Hart- en Vaatziekten

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 2981 woorden
  • 21 april 2004
  • 177 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
177 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding

Het is de bedoeling dat ik een werkstuk ga maken over hart- en vaatziekten.
Mijn hoofdvraag is:
Wat zijn hart- en vaatziekten?
Ik heb deze hoofdvraag onderverdeeld in deelvragen:

- Hoe is de bouw en werking van het hart?
- Hoe is de bouw van verschillende typen bloedvaten?
- Geef 5 voorbeelden van de ziekten van het hart. (+ ziekteverschijnsel en oorzaak)
- Geef 3 voorbeelden van ziekten van bloedvaten. (+ ziekteverschijnsel en oorzaak) Hoe kunnen deze ziekten worden voorkomen?

Hoofdstuk 1: Hart- en vaatziekten in het algemeen

Hart- en vaatziekten is de verzamelnaam voor ziekten die te maken hebben met het hart en de bloedsomloop. De belangrijkste aandoeningen in deze groep zijn hoge bloeddruk (hypertensie), hartkramp (angina pectoris), hartaanval (hartinfarct), hartfalen, CVA (cerebrovasculair accident) of beroerte (hersenbloeding, herseninfarct). In Nederland zijn hart- en vaatziekten de doodsoorzaak nummer 1.

In 2000 stierven in Nederland 49.952 mensen aan de gevolgen van hart- en vaatzieken. 12.959 mensen daarvan overleden aan een hartinfarct en 12.275 door een beroerte. Bij drie op de tien mannen en twee op de tien vrouwen jonger dan 65 jaar zijn hart- en vaatziekten de doodsoorzaak.

Hoofdstuk 2: De oorzaken van hart- en vaatziekten

Een bekend fabeltje over Cholesterol is dat je vooral een verhoogd cholesterolgehalte krijgt door het eten van eieren. Het is wel zo dat een ei veel cholesterol bevat, maar vooral het eten van veel verzadigde vetten heeft veel invloed op het cholesterolgehalte. Als je bijvoorbeeld 2 of 3 eieren per week eet, kan dat geen kwaad maar je moet er wel rekening mee houden dat in veel producten eieren verwerkt zijn zoals cake en mayonaise.

Cholesterol is een vetachtige stof die door de lever zelf wordt aangemaakt en daarnaast door het lichaam wordt opgenomen uit het voedsel. Er wordt gesproken over twee soorten cholesterol: ‘het goede’ en ‘het slechte’. De goede soort is HDL-cholesterol. Deze verwijdert het teveel aan cholesterol uit het bloed en de vaatwanden. De slechte cholesterolsoort noemt men LDL-cholesterol. Deze soort kan zich opeenhopen aan de binnenkant van de bloedvaten, waardoor uiteindelijk hart- en vaatziekten kunnen ontstaan. Bij sprake van een verhoogd cholesterolgehalte wordt meestal LDL-cholesterol bedoeld.

De oorzaak van hart- en vaatziekten kan dus een LDL-cholesterol zijn.

Hoofdstuk 3: De bouw en de werking van het hart

Het hart is eigenlijk een spier die als een pomp werkt. Het hart pompt het bloed met zuurstof en voedingsstoffen via de slagaders naar alle delen van het lichaam. Afvalstoffen worden via het bloed afgevoerd naar de nieren, de lever en de longen. Het hart is opgebouwd uit een rechter en een linker helft. Elke helft bestaat uit een boezen (of atrium) en een kamer (of ventrikel). De rechter en linker harthelften zijn van elkaar gescheiden door een tussenschot (ook wel septum genoemd). Alle twee de kamers zijn met de grote slagaders verbonden. Vanuit de rechterkamer gaat een slagader naar de longen. Vandaar de naam: longslagader (of arteria pulmonalis). Vanuit de linkerkamer gaat een slagader naar het lichaam en heet daarom grote lichaamsslagader (of aorta).

Hoofdstuk 4: Typen hart- en vaatziekten

Ik noem eerst 5 verschillende typen hartziekten.

Angina pectoris
Bij angina pectoris (hartkramp) krijgt een deel van de hartspier te weinig zuurstof, dat komt bijna altijd door een vernauwing in een van de kransslagaders. Meestal ontstaat dit gebrek aan zuurstof bij inspanning, dus als het hart harder moet werken en de hartspier meer zuurstof nodig heeft dan het vernauwde bloedvat kan aanvoeren. Angina pectoris is een typische beklemmende, drukkende pijn achter het borstbeen. De pijn straalt vaak uit naar de linkerarm of naar de kaken en soms naar de rug of de schouderbladen. Soms is er pijn in de rechter- in plaats van de linkerarm. In rust en na een vaatverwijdend medicijn, zakt de pijn.

