Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Zonnestelsel

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 4077 woorden
  • 17 oktober 2009
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
17 keer beoordeeld

Inhoud
1. Titel
2. Inhoud
3. Inleiding
4. Het Melkwegstelsel
5. Planeten
6. Sterren
7. De Zon
8. De maan
9. Zwarte Gaten & Neutronussterren
10.De Atmosfeer
11.Sattelieten
12.Meteorieten
13. Astronauten
14. Kometen
15. Nevel
16. Filmpje

3. De Inleiding
We hebben dit onderwerp gekozen omdat we niks van het zonnestelsel afwisten en wel wat wilden weten en dus hebben we het hierover gedaan.
Veel Leesplezier!!!

4. Het melkwegstelsel
De Melkweg of het galactisch stelsel (van het Griekse: gala, melk; kyklos, cirkel) is de naam voor ons spiraalvormige sterrenstelsel , waarin ons zonnestelsel zich bevindt. Vanaf de Aarde zien we haar van binnenuit als lichtende band die de hemel omcirkelt, als het donker genoeg is. Door luchtvervuiling is de Melkweg op sommige plaatsen moeilijk of niet meer te zien. Tot de jaren twintig van de 20e eeuw was het niet bekend dat er zich buiten onze Melkweg nog andere sterrenstelsels bevinden.


5. Planeten
In ons zonnestelsel draaien acht planeten om de zon: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. De eerste vier planeten zijn aardachtige planeten. Ze bestaan net als de aarde uit een kern van metalen, met daaromheen een dikke laag gesteente. De buitenlaag is een dunne harde korst. De andere vier planeten worden gasreuzen genoemd. Het zijn reusachtige ballen van gas (waterstof en helium) met binnenin een hete kern van ijzer en gesteente. De gasreuzen hebben ringen en veel manen.

Mercurius
De snelle planeet.
Mercurius staat van alle planeten het dichtst bij de zon. Daarnaast is hij ook van alle planeten de snelste. Daarom is hij dan ook genoemd naar Mercurius, de snelle bode van de Romeinse goden. Mercurius draait in slechts 88 dagen rond de zon, dus een jaar duurt er maar 88 dagen. Mercurius draait ook om zijn as,en wel in 59 dagen. Een dag duurt er dus ongeveer 23 jaar!

De grote temperatuurverschillen op Mercurius zijn op geen enkele andere planeet te vinden. Het gemiddelde temperatuurverschil tussen dag en nacht is bijna 600°C! Overdag kan het maar liefst 400°C worden, terwijl het kwik 's nachts kan zakken tot -185°C!
Mercurius heeft nauwelijks een atmosfeer om het oppervlak tegen brokstukken uit de ruimte te beschermen. De ruimtesonde Mariner 10, die in 1974 en 1975 driemaal langs Mercurius trok, liet dan ook een met kraters bezaaid oppervlak zien, dat sterk lijkt op het oppervlak van onze Maan. Verder vond de Mariner 10 een diepe inslagkrater, het Caloris-bekken. De schok die de planeet kreeg toen een brokstuk, dat de krater veroorzaakte, insloeg was zo heftig, dat de schokgolf door de hele planeet ging. Aan de andere kant van Mercurius ontstonden er door de schokgolf bergen en valleien.
De Mariner 10 heeft ons op Aarde de beste beelden van Mercurius geleverd, die tot nu toe zijn gemaakt. Hoewel de ruimtesonde slechts 40% van het Mercurius-oppervlak in kaart heeft gebracht, hoeven we er niet aan te twijfelen dat de rest van het oppervlak ongeveer hetzelfde is.
Hoewel Mercurius zeer helder kan zijn, is hij vanaf de Aarde moeilijk te zien. Dit komt omdat hij zich, van de Aarde af gezien, altijd dicht bij de Zon ophoudt. Vandaar dat Mercurius alleen 's avonds vlak na zonsondergang of 's ochtends vlak voor zonsopgang te zien is.

Venus
De hete planeet.

