Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Extreem Weer

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 2534 woorden
  • 15 maart 2014
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 1: Weer en atmosfeer

DE ATMOSFEER

Weer ontstaat in de atmosfeer. De atmosfeer is een dichte luchtlaag waar wij uit ademen. Het is eigenlijk een soort jasje om de aarde; overdag dient die voor bescherming van de zon en ’s nachts zorgt de atmosfeer ervoor dat de aarde niet te veel afkoelt. Ook zorgt de atmosfeer ervoor dat meteorieten in brand vliegen voor ze de aarde raken.

  • Lagen en lucht in de atmosfeer

De atmosfeer bestaat uit verschillende lagen. De laagste laag is de troposfeer, dat ongeveer 16 km hoog is. Hier zijn de meeste stormen. De tweede laag is de stratosfeer dat ongeveer 80 km hoog is. Hier bevind zich lage atmosferische gassen. In de derde laag zijn nog meer gassen en die zorgen ervoor dat de zonne¬stralen een elektrische lading krijgen. Deze laag wordt het ozonlaag genoemd.
Lucht is niet niks. Lucht weegt namelijk per kubieke meter 1,25 kilo. Het bestaat uit allemaal gassen: 78% uit stikstof, 21% zuurstof en verder zijn er nog een paar andere gassen.

  •   Luchtdruk

Lucht heeft een druk op alle oppervlakken waarmee het in aanraking komt. Deze druk heet luchtdruk. Hoe hoger in de atmosfeer, hoe lager de luchtdruk. Als de luchtdruk laag is betekent het dat het vaak regent. Als het hoog is, is het mooi weer.

  • Temperatuurverschillen

De zon maakt de lucht warm door in aanraking te komen met het aardoppervlak waar het weerkaatst. Daarom is het hoe hoger je komt, hoe kouder; elke 150 meter is  het één graad kouder.
  Bij de tropen is het warmer dan in de polen. Dat komt omdat de tropen in het midden van de aarde liggen. Omdat de aarde bol is hoeven de zonnestralen daar een kortere route te maken.  Hoe langer de route, hoe groter het verlies van warmte. Omdat de polen helemaal bovenaan en onderaan de wereld liggen moet het een langere afstand nemen en is het daar dus kouder. Zo is er verschillen van temperatuur en hebben sommige gebieden een ander klimaat.


Hoofdstuk 2: Orkanen

EEN ORKAAN

Een orkaan is een tropische storm die ontstaat boven de oceaan en zwaarder is dan windkracht 12 (117 km/u) . In Azië word het een tyfoon of taifoen genoemd, in Amerika een hurricane en in Australië willy-willies. In deze gebieden komen ook orkanen voor.
 

  •  Uiterlijk van een orkaan

Een orkaan kan wel 500 tot 1000 km breed worden. Een orkaan heeft geen slurf maar een oog. Het oog is 30 tot 65 km breed en het is er windstil. Om het oog is de ‘muur’. Hier is het weer het heftigst. Om de muur heen draaien ‘regenbanden’. Orkanen zijn heel anders dan tornado’s. Ze ontstaan boven zee, zijn veel groter en richten meer schade aan dan tornado’s.

 

  •   Ontstaan van een orkaan

Orkanen ontstaan in wind- stille gebieden rond de evenaar als de vochtige lucht warmer is dan het zee- oppervlak waardoor het water verdampt. Hierdoor ontstaat er een lage luchtdruk en neemt de wind toe. Doordat de orkaanwind in vochtige warme lucht opneemt, draait de wind in steeds kleinere cirkels en bereikt het een steeds hogere snel¬heid. Wanneer de wind een snelheid van 120 km/u bereikt, is het een orkaan.
Orkanen ontstaan als het zeewater warmer is dan 26° C, vooral in de zomer en herfst. Bij de oceanen rond Amerika hebben ze een orkaanseizoen van 15 mei tot 30 november. Er kunnen in dat seizoen zes orkanen voorkomen, maar in 1995 waren het er negentien.

  •   Schaal van Saffier-Simpson

Een orkaan gaat met een snelheid van 20 km/u vooruit en de windsnelheid kan soms wel oplopen tot meer dan 250 km/u. De windsnelheid van een orkaan is verdeelt in vijf categorieën. Hieronder is een schema met de schaal van Saffier-Simpson.
  
