Wat is klonen? Klonen betekent ongeslachtelijk voortplanten. Tegenwoordig wordt er bij het woord klonen alleen nog maar gedacht aan het klonen van dieren door mensen. Dat is wel begrijpelijk. Al sinds de jaren '60 proberen wetenschappers dieren te klonen, bijvoorbeeld kikkers. In 1997 werd het eerste volwassen zoogdier, een schaap genaamd Dolly, gekloond. Sindsdien is er veel te doen geweest over het klonen van dieren en mensen, of het ethisch gezien wel of niet toegestaan zou moeten worden, wat de voor- en nadelen zijn etc. Waar mensen echter niet bij stilstaan is dat klonen al veel langer gedaan wordt, door de natuur en door de mens. 1, 2 Voorbeelden van klonen in de natuur zijn de meeste koralen, bacteriën, sommige planten zoals varens, kankercellen en eeneiige tweelingen. Organismen en cellen die zich delen, planten die zaden verspreiden, knollen, allemaal manieren van klonen. 1, 2 De mens is ook al eeuwenlang bezig met het klonen van organismen, met name met het klonen van planten. Stekken is een voorbeeld van het klonen van planten door de mens, waarbij een stuk van een stengel of blad wordt afgesneden. Op het snijvlak ontwikkelen zich dan wortels. Enten is een ander voorbeeld van klonen door de mens. Hierbij worden takken vastgebonden op een afgeknipte onderstam. Dat verklaart ook waarom het woord klonen is ontleend aan het Griekse woord voor takje of twijg, klwn. Op deze manier proberen mensen organismen te veredelen, fruitbomen die grote vruchten geven worden bijvoorbeeld op deze manier doorgekweekt. Sinds kort is het dus ook mogelijk om (zoog)dieren te klonen. 1, 2
Technieken voor het klonen van dieren en mensen. In de twintigste eeuw is er veel gebeurd op het gebied van het klonen van dieren door mensen. In de jaren '60 werden er al kikkers gekloond. In de zomer van '97 werd het eerste volwassen zoogdier, een schaap, gekloond. Ook kan men tegenwoordig muizen klonen. Of mensen ook gekloond kunnen worden is nog niet bewezen maar met de huidige technieken zal het waarschijnlijk wel mogelijk zijn. Tot nu toe zijn er verschillende technieken bekend voor het klonen van dieren. 1
Ten eerste een techniek die ook in de natuur voorkomt, de embryo twinning techniek. Hierbij wordt een embryo in een vroeg stadium, meestal al na de eerste deling, in tweeën gesplitst. De cellen worden gesplitst door middel van een chemisch mengsel dat toegevoegd wordt aan het zygote. Het beschermlaagje dat om het zygote zit, het zona pellucida, gaat daardoor weg. Daarna wordt een stof toegevoegd die een nieuw kunstmatig beschermlaagje maakt om de twee cellen apart, waardoor een eeneiige tweeling kan ontstaan. Deze techiek wordt al langere tijd toegepast bij het klonen van vee, met name bij het klonen van runderen. Deze techniek is ook al gebruikt bij het klonen van mensen. Het is onbekend of deze cellen kunnen volgroeien tot baby's, omdat er expres 'zieke' cellen zijn gebruikt die zichzelf na 5 delingen, dus bij het 32-cellig stadium, vernietigen. Tot dan toe gedroegen de cellen zich gewoon. 3, 4
Het maken van een kloon van een volwassen dier gebeurt op een andere manier, met behulp van 'nuclear transfusion'. Dit gebeurt bij de Roslin-techniek. Daarbij wordt een donorcel ingebracht in een eicel. De Roslin-techniek is genoemd naar het instituut dat er in juli 1996 voor het eerst in slaagde een volwassen zoogdier, een schaap, te klonen. Er werd toen gebruik gemaakt van deze techniek. 3, 5