Venus staat ongeveer twee keer zo ver van de Zon af als Mercurius. Ze is ongeveer net zo groot als de Aarde. De tweede planeet vanaf de Zon heeft, ook net als de Aarde, een atmosfeer. Maar in tegenstelling tot de Aarde is die atmosfeer zo dik, dat de temperatuur op Venus de hoogste in het zonnestelsel is: het wordt er nooit veel kouder dan 500°C! Dit wordt veroorzaakt door een op hol geslagen broeikaseffect. De meeste warmtestralen van de Zon ketsen af tegen de dikke atmosfeer, maar de stralen die het wél lukken om Venus' oppervlak te bereiken, zitten als het ware gevangen. Als ze, na teruggekaatst te zijn door het oppervlak, de atmosfeer weer bereiken, worden de meeste weer teruggekaatst naar het oppervlak.
De atmosferische druk op Venus is 90 keer zo hoog als op Aarde en Venus zit vol met giftige gassen.
Voor het ruimtevaarttijdperk wist men nog niet veel over Venus, aangezien er altijd dikke wolken in de atmosfeer zijn, die het zicht op het oppervlak belemmeren. Vroeger dacht men dat er oceanen op Venus voorkwamen. Maar in 1962 toonde de ruimtesonde Mariner 2 aan, dat het zeer heet is op Venus en er van oceanen dus geen sprake kan zijn. De planeetverkenners Venera 9 en Venera 10 maakten alle twee een zachte landing op Venus, maar, na één foto naar de Aarde te hebben gestuurd, bezweken ze door de hoge druk die op Venus heerst. De Venera 14 deed het wat dat betreft beter: hij bezweek na 57 minuten en gaf tientallen mooie foto's door. De mooiste beelden van Venus zijn afkomstig van de ruimtesonde Magellan, die door middel van radar het hele oppervlak van Venus in kaart bracht. Hier links ziet u een beeld, dat met behulp van de Magellan data werd samengesteld.

Het grootste deel van Venus bestaat uit een laagvlakte, met slechts kleine heuvels. Maar er zijn ook gebergten en kraters. Verder zijn er nog uitgedoofde vulkanen, hoewel er ook een aantal vulkanen zijn die nog werken!
Venus draait in 225 dagen om de Zon en in 243 dagen roteert ze om haar as. Wat dat betreft is Venus dus uniek: een dag duurt er nog langer dan een jaar! Verder is het nog bijzonder dat Venus achterwaarts om haar as draait.
Vanaf de Aarde gezien is Venus zeer helder. Dit komt omdat het wolkendek van Venus de meeste zonnestralen terugkaatst. Maar, zoals eerder gezegd, is door een telescoop alleen de dikke bewolking van Venus waarneembaar.

Aarde
De blauwe planeet.
De Aarde is de derde planeet vanaf de Zon. De planeet is uniek in ons zonnestelsel, omdat het de enige planeet is waarop vloeibaar water kan voorkomen en welke een zuurstofrijke atmosfeer heeft. Zo'n 70% van de planeet is bedekt met water.
Geologisch gezien is de Aarde zeer actief: vulkanen barsten uit, aardbevingen komen veelvuldig voor, bergen worden gevormd, enz. Dit wordt veroorzaakt, doordat de, uit vele platen bestaande, aardkorst als het ware drijft op een loeiend hete steenmassa, de aardmantel. De aardmantel is zo heet dat het gesteente zich gedraagt als ware het een dikke vloeibare pap. Hierop drijven dus de platen, die tegen elkaar botsen, langs elkaar schuiven en van elkaar af bewegen. Dit is wat aardbevingen en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
De Aarde heeft een as die 23,5 graden gekanteld is. Hierdoor staat de Aarde in verschillende delen van haar omloop rond de Zon met verschillende halfronden naar de Zon toe, wat de seizoenen veroorzaakt. Op het halfrond dat naar de Zon staat toegekeerd, komen de zonnestralen rechter aan, waardoor het er warmer wordt. Het is er zomer. Op het andere halfrond komen zonnestralen schuiner aan, waardoor het er niet zo warm wordt. Daar is het winter.