Categorie | Km/u | Omschrijving
S1 | 120-153 | Minimaal
S2 | 154-177 | Matig
S3 | 178-209 | Sterk
S4 | 210-249 | Extreem
S5 | 250+ | Rampzalig
 

  •   Namen van orkanen

Om onduidelijkheid te voorkomen krijgen orkanen namen. Deze worden van te voren bedacht en staan in alfabetische volgorde. Het waren eerst allemaal meisjesnamen. Vanaf 1979 werden er ook jongensnamen gebruikt. De eerste orkaan in het jaar begint met een a, de tweede met een b, dan een c…enzovoort. De letters q, u, x, y en z worden niet gebruikt. Hieronder staat een lijst van de namen uit 2013.

Andrea Humberto/Haiyon Olga
Barry Ingrid Pablo
Chantal Jerry Rebekah
Dorian Karen Sabastien
Erin Lorenzo Tanya
Fernand Melissa Van
Gabrielle Nestor Wendy

 

  •   Gevolgen van orkanen

Een orkaan richt veel schade aan: ze kunnen bomen uit de grond trekken, huizen verwoesten, verkeer van de weg blazen en boten optillen. In 1992 raasde de orkaan Andrew met een snelheid van 40 km/u voort met een windkracht van 250 km/u over de Bahama’s en Florida. Er werden meer dan 50 mensen gedood en de orkaan veroorzaakte een schade van 25 miljard dollar.

In 2005 was er een orkaan die Katrina heette bij New Orleans in de Verenigde Staten die een windsnelheid van 300 km/u had en een enorme verwoesting veroorzaakt had. Er waren meer dan 20 booreilanden verwoest en New Orleans overstroomde doordat de dijken braken. Er verdronken meer dan 1800 mensen. Nooit meer zal een orkaan Katrina worden genoemd.

 

Orkanen kunnen niet worden voorkomen, maar er worden wel maatregelen genomen en onderzoeken gedaan. Zo worden speciale militaire vliegtuigen gebruikt om de orkaan op te meten. De regering in arme landen laat shelters bouwen. Shelters zijn stevige gebouwen waar mensen kunnen schuilen voor een orkaan.

 

Hoofdstuk 3: Tornado's

TORNADO'S

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Een tornado is een hevige windstorm die plotseling ontstaan. Het heeft een sterke wind maar is een stuk kleiner dan een orkaan. Ook tornado’s kunnen veel schade oprichten.

 

  •   Eigenschappen van een tornado

Tornado’s kunnen zich verplaatsen met een snelheid tot 120 km/u en er komen windsnelheden van 800 km/u voor. Een tornado kan heel dun zijn, ongeveer drie meter, maar het kan wel oplopen tot 500 meter. De slurf van een tornado kan wel 200 meter lang worden. Een tornado ziet er meestal donker uit omdat hij de grond, stof, zand en meer opzuigt.

  •   Ontstaan van tornado’s

Tornado’s ontstaan bij warm, vochtig weer. Ze komen uit een onweerswolk. De onweersbui wordt een supercell genoemd. De wolken kunnen soms zo groot zijn dat er aparte winden ontstaan. De warme lucht stijgt naar de wolk waar die in aanraking komt met de koude lucht. Hierdoor gaat de lucht draaien en ontstaat er een tornado. Tijdens een tornado is er meestal zware regen, hagel en onweersbuien. Een tornado verschijnt 15 tot 20 minuten.

 

  •   Waar tornado’s voorkomen

Tornado’s komen vooral voor in gebieden met een niet te warm en niet te koud klimaat, vooral in Noord-Amerika, Oost-Azië, Australië en in delen van Europa. In Noord-Amerika ontstaan de tornado’s bij de Golf van Mexico waar de warme lucht in botsing komt met de koude lucht. Deze tornado’s gaan naar het midden van de Verenigde Staten waar jaarlijks ongeveer 1000 tornado’s voorkomen. Dit gebied wordt Tornado Alley genoemd, dat tornado baan betekent. Omdat tornado’s plotseling ontstaan hebben veel Amerikanen in de Tornado Alley een tornadoshelter. Dat is een ondergrondse schuilplaats.
In Nederland komen ook tornado’s voor, maar veel minder sterke. Dit worden windhozen genoemd.

