Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Embryonaal klonen ter bestrijding van de ziekte van Alzheimer

Beoordeling 4.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 4823 woorden
  • 1 oktober 2004
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 4.3
25 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Wat is klonen, hoe werkt het? Het Nederlands Koenen zegt bij klonen: 'niet-geslachtelijk voortplanten; z kloon'. Het woord kloneren kent het al helemaal niet. Wanneer wij naar kloon kijken, worden we niet veel wijzer: 'kloon m klonen 1 (biol) de gehele nakomelingschap die door voortplanting uit één organisme is ontstaan: een ~ is een genetisch identiek exemplaar; 2 (techn) nabootsing: van dat merk computer zijn er veel klonen in de handel' Vertaling 2 kan in dit geval worden verwaarloosd; wij hebben het over biologisch klonen. Een woord dat regelmatig genoemd wordt in het nieuws, als kort tussendoortje. Dan is er weer een nieuw wetsvoorstel betreft klonen goedgekeurd of afgewezen. Of is er een doorbraakje verricht in Zuid-Korea. Op school wordt er over gediscussieerd, bij Kennis van het Geestelijk Leven, bij Biologie, of bij Algemene NatuurWetenschappen. Maar wat is het nu precies, klonen? Klonen is, in feite, een exacte kopie maken van het geheel. De kloon is deze kopie. Zo is een Nike zwempak met het inschrift "Made in Taiwan" een kloon van het originele zwempak, dat door Nike was ontworpen. De razend populaire Scoubidoo-touwtjes die voor halve prijzen over de markt-toonbanken vliegen, zijn slechts klonen van de touwtjes uitgebracht door kinderspeelgoedfabrikant Scoubidoo. Bij (gebruiks-)voorwerpen komt het er over het algemeen op neer dat een kloon een goedkope variant is van producten die ándere bedrijven pas na lang onderzoek konden uitbrengen. Er zijn echter ook klonen mogelijk van organismen. Wanneer een bacterie zich deelt, is er sprake van klonen, hoewel het niet langer duidelijk is welk van de twee het origineel is (geen merklabel, natuurlijk). Ook het verstekken van sommige plantensoorten is klonen. Veel planten plantten zich voort door middel van lange uitlopers aan hun wortels. Aan de uiteindes zullen nieuwe plantjes groeien. Wanneer deze uitlopers doorbroken worden, zijn er (minstens) twee genetisch identieke planten ontstaan. Ook dit is een vorm van klonen. Maar wat men meestal bedoelt met klonen, is het klonen van levende wezens. Ook hier kan er weer gegrepen worden naar het soortemet 'verstekken', zoals wanneer men een worm in tweeën hakt. In dat geval zullen de twee helften uitgroeien tot individuele wormen. Maar wat men toch meestal beduidt, en ook het soort klonen is waar ik mij in deze deelvraag verder in zal verdiepen, is het klonen van zoogdieren, of zelfs mensen (ook zoogdieren), en/of hun organen. Wanneer we een kloon zouden maken van een mens, zou de ontstane kloon, die in theorie een exacte replica zou moeten zijn, niet dezelfde vingerafdrukken hebben als de persoon waarvan de kloon gemaakt is. Dat klinkt misschien onwerkelijk, maar misschien is het verhelderend om de mens te vergelijken met een computer. Elke cel van het lichaam bevat een programmering over hoe het lichaam in elkaar moet zitten. Er zijn nog speculaties over verdere inhoud van deze chips, maar dit is toch wel de meest essentiële inhoud ervan. Bij een kloon wordt dit programma overgenomen, dus over het algemeen is het lichaam hetzelfde opgebouwd. Maar er is geen apart programma dat ons vertelt hóe de vingerafdruk moet worden opgebouwd. Er is slechts een programma dat zegt: vul de huid op de vingers op met golvende lijnen. Het is dus niet de complete structuur die overgenomen wordt, maar het programma er achter. Dit programma is opgeslagen in DNA, en is volledig aanwezig in de celkern van iedere cel in het lichaam. Dit geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor planten, dieren, bacteriën, en recentelijk is zelfs ontdekt dat acne DNA bevat. Zo kunnen er verscheidene planten met hetzelfde DNA bestaan, ontstaan door uitlopers of verstekken, die er toch niet identiek uitzien. DNA