Hartfalen
Ondanks de manier waarop 't klinkt, betekent hartfalen niet dat het hart er plotseling mee stopt of dat iemand aan het sterven is. Hartfalen is een combinatie van verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn van de verminderde pompwerking van het hart. Als een hartkamer niet goed pompt kan er te veel bloed achterblijven in de bijbehorende boezem van het hart. Daardoor ontstaat ophoping (stuwing) in de bloedvaten die het bloed aanvoeren. Een verminderde pompwerking kan ook betekenen dat de rechter of linker hartkamer minder bloed rondpompt dan het lichaam nodig heeft. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in delen van het lichaam. Eigenlijk is hartfalen dus geen ziekte, maar een slechte conditie van een vitaal orgaan - het hart.

Als de pomp vooral aan de linkerkant van het hart niet goed werkt, raken de bloedvaten van de longen overvol. Er gaat dan bloedplasma uit de kleine bloedvaten van de longen lekken. Dit vocht hoopt zich op in de longen, waardoor je kortademig wordt en kriebelhoest krijgt. Ook bij zitten en liggen kan je het benauwd krijgen; misschien slaap je op meerdere kussens om wat meer lucht te krijgen. Als uw benauwdheid snel verergert, is er misschien vocht in de longen gekomen (men zegt ook wel: ‘Vocht achter de longen’). Door de mond geeft de ademhaling dan het geluid van een net opengemaakte fles frisdrank.
Als de rechterkant van je hart minder goed pompt, hoopt het vocht zich op in buik, benen en voeten. Bij vochtophoping in de buikholte krijg je bijvoorbeeld een vol gevoel in je buik, en je kleren gaan strakker zitten. Een combinatie van links en rechts hartfalen komt ook voor.
Als het hart minder goed pompt komt het lichaam dus zuurstofrijk bloed te kort. Door dit tekort voel je dat je spierkracht minder is dan vroeger. Ook spieren hebben zuurstof nodig. Je zult sneller moe worden bij inspanningen als bijvoorbeeld (trap)lopen of boodschappen doen. Een ander typerend verschijnsel van hartfalen is dat je er 's nachts vaker uit moet om te plassen, of dat je het benauwd krijgt als je voorover buigt of bukt.
De klachten die bij hartfalen het meest voorkomen:
- Vermoeidheid
- Kortademigheid
- Opgezette benen
- Opgezette enkels
- Een vol gevoel in je bovenbuik, een opgezette buik
- Zwaarder worden terwijl je niet meer dan normaal eet
- Vaker moet plassen ’s nachts met soms weinig plassen overdag
- Prikkelhoest, vooral bij platliggen
- Je wil minder eten
- Slapeloosheid of onrustige slaap
- Duizeligheid
- Koude handen en voeten

Oorzaken van hartfalen:
- Een of meer eerde hartinfarcten
- 80 % van het hartfalen ontstaat direct, of pas na verloop van jaren, na een of meer doorgemaakte hartinfarcten. De hartspier raak tijdens een hartinfarct beschadigd en verliest op die plaats zijn pompkracht. Hierdoor vermindert de pompkracht van het hart als geheel.

Hartklepaandoening
Een hartklepaandoening kan ontstaan door bijvoorbeeld een ontsteking. Door zo’n ontsteking kunnen de klepbladen vergroeien met elkaar, waardoor de klep niet meer goed open gaat. Het hart heeft het dan moeilijker dan normaal. Er is meer kracht nodig om bloed door de vernauwing te pompen. Soms zijn de kleppen ingescheurd of slap en uitgerekt, zodat ze niet meer volledig sluiten en er een lek ontstaat.

De meeste klepafwijkingen komen voor in de linkerharthelft. Op de duur kan schade aan het hart ontstaan. Als het hart door de afwijking van de klep te veel moeite krijgt met pompen, kan een hartklepoperatie nodig zijn.