Op Aarde is een uniek kringloopsysteem van water. Water verdampt, valt elders neer als neerslag, stroomt naar zee en de kringloop begint opnieuw. Hierdoor wordt de hele Aarde voorzien van water, nodig om planten, dieren en mensen in leven te houden.
Tegenwoordig onderzoekt men de Aarde vooral vanuit kunstmatige satellieten, die in een baan om de Aarde gebracht worden. Hiermee heeft men bijvoorbeeld ontdekt, dat er ook op de Aarde kraters zijn, littekens van inslagen van planetoïden, kometen of soortgelijke objecten. De meeste van deze kraters zijn echter door toedoen van weer en wind verdwenen. Dit wordt erosie genoemd.

De Aarde heeft, naast vele kunstmatige satellieten, een natuurlijke begeleider, de Maan.

Mars
De rode planeet.
Mars is de vierde planeet vanaf de Zon. De planeet is genoemd naar Mars, de Romeinse oorlogsgod, omdat hij een bloedrode kleur heeft. Dit wordt veroorzaakt door het roestige ijzer in de Marsiaanse bodem.
Eigenlijk heeft Mars meer met de Aarde gemeen dan Venus: de dagen duren ongeveer even lang (op Mars zo'n 41 minuten langer), er is een atmosfeer. Mars heeft bergen, vulkanen, poolkappen die met de seizoenen groeien of krimpen, en rivierbeddingen. De rivierbeddingen zijn op Mars alleen drooggevallen en al het water zit nu in de poolkappen en misschien wel onder het oppervlak van Mars.
Mars roteert om een as die 25,2 graden is gekanteld. Hierdoor ondervindt Mars, net als de Aarde seizoenen, zij het dat ze op Mars bijna twee keer zo lang duren, aangezien de planeet in 687 dagen rond de Zon gaat.
Mars heeft een enorme (dode) vulkaan, de Olympus Mons. Deze vulkaan is drie keer hoger dan de Mount Everest, de hoogste berg op Aarde, en is, voorzover bekend, in het zonnestelsel onovertroffen. Hij heeft een krater van maar liefst 80 km breed. Verder heeft Mars een groot ravijnenstelsel, de Valles Marineris, genoemd naar de Mariner verkenners die het ontdekten. Het ravijnenstelsel is op sommige plaatsen maar liefst 7 km diep en het is meer dan 4800 km lang! De aardse Grand Canyon stelt er niets bij voor!
De planeet wordt al lang door mensen onderzocht. In 1877 tekende de Italiaanse astronoom Schiaparelli een netwerk van lange, dunne strepen op zijn marskaart, die hij had gemaakt via telescopische waarnemingen. De Amerikaan Percival Lowell raakte ervan in de ban en nam aan dat de 'kanalen' waren gegraven door Marsbewoners, die de planeet voor uitdroging wilde behoeden. Vele mensen geloofde hem. Veel later kwam men er achter dat de kanalen helemaal niet bestaan. Waarschijnlijk was het gewoon gezichtsbedrog.

Mars heeft twee manen, Phobos en Deimos. Phobos is 28x20km en Deimos 16x10km. Phobos draait in zo'n 8 uur rond Mars, terwijl Deimos er ruim 30 uur over doet. Verder heeft Phobos een enorme krater, Stickney, die een groot deel van zijn oppervlak beslaat.
Mars is het doel van veel ruimteverkenners. Dit omdat de planeet zoveel op de Aarde lijkt. Men wil er graag meer te weten over komen.

Jupiter
De reuze planeet.
Jupiter is de vijfde planeet vanaf de Zon. Onder de negen planeten is Jupiter absoluut het grootst. Jupiters massa is 2,5 keer groter dan die van alle andere planeten samen!
Jupiter is een enorme gasreus. Hij heeft een kleine stenen kern, die alleen al twee keer zo groot als de Aarde is, omgeven door enorme gaslagen. Jupiters zwaartekracht is zo groot dat de gaslagen worden samengeperst tot vast en vloeibaar metallisch materiaal dat op Aarde alleen in laboratoria kan worden aangemaakt.
Jupiter roteert zo snel om zijn as, dat de planeet bij de polen wat is afgeplat en bij de evenaar uitstulpt. Op Jupiter zijn kleurrijke zones en banden te zien, die eigenlijk een enorm windsysteem vormen. De heldere zones bestaan uit omhoog stijgend, warm gas, terwijl de donkere banden dalend, koeler gas zijn. Door deze hoge- en lagedrukgebieden, waaien er enorme winden op Jupiter. Er zijn ook enorme stormen gaande, waaronder de bekendste: de grote rode vlek. Dit is een enorme storm, die in ieder geval al meer dan 300 jaar woedt. Hij is zo groot, dat er twee Aarde ‘s in zouden passen. De storm draait elke zes dagen, tegen de klok in, om zijn middelpunt. In juli 1994 waren bijna alle telescopen op Aarde op Jupiter gericht. Brokstukken van de komeet Shoemaker-Levy 9, die door Jupiters zwaartekracht uit elkaar was geslagen, sloegen toen in op Jupiter. De inslag veroorzaakte enorme littekens in de bewolking van Jupiter. Hieronder zijn die littekens zichtbaar in de vorm van vlekken (rechts boven het midden op de foto).
Toen Galilei in 1610 voor het eerst zijn zelfgebouwde telescoop op Jupiter richtte, ontdekte hij vier lichtpuntjes. Nader onderzoek wees uit dat hij vier grote manen van Jupiter had ontdekt, Io, Ganymedes, Callisto en Europa. Inmiddels zijn er nog veel meer manen van Jupiter ontdekt, maar de grootste vier worden nog steeds de Galileische manen genoemd. Ze zijn vanaf de Aarde al met een veldkijker waarneembaar. Ze draaien met enorme snelheden rond Jupiter.

De planeet Jupiter is in 1979 bezocht door de ruimtesondes Voyager 1 en 2, die schitterende foto's van Jupiter en zijn manen maakten. De ruimtetelescoop Hubble Space Telescope maakt ook schitterende beelden van Jupiter, vanuit zijn baan om de Aarde.


Saturnus
De ringenplaneet.
De zesde planeet vanaf de Zon, Saturnus, is bekend om zijn schitterende ringensysteem, voor het eerst waargenomen door Galilei in 1610. Eerst dacht Galilei dat hij manen had ontdekt. De Nederlandse astronoom Huygens ontdekte later, met zijn betere telescoop, dat het ringen waren rond de planeet. De ringen bestaan uit ijsdeeltjes die rond de planeet draaien. Vanaf de Aarde zijn er drie ringen waarneembaar, die de A, B en C ring heten. Tussen de A en de B ring in, zit een schijnbaar lege ruimte, die 'de scheiding van Cassini' wordt genoemd, naar de astronoom Cassini, die de scheiding voor het eerst beschreef. Toen de Voyager ruimtesondes in 1980 en 1981 langs Saturnus vlogen, onthulden zij, dat het ringensysteem niet uit drie ringen bestond, maar uit wel honderden ringetjes en smalle scheidingen! De ringen bleken zeer dun te zijn, nog geen km dik!
Saturnus is, na Jupiter, de grootste planeet van het zonnestelsel. Hij is, net als Jupiter, een gasreus. De massa van Saturnus is zo over de planeet uitgespreid, dat de planeet een kleinere dichtheid heeft dan water! Hij zou dus kunnen drijven!
Vroeger waren er negen manen bekend, die rond Saturnus draaiden. De beide Voyagers hebben er meer ontdekt. Er zijn er nu 18 bekend. De grootste maan is Titan, die in het bezit is van een atmosfeer. De buitenste planeet Phoebe, beweegt de andere kant op als al de andere manen van Saturnus. De dunne F-ring van Saturnus is gevlochten, door de zwaartekracht van de manen Prometheus en Pandora, die aan weerszijden van de ring draaien.
Op de gasreus Saturnus zijn ook zones en banden te zien, net als op Jupiter. Verder zijn er stormen gaande, waarin zeer hoge windsnelheden voor komen, tot zo'n 1000 km per uur! De planeet draait, ook net als Jupiter, zo snel dat ze uitstulpt bij de evenaar en afgeplat is bij de polen. Saturnus is de laatste planeet die vanaf de Aarde nog goed met het blote oog te zien is.
In 1997 heeft NASA de Cassini gelanceerd, die onderzoek moet doen naar de planeet en zijn manen. Het Europese ruimtevaartagentschap, de ESA, is hierbij betrokken en levert de sonde Huygens, die op Titan moet landen en zijn atmosfeer moet onderzoeken.

