Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Aids en Hiv

Beoordeling 7.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2588 woorden
  • 8 mei 2002
  • 144 keer beoordeeld
Cijfer 7.4
144 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Wat is Aids?

Aids is een ernstige ziekte die nog niet genezen kan worden.
Aids staat voor:

A > Acquired – Verworven, tijdens het leven opgelopen.
I > Immune -- Immuniteit, afweersysteem.
D > Deficiency – Tekort, gebrek.
S > Syndrome – Syndroom, gezamenlijke verschijnselen van een bepaalde ziekte.

Het betekent dus dat het afweersysteem niet goed meer werkt.
Aids is te vergelijken met een ziekte die ook bij apen voorkomt.

Wat is Hiv?

Hiv (Human Immunodeficiëntie Virus) is een virus dat Aids veroorzaakt. Het virus zorgt ervoor dat het afweersysteem afgebroken wordt.

Het lichaam kan daardoor allerlei infecties oplopen en zelfs zeldzame vormen van kanker.
Een Hiv-test kan laten zien of iemand antistoffen tegen Hiv in.zijn bloed heeft. Iemand met Hiv in het bloed is seropositief. Als je seropositief bent, hoef je nog geen Aids te hebben.
Dat kan twee jaar duren, maar ook wel eens meer dan tien jaar. En iets minder dan de helft krijgt helemaal geen Aids.

Hoe wordt Hiv overgedragen?


De grootste concentraties zitten in bloed en sperma. Maar ook in vaginaal vocht, voorvocht en moedermelk. Alleen door deze vijf dingen kan je besmet raken. In urine, ontlasting, braaksel, speeksel, tranen en zweet zit wel Hiv, maar de hoeveelheid is zo klein dat deze niet besmettelijk zijn.

Je kan Hiv oplopen door:
- Bloed-bloed contact. Bijvoorbeeld door dezelfde injectienaalden te gebruiken, bloedtransfusies met geïnfecteerd bloed en van moeder op kind tijdens de zwangerschap of bevalling.
- Onveilig seksueel contact. Bijvoorbeeld anaal of vaginaal seksueel contact zonder condoom, orale seks, waarbij sperma of (menstruatie) bloed in de mond komt of onderlinge seksattributen zonder deze tussendoor schoon te maken.
- Borstvoeding.
Hiv wordt niet overgedragen door:
- Huidcontact (handen geven).
- (Tong)zoenen.
- Toilet en gebruiksvoorwerpen.
- Insecten (muggen).
- Etenswaren.
- Zwemwater en sauna’s.

Vier stadia

Een HIV-infectie heeft vier stadia:
I. Periode vlak na de infectie > Je krijgt klachten die lijken op griep en de ziekte van Pfeiffer (acute infectie).
II. Het latente stadium > Je hebt geen klachten.
III. Het stadium van LAS > Je lymfeklieren raken opgezwollen.
IV. Nu ontstaan de ernstige klachten. In de meeste gevallen heb je dan Aids.

De stadia volgen elkaar op, als je eenmaal in een stadium zit, kan je niet meer terug naar een vorig stadium. Je kan er ook een overslaan. Je kan bijvoorbeeld van stadium 1 naar stadium 3 gaan.

Wanneer heb je Aids en wanneer niet?
In het vierde stadium kan je Aids hebben, maar ook niet. Daarover zijn afspraken gemaakt, maar ze verschillen vaak van land tot land. In Amerika heb je Aids als je onder een bepaalde hoeveelheid T4-cellen in je bloed hebt.

In Europa moet je twee van de volgende klachten krijgen:
- Constutionele klachten zoals langdurige koorts, diarree en ongewild gewichtsverlies van meer dan 10% zonder dat hiervoor een oorzaak te vinden is.
- Een of meer opportunistische infecties zoals hersenontsteking en netvliesontsteking.

- Bepaalde vormen van kanker zoals het Kaposisarcoom en enkele kwaadaardige tumoren van het zenuwstelsel (lymfomen).
- Ziektes van het zenuwstelsel zoals motorische stoornissen of Aids-dementie.

Medicijnen en behandelingen

Combinatietherapie
Aids kan nog niet genezen worden, maar het kan wel behandeld worden. Zo kan men ervoor zorgen dat je langer kan blijven leven. Daarvoor krijg je een combinatietherapie.
Deze combinatietherapieën bestaan meestal uit twee of drie verschillende medicijnen.
Om zich te vermenigvuldigen dringt het Hiv binnen in gezonde cellen. Daar wordt Hiv ingebouwd in het genetisch materiaal van de cel. Nieuwe cellen, die ontstaan door vermenigvuldiging van de cel, bevatten Hiv. Zo verspreidt het Hiv zich door het lichaam.