Ritme- en geleidingsstoornissen

Ritmestoornissen
Er is sprake van een ritmestoornis als het hart te snel of te langzaam samentrekt of als de boezems en kamers niet in de juiste volgorde of onregelmatig samentrekken. Er zijn veel soorten ritmestoornissen; hoe ze ontstaan, hoe je ze moet behandelen en hoe bedreigend ze zijn, verschilt. Sommige ritmestoornissen zijn geheel onschuldig, andere levensgevaarlijk.
Er moet dus eerst worden vastgesteld wat voor soort ritmestoornis iemand heeft. Belangrijke vragen zijn:
- Slaat het hart snel of langzaam?
- Slaat het hart regelmatig of onregelmatig?
- Heeft men de ritmestoornis voortdurend of bij perioden, in aanvallen?
- Wordt men duizelig of heeft men de neiging weg te raken tijdens de ritmestoornis?
- Gaat de ritmestoornis gepaard met kortademigheid of pijn op de borst?
Klachten bij een ritmestoornis kunnen zijn: hartkloppingen, hartbonzen, overslaan van het hart, duizeligheid, neiging tot flauwvallen en zelfs bewusteloosheid. Bijkomende klachten zijn: transpireren, een onaangenaam gevoel en misselijkheid tijdens een aanval. Omdat de arts uit deze klachten niet kan opmaken om wat voor soort ritmestoornis het gaat, is het nodig om tijdens de ritmestoornis een hartfilmpje (Ook we ECG genoemd) te maken.
Bij de ritmestoornissen die helemaal onschuldig zijn is geen behandeling nodig. Andere kunnen goed worden behandeld met leefregels en medicijnen. Weer andere zijn goed geholpen met bijvoorbeeld een inwendige defibrillator, een ICD.


Geleidingsstoornissen
Bij een geleidingsstoornis wordt ergens in het hart het stroomstootje opgehouden. Dit wordt vastgesteld op een hartfilmpje. Er bestaan geleidingsstoornissen op verschillende plaatsen met nogal verschillende gevolgen. Bij een "SA-blok" gaat het stroomstootje niet goed van de sinusknoop naar de boezems. Het gevolg kan zijn dat het hart te langzaam klopt. Een andere geleidingsstoornis is een "AV-blok" of een "bundeltakblok". Dit heeft meestal geen gevolgen voor de hartwerking.
Geleidingsstoornissen ontstaan vaak bij het ouder worden. Toenemende stoornissen kunnen op een onvoorspelbaar moment leiden tot een lange pauze in de hartslag. Als voorzorg kan het aanbrengen van een inwendige pacemaker nodig zijn. Geleidingsstoornissen kunnen ook het gevolg zijn van een acuut hartinfarct, of van een hartoperatie. Zulke geleidingsstoornissen herstellen meestal vanzelf. Soms wordt dan een tijdelijke, uitwendige pacemaker aangebracht, zodat men kan afwachten hoe de aandoening zich ontwikkelt.

Atriumseptum-defect (aangeboren)

Algemeen
Bij alle kinderen is er voor de geboorte een opening in het tussenschot tussen beide boezems. Deze opening is een natuurlijke verbinding en is nodig omdat de baby voor de geboorte niet zelf ademt. Het heeft een ovale vorm waardoor de opening het foramen ovale (het ovale venster) wordt genoemd. Voor de opening zit een klepje, dat na de geboorte sluit. Het groeit in de loop van een paar maanden vast.
Bij sommige kinderen en volwassenen is de opening groter dan nodig is. Dan is het klepje te klein om na de geboorte de opening af te sluiten. In dat geval spreken we van een atriumseptumdefect (atrium = boezem, septum = tussenschot, defect = ontbrekend deel). Meestal wordt de afkorting ASD gebruikt. Een defect in het centrale deel van het boezemtussenschot wordt ook wel aangegeven met een Romeinse 2. Men spreekt van een ASD-II.

Klachten
Over het algemeen zijn de kinderen klachtenvrij, soms zelfs tientallen jaren lang. Op de lange duur, krijgen rechterboezem en -kamer toch moeilijkheden met het continue overwerk. Het gevolg hiervan is dat het hart op vroegere leeftijd slijt en een kenmerk hiervan is een verminderd inspanningsvermogen. Op die wijze kunnen mensen pas op oudere leeftijd klachten krijgen. Ze worden sneller kortademig en hebben meer kans op ritmestoornissen. Om te voorkomen dat het hart op latere leeftijd problemen gaat geven, moeten de grote gaatjes op kinderleeftijd, meestal voor het vierde tot zesde jaar, dichtgemaakt worden.

Hier volgen 3 typen vaatziekten.