Uranus
De gekantelde planeet.
Op Uranus, de zevende planeet vanaf de Zon, kan vanaf de Aarde niet veel detail worden gezien. Slechts een paar wolken zijn zichtbaar in de methaanblauwe atmosfeer. Uranus is de derde gasreus in ons zonnestelsel. Hij beschikt over een vaag ringensysteem, dat vanaf de Aarde niet goed zichtbaar is. Maar met Uranus is iets bijzonders aan de hand. De planeet zweeft namelijk op zijn zijde. Zijn as is zo'n 90 graden gekanteld. Hierdoor staat de planeet met haar polen naar de Zon toegekeerd, en is het er op de polen nog warmer dan op de evenaar!
Uranus werd in 1781 door de astronoom Herschel ontdekt. Het ringenstelsel van Uranus werd pas in 1977 ontdekt, toen een ster, die achter Uranus langs ging, begon te knipperen door het ringenstelsel, vlak voordat hij achter de planeet verdween. Uranus staat zo ver van de Zon af, dat het licht van de Zon er 2,5 uur over doet om Uranus te bereiken.


Uranus is een enorme gasreus, hoewel hij twee keer zo klein is als Saturnus. De stenen kern van de planeet is, net als bij de andere gasreuzen, omgeven door zeer sterk samengeperst gas.
Uranus heeft, voor zover bekend, 17 manen. Dit zijn ijsachtige, met kraters bedekte manen. De meeste ervan zijn door de Voyager 2 ruimtesonde ontdekt. De vreemdste Uranusmaan is Miranda, die eruit ziet alsof ze als een puzzel in elkaar is gelegd. Haar landschappen varieëren sterk en steken tegen elkaar af.
De Voyager 2, die in 1986 langs Uranus ging, liet alleen maar een egaal wolkendek zien.

Neptunus
De windplaneet.
Neptunus werd in 1846 ontdekt door de astronoom Galle. Galle ging op zoek naar Neptunus, nadat twee wiskundigen, John Couch Adams en Urbain Le Verrier, alletwee tot de conclusie waren gekomen dat er iets was dat de baan van de planeet Uranus stoorde. Dat 'iets' moest een planeet zijn. Zo ging Galle op zoek en hij vond de planeet precies op de, door Le Verrier voorspelde, plaats.
Neptunus is de vierde gasreus in ons zonnestelsel en ziet er blauwachtig uit. De planeet roteert, net als de andere gasreuzen, zeer snel. Toen de ruimtesonde Voyager 2 in 1989 langs de planeet ging, ontdekte hij dat de planeet veel actiever was dan Uranus. Zo woeden er enorme stormen, waarvan de grootste bekend staat als 'de grote donkere vlek', net zoiets als de grote rode vlek op Jupiter. Er worden windsnelheden bereikt van maar liefst 2000 km per uur! De Grote Donkere Vlek is op de foto rechts links van het midden te zien. De temperatuur op Neptunus is gelijk aan die van Uranus, ook al staat Neptunus twee keer zo ver van de Zon af. Dit komt omdat de kern van Neptunus zelf ook zeer veel warmte afgeeft. Verder ontdekte de Voyager 2 nog, dat de planeet een vaag ringenstelsel bezit.
Neptunus heeft 8 bij ons bekende manen. De grootste maan van Neptunus is Triton. Deze grote maan draait 'verkeerd om' rond Neptunus, net als Phoebe om Saturnus. Op de maan zijn nog werkende geisers, die stikstof hoog de lucht in schieten. Verder zijn er polen van stikstofijs. De temperatuur op Triton is niet hoog: zo'n -235°C! Op Triton zijn dan ook ijvlakten en ijsgebergten. Zes van Neptunus manen zijn ontdekt door de Voyager 2.

6. Sterren
Een ster is een rond hemellichaam dat bestaat uit lichtgevend plasma. Bij de meeste sterren is de druk en temperatuur van de kern zo hoog dat er kernfusiereacties voorkomen. Daarbij word heel veel energie gemaakt die door de ster word uitgezonden in verschillende vormen. De belangrijkste vorm is waarschijnlijk de band van zichtbaar licht. Ook de sterren die bijna op zijn, de witte dwergen en neutronensterren waarin de kernfusie tot einde is gekomen, worden als sterren gerekend.


7. De zon
De zon is het middelpunt van ons zonnestelsel. Alle planeten draaien er om heen. Net als alle andere sterren is de zon als nevel begonnen. De zon is in 4 delen ontstaan.
1. Ontstaan: proto-ster
2. Hoofdreeksster
3. Rode reus
4. Witte dwerg
Het is ook de dichtstbijzijnde ster in ons zonnestelsel. Zonder de zon zouden wij niet kunnen leven. Het was anders veel te koud geweest.
Op weg naar de zon:
De reisduur naar de zon van de aarde hangt af van de manier waarop je de afstand aflegt.

Auto:152 jaar
120 km per uur
Raket: 154 dagen
11 km per sec.
Radiosignalen :8 minuten en 20 sec.
Lichtsnelheid

Hoe groot is de zon?
Diameter van de zon
1.392.000 km
Diameter van de aarde
12.756 km

8. De maan
De maan is de maan van de aarde. Het is de enige maan van de aarde. Op de maan is niet zoveel zwaarte kracht als op de aarde, je kunt er dus goed springen.
Er is ook geen lucht op de maan, maar wetenschappers proberen dat uit te zoeken.

Op weg naar de maan:
De maan staat dichter bij de Aarde dan de dichtstbijzijnde planeten, maar nog steeds behoorlijk ver weg. Hoelang de reis duurt, hangt af van het vervoermiddel.

Auto
120 km per uur      
Raket
11 km per sec.          
Radiosignalen
lichtsnelheid                
Dichtbij 132 dagen 9 uur 1,19 sec.
Verweg 150 dagen 10 uur 1,36 sec.
Km/ dichtbij 356.410 356.410 356.410
Ver weg 406.679 406.679 406.679

Grootte in vergelijking met de aarde
Diameter van de maan: 3475 km
Diameter van de aarde:
12.756 km

Kunnen er mensen wonen?
In de toekomst zullen mensen wel op de maan gaan wonen.

9. Zwarte gaten
Als een ineenzakkende sterrenkern groot genoeg is, gaat hij voorbij het stadium van een neutronusster en als hij blijft krimpen dan word de zwaartekracht steeds groter. En dan trekt hij alles aan wat bij hem in de buurt komt

Neutronussterren
Als een hele grote ster een supernova heeft, sterft hij en blijft alleen de kern achter. De zwaartekracht is zo groot dat de atomen zelfs worden atomen afgebroken en dan blijven alleen de neutronen over en daarom heet hij ook een neutronusster.


10. De Atmosfeer
De aarde wordt omringd door een laag die bestaat uit allerlei gassen: de atmosfeer of dampkring. Zonder deze laag zou het leven op aarde onmogelijk zijn. De atmosfeer geeft ons lucht, water, warmte en beschermt ons tegen de schadelijke stralen van de zon en tegen meteorieten. De dampkring is een kleurloze, reukloze, smaakloze "zee" van gassen, water en fijne stof. De atmosfeer bestaat uit verschillende lagen met verschillende eigenschappen. Zij bestaat uit: 78% stikstof, 21% zuurstof, 0,93% argon, 0,03% koolstofdioxide en voor 0,04% uit andere gassen. De Troposfeer is de laag waar het weer zich afspeelt, daar boven bevindt zich de Stratosfeer. In de Stratosfeer ligt de Ozonlaag, die de meeste ultraviolette straling van de zon tegenhoudt. Boven de Stratosfeer liggen de Mesosfeer, de Thermosfeer - met daarin de Ionosfeer - en daar boven de Exosfeer. De totale atmosfeer is ongeveer 700 km dik.

11. Satellieten
Niet zo lang geleden waren satellieten top geheim en werden ze alleen maar gebruikt voor militaire doeleinden, zoals navigatie en voor spionage.

Tegenwoordig worden satellieten voor veel meer dingen gebruikt:
• Voordat de TV-signalen ons huis bereiken zijn ze via satellieten verzonden;
• Veel telefoonverkeer gaat via satellieten;
• Auto's en taxi's gebruiken steeds vaker GPS om hun plaats en route te bepalen. GPS werkt met behulp van satellieten.