Er zijn twee soorten medicijnen die het Hiv bestrijden:
- Reverse transcriptase remmers (RT-remmers). Deze RT-remmers zorgen ervoor dat het Hiv zich niet in een gezonde cel inbouwt. Onder RT-remmers vallen: AZT, ddI, ddC, d4T en 3TC.
- Proteaseremmers, zij zorgen ervoor dat het Hiv zich niet meer kan vermenigvuldigen als het de geïnfecteerde cel weer verlaat. Er zijn nu drie proteaseremmers: indinavir, ritonavir en saquinavir.

Combinatietherapieën zijn erg zwaar en ze hebben veel bijwerkingen zoals misselijkheid, gebrek aan eetlust en andere dingen. Deze bijwerkingen zijn niet zo erg, maar de aanmaak van rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes vermindert ook, waardoor je bloedarmoede kan krijgen, je een grotere kans op infecties hebt en heel snel blauwe plekken hebt.

Soms zijn de bijwerkingen zo erg dat mensen willen stoppen.
Het is heel belangrijk dat je therapietrouw bent, want anders kan het Hiv immuun raken voor dat medicijn.

Trials
Er worden steeds betere medicijnen uitgevonden. Die nieuwe medicijnen moeten eerst getest worden. Ze zijn namelijk nog niet officieel. Ze worden eerst getest op dieren en als dat allemaal goed gaat worden ze gebruikt door deelnemers aan trials.
Trials zijn bij mensen uitgevoerde onderzoeken met als doel een nieuwe behandeling te beoordelen. Het doel daarvan is nieuwe en betere behandelingsmethoden te vinden.

Alternatieve behandelingen
Als je Aids hebt kan je besluiten om naar een alternatieve behandelaar te gaan.
Dat kan je doen omdat:
- Je een levensovertuiging hebt waarbij een bepaalde alternatieve behandeling past.
- Je een alternatieve behandeling als een aanvulling ziet.
- Aids niet door de medische wetenschap genezen kan worden.

De gevolgen van zo’n behandeling kunnen zijn dat mensen zich beter kunnen voelen en dat ze minder pijn hebben. Aids kan niet genezen worden door een alternatief behandelaar!

Risicogroepen

Tot de risicogroep behoren

- Mensen die vaak wisselende seksuele contacten hebben. Zij maken veel kans op Aids omdat zij veel seksuele contacten hebben en zo in contact kunnen komen met iemand die seropositief is en dat zelf niet weet. Als die mensen zelf nog niet weten dat ze besmet zijn kunnen ze zo iemand besmetten als zij weer met iemand anders seksueel contact hebben.
- Vrouwen die in het verleden risico hebben gelopen en nu zwanger zijn. Het kind kan dan besmet raken tijdens de zwangerschap of de bevalling. Ook kan het kind besmet raken door borstvoeding.
- Druggebruikers. Zij hebben veel kans op besmetting als ze spuiten van elkaar lenen. Aan die spuiten kan namelijk nog wat bloed zitten van degene die de spuit voor hem heeft gebruikt. Als degene hem dan weer gebruikt kan dat bloed bij hem in het bloed komen. En als degene voor jou seropositief is kan jij ook besmet raken.

Mensen die tot de risicogroep behoren wordt aangeraden om een Hiv-test te doen. Als blijkt dat ze besmet zijn, kunnen ze daar rekening mee houden.

Verspreiding van Hiv en Aids

Aids komt overal in de wereld voor. Er zijn naar schatting ongeveer 40 miljoen mensen met Aids of Hiv. Het komt vooral in ontwikkelingslanden voor, vooral in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het ergste in Botswana, waar 35,8% van de bevolking seropositief is. Ook in Zimbabwe (25,1% van de bevolking), Lesotho (23,8% van de bevolking), Zambia (20% van de bevolking) en Zuid-Afrika (20% van de bevolking) zijn er veel mensen met Hiv of Aids.
Ook in Nederland stijgt het aantal seropositieven. Het stijgt gelukkig wel minder hard dan men eerst had verwacht. Waarschijnlijk zijn er tussen de 8.000 en 15.000 mensen die met Hiv zijn geïnfecteerd. Dit aantal is een schatting, omdat er geen registraties zijn van Hiv-infecties in Nederland.
In Nederland zijn er tot nu toe meer dan 5.000 mensen waarbij de diagnose Aids is gesteld. En er zijn nu meer dan 3.500 mensen overleden aan Aids.

In Nederland en in de meeste gebieden wordt het Aids-virus vooral verspreid door heteroseksuele contacten. De tweede oorzaak van Aids is het gebruiken van dezelfde naalden bij druggebruik.
Door controle op bloeddonoren en bloedproducten komt het in West-Europa bijna nooit meer voor dat het Hiv wordt overgedragen door bloedtransfusies met besmet bloed. In bijvoorbeeld ontwikkelingslanden wordt het virus wel zo overgedragen, omdat ze te weinig geld hebben om al het bloed te controleren.
In ontwikkelingslanden hebben ze ook geen geld voor voorlichting, medische zorg en medicijnen, waardoor de Aids-epidemie een ramp is. Zo kunnen mensen overdracht niet voorkomen en mensen met Hiv kunnen niet behandeld worden.