geeft over het algemeen geen strikt programma, slechts duidelijke richtlijnen. De makkelijkste manier om een zoogdier te klonen is uit te leggen doormiddel van een natuurlijk voorbeeld van klonen. Een eeneiige tweeling. Een eeneiige tweeling ontstaat uit één bevruchte eicel. Deze eicel bevat alle DNA-strengen die de cel nodig heeft om uit te groeien tot een compleet mens. Bij het delen van deze cel is op de een of andere manier het trosje cellen in tweeën gesplitst. Omdat de twee helften allebei hetzelfde DNA bevatten, zullen zij uitgroeien tot twee genetisch identieke kinderen. In feite zijn zij dus elkaars klonen. Bij kunstmatig klonen werkt het net iets anders. Men neme een eicel, en bijvoorbeeld een huidcel van het subject dat je wilt klonen. Het hoeft niet persé een huidcel te zijn, in principe kan het welke cel dan ook zijn, behalve een geslachtscel, maar in dit geval gaan we even uit van een huidcel. Zuig met een speciaal pipetje de kern uit de eicel. Doe hetzelfde bij de huidcel. Spuit nu de kern van de huidcel in de kernloze eicel. De kernloze huidcel kan worden weggegooid. Houdt er wel rekening mee dat het DNA in de mitochondriën van de eicel naar alle verwachting wel anders is dan het DNA in de kern. Geef de 'bevruchte' eicel een klein duwtje in de goede richting, opdat er celdeling zal optreden. Help de bevruchte cel zijn eerste periode door in een vruchtbare en voedingsstofrijke reageerbuis, zorg hierna voor een draagmoeder. Nog een maandje of acht wachten, et, voila!! Een accurate kopie van de huidcel-donor, hoewel uiteraard naar alle verwachting enkele jaren jonger. Helaas, was het maar zo simpel. Vandaag de dag is de kloonwetenschap nog niet vergevorderd genoeg om iedere poging succesvol te maken, en de kans dat de bewerkte eicel levensvatbaar is, is vrij klein. Meer hierover in deelvraag 3; Wat zijn de huidige vorderingen betreft klonen? Eerst zal ik vertellen over de nieuwe mogelijkheden die klonen brengt. 2. Wat kun je met klonen? Met klonen kun je individu's klonen, akkoord. Groter gedacht kunnen bedreigde diersoorten in stand gehouden worden. Nóg groter gedacht kunnen uitgestorven diersoorten teruggebracht worden, maar hier is een keerzijde aan. Ten eerste zullen er DNA-monsters moeten zijn van beide geslachten beschikbaar moeten zijn, anders blijf je bezig. Tevens zal er een grote diversiteit aan DNA-monsters nodig zijn. Elk dier heeft wel een paar foutjes in het DNA staan. Voor het individu is dit meestal van geen belang, maar wanneer dit foute gen in vrijwel de hele soort circuleert, is er een grote kans dat het nageslacht van zowel de vader als de moeder dit foute gen krijgt, en ziek wordt. Daarom is het belangrijk dat er veel verschil is in de soort, en niet op gebouwd uit een tiental DNA-structuren. Maar tot nu toe hebben we slechts gekeken naar klonen, en klonen alleen. De grootste mogelijkheden bereiken we pas als we het klonen gaan combineren met begrippen als genetische manipulatie, xenotransplantatie, en stamcelwetenschap. Bij genetische manipulatie worden de genen van het DNA aangepast naar wens van de wetenschapper. Doormiddel van de techniek van het klonen kan dit uitgroeien tot een levensvatbaar dier. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan koeien die zo'n vijftig liter melk per dag geven, kippen die eieren leggen die verrijkt zijn met extra bouwstoffen voor kinderen in de groei, of paarden die immuun zijn voor mond-en-klauw-zeer. Xenotransplantatie is het gebruiken van dierlijke organen om in mensen te transplanteren. Risico is dat er hierbij een groot gevaar is dat het lichaam het donororgaan afstoot, waarmee de patiënt van de wal op de sloot is geholpen. Met behulp van klonen en genetische manipulatie daarentegen kunnen er in genetisch bewerkte dieren organen 'gekweekt' worden, met hetzelfde DNA als de patiënt voor wie het orgaan bestemd is. Hierdoor zal het orgaan niet worden afgestoten. Deze nieuwe techniek zou het tekort aan donoren drastisch doen dalen. Stamcellen zijn cellen die in feite nog kunnen veranderen in wat voor cellen er ook bestaan. Dit