Aangeboren Vasculaire malformaties

Definitie
In de ontwikkelingsfase van het vasculaire stelsel kunnen, overal in het lichaam, allerlei stoornissen optreden in alle vasculaire structuren zoals arteriën, capillairen, venen én het lymfestelsel. Toen men nog niet over moderne afbeeldingstechnieken beschikte deelde men deze vasculaire malformaties in op basis van de klinische symptomen. De syndromen werden vernoemd naar degenen die het complex van verschijnselen het eerst beschreven: het syndroom van Klippel-Trenaunay, Parks Weber en dergelijke. De zogenaamde Hamburg-classificatie, op basis van pathofysiologische criteria, kwam later.

Klinische verschijnselen
De malformaties bieden een wijd spectrum van klinische verschijnselen: ofwel de aandoening betreft één van de systemen (het arteriële, het veneuze-, het lymfe- of het capillaire systeem) met hemangiomen of wijnvlekken ten gevolg, of het is een combinatie van de diverse vasculaire onderdelen, met als voorbeeld arterioveneuze malformaties. Deze laatste categorie heeft de meeste therapeutische gevolgen. Bij een arterioveneuze malformatie, ruim éénderde van alle malformaties, kunnen reuzegroei, oedeem, veneuze hypertensie, ulceratie, bloedingen en decompensatio cordis optreden.

Acute Kritieke Ischemie

Definitie
Bij een acute kritieke ischemie is er een acute arteriële vaatafsluiting die het gevolg is van een embolie of een trombose in achtereenvolgens een (vaak reeds door atherosclerose vernauwde) arterie, bypass of aneurysma.

Klinische verschijnselen
Wanneer de vaatafsluiting ontstaat door een embolie, is het verloop acuut. Zonder ingrijpen zal het been of de voet eerst wit en koud worden en daarna 'afsterven'. In meer dan driekwart van de gevallen is het hart de bron van de embolie; de embolus veroorzaakt in meer dan 90% van de gevallen een afsluiting in het aorto-iliaco-femorale traject, waardoor het been of de benen geen bloed meer krijgen.
Bij een arteriële trombose is het klinisch beeld minder acuut. Meestal zijn er anamnestisch al loopklachten (claudicatio). De exacerbatie tot kritieke ischemie ontstaat meestal in een paar dagen. Het been en/of de voet is blauw-wit verkleurd en er zijn geen uitwendige pulsaties waarneembaar. Met behulp van een Doppler-apparaat zijn meestal nog wel arteriële signalen hoorbaar. Soms zijn alleen aderlijke (veneuze) signalen waar te nemen.


Spataders
De stroming van het bloed in de slagaders en de aders is het gevolg van drukverschillen. In de slagaders zorgt de krachtige linkerkamer van de hartspier voor dit drukverschil. Aan de stroming van het bloed in de aders draagt het hart niet bij. Kleine klepjes in de ader zorgen ervoor dat het bloed alleen in de richting van het hart kan stromen. Door de lage druk in de aderen kan de zwaartekracht in staande houding een belemmering zijn voor de bloedstroom. Bij het lopen persen de beenspieren het bloed in de aderen als een pomp naar boven. De kuitspierpomp is daarbij de belangrijkste. Ook voetspieren en kniebewegingen stimuleren de terugstroom van het bloed naar het hart.
Onder invloed van de zwaartekracht kan het bloed zich in een laag punt van het lichaam ophopen in een ader. Omdat de aderwand dun en rekbaar is, zwelt die ader op. Wanneer deze toestand lang blijft bestaan, zal de ader verder uitrekken. De druk in de ader neemt daarbij toe. Het gevolg is dat de kleppen door de verwijde ader niet goed meer kunnen sluiten en gaan lekken. Het bloed kan daardoor de verkeerde kant op stromen, dus van het hart af. Hierdoor wordt de ader nog wijder, gaan de kleppen nog meer lekken en ontstaat er een zogeheten spatader. Een spatader is dus een plaatselijke uitrekking en verzwakking van een normale ader. Spataders kunnen op verschillende plaatsen ontstaan: in een grote hoofdtak (stamvarices), in een zijtak (zijtakvarices) en in de kleine adertjes. Bij zeer kleine spatadertjes in de huid spreekt men van besenreiservarices. Deze worden ook wel penseelvarices of blauwscheuten genoemd.
Spataders zijn het gevolg van problemen in de oppervlakkige aders. Deze oppervlakkige aders lopen vrij dicht onder de huid, hebben weinig steun van de omgeving en zetten gemakkelijk uit. Ook in de diepliggende aders kunnen de kleppen lekken, hetgeen soortgelijke klachten kan opleveren. Dit is echter niet altijd zichtbaar en komt minder vaak voor dan spataders.
De kans op het krijgen van spataders is, zoals wel vaker, een optelsom van risicofactoren. De belangrijkste zijn:
- erfelijke aanleg
- zwangerschap
- hormonale veranderingen (veranderingen van de hermonen)
Andere factoren die een rol kunnen spelen zijn: veel staan of zitten, overgewicht en verzwakking van de aderwand ten gevolge van ouderdom.
Klachten van spataders
Spataders geven meestal geen klachten. Soms veroorzaakt een beginnende spatader een aantal typische klachten zoals zware, vermoeide en vaak warme benen, jeuk, een gespannen gevoel, krampen, een trekkende of stekende pijn in de kuiten, trillingen in de benen en zwellingen.
Bij sommige mensen ontstaan na verloop van tijd vochtophopingen in de benen, huiduitslag, een verkleuring of verharding van de huid. Wanneer spataders of lekkende kleppen in de diepliggende aderen niet behandeld worden, kunnen andere problemen in de benen ontstaan. In het ergste geval een open been. De huid gaat dan stuk en geneest niet spontaan.

