Wat is DNA?
Onderzoekers waren al heel vroeg te weten gekomen dat het lichaam uit cellen bestond. Ze dachten toen ook al dat je de eigenschappen van je ouders kreeg als je geboren werd maar hoe dat wist nog niemand. Ze dachten lange tijd dat je precies de helft van de eigenschappen kreeg en dat die met elkaar gemengd werden. Als je dan bijvoorbeeld een zwarte cavia en een witte cavia kruiste dan moest je grijze krijgen. Deze theorie bleek na onderzoek niet te kloppen want je kreeg of zwarte of witte cavia’s en geen grijze. Dit was het begin naar de jacht op het DNA. Er moest dus iets in de cellen zitten dat de erfelijke eigenschappen bepaalde. Na lang onderzoek ontdekte men chromosomen, dit zijn langgerekte dunne draden in de cellen. Ze zijn alleen te zien bij delende cellen. Ieder organisme heeft een vast aantal chromosomen, de mens heeft drieëntwintig paar chromosomen. Men ontdekte dat het de langgerekte draad een DNA molecuul was en wat de bouwstenen daarvan waren. DNA bleek te zijn opgebouwd uit een fosfaatgroep, een desoxyribose en een stikstofbase. Er zijn vier soorten stikstofbasen: Adenine (A), Guanine (G), Thymine (T), Cytosine (C). In de jaren tot 1920 dacht men dat deze vier basen altijd in dezelfde volgorde voorkwamen en in vaste verhoudingen, namelijk ATCG-ATCG-ATCG... etc. Dit kon echter niet kloppen want dit heeft geen mogelijkheid om erfelijke informatie op te slaan.
James Watson en Francis Crick ontrafelden in 1953 de structuur van het DNA molecuul. Ze hadden al eerder een model gemaakt met drie om elkaar wentelende ketens, maar dit was een kolossale blunder geworden omdat het chemisch gezien niet klopte. Toen ze een röntgen foto zagen van Rosalind Franklin kwamen ze op het idee om een model met 2 ketens te bouwen. Ze beschreven dat DNA de vorm heeft van een moleculaire wenteltrap, een dubbele Helix. Beide leuningen van de wenteltrap bestaan uit fosfaatgroepen en desoxyribose die om en om in twee lange ketens gerangschikt zijn. De ketens zijn als twee lange spiralen om elkaar heen gewonden (de wenteltrap). Aan elke ribose zit een stikstofbase. De treden van de DNA-wenteltrap worden gevormd door twee met elkaar verbonden basen: adenine en thymine (A-T), cytosine en guanine (C-G).
Er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat een A en een T tegenover elkaar liggen en een C tegenover een G
1) In het DNA molecuul zijn de concentraties adenine en thymine gelijk en de concentraties guanyne en cytosine zijn ook aan elkaar gelijk.
2) Er is een verschil in type bindingen.
3) Adenine en Guanine hebben beide twee bindingsmogelijkheden en Guanine en Cytosine hebben er drie.
4) De afstand van de “leuningen” moet steeds gelijk zijn. Cytosine en Thymine kort en Guanine en Adenine zijn lang. Er moet dus altijd een korte stikstofbase tegenover een lange stikstofbase liggen.anders zou de lengte tussen de leuningen variëren. De volorde waarin de stikstofbasen in het DNA voorkomen, vormt de code waarmee de erfelijke informatie is vastgelegd. DNA-code en genen
De stikstofbasen A, C, G en T zijn de letters voor codewoorden die met elkaar een codezin vormen.Een combinatie van drie opeenvolgende stikstofbasen in de DNA wenteltrap vormt een codewoord, bijvoorbeeld AGT of CGC. Onderzoekers hebben ontdekt dat een groep van drie stikstofbasen de code voor één aminozuur vormt. De combinatie AGT bijvoorbeeld codeert voor het aminozuur serine en CGC voor alanine. DNA kent vier stikstofbasen: A, C, T, en G. Elke plaats in een groep van drie heeft dus vier mogelijkheden. Dat levert dus 4³ = 64 verschillende groepjes. Hiermee kunnen meer dan twintig verschillende aminozuren mee gevormd worden. kel aminozuur. Een hele zin uit de DNA taal (een gen) bestaat uit een groot aantal ‘3 letter woorden’ die samen voor een compleet eiwit vormen. DNA is dus een onvoorstelbaar lang molecuul dat vele malen langer is dan de cel zelf, dit is echter niet vreemd omdat en ontzettend veel informatie in is opgeslagen. Het is dan ook vrijwel onmogelijk dat er twee mensen rondlopen met precies dezelfde eigenschappen.