kan dus alles zijn van zenuwcel tot geslachtscel. Stamcellen worden over het algemeen gevormd in het beenmerg, maar kunnen ook gewonnen worden uit navelstrengbloed, bewerkt gewoon bloed, of… embryo's. De cellen kunnen beschadigd weefsel herstellen, waardoor een tekort aan organen (nieren, lever, hart) in de toekomst niet meer hoeft voor te komen. Ook kunnen stamcellen helpen bij de bestrijding van ziekten als kanker, diabetes, aids en Parkinson. Nu is er tegenwoordig de mogelijkheid om de stamcellen uit het navelstrengbloed tot jaren na de bevalling te bewaren, maar dit is amper genoeg om een kind van anderhalf te behandelen. De bewerking van gewoon bloed is duur, en levert alsnog niet veel stamcellen op. Momenteel zijn we voornamelijk afhankelijk van stamcellen uit het beenmerg (al dan niet gedoneerd door een ander), en uit embryo's die overblijven na IVF (In Vertro Fertilisatie). In twee van de drie gevallen zijn de stamcellen dus van een ander mens, hetgeen betekent dat het DNA niet overeenkomt, en de stamcellen kunnen worden afgewezen. Echter, bij toepassing van het klonen, zouden er stamcellen kunnen worden gecreëerd met exact hetzelfde DNA als de patiënt. Dit zou alle mogelijke afwijzingen voorkomen. Uiteraard zijn dit slechts enkele voorbeelden van de mogelijkheden, die in de nabije toekomst bereikt zouden kunnen worden. Wat er op de lange termijn allemaal door klonen mogelijk zou kunnen worden gemaakt, kan men vanaf dit punt met geen mogelijkheid bevatten.
3. Wat zijn de huidige vorderingen betreft klonen? Op het moment zijn de grootste vorderingen in kloontechnologie te vinden in Zuid-Korea, waar professor Woo Suk Hwang onder subsidie van zijn regering al jarenlang onderzoek leidt. Professor Hwang is tot nu toe de enige onderzoeker die (legaal) menselijke embryo's heeft kunnen klonen. Hij heeft de dertig embryo's echter niet uit laten groeien tot baby's, omdat dit tegen zijn principes in strijdt. "Het klonen van een volwaardig mens is een misdaad tegen de wetenschap. Ook al zou God me er opdracht voor geven, ik zou nog weigeren het te doen. Het zal voor chaos zorgen.", aldus dokter Hwang. Het klonen van menselijke embryo's is overigens niet de professors grootste prestatie. Hij heeft zijn uitvinding voor het klonen gecombineerd met genetische manipulatie. Zijn eerste grote doorbraak, in 1999, was zijn 'superkoe'. Deze koeien gaven zo'n 20 liter meer melk per dag dan de meeste Nederlandse koeien. De bedoeling was dat, door het gebruik van de koeien, en ook de verkoop ervan aan het buitenland, de Zuid-Koreaanse economie een flinke boost kreeg. Later ontdekte Hwang ook dat het mogelijk is om klonen te maken van klonen, hetgeen dit proces aanzienlijk versimpelde. Hierna kloonde zijn assistent, dokter G. Jang, een koe die onvatbaar was voor de ziekte BSE, beter bekend als de gekke-koeienziekte. Nu is hij bezig aan een koe die niet ziek geen MKZ, mond- en klauwzeer kan krijgen. Professor Hwang zelf heeft varkens weten te klonen, met een menselijk gen, zodat in geval van xenotransplantatie de organen niet zouden worden afgestoten. Deze varkens zijn nu in een stadium dat de organen kunnen worden getest bij patiënten, maar hieraan zijn veel risico's verbonden. De patiënten moeten echt zeker weten dat ze het willen, omdat er een kans is dat ze aan het donororgaan nog sneller dood gaan dan het geval zou zijn geweest met de patiënt zijn eigen orgaan. Dit komt doordat als er iets in het lichaam komt wat het lichaam vreemd is, er een verdedigingsmechanisme in werking wordt gesteld om het te vernietigen. Erg nuttig bij virussen en bacteriën e.d., maar bij organen levert het vaak grote complicaties op. Overigens loopt het klonen niet zo soepel als zo schijnen. Van de 240 gekloonde menselijke eicellen, waren er slechts dertig die uitgroeiden tot embryo's, en het is niet te voorzien of zij zouden zijn uitgegroeid tot volwaardige mensen. Professor Hwang geeft aan dat voordat de 'superkoe' tot een succes was gebracht, er ook nog eens honderden, of zelfs duizenden koeien overleden waren. Zij werden allen misvormd en/of dood geboren. De misvormde koeien werden gedood en verbrand. Ook de BSE-resistente koeien en de varkens met de menselijke genen halen lang niet allemaal de volwassenheid. Op de een of andere manier moet er dan toch een foutje zijn opgetreden in het delen van de cellen van de dieren. Om hier gelijk op door te bouwen: In hoeverre is klonen toegestaan? 