Hoofdstuk 5: Bloedvaten

Het bloedvatenstelsel bestaat uit slagaders en aders. Slagaders bevatten zuurstofrijk bloed en lopen van het hart naar alle delen van het lichaam. Aders bevatten zuurstofarm bloed en lopen naar het hart terug. Er zijn twee uitzonderingen: de longslagader loopt van het hart naar de longen en bevat dus zuurstofarm bloed. De longader loopt van de longen naar het hart en bevat zuurstofrijk bloed. Ook in de aders zitten kleppen die ervoor zorgen dat het bloed maar een kant kan opstromen.

Haarvaten

Waar wordt eigenlijk het zuurstofrijke bloed zuurstofarm? In het lichaam vertakken de slagaders zich in vele malen. De allerkleinste vertakkingen worden haarvaten genoemd. Ze heten zo omdat ze zo fijn zijn als haren. Het bloed komt daardoor makkelijk in contact met het omliggende weefsel zoals spieren en organen. Het is dan ook in de haarvaten waar de uitwisseling plaatsvindt van zuurstof en voedingsstoffen tegen koolzuur en afvalstoffen.

Kransslagaders

De hartspier krijgt zuurstof en voedingsstoffen via twee kransslagaders. Dit zijn zijtakken van de grote lichaamsslagader (aorta) en heten zo omdat ze net als een soort krans om het hart heenlopen. De kransslagaders vertakken zich ook vele malen en zo voorzien ze het hart van zuurstof en voedingsstoffen.

Bronvermelding

Toen ik kreeg te horen dat ik informatie moest gaan verzamelen over hart- en vaatziekten heb ik allereerst op internet gekeken. Ik kwam verschillende links tegen als: www.hartstichting.nl (waar ik veel aan heb gehad) en www.cholesterol.nl (wat ook een bruikbare site voor mij was). De site www.knipselkranten.nl heb ik ook gebruikt. Ik heb bij de hartstichting informatie aangevraagd en binnen een week lag er een grote envelop op de mat met een stuk of 10 boekjes. Ook zat er een grote poster in met plaatjes die ik voor de voorkant/titelpagina van mijn werkstuk heb gebruikt. Informatie was er dus genoeg.

Eigen mening

Van dit werkstuk heb ik veel geleerd. Bijvoorbeeld dat een gezonde voeding belangrijk is voor je hart en bloedvaten en dat roken de absolute boosdoener is van vele hart- en vaatziekten. Ik vind het heel erg dat er jaarlijks meer dan 50.000 mensen aan hart- en vaatziekten sterven. Ik wist niet dat het de doodsoorzaak nr.1 is. Waar ik ook pas door dit werkstuk achterkwam is dat stressen best slecht kan zijn. Je kan er een hoge bloeddruk van krijgen. Zo zijn er nog veel meer dingen die ik heb geleerd. Ik vind het een interessant onderwerp en daarom heb ik er ook met veel plezier aan gewerkt.

REACTIES

Y.

Y.

Heel leerrijk en I really appreciate it I bless you all and keep up the good work and keep pushing until you reach your dream.

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.