensen in de Borinage wier hongerige gezichten getekend waren door het werk in de mijnen, begon voor hem de verbeeldingen op te doemen. Hij begon met tekenen. Van de gezichten en gestalten van die mensen. En toen pas begon de ontwikkeling van de kunstenaar Vincent van Gogh, die nog slechts 10 jaar zou leven.
Na langer dan een jaar als een armlastige te hebben geleefd in de Borinage, vertrok Vincent in de herfst van 1880 naar Brussel om zich te wijden aan de kunst. Omdat hij niet veel geld heeft krijgt hij soms geld van Theo, die hem zijn hele leven door dik en dun heeft gesteund. In de zomer van 1881 toen Vincent weer eens bij zijn ouders verbleef, nu woonachtig in Etten, ontmoette hij zijn nichtje Cornelia Adriana Vos- Stricker (Kee). Kee (1846-1918) was sinds kort weduwe en zorgde zelf voor de opvoeding van haar zoontje. Vincent werd verliefd op Kee en was diept geraakt toen hij door haar werd afgewezen. Eind 1881 verblijft Vincent een aantal weken in Den Haag, waar hij van zijn neef Anton Mauve schilderlessen krijgt. Deze kunstenaar behoort tot de Haagse school en maakt hem bekend met het schilderen met olieverf. Ook leert hij van hem de aquareltechniek.
Vincent van Gogh ontmoette Clasina Maria Hoornik (1850-1904) eind februari 1882, in den Haag. Ze verwachtte reeds een kind toen Vincent haar leerde kennen. Hij neemt haar in huis en zorgt voor haar. Hij vindt dat hij met haar moet trouwen omdat dat de enige manier is om haar te helpen. Maar Christine (door Vincent Sien genoemd) vervuilt zijn huis, hangt in kroegen rond, en drinkt daar te veel, en stort Vincent in de schuld. Maar Vincent verontschuldigt haar aldoor door te zeggen dat: ze nooit heeft geleerd wat goed is, dus hoe zou ze zich dan goed kunnen gedragen. Hierdoor wordt Vincent door zijn familie gemeden alleen zijn broer Theo komt nog wel eens langs en geeft hem geld.

Sien en haar kinderen poseerden vele malen voor Vincent; zijn talenten als kunstenaar groeiden in deze periode. In de tekening Naaiende vrouw met meisje vertolkt Vincent meesterlijk de huiselijke rust als ook een verborgen gevoel van machteloosheid over het leven samen met Sien, dat 19 maanden zou duren.

1883 was een overgangsperiode voor Vincent, voor zowel zijn kunstenaarsbestaan als zijn persoonlijke leven. In 1882 begon hij te experimenteren met olieverf, maar pas in 1883 werkte hij steeds vaker met deze techniek. Omdat hij meer vorderingen maakte met tekenen en schilderde, verslechterde de relatie met Sien en in september scheidden hun wegen. Hij leefde in eenzaamheid verder om de verbroken relatie met Sien te verwerken. Met veel spijt, vooral vanuit zijn gevoel voor de kinderen van Sien, verliet Vincent half september Den Haag en vertrok naar Drenthe. De volgende zes weken leefde Vincent een zwerversbestaan, trekkend door de omgeving, het dromerige landschap en zijn bewoners tekenend en schilderend. Hij maakt veel tekeningen en is erg onder de indruk van het platteland en het boerenleven.
Hij wil niets liever dan boerenschilder worden. Hij schildert veertig schilderijen met boerenhoofden.

Eind 1883 keerde Vincent opnieuw terug naar het huis van zijn ouders die toen in Nuenen woonden. Het gehele volgende jaar werkte Vincent aan het verbeteren van zijn werk. De plaatselijke boeren bleken zijn geliefde onderwerpen te zijn.
In 1884 leert hij Margot Begemann kennen die met haar familie naast het huis van zijn ouders woonde. Margot is 40 jaar. Hij wordt verliefd op haar en wil zoals gewoonlijk met haar trouwen. Dit is een schandaal in het dorp want zij was 9 jaar ouder. Wanhopig door al dat geroddel in het dorp doet Margot een zelfmoordpoging. Op 26 maart 1885 stierf zijn vader en Vincent’s hart brak.
Vincent werkt daarna voor het laatst aan het beroemde schilderij de Aardappeleters. Dat geeft aan dat hij zich laat inspireren door het leven op het platteland.