4. In hoeverre is klonen toegestaan? De dertig door professor Hwang gekloonde menselijke embryo's zijn vernietigd voordat zij waarlijk mensenkinderen werden. Daarom weten we niet of zij volwaardige kinderen zouden zijn geworden. De problemen met de dierlijke klonen tonen al aan dat zij waarschijnlijk allemaal miskramen zouden zijn geworden. Zouden zij in leven zijn gebleven, waren zij waarschijnlijk ernstig lichamelijk gehandicapt zijn. Mensenbaby's kun je niet zomaar 'doden en verbranden'. Wie dit wel doet, verdwijnt hoogstwaar-schijnlijk in de gevangenis, hoe misvormd het kind ook was geweest. En zelfs wanneer één van de kinderen een gezond, fysiek fit kind zou zijn geweest, is het nog maar de vraag of en hoe erg er psychologische schade is, hetgeen we natuurlijk niet kunnen weten door naar varkens te kijken, om maar iets te noemen. In heel Europa is het illegaal om mensenkinderen te klonen. Wie dit toch doet, staat een celstraf van algauw 10 jaar te wachten. In een aantal landen is het echter reeds enkele jaren toegestaan om embryo's te klonen, al moet de wetenschappers wel door de regering persoonlijk toestemming worden gegeven. In Zuid-Korea werd deze toestemming verleend in december 2003. In europa werd deze toestemming voor het eerst gegeven op woensdag 11 augustus, aan Britse wetenschappers van het 'Centre for Life' van de Newcastle University, in Noord Engeland. Hiermee zullen zij niet alleen de eersten zijn in Europa om menselijke embryo's te klonen, maar zullen zij ook de eersten zijn ter wereld om stamcellen te winnen door middel van klonen. De wet schrijft hen echter wel voor dat de embryo's niet ouder mogen worden dan 14 dagen, en niet groter dan een klompje cellen van de grootte van een speldenknop. De wetenschappers willen deze gebruiken om op termijn insulineproducerende cellen te maken. Dit voor diabetespatiënten, die door hun conditie te weinig insuline aanmaken. De toestemming geldt voor een jaar. De onderzoekers waarschuwen echter dat het nog minstens vijf jaar zal duren voordat er aan de hand van hun onderzoek patiënten behandeld kunnen worden. De eicellen die deze onderzoekers gebruiken voor hun experimenten, zijn overgebleven van in-vitro fertilisatie (IVF). Deze eicellen zijn gedoneerd door de ouders. Indien deze niet zouden zijn gedoneerd, zouden zij vernietigd worden. En in dit opzicht komt het Britse standpunt overeen met dat van Nederland. In Nederland mag er niet gekloond worden, ook niet voor medisch onderzoek, maar voor stamcelonderzoek heeft de regering toch een kleine 33 miljoen euro aan onderzoekssteun vrij kunnen maken. Om makkelijker aan stamcellen te kunnen komen, houdt het kabinet echter wel de ontwikkelingen rond het klonen van embryo's voor het winnen van stamcellen in de gaten. Het is dus goed mogelijk dat ergens in de komende paar jaar het klonen van embryo's voor medische doeleinden ook in Nederland zal worden toegestaan. 5. Wat is Alzheimer? Het was de Duitse arts Alois Alzheimer die de ziekte van Alzheimer voor het eerst concludeerde. Een van zijn patiënten, een oude vrouw, had al jaren last van dementie. Ze had problemen met haar geheugen, kwam verward over, en had moeite met het begrijpen van vragen. Na haar dood deed hij een autopsie in haar hersenen. Hier vond hij in haar zenuwcellen kluwen vezels (neurofibribrillaire tangles), en er omheen kleine opeenhopingen (amyloïde plaques). Wat hij zojuist had ontdekt was de ziekte van Alzheimer, die naar hem vernoemd is. Alzheimer is ongeneeslijk. Alzheimer is onomkeerbaar. De oorzaken van Alzheimer zijn onbekend. Er zijn enkele medicijnen die goed effect op de patiënten hebben, maar menigeen arts staat nog altijd voor een raadsel. Er zijn geen geneesmiddelen