Bij de Roslin-techniek wordt eerst de kern van de eicel, die het DNA en dus ook het erfelijke materiaal van de eicel bevat, verwijderd. Dan wordt er aan de donorcel eerst een stof toegediend die de groei van de cel bevorderen. De donorcel wordt daarna op kunstmatige wijze in de Go-fase gebracht, de rustfase van een cel, waardoor de cel zich niet gaat delen. De eicel en de donorcel fuseren doordat er aan allebei de cellen verschillende stoffen worden toegevoegd die zich aan de celmembranen hechten. De twee cellen worden daarna samengebracht, waardoor die twee stoffen zich aan elkaar binden. Daarna worden de cellen in een electrisch veld gebracht en wordt er een korte stroomstoot toegediend, waardoor de celmembranen op de plaats waar ze elkaar raken beschadigd raken. Het celmembraan herstelt dan op die plaats waardoor één cel ontstaat. Door die korte stroomstoot wordt de cel ook gelijk geactiveerd om zich te gaan delen. Het embryo wordt dan na zes dagen delen in een reageerbuis in de eileider van een schaap ingebracht. Daarna gaat deze automatisch naar de baarmoeder van het schaap. Het schaap kan dan gewoon bevallen. Bij Dolly zijn tot dusver geen abnormaalheden gevonden. 2, 5
Een andere techniek voor het klonen van volwassen dieren is de Honolulu-techniek. Hierbij wordt gebruik gemaakt van 'nuclear somatic transfer', wat kern overbrenging betekent. Dat wil zeggen dat de kern van een donorcel in een eicel zonder kern geplaatst wordt. Met de Honolulu-techniek is het voor het eerst gelukt om muizen te klonen, die, ten opzichte van bijvoorbeeld schapen, moeilijker te klonen zijn. Dat komt omdat na de bevruchting de samengesmolten cellen zich gelijk beginnen te delen. Bij schapen gebeurt dat pas na enkele uren. Bij klonen kan de eicel bij schapen dus wat langer 'wennen' aan haar nieuwe kern eer ze gaat delen. In juli 1998 maakten wetenschappers van de Universiteit van Hawaï in Honolulu bekent dat zij drie generaties muizen hadden gekloond. 3, 6
De Honolulu-techniek lijkt veel op de Roslin-techniek. Ook hier wordt eerst een eicel 'ontkernd'. Dan wordt de kern van de donorcel, ook in de rustfase, in de eicel ingebracht. De eicel wordt door suctie met een pipet vastgehouden. De kern van de donorcel wordt dan met een hele fijne naald ingebracht. Na ongeveer een uur heeft de eicel haar nieuwe kern geaccepteerd. Na nog eens vier uur worden de gefuseerde cellen in een chemisch mengsel gedaan waardoor de cel zich gaat delen. In dat chemische mengsel zit een bepaalde stof (cytochalasin B) die de groei van poollichaampjes stopt. Poollichaampjes zijn dochtercellen van een eicel, die de helft van de chromosomen van de eicel opnemen, zodat de eicel de andere helft van de chromosomen van sperma ontvangt. Bij klonen moet die groei van de poollichaampjes gestopt worden, omdat er geen sperma aan te pas komt, en de cel anders maar de helft van alle chromosomen ontvangt die hij zou moeten ontvangen. Als alles goed gaat, delen de gefuseerde cellen zich een aantal keren. Er onstaat dan een embryo dat gewoon in de baarmoeder van een andere muis geplaatst kan worden. Daar groeit het embryo verder en na een normale draagtijd kan de kloon op natuurlijke wijze ter wereld komen. Tot nu toe functioneren de gekloonde muizen goed, ze kunnen zich ook gewoon voortplanten. (zie bijlage voor illustratie) 2, 6, 8
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
G.
G.
wel een lang werkstuk ik zit pas in groep 8 dus dit is een beetje moeilijk en lang
10 jaar geleden
AntwoordenI.
I.
Nouw als je dit te moeilijk zoek je toch lekker verder want dit is super goed !!!!
9 jaar geleden
T.
T.
goeie informatie
5 jaar geleden
Antwoorden