Later in november reist hij naar Antwerpen. Hij wou graag naar Antwerpen omdat hij daar naaktmodellen mocht schilderen en omdat hij daar de musea en de galeries nog niet had gezien. In de haven van Antwerpen kwamen veel exotische dingen binnen, waaronder houten gesneden beeldjes en andere kunstvoorwerpen uit Japan. Vincent begon deze te sparen. In 1886 schrijft hij zich in bij een beroemde schildersschool, de Ecole des Beaux-Arts. Maar na twee maanden stopte hij er al mee omdat hij geen zin had om zich aan de regels te houden. In februari 1886 komt Vincent in Parijs aan. Zijn broer Theo woonde in Montemarte. Hij leidde daar het filiaal van Goupil. Vincent vroeg aan Theo of hij zijn werken ook wou verkopen. De beide broers gingen samenwonen in Theo’s appartement. Een paar weken later wordt Vincent heel erg boos op zijn broer, omdat hij volgens hem niet veel moeite deed om zijn schilderijen te verkopen. Maar niemand vond het meer mooi hoe hij schilderde want de meeste schilders waren bezig met de impressionisme omdat dat in de mode was. Daarom besloot hij dat ook maar te proberen. Na een tijdje vond Vincent het impressionisme toch niet meer zo leuk en wou daarom verder gaan met het tekenen van portretten. Maar hij had geen geld om modellen in te huren.

Daarom kocht hij een spiegel om zichzelf na te tekenen. Hierdoor weten we ook hoe hij eruit ziet omdat hij heel veel zelfportretten heeft geschilderd.

Vincent heeft minstens twintig portretten in Parijs geschilderd. Hij schilderde eerst vooral grijs bruinig. Later ging hij steeds meer heldere kleuren gebruiken zoals geel, blauw, groen, rood. Hij is door veel dingen beïnvloed: het boerenleven, de Japanse kunst en het impressionisme. Maar hij is ook beïnvloed door het pointillisme. Hierbij zijn puntjes of streepje naast elkaar geplaatst. En de kleuren zijn onvermengd. Vincent is ook echt een gevoelsmens en erg emotioneel. Als hij later naar Zuid-Frankrijk gaat, een gebied waar het licht fel is en de kleuren heel helder zijn, zie je duidelijk dat hij veel gevoel en emotie in zijn schilderijen legt. Hij schildert heel expressief. Dat wil zeggen met veel gevoel en uitdrukking.
In februari 1888 trok Vincent van af Parijs naar Arles, in de Provence in Zuid-Frankrijk. Hij was op zoek naar warmte en rust. Hij woonde eerst in het hotel Carrel maar ergerde zich aan de mensen daar omdat ze dachten dat hij een idioot was. Maar in april kon hij gelukkig een huis krijgen.
Hij vond het een gezellige omgeving. Vooral door het mooie licht en de felle kleuren van de Provence. Hij knapte er niet alleen van op, het gaf hem ook veel inspiratie. Hij wist ineens wat hij wilde schilderen: veel natuur, te beginnen met een stilleven van zonnebloemen.

Dit is ook een erg beroemd schilderij van hem. Later heeft nog veel meer stillevens van zonnebloemen geschilderd.

In oktober 1888 komt een goede vriend van Vincent Gauguin eindelijk aan in Arles. Ze werken negen weken samen lang en hebben flinke discussies over kunst. Gauguin maakt een portret van Vincent terwijl hij de zonnebloemen schildert. Vincent vond dat Gauguin het heel mooi had geschilderd en hij vond dat de emoties er goed van af te lezen waren. Na een tijdje krijgen ze steeds vaker ruzie en Vincent bedreigt Gauguin met een scheermes. Die avond snijdt Vincent zijn oor eraf. Hij wordt opgenomen in het ziekenhuis van Arles. Zonder Vincent te bezoeken vertrok Gauguin onmiddellijk naar Parijs, nadat hij eerst nog een telegram stuurde naar Theo. Vincent kreeg naast veel bloedverlies ook last van psychische terugvallen. Theo, die met spoed naar het zuiden was afgereisd, was ervan overtuigd dat Vincent zou overlijden, maar eind december herstelde Vincent bijna volledig en werd uit het ziekenhuis ontslagen. In Parijs, tijdens het voorjaar trouwt Theo met Johanna Bonger. Nadat hij het ziekenhuis had verlaten ging het niet veel beter met hem.
Hij leed aan een ernstige psychische stoornis en was verslaafd aan de drank en aan de tabak. Op een gegeven moment zag hij zelf ook in dat het niet meer ging en liet zich opnemen in een inrichting. Hij werd een paar maanden later weer vrijgelaten, maar omdat ze bang waren voor een herhaling laat Vincent zich voor een tweede keer opnemen in de inrichting. Hij wordt ontvangen door de arts Theophille Peyron en hij zegt dat hij lijdt aan acute manie met visuele en auditieve hallucinaties. Dat wil zeggen dat hij zich tijdens aanvallen van alles inbeeldt. Hij blijft een jaar in Saini-Remy en richt in een dicht bijzijnde cel een atelier in. Hij blijft last houden van zijn aanvallen maar schildert in die tijd wel zo’n 150 schilderijen. Hij mag het terrein van de inrichting niet verlaten dus schildert hij vanuit het raam waar tralies inzit. Later krijgt hij toestemming om buiten te schilderen. Hij schildert olijfbomen, cipressen en korenvelden uit de omgeving. Hij werkt zo hard als een bezetene. Hij is maar 37 jaar oud geworden maar hij heeft wel een onvoorstelbare hoeveelheid werk zoals tekeningen en schilderijen achtergelaten.