die de ziekte kunnen voorkomen. Er zijn geen geneesmiddelen die de ziekte kunnen stopzetten. Van de 180.000 Nederlanders die lijden aan een vorm van dementie, hebben naar schatting 130.000 de ziekte van Alzheimer. De precieze getale kunnen niet worden achterhaald, gezien de ziekte van Alzheimer nog steeds pas met zekerheid kan worden vastgesteld wanneer er bij autopsie in de hersenen de plaques en tangles van dokter Alzheimer worden aangetoond. De eerste kenmerken die kunnen duiden op de ziekte van Alzheimer zijn vergeetachtigheid, desoriëntatie, verandering van persoon-lijkheid, en vermindering van reactievermogen. De patiënten leren trager, en zijn lusteloos en minder spontaan. Eenvoudige handelingen kunnen zij nog zelf verrichten, maar voor al het overige hebben ze begeleiding nodig. Hun begrip en spraak gaan achteruit, en ze vinden het lastig om hun gedachtes te concentreren. Vaak vergeten zij halverwege hun verhaal wat zij wilden zeggen. Dit is niet alleen vervelend voor henzelf, maar ook voor hun omgeving, en kan pijnlijke situaties opleveren. In het tweede stadium van de ziekte hebben de patiënten al veel meer belemmeringen in het dagelijks leven. Hun korte termijn geheugen functioneert nog maar matigjes, en herinneringen uit een ver verleden staan hen vaak stukken helderder voor de ogen. Ze vergeten data, verliezen hun gevoel voor tijd, en hebben moeite met het herkennen van hun familie en vrienden. In dit stadium zijn de patiënten zeer hulpbehoevend, en professionele hulp wordt hier reeds geboden. In het laatste stadium komt de ware aard van de ziekte van Alzheimer naar boven. De patiënten zijn volledig afhankelijk van hun verzorgers, die zij 24 uur per dag nodig hebben. Ze kunnen last hebben van bijvoorbeeld slaapstoornissen, hallucinaties, slaapwandelen, en verlies van controle over hun ontlasting. De lichamelijke problemen verergeren zodanig dat er veel complicaties ontstaan. Patiënten verliezen het vermogen om te kauwen en te slikken, en zijn vatbaarder voor longontsteking en andere infecties. De ademhaling verloopt moeizaam, vooral bij de patiënten die aan hun bed gebonden zijn. Uiteindelijk sterven zij, zei het niet aan het een, dan wel aan het ander. Zoals wel bekend is, is een hoge leeftijd een grote risicofactor voor het ontwikkelen van Alzheimer. 1 op de 17 65-plussers is slachtoffer van de ziekte. Maar ook erfelijkheid speelt een rol. Op het moment zijn er vier genen geïdentificeerd met de ziekte. Drie van deze genen, te vinden in de chromosomen 1, 14, en 21, dragen bij aan de vroege vorm van Alzheimer. De vierde, op chromosoom 19, verhoogt de kans op het ontwikkelen van de ziekte op een latere leeftijd. Sommige wetenschappelijke onderzoeken wijzen ook hoofdletsel op jongere leeftijd, een lager opleidingsniveau en het vrouwelijke geslacht aan als mogelijke risicofactoren, maar hierover valt nog niets met zekerheid vast te stellen. 6. Wat is er op het moment tegen Alzheimer te beginnen? Voor Alzheimer is op het moment geen genezing mogelijk. Er zijn echter wel enkele behandelingen die de symptomen verminderen, en zo het leven met Alzheimer draaglijker maken. Voorbeelden hiervoor zijn Rivastigmine (Exelon®), Donepezil (Aricept®) en Memantine (Ebixa®). Deze drie medicijnen, die hier in Nederland verkrijgbaar zijn, kunnen tijdelijk het ziekteproces afremmen, met behulp van acetylcholine esteraseremmers. Dat dit de stof acetylcholine esterase afremt, spreekt uiteraard voor zich. Vervolgens is acetylcholine esterase weer hetgeen dat de stof acetylcholine afbreekt. Resultaat: het duurt langer voordat de acetylcholine is afgebroken. Nu is acetylcholine een chemische 'boodschapper' die impulsen in de hersenen overbrengt van de ene naar de andere zenuwcel. Bij Alzheimerpatiënten is het vaak het geval dat de boodschap niet duidelijk genoeg overkomt, of zelfs uitsterft. Door de acetylcholine esteraseremmers is er langer tijd voor de boodschap om over te komen, en kan de succesvolle overdracht een stuk beter worden gegarandeerd. Deze medicijnen mogen echter alleen door specialisten worden voorgeschreven, niet alleen omdat onnodig gebruik ernstige gevolgen kan hebben, maar ook vanwege de bijwerkingen. Bij sommige patiënten kunnen bijvoorbeeld misselijkheid, diarree en vermoeidheid optreden. Ook zijn er verscheidene andere medicijnen verkrijgbaar, die specifieke symptomen van Alzheimer, vergeetachtigheid bijvoorbeeld, bestrijden. Naast deze erkende medicijnen zijn er ook zogehete 'alternatieve geneeswijzen'. Van deze stoffen wordt vaak beweerd dat ze een remmend effect zouden hebben op de ziekte van Alzheimer, of zelfs de ziekte kunnen voorkomen. Over de effectiviteit hiervan echter durven wetenschappers geen oordeel te doen. Onderzoek heeft uitgewezen dat er een verband is tussen een hoge concentratie van het aminozuur homocysteïne en de ziekte van Alzheimer. Foliumzuur, ook wel vitamine B11, kan het homocysteïne-gehalte in het bloed verlagen, hetgeen ertoe geleid heeft dat veel mensen geloven dat vitamine B11 Alzheimer kan helpen voorkomen. Deze vitamine komt vooral veel voor in spruitjes, broccoli, sperziebonen, spinazie, en volkoren-producten. Van onverzadigde vetzuren is al langer bekend dat zij belangrijk zijn voor onze gezondheid. Nu schijnt het dat vooral de 'omega-3-vetzuren' ons kunnen beschermen tegen de ontwikkeling van Alzheimer. Deze vetzuren komen voornamelijk voor in vette vis-soorten, zoals makreel, haring en zalm. Vitamine E zou hetzelfde effect hebben. 'Vrije radicalen', die vrijkomen bij het verbruik van zuurstof, kunnen schade veroorzaken aan onze cellen, met name ons DNA. Nu wordt er gefluisterd dat deze vrije radicalen afsterving van hersencellen zouden kunnen veroorzaken, en de ziekte van Alzheimer veroorzaken. De stoffen worden verwijderd door zogeheten antioxidanten, zoals de bekende vitamines A en C. Voorbeelden van andere bekende beschermende middelen zijn: ibuprofen, aspirine, alfa-liponzuur, galantamine, en het extract van de Japanse notenboom, Ginkgo biloba. 7. Hoe zou klonen kunnen helpen tegen Alzheimer? Bij Alzheimer sterven veel hersencellen af. Als zij zouden kunnen worden vervangen door nieuwe cellen, was er misschien genezing mogelijk. Stamcellen zouden hier een uitkomst kunnen bieden. Zoals eerder verteld, kunnen stamcellen zich ontwikkelen in vrijwel iedere bestaande lichaamscel, dus ook hersencellen. Nu kunnen stamcellen gewonnen worden uit bewerkt bloed, navelstrengbloed, beenmerg, en uit embryo's. Op het moment krijgen de patiënten beenmerg gedoneerd van andere individu's met overeenstemmend beenmerg. Het probleem hierbij is dat het immuunsysteem dit beenmerg herkent als 'vijand', in plaats van als 'vriend'. Om te voorkomen dat het lichaam het beenmerg, producent van stamcellen, volledig afbreekt, wordt rond de transplantatie het immuunsysteem van de ontvanger compleet uitgeschakeld. Dit maakt hem of haar echter wel uiterst vatbaar voor andere ziektes, en kan als gevolg hebben dat de patiënt uiteindelijk sterft aan iets simpels als een verkoudheidje. Om er zeker van te zijn dat de stamcellen niet worden afgestoten, zouden zij gelijk moeten zijn aan dezen die reeds in het lichaam aanwezig zijn. Dat betekent dat ze genetisch identiek moeten zijn, dus met hetzelfde DNA. Hier kan klonen de uitkomst bieden. Wanneer men uit een al dan niet bevruchte eicel de kern verwijdert, en vervangt door de kern van bijvoorbeeld een haarcel van de Alzheimerpatiënt, heeft de eicel hetzelfde genetische patroon als de Alzheimerpatiënt. Met een elektrisch schokje wordt de eicel vervolgens gestimuleerd om te delen, en zich te gedragen als een normale bevruchte eicel. Deze pasverwekte embryo zit vol met bruikbare stamcellen. Zou men deze gebruiken om de hersencellen van de Alzheimerpatiënt aan te vullen, werden zij dus niet geweigerd. Zo zouden in de (nabije) toekomst Alzheimerpatiënten geholpen, of misschien zelfs genezen kunnen worden. Maar dan is de vraag natuurlijk: Hoe zorg je dat de stamcellen hersencellen worden? En hoe sluit je ze aan op het centraal zenuwstelsel? Nieuwe technologieën laten veel vragen achter in de harten van de mens, maar vooral ook veel… protesten.
Conclusie: Embryonaal klonen om Alzheimer te bestrijden, dat kan. Mag het ook? Het zit in de aard van de mens om het onbekende af te stoten. Niet alleen het immuunsysteem, dat een afkeer heeft voor onbekende levensvormen en weefsels, maar ook de geest van de mens is duidelijk niet erg gesteld op onbekende ideeën. Zo ook hier. Tot op de dag van vandaag hebben abortusklinieken te maken met (vaak godsdienstige) actiegroepen. Zij menen dat het niet aan ons is te beslissen welk kind recht heeft op een leven, en welk kind niet. En klonen, in verband met stamceltechnologie, hetgeen toch is waar we naar streven hier, is in hun ogen zo mogelijk nog erger. Abortus is nog tot daar aan toe, maar door deze nieuwe mogelijkheid zijn de opties uitgebreid tot welk kind leeft, welk kind sterft, en welk kind wordt gedood voor 'een groter goed'. Maar wat kan nu een groter goed zijn dan nieuw leven? Deze kinderen hebben nog niet eens een kans gehad op het leven, en nu wordt het hen al ontnomen? Natuurlijk, er worden levens mee gered. Maar er worden er nog meer vernietigd, aangenomen dat één embryo niet genoeg is om iemand volledig te genezen van bepaalde fysieke aandoeningen. Vervolgens, als de stamceltechniek dan verder wordt ontwikkeld, zal het mogelijk zijn om organen te 'kweken'. Maar hoe? Hoogstwaarschijnlijk zullen deze organen worden gedragen door genetisch bewerkte varkens, wiens immuunsysteem op de een of andere manier platgelegd is. Maar wat als dit varken nu eens drager is van de varkenspest, om maar een voorbeeld te noemen? En deze ziekte muteert naar een menselijke versie? De nieuwe 'mensenpest' zal met het orgaan meespringen naar de patiënt. En of de patiënt nu ziek wordt, of slechts drager, er is zojuist een nieuwe dodelijke epidemie ontstaan. Waarop we komen op het aantal proefdieren. Alleen al om een koe te creëren die meer melk geeft dan normaal, zijn er honderden, zo niet duizenden kalveren om het leven gekomen. Wat is de prijs voor deze orgaandragende dieren? En zelfs wanneer deze dieren dan succesvol kunnen worden gekloond, hoeveel tests zullen er op hen moeten worden uitgevoerd voordat zij kunnen worden gebruikt voor het eerder genoemde 'grotere goed'? En veel onderzoeken worden zelfs rond hetzelfde moment op meerdere plaatsen uitgevoerd, in de strijd om de eer van 'eerste'. Is dat niet een wreed iets om te doen? Wanneer er in één onderzoek al verschrikkelijk veel dieren om het leven komen, het meerdere keren uit te voeren? En zo zullen niet alleen dieren om het leven komen. Ook veel mensenkinderen zullen hieronder te lijden hebben. Het zal immers nog zo'n vijf jaar onderzoek duren voordat de embryo's gebruikt kunnen worden voor de bestrijding van enkele ziektes. Zelfs de patiënten zullen in het begin de pineut zijn. Wanneer de transplantaties slechts experimentaal zijn, bestaat er een grote kans dat zij het er niet levend vanaf brengen, hoewel zij uiteraard niet zouden hebben besloten proefpersoon te worden als zij dit niet als één van hun laatste kansen zagen om hun leven terug te krijgen. Een rampscenario? Misschien. Wanneer men goed zoekt, zijn er altijd wel genoeg tegenargumenten te vinden om de boel af te blazen. Maar er zijn opofferingen die gemaakt moeten worden om de wereld een betere plaats te maken. Want zou het niet geweldig zijn als niemand ooit nog langer dan een, twee maanden hoefde te wachten op een nieuw, en beter orgaan? Ik ben niet in de positie om een alles uitsluitende conclusie te trekken over of de nadelen het afzien tegenover de voordelen. Ik kan alleen zeggen dat mijn mening inhoudt dat, zolang het alleen wordt gebruikt voor legale medische doeleinden, klonen, en stamceltechnologie, en genetische manipulatie, en xenotransplantatie, en wat voor technieken er in de toekomst ook nog worden bedacht, mijn zegen hebben. Kleine maar: ík wil die organen niet. Getver! Logboek: Maandag 12 juli 2004. Eindelijk begonnen met logboek, een van mijn slechtste kanten. Op dit moment heb ik zo'n vijf bronnen. Er is een site waar ik nog steeds moet kijken. Ik heb zeven deelvragen, en een optionele 8e. Deze indeling heb ik gemaakt op 29 juni, vertelt mijn computer mij, die braaf heeft opgeslagen wanneer het bestand gecreëerd werd. Ik sta op het punt te beginnen aan het beantwoorden van de eerste deelvraag: Wat is klonen, hoe werkt het? Ik dacht dat dat wel interessant genoeg zou zijn voor het logboek. Woensdag 4 augustus 2004. Na lange pauze (vakantie!!) een dag voor terugkomst deel-deelvraag wat is klonen beantwoord. Had inspiratie, en het is altijd zo zonde om die te laten varen. Het merendeel van de laatste zin is later toegevoegd. De zaklamp was op. Donderdag 5 augustus 2004. Thuis gekomen. Wat is klonen uitgetypt. Was eerst onder de indruk dat hiermee een deelvraag was beantwoord, maar mooi niet dus. Na veel junkmail weg te hebben gegooid begin ik aan de tweede helft, hoe werkt klonen. Vrijdag 6 augustus 2004. Eerste deelvraag afgemaakt. Nog geen bronnen gebruikt, behalve misschien het woordenboek. Zaterdag 7 augustus 2004. Gewerkt aan 2e deelvraag. Woensdag 11 augustus 2004. 2e deelvraag afgemaakt. Eén zin letterlijk overgenomen uit "Onderzoek stamcellen niet beknot". Zondag 15 augustus 2004. Bron gevonden: "Britain gives go ahead to cloning for medical research". Deelvraag 3 gemaakt gebaseerd op "De kloonkeuken van Professor Hwang". Begonnen aan deelvraag 4. Maandag 16 augustus 2004. Deelvraag 4 afgerond met behulp van de bron "Onderzoek stamcellen niet beknot", en een prachtig één-tweetje van "Britain gives go ahead to cloning for medical research" en "Britten mogen embryo's klonen". Poging gedaan tot deelvraag 5, maar gestaakt. Dinsdag 17 augustus 2004. Deelvraag 6 gemaakt, uit pure wanhoop zin voor zin gemaakt uit de bron "Welke behandelingsmethoden zijn er beschikbaar?". Gewerkt aan deelvraag 7. Woensdag 18 augustus 2004. Deelvraag 7 afgemaakt. Geen bronnen. De optionele 8e deelvraag omgedoopt tot conclusie. Gewerkt aan conclusie. Donderdag 19 augustus 2004. Conclusie afgemaakt. Logboek toegevoegd. Vrijdag 20 augustus 2004. Deelvraag 5 gemaakt. Bronnenlijst toegevoegd. Bronnenlijst: Onderzoek stamcellen niet beknot; Volkskrant, woensdag 30 juni 2004. De kloonkeuken van professor Hwang; http://www.tweevandaag.nl, woensdag 9 juni 2004. Britain gives go ahead to cloning for medical research; http://uk.news.yahoo.com, donderdag 12 augustus 2004. Britten mogen embryo's klonen; http://www.nu.nl, woensdag 11 augustus 2004. Welke behandelingsmethoden zijn er beschikbaar; http://www.alzheimer.nl
Overige informatie over Alzheimer, niet in aparte bron gezet; http://www.alzheimer.nl

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.