  •   Waterhozen

Tornado’s die boven water ontstaan worden waterhozen genoemd. De tornado zuigt dan het water op. Een waterhoos hoeft niet te ontstaan door een onweers- wolk. Ze zijn minder verwoestend dan een normale tornado en komen vooral voor boven warm water.

 

  •   Zandhozen

Behalve waterhozen bestaan er ook zandhozen. Deze ontstaan niet in de lucht maar op de grond, als de lucht vlak boven de grond warmer is dan er boven. Zandhozen veel minder schade aan dan tornado’s en duren ook veel korter. Ze komen vooral voor in woestijnen of andere gebieden waar zand ligt en warm is.

  •   Schaal van Fujita

Orkanen hebben de schaal van Saffier-Simpson en tornado’s hebben de schaal van Fujita. Deze windsnelheden schaal heeft zes categorieën.

Categorie | Km/u | Beschrijving
F0 | -117 | Licht
F1 | 118 tot 180 | Matig
F2 | 181 tot 251 | Behoorlijk
F3 | 252 tot 330 | Ernstig
F4 | 331 tot 417 | Zeer zwaar
F5 | 418+ | Alles verwoestend

  •   Gevolgen van tornado’s

Bij de stad Oklahoma komen vaak tornado’s voor. Op 20 mei 2013 kwam er weer een zware tornado voor met meer dan 50 doden en 145 gewonden. De tornado had een F3 categorie en was zeker 40 minuten verschenen.

De grootste tornado ramp was in 1989 in Bangladesh waar ongeveer1300 mensen om het leven kwamen. In 1977 was daar ook een tornado die voor 900 doden en 6000 gewonden zorgde.
 

Hoofdstuk 4: Onweer

ONWEERSBUIEN

Onweersbuien komen overal ter wereld voor. Bij sommige gebieden onweert het elke dag. Er komen wel 44000 onweersbuien voor per dag. Als het onweert zie je bliksem en hoor je donder. Meer hierover lees je in dit hoofdstuk.
 

  •   Ontstaan van onweer

Onweer ontstaat als er vocht op de aarde verdampt. Dan ontstaat er een cumulonimbus- wolk. Omdat al die vochtige deeltjes hoog komen in de lucht bevriezen ze en worden het hagelstenen -of het blijft gewoon water- die voor de bliksem zorgen. Door de bewegende luchtstromen worden al deze hagelstenen tegen elkaar aan gegooid waardoor er statische elektriciteit ontstaat. Sommige stukjes ijs krijgen elektronen erbij en sommige verliezen ze juist. Zo zijn er positief geladen deeltjes en negatief geladen deeltjes, net als bij een batterij. Door de wisseling van de elektrische ladingen word er een sterke elektrische kracht opgewekt omdat de positieve en negatieve ladingen elkaar aantrekken: de bliksem. Eén van de vier bliksems raken de aarde.

 

  •   Een blikseminslag

Zowel boven als onder de wolk komen elektrische geladen deeltjes voor omdat de positieve geladen deeltjes naar beneden vallen. Als de twee delen met elkaar in aanraking komen, ontstaat er een grote flits. De bliksem slaat altijd op het hoogste punt in.                Daarom hebben veel hoge gebouwen een bliksemafleider. Als een bliksem inslaat, zoekt die een weg naar beneden. Daarom is het gevaarlijk om onder een boom te schuilen.

 

  •   De donder

De bliksem is ongeveer 25000° C. Dat is meer dan vier keer zo heet als het aardoppervlak. Omdat de bliksem zo heet is, ontstaat er een ontploffing in de lucht. hierdoor hoor je een grote klap: de donder. Omdat licht veel sneller is dan geluid zie je eerst de bliksem en hoor je daarna pas de donder. Het ligt er ook aan hoever je van de donder bent. Elke drie seconden tussen de flits en donder is één km ver van de onweersbui vandaan.

  •   Gevolgen van onweer

Als een mens door een bliksem wordt getroffen, kan hij een elektrocutie krijgen. Een elektrocutie is een schadelijke elektrische stroomdoorgang door mensen of dieren. Hierdoor kan je ernstig gewond raken of dood gaan. Er gaan elk jaar gemiddeld één of twee mensen dood door de bliksem.


Hoofdstuk 5: Droogte

DROOGTE

Als het al heel lang niet geregend heeft is er droogte. In sommige landen is bijna altijd een periode van droogte. Mensen slaan water op en kweken gewassen die tegen droogte kunnen om de periode te overleven.

Als het al heel lang niet geregend heeft is er droogte. In sommige landen is bijna altijd een periode van droogte. Mensen slaan water op en kweken gewassen die tegen droogte kunnen om de periode te overleven.

 

  •   Gevolgen van droogte

Droogte kan er voor zorgen dat rivieren of meren droog komen te liggen of dat planten in brand vliegen. Dieren kunnen geen eten en drinken meer vinden en kunnen dood gaan. Ook mensen kunnen ziek worden of sterven door hongersnood of door te weinig of vies water te drinken, vooral arme mensen. Er is vooral droogte in en rond de woestijnen. Door de hitte verdampen de wolken en regent het er niet. Als de wind draait kan ook een ander gebied last krijgen van droogte. Dan is er een onverwachte droogte, die het ergste kan zijn.

  •   Zand en stofstormen

In woestijngebieden waar een periode van droogte is kan een zandstorm ontstaan. Als de zon de aarde opwarmt overdag kunnen zandkorreltjes door de harde wind worden opgetild. De lengte van een zandstorm kan oplopen tot 8 km hoog en kan rotsen een grillige vorm geven. Het zand van een zandstorm kan in verre gebieden verplaatst worden.
Bij hele harde wind kan de zandstorm stoffen deeltjes meenemen waardoor hij meer dan 600 km breed kan worden en 10 km hoog. Dan ontstaat er een stofstorm. Een zand of stofstorm kan obstakels bedekken met zand en als je erin zit kan je nauwelijks ademhalen. Maar zand en stofstormen kunnen wel zorgen voor een mooie zonsondergang.

  •   Bosbranden

Als planten uitdrogen komen er vaak bosbranden voor. Dit kan ontstaan door de wind, een blikseminslag of door de mens die de brand kan aansteken. Door de rook word de lucht vervuilt. De bosbranden kunnen ook nuttig zijn omdat oude bomen dan verdwijnen en nieuwe bomen kunnen groeien.


Hoofdstuk 6: Overstromingen

EEN OVERSTROMING

Iets heel anders dan droogte zijn overstromingen. Deze kunnen op verschillende manieren ontstaan, bijvoorbeeld als het heel hard regent of waait of als sneeuw en ijs smelt waardoor het waterpeil kan stijgen. Een overstroming kan schade, gewonden en doden veroorzaken.

  •   Ontstaan van overstromingen

Overstromingen ontstaan vooral bij tropische gebieden waar moessons voorkomen. Een moesson is een wind die één richting aanhoudt dat voor zware regenbuien kan zorgen. Niet alleen regen, maar ook het watertoevoer kan zorgen voor overstromingen, want het meeste water wordt in rivieren geloosd.
Overstromingen kunnen ook nuttig zijn, want het water van overstroomde rivieren laat een laagje modder achter dat slib word genoemd. Dit is vruchtbare grond.
Niet alleen bij rivieren, maar ook bij zeeën kunnen overstromingen ontstaan. Dit kan komen bij een harde wind, net als bij de watersnoodramp in Nederland in 1953, maar ook door cyclonen. Een cycloon is een tropische wervelwind die lijkt op een orkaan. In 1991 bij Bangladesh waren de golven zes meter hoger door een cycloon.

  •   Steden aan een rivier of zee

Steden aan een zee of rivier liggen vaak op of onder de zeespiegel. Door overstromingen kunnen steden vaak weg laten zakken doordat de gesteenten uitdrogen en krimpen.

 

  •   Maatregelen tegen overstromingen

Overstromingen kunnen worden voorkomen, vooral met bomen. Bomen houden namelijk de grond vast en de wortels werken als een spons. Door houtkap zijn er steeds minder bomen en is er een sprake van ontbossing. Hierdoor kan er als het regent de vruchtbare grond wegspoelen en kunnen er modderlawines ontstaan. Dit kan oplopen tot een overstroming.

Overstromingen worden tegengehouden met dijken, waterkeringen en dammen. Dammen kunnen water opslaan en houdt het water tegen en waterkeringen kunnen het land beschermen door de sluisdeuren bij waaierig weer te sluiten. Maar deze drie beschermingen hebben ook nadelen: dijken kunnen breken en het water bij een dam kan bij warme gebieden verdampen waardoor er zout overblijft dat niet goed is voor de planten.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.