Doordat Vincent soms door zijn ziekte niet buiten kon schilderen maakte hij zwart-wit kopieën van schilderijen van zijn favoriete schilders. Hij maakte zo’n twintig kopieën van boerentaferelen. Als Vincent op een dag behoorlijk veel verf doorslikt mag hij alleen nog maar tekenen.
Tijdens zijn verblijf in Arles stuurt hij heel veel schilderijen op naar zijn broer Theo in Parijs. Ondanks door zijn ziekte schildert hij het ene schilderij na het andere.
Het werk van Vincent begint nu ook op te vallen bij kunsthandelaren. De Belgische kunstkring “Les Vingts” houdt in 1890 een tentoonstelling waarin er plaats is voor zes van zijn schilderijen. Wanneer hij exposeert in de Salon des Indepants ( eerste keer in 1889 met twee schilderijen en de tweede keer in 1890 met tien schilderijen) brengen zijn vrienden in Parijs hem op de hoogte.

Hij verlaat in mei 1890 de inrichting en gaat naar het plaatsje Auvers-Sur-Oise een klein plaatsje buiten Parijs. Hij kon toen nog steeds geregeld zijn broer Theo opzoeken die nog steeds in Parijs woonde.
Hij ontmoet een homeopathische geneeskundige en amateur schilder die hem verzorgt en raad geeft om snel van zijn ziekte af te zijn. En zich helemaal te storten op het schilderen. Daar voelt hij zich immers heel goed bij. Vincent gaat weer aan de slag en maakt portretten van mensen die hij ontmoet had. Hij schilderde ook de omgeving.
Hij werkte heel snel in deze maanden. Ongeveer een schilderij per dag en hij maakte een serie van twaalf opvallende schilderijen, van een lang gerekt formaat. Dat was zijn herinnering aan het boerenleven.
Begin juli gaat Vincent op bezoek in Parijs bij zijn broer Theo. Theo is zijn werk in Parijs zat en denkt erover na om een eigen zaak te beginnen. Vincent en Theo krijgen een erge ruzie en Vincent gaat boos naar huis.
Op zondagavond 27 juli 1890 vertrok Vincent met zijn ezel en schildersmateriaal naar de korenvelden. Daar pakte hij de revolver en schoot zichzelf in de borst. Hij strompelde erg zwak naar huis, naar zijn kamer. De volgende dag komt zijn broer Theo er gelijk aan. Twee dagen later sterft hij in de armen van Theo om 1.30. De Katholieke kerk van Auvers weigerde een graf op hun begraafplaats voor Vincent vanwege de zelfmoord. Het nabijgelegen dorp Méry gaf echter wel toestemming, zodat de begrafenis plaats kon vinden op 30 juli. Vincent’s goede vriend, de schilder Emile Bernard schreef een verslag van de begrafenis aan Gustave-Albert Aurier:
De kist was al gesloten, ik kwam te laat om hem terug te zien, hem die zo vol verwachtingen van allerlei aard was toen ik drie jaar geleden afscheid nam…

Aan de muren van de zaal waar de dode was opgebaard, waren al zijn laatste doeken gespijkerd; ze vormden als het ware een aureool en maakten door de schittering of het genie dat er uit sprak, die door voor de kunstenaars nog verschrikkelijker. Op de baar een eenvoudig wit laken, en verder een overvloed van bloemen, zonnebloemen, waarvan hij zoveel hield, dahlia’s, overal gele bloemen. Het was zijn lievelingskleur, als je je het herinner, symbool van het licht waarvan hij droomde in de harten zowel als in de werken.
En vlak bij waren ook zijn ezel, zijn vouwstoeltje en zijn penselen op de grond bij de kist geplaatst.
Er kwamen veel mensen, vooral kunstenaars onder wie ik Lucien Pissarro en Lauzel herkende, de anderen zijn mij onbekend. Er kwamen ook mensen uit de streek, die hem enigszins gekend hadden, hem een of twee maal gezien hadden en van hem hielden, omdat hij zo goed was, zo menselijk was…
Daar stonden wij verzameld rond deze kist, die een vriend verborgen hield in de grootste stilte. Ik keek naar de studies: een zeer mooi, smartelijk blad naar Delacroix: De heilige Maagd en Jezus. Veroordeelden die rondlopen in een hoge gevangenis, een doek naar Doré van een verschrikkelijke kracht, als symbool van zijn einde. Was voor hem het leven niet deze gevangenis met hoge muren, zo hoog, zo hoog…en waren deze onophoudelijk rondgaande lieden in deze kerker niet de arm kunstenaars, de arme vervloekten lopend onder de zweep van het Lot…
Om drie uur werd de kist opgetild. Het zijn de vrienden die hem naar de lijkkoets dragen. Sommige mensen in de groep beginnen te huilen. Theodoré van Gogh, die zijn broeder zeer liefhad, die hem altijd in zijn strijd voor de kunst en voor onafhankelijkheid had ondersteund, hield niet op smartelijk te snikken…
Buiten was een verschrikkelijke hete zon, wij beklommen de heuvels van Auvers pratend over hem en de krachtige stoot voorwaarts die hij aan de kunst heeft gegeven, de grote plannen die hij altijd in het hoofd had, het goede wat hij voor ons allen gedaan heeft.
Wij kwamen op het kerkhof, een klein kerkhof dat bezaaid is met nieuwe grafstenen. Het ligt op de heuvel die op de korenvelden uitziet, onder de wijde blauwe hemel die hij-misschien-nog zou hebben liefgehad.

Daarna werd hij in het graf neergelaten
Hijzelf had niet kunnen huilen op dat moment. Deze dag was zozeer in zijn geest geweest om niet te denken dat hij nog gelukkig had kunnen zijn…
Dokter Gachet (hij is een groot kunstminnaar en bezit een van de fraaiste verzamelingen van hedendaagse impressionisten, hij is zelf een kunstenaar) wilde enkele woorden zeggen om Vincent’s leven te schetsen, maar ook hij huilde, zo erg dat hij alleen maar een erg verward afscheidswoord kan opbrengen
Hij bracht Vincent’s streven in herinnering, geeft er het sublieme doel van aan en spreekt over de ontzaggelijke sympathie die hij voor hem had ( terwijl hij hem pas kort kende). Het was, zei hij, een rechtschapen mens en een groot kunstenaar; hij had maar twee doeleinden, de mensheid en de kunst. De kunst die hij boven alles nastreefde, zal hem doen voortleven.

Daarna keerden wij terug. Theodoré van Gogh was gebroken door verdriet, alle aanwezigen vertrokken zeer bewogen naar het land, anderen gingen naar het station.

Lavel en ik keerden terug naar Ravoux en praatten over hem…!

Een van zijn laatste schilderijen is het Korenveld met kraaien.

Het is een schilderij dat is gemaakt toen Vincent zich op het eind van zijn leven zeer ellendig voelde en vlak voordat hij zelfmoord pleegde. Op zijn laatste zelfportret dat hij heeft gemaakt enkele maanden voor zijn dood laat zijn ellende goed zien. De dood van Vincent had ook rampzalige gevolgen voor zijn broer Theo.
Zijn gezondheid en verstand werden er door verwoest en zes maanden daarna overleed hij ook. Hij werd begraven in Utrecht, maar in 1914 besloot Theo’s weduwe, Johanna, het lichaam te herbegraven naast het graf van zijn broer Vincent in Auvers. Johanna deed een verzoek om een tak klimop uit de tuin van Dr. Gachet bij de grafstenen te planten. Deze zelfde klimop bedekt de graven van Vincent en Theo tot op de dag van vandaag.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.