De 19e NAVSTAR global positioning system satelliet
Satellieten worden ook wel kunstmanen genoemd. Dit komt doordat ze net als de maan om de aarde draaien. De maan is dus de enige natuurlijke satelliet. Sommige satellieten beschrijven een ronde baan, terwijl andere een elliptische baan maken. Deze baan wordt ook wel een "orbit" genoemd.

De satellieten worden meestal niet in massaproductie gemaakt. Alleen de GPS en de Iridium satellieten zijn in "massa" productie gemaakt. De satellieten worden vaak onderverdeeld in communicatie, spionage, weer en wetenschappelijke satellieten, maar in feite is elk object dat om de aarde zweeft een satelliet. Ook satellieten die uit baan zijn geraakt, met kapotte acu's of andere onderdelen en lege brandstoftanks zijn dus in feite satellieten. Volgens de tellingen zweven er nu al meer dan 23.000 onderdelen rond de aarde.


12. Meteorieten
Een meteoriet is een deel van een meteoroïde dat op de aarde inslaat vanuit de ruimte en door de atmosfeer is gevallen. Tijdens de tocht door de dampkring word het spul sterk afgeremd.
Dit kan als een meteoor te zien zijn. In weze is een meteoriet puin uit de ruimte.

Aan de hand van de samenstellingen van een meteoriet kan bepaald worden waar het vandaan komt. Zo zijn er meer dan 20 gevonden die van de maan afkomen en er zijn meteorieten van de planeet Mars gekomen. Veel meteorieten zijn gekomen uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Of er ook meteorieten zijn die uit een kometenoorspong komen, staat nog ter discussie. Sommigen zijn erg zeldzaam.

13. Astronauten
Astronauten worden ook wel ruimtevaarders genoemd. Astronauten zijn mensen die in de ruimte werken.
Ze worden buiten de spaceshuttle of het ruimtestation beschermd door een speciaal pak. Dat pak beschermt tegen gevaarlijke straling en zorgt voor zuurstof, en genoeg druk op je lichaam. Normaal doet de lucht op aarde dat, maar in de ruimte is geen lucht. Het pak bestaat daarom ook uit verschillende lagen materiaal. Voorop de borst van een astronaut zit een kastje waarop hij kan nagaan of er geen problemen met het pak zijn.
Op zijn rug draagt de astronaut een rugzak met daarin een voorraad water en zuurstof. De voorraad is genoeg voor 6 uur in de ruimte.
In de rugzak zitten ook 24 kleine uitlaatjes om stikstofgas naar buiten te persen en zo te bewegen door de ruimte. Met zijn linkerhand kan de astronaut bepalen in welke richting hij vliegt, met de knoppen bij zijn linkerhand kan de astronaut 3 bewegingen maken: ronddraaien, tuimelen en kantelen.
De eerste ruimtevaarder was Joeri Gagarin en de eerste man op de maan was Neil Armstrong.

Astronauten worden ook wel ruimtevaarders genoemd.

Neil Armstrong op de maan in maanlander Eagle, kort na de maanwandeling.

14. Kometen
Het woord komeet komt uit het Grieks. Het betekent 'staartster'.
Eigenlijk is dit een verkeerde naam. Een komeet is namelijk geen ster! Echte sterren geven licht. Kometen doen dat niet. Ze weerkaatsen alleen het licht van de zon. Net zoals bijvoorbeeld onze maan.
Een komeet ziet er dan ook uit als een wazige ster met een veeg van licht eraan (de 'staart'). Je ziet hem maar heel langzaam bewegen tussen de andere sterren. Elke dag een beetje verder.
Een komeet is niet hetzelfde als een 'vallende ster'. Vallende sterren zie je heel snel aan de hemel voorbij schieten.
Sterrenkundigen hebben lang geleden ontdekt, dat de staart van een komeet altijd van de zon af wijst.

15. Nevel
Sterrennevel of ook wel genoemd poollicht komt alleen voor bij de aarde op de Noord en Zuidpool. Het is statische energie, door de straling krijg je al die verschillende kleuren.
Dit is het poollicht op de Noordpool.

16. Filmpje
Hier is nog als allerlaatste een filmpje voor jullie.
http://www.youtube.com/watch?v=OaA4KIPjghQ&feature=related

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.