In Noord-Amerika en West-Europa hebben ze wel geld daarvoor, maar het leidt alleen maar tot gevolg dat het aantal mensen dat overlijd aan Aids daalde, maar er komen wel steeds weer nieuwe infecties bij.

Kinderen met Aids

Aids bij kinderen wordt ook wel paids genoemd. Dat komt van ‘pediatric’ en Aids.
Kinderen kunnen op verschillende manieren besmet raken met Hiv:

- Door seksueel contact door bijvoorbeeld incest.
- Door een bloedtransfusie met besmet bloed. (Dat komt in West-Europa niet meer voor)
- Door borstvoeding als de moeder seropositief is. Die kans is vooral groot via de melk die vlak na de geboorte wordt gemaakt, deze melk bevat namelijk veel Hiv. Ook is er een grotere kans op een infectie als de moeder binnen de drie maanden na de geboorte is geïnfecteerd.
- Tijdens de zwangerschap of de bevalling als de moeder seropositief is.

De kans dat een kind via de moeder tijdens de zwangerschap of de bevalling besmet raakt, wordt nu tussen de 15 en 30% geschat. Als de moeder zelf al een verlaagde weerstand heeft of wanneer er tekenen zijn dat Hiv zich actief vermenigvuldigt is de kans op een infectie groter. Wel zijn er aanwijzingen dat een bepaald soort keizersnede minder kans op infectie geeft.

Ieder kind van een seropositieve moeder heeft antistoffen tegen Hiv in zijn bloed. De Hiv-test is dus altijd positief. De antistoffen kunnen door het kind zelf gemaakt worden (als het kind seropositief is), maar ze kunnen ook van de moeder (via de moederkoek) zijn gekomen.

Het kan 10 tot 18 maanden duren voordat de antistoffen van de moeder zijn verdwenen. Als het kind na 18 maanden nog steeds antistoffen tegen HIV in het bloed heeft is het zeker dat het kind seropositief is.
Tegenwoordig zijn er betere testen beschikbaar dan in het verleden. Met deze testen kan men binnen 3 tot 6 maanden na de geboorte zien of het kind wel of niet besmet is. Hierdoor wordt de periode van onzekerheid korter en kan men eerder met de therapie beginnen.

De verzorging van een kind met Hiv of Aids is moeilijk en erg zwaar. Er zijn wel vaak veel hulpverleners bij de zorg betrokken. De hulpverlener moet het liefst een arts zijn, een (wijk)verpleegkundige of iemand van het maatschappelijk werk, omdat ze bekend zijn met gezondheidszorg. Kinderen kunnen natuurlijk ook met een buddy praten.
Als een kind in het gezin Aids heeft, zijn de mensen vaak bang dat ze besmet worden, maar dat is helemaal nergens voor nodig. Wel moeten ze zorgen dat ze niet met het bloed van de Aids-patiënt in aanmerking komen.
Het is voor het kind met Aids of Hiv en de gezinsleden vaak erg moeilijk, omdat veel mensen zich van hen afzonderen. Aids wordt namelijk meestal in verband gebracht met seksualiteit of druggebruik. Het gezin sluit zichzelf vaak buiten, omdat ze niet willen dat de mensen weten dat er een kind met Hiv of Aids in het gezin is. De gezinsleden hebben dan vaak een schuldgevoel, omdat ze het niet hebben verteld aan de mensen om hen heen en ze krijgen daardoor het gevoel dat ze er alleen voor staan.

Hulp voor mensen met Aids

Het Aids-fonds
De activiteiten van het Aids-fonds zijn gericht op: ‘Werken aan een toekomst zonder Aids.’
Het Aids-fonds geeft voorlichting over Aids, maar ze geven ook financiële bijdragen aan mensen met Aids of Hiv, je kan bijvoorbeeld een bijdrage krijgen voor:
- Huishoudelijke apparatuur nodig hebt, bijvoorbeeld een magnetron om je eten in op te warmen, als je meerdere kleine maaltijden per dag moet hebben.
- De kosten van een dieet of voor ongeregistreerde medicijnen.

- Als het nodig is om te verhuizen naar een ander huis door lichamelijke problemen.
- Aansluitkosten voor bijvoorbeeld een telefoon als je bereikbaar moet zijn.
- Nieuwe kleren bij extreem gewichtsverlies.

Maar niet iedereen krijgt zomaar een bijdrage. Je wordt daarvoor eerst beoordeeld. Dat wordt gedaan door de Commissie Individuele Hulpverlening. De leden van deze commissie zijn allemaal bekend met de problemen van Hiv en Aids en zij beslissen of je wel of niet een bijdrage krijgt. Bij die beslissing wegen je persoonlijke omstandigheden zwaar en er wordt ook gekeken of je echt in financiële problemen zit. Zo’n beoordeling neemt meestal zo’n vier weken in beslag en je krijgt de uitslag dan te horen. Als je afgewezen bent kan je schriftelijk bezwaar in dienen bij het Bestuur van de Stichting Aids-fonds. Als je verzoek dan wordt afgewezen, dan blijft het afgewezen.

Op deze manier probeert het Aids-fonds de kwaliteit van het leven van Hiv en Aids-patiënten te verbeteren. Hiervoor is natuurlijk geld nodig.
Dat geld komt van donateurs van het Aids-fonds, maar ook van bijdragen van het ministerie van VWS. Je kunt het Aids-fonds dus helpen door donateur of vrijwilliger te worden en geld te storten op giro 8957.
Het rode lintje is het internationale symbool voor solidariteit met mensen
met Hiv of Aids. Het betekent dus dat je meeleeft met de mensen die Aids
of Hiv hebben. De ‘Red-Ribbon’-pin kan je bestellen bij het Aids-fonds en je
steunt het Aids-fonds er ook mee.

Het Aids-fonds geeft ook voorlichting. Ze hebben een eigen internetsite www.aidsfonds.nl
Daarop staat veel informatie over bijvoorbeeld hoe je Hiv kunt oplopen, aantallen van seropositieven enzovoort.
Het Aids-fonds geeft ook folders. Er zijn folders over Hiv en Aids in het algemeen, maar ook folders over de Hiv-test en veilig vrijen.
Ook is er de Aids-Infolijn. De Aids-Infolijn is een landelijk hulp- en informatie telefoon voor iedereen met vragen over Hiv, Aids en soa. Het nummer is 0800-0222220 en het is gratis. Iedereen kan er dus naar toe bellen. Je kunt ook anoniem bellen en er kunnen ook folders worden besteld.

Ook zijn er infolijnen waar via een bandje informatie over Aids wordt gegeven in het Turks, Marokkaans of in het Chinees.
Twee keer per jaar wordt er op grote schaal aandacht aan Aids besteed:
- Op Aids Memorial Day
- Wereld Aids Dag

Aids Memorial Day is altijd op de laatste zaterdag van mei. Op die dag worden er wereldwijd mensen die aan Aids zijn gestorven herdacht

Wereld Aids Dag is op 1 december. Op deze dag wordt in de hele wereld aandacht besteed aan Aids en de bestrijding ervan.
Het thema wordt uitgekozen door de Aids-afdeling van de Verenigde Naties (UNAIDS).
In Nederland wordt rond 1 december reclame gemaakt door het Aids-fonds om voorlichting te geven en ook om nieuwe donateurs te krijgen.

De Hiv Vereniging Nederland

De Hiv Vereniging Nederland is een belangenorganisatie voor mensen met Hiv of Aids en betrokkenen. De Hiv Vereniging houdt zich vooral bezig met informatieverstrekking, onderling contact en ondersteuning van mensen met Hiv of Aids.

De Hiv Vereniging Nederland heeft ook een telefonische hulplijn. Het is een telefoonlijn speciaal voor mensen met Hiv of Aids. Zij kunnen belle voor een vertrouwelijk gesprek met een man of vrouw die seropositief is. Dit kan heel fijn zijn voor degene die belt, maar ook voor de ander. Zo kunnen ze allebei bijvoorbeeld ervaringen uitwisselen en ze kunnen elkaar ook goed begrijpen, omdat ze vaak dezelfde problemen hebben. Ze kunnen elkaar ook vertellen waar ze bang voor zijn en de ander kan degene dan misschien wel helpen.
GGD’en en andere gezondheidsinstellingen

Bij GGD’en en andere gezondheidsinstellingen kunnen ze je informatie geven over Aids en Hiv.
Je kunt er over Aids en allerlei dingen die daar bij horen folders krijgen.

Als je Aids of Hiv hebt kan je daar ook heen gaan voor bijvoorbeeld een advies of je wel zwanger moet worden als je seropositief bent. Ze kunnen je daar dan de voordelen en nadelen vertellen van zo’n zwangerschap.
Ook kan je daar naar vertrouwenspersonen gaan om over je ziekte te praten.

REACTIES

I.

I.

tanx ik heb er goeie informatie uit kunnen halen en ik gaaf je een 9!! goed werkstuk trouwens... maja koesies ilse

21 jaar geleden

P.

P.

Bedankt gast!

20 jaar geleden

B.

B.

tanks je heb goed infoermaite ik geef yu ein große tree,7

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.