Polen

Landschappen Polen vormt een overgangsgebied tussen de Noordduitse en Russische laagvlakten en is een overwegend vlak land; slechts 3% ervan bereikt een hoogte van meer dan 500m. Toch is het landschap allesbehalveeentonig: het poolse grondgebied telt ongeveer 9300 meren en bestaat voor ruim een kwart uit bossen. Klimaat Het klimaat staat afwisselend onder invloed van Atlantische, oceanische en Aziatische, continentale luchtmassa’s. De Atlantische invloed neemt naar het oosten toe af; dientegevolgