Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Biologische landbouw

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 854 woorden
  • 4 november 1999
  • 137 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
137 keer beoordeeld

Biologische landbouw Biologische landbouw is een milieuvriendelijk landbouwsysteem wat veel aandacht besteed aan de samenhang tussen plant, dier, mens en omgeving. Men probeert het milieu daarbij zo min mogelijk te belasten. In de biologische landbouw worden ook geen kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. De huisvesting van vee moet dier- en milieuvriendelijk zijn, het veevoer moet gemaakt zijn van biologische producten en dieren mogen niet vooraf worden ingeënt worden tegen ziektes, maar worden pas behandeld als ze ziek zijn. Akker- en tuinbouw In de biologische landbouw worden akker- en tuinbouw vaak gecombineerd. Dit heeft te maken met ruimere vruchtwisseling (afwisselen van soorten gewas) om ziektekiemen en ongedierten te voorkomen. Om echt veel ziektes en ongedierten te voorkomen moet je een gewas minstens zes jaar niet op een stuk land verbouwen, omdat er anders toch nog levende ongedierten in de grond kunnen zitten.
Ongediertebestrijding Er mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden, dus moet men een andere oplossing bedenken. Om ongedierten te bestrijden worden de natuurlijke vijanden van dat ongedierte ingezet. Tuinders laten sluipwespen, roofwantsen, roofmijten en lieveheersbeestjes in de kassen vliegen om schadelijke insecten te bestrijden. Er worden ook veel vallen opgehangen om de insecten te vangen, maar dit gebeurt het meest in de open lucht. Fruittelers en andere akkerbouwers hangen nestkasten voor roofvogels en mezen op om de muizen en de rupsen te vangen. De boeren kiezen ook steeds meer rassen die minder gevoelig zijn voor bepaalde ziektes. Onkruidbestrijding Ook voor het onkruid wordt steeds minder gif gebruikt. Een paar weken voor het zaaien worden er valse zaaibedden gemaakt waar het onkruidzaad kan kiemen. Dit is dan door te wieden makkelijk weg te halen, en dan zit er al veel minder onkruidzaad in de grond. Dat kan niet meer kiemen als het gewas er staat. Als het gewas eenmaal gezaaid of geplant is kan het onkruid weggehaald worden door wieden (mechanisch of met de hand) of, als het in de slootskant staat, door afbranden. Bemesting Bij biologische landbouw mag er geen kunstmest worden gebruikt. Maar het land moet toch bemest worden om te zorgen dat de grond vruchtbaar blijft en dat de planten goed groeien, dus wordt er organische mest gebruikt. Dit zijn dan verrotte planten en uitwerpselen van dieren (vaste stalmest of drijfmest). Als het drijfmest is moet die wel geïnjecteerd worden zodat er niet zo veel ammoniak vrij komt. In deze mest zit niet genoeg stikstof. Om dat toch genoeg te krijgen worden er, nadat de oogst van het land af is, groenbemesters gezaaid. Dit zijn dan vlinderbloemigen, want de stikstofbindende bacteriën bij die wortels zorgen ervoor dat stikstofverbindingen omgezet worden in de vaste stof stikstof. Deze groenbemesters worden in het voorjaar mee omgeploegd. Veehouderij Een biologische veehouder houdt rekening met de natuurlijke leefwijze van het dier. Dat betekent afwisselend voer, een droge en natuurlijk geventileerde stal, voldoende daglicht, de mogelijkheid om naar buiten te gaan wanneer hij zelf wil en voldoende leefruimte. Diergeneesmiddelen worden niet vooraf gegeven, maar pas als het dier ziek is. Het antibioticumgebruik is minimaal. De biologische veehouder gaat er van uit dat een dier dat op een natuurlijke manier behandeld wordt langer gezond blijft en goede melk, vlees en/of eieren produceert. Het ruwvoer moet volledig biologisch zijn. Het gebruik van krachtvoer is beperkt. Evenals voor het grasland gelden daarvoor de biologische akker-/tuinbouwnormen voor bemesting, gewasbescherming, natuur en bodembewerking. Permanent grasland is mogelijk, maar om voldoende stikstof te krijgen is het nodig dat er klaver of andere vlinderbloemigen door het gras worden gezaaid. Daardoor is de productie lager, maar boeren krijgen meer voor hun producten. Controle en keurmerken Een biologische land- en tuinbouwer kan niet zomaar wat aanrommelen. Iedere biologische boer is verplicht zijn bedrijf door de controleorganisatie SKAL te laten controleren. Pas als het goedgekeurd is krijgen de produkten het EKO-keurmerk. Op biologische producten uit het buitenland staat vaak alleen een keurmerk uit dat land. Reformproducten zijn meestal niet biologisch geteeld, tenzij ze een EKO-keurmerk hebben. Maar er zijn nog veel meer keurmerken voor biologische producten.
Afzet en verwerking Niet alleen bij de teelt van de produkten mogen geen chemische middelen gebruikt worden, ook bij de verwerking niet. Zo weet de consument zeker dat er geen resten van chemische middelen in de producten zitten en dat de producten vers zijn. De biologische producten zijn verkrijgbaar in natuurvoedingswinkels, maar ook steeds meer groentezaken, slagers en supermarkten verkopen biologische producten. Ook zijn er veel boeren die hun producten op de boerderij verkopen. Subsidies Het is voor boeren duur om over te schakelen op biologische landbouw. Voor dat de producten verkocht mogen worden als 'biologisch' moet de grond waar ze op verbouwd worden ook eerst biologisch zijn. Dat duurt twee jaar, pas dan zijn alle kunstmeststoffen en bestrijdingsmiddelen eruit. Tot die tijd moeten de producten als niet-biologisch verkocht worden, dus voor een lagere prijs terwijl er toch meer kosten zijn. Omdat het omschakelen zo duur is, kunnen boeren allerlei premies en subsidies aanvragen bij de overheid. Maar er zijn vaak meer aanvragen dan dat er geld voor is. Er zijn dus veel boeren die wel om willen schakelen, maar die er het geld niet voor hebben.

REACTIES

T.

T.

goed stuk. weet je misschien welke bronnen je hebt gebruikt?

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.