Wat is genetische manipulatie?
Onderzoekers weten nu hoe het DNA werkt, maar ze wilden meer. Ze hebben uitgezocht hoe het DNA opgebouwd kon worden. Ze zijn nu in staat om de twee ketens uit elkaar te halen. Dit kunnen ze weer in stukken verdelen, zo ontstaan er brokstukken die ze weer aan elkaar kunnen verbinden. Op deze manier ontstaat er een nieuwe keten DNA. Zo’n samenstelling met nieuwe eigenschappen wordt een recombinant DNA genoemd. Zo is genetische manipulatie ontstaan.genetische manipulatie is het bewust beïnvloeden van erfelijke eigenschappen. Om dit verantwoord te doen is er veel deskundig onderzoek nodig. Genetische manipulatie heeft nogal wat tegenstand, dit komt waarschijnlijk omdat het woord manipulatie meestal in een negatieve betekenis wordt gebruikt. Het woord manipulatie betekent oorspronkelijk het naar je hand zetten, dit is een minder negatieve betekenis. In de geschiedenis hebben mensen altijd al dingen naar hun hand willen zetten kijk maar naar de dijken, of de veredeling van gewassen door alleen de beste met elkaar te kruisen. Genetische manipulatie kan worden onderverdeeld in twee groepen, namelijk:
1) gentherapie
2) eugenetica
Wat is gentherapie?
Soms komen er schrijffouten voor in het DNA dit kun je van je ouders hebben, dan heb je een erfelijke ziekte. Een schrijffout in je DNA kan ook ontstaan door invloeden van buitenaf. Radioactieve straling of het ultraviolette licht van de zon of sommige chemische stoffen kunnen mutaties veroorzaken. Een cel kan dan op hol slaan en zich ongeremd gaan delen. Na de atoombom op Heroshima kregen veel mensen in dat gebied kanker en werden en weel kinderen geboren met erfelijke afwijkingen. Deze erfelijke afwijkingen kunnen vaak al voor de geboorte worden ontdekt,of worden voorkomen. Gentherapie is het zodanig wijzigen van genetisch materiaal dat deze erfelijke ziekten voorkomen kunnen worden. Onderzoekers kunnen bijvoorbeeld embryo’s genetisch manipuleren en dan met behulp van in vitro fertilisatie (IVF) in het lichaam van de moeder aanbrengen. Op deze manier krijg je dus toch een gezond kindje. Ook is het mogelijk om tijdens het leven DNA te veranderen zo zou een suikerpatiënt waarschijnlijk weer normaal kunnen leven. Gentherapie kan nog niet echt worden toegepast omdat men nog niet precies weet hoe het werkt. Er zijn echter al wel veel experimenten geweest. David is hier een voorbeeld van. Hij leefde sinds zijn geboorte in een steriele tent omdat zijn afweersysteem geen enkele ziektekiem onschadelijk kon maken. Hij had namelijk een tekort aan het ADAeiwit. Onderzoekers hebben toen witte bloedcellen uit het beenmerg gehaald en die bewerkt met knip en plakenzymen. Daarna hebben ze de cellen teruggeplaatst en David kon af en toe voorzichtig de buitenwereld in. De theorie van gentherapie is simpel, je moet het zieke gen vervangen door een gezond gen. Dit valt in de praktijk echter bijzonder tegen. Het probleem van gentherapie is dat je in miljarden cellen een gezond gen moet zien in te brengen. We moeten ons realiseren dat het bij gentherapie gaat om het voorkomen dan wel genezen van een ziekte. Het gaat er dus niet om een soort supermens te creëren. Het voorkomen dan wel genezen van ziektes is iets wat we altijd al hebben gedaan en is dus niets nieuws. Er valt natuurlijk wel te discussiëren over het middel dat gebruikt wordt het manipuleren van menselijke genen. We moeten ons ook realiseren dat gentherapie nog toekomstmuziek is omdat we nog niet precies weten hoe onze genen werken.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
S.
S.
bij ons op school was laatst een expert op het gebied van DNA en hij zij dat je met je hele DNA uit je lichaam 88 x van hier naar de maan op en neer kan
13 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
ik snap nog steeds niet wat dna nu is! met andere woorden, je verslag is veel te moeilijk geschreven. ik zit nu op 6 vwo en ik snap t nog niet eens, laat staan iemand van de 3e of zo.
groetjes hilke!
20 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
hoi
6 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
weet iemand wat hier staat
6 jaar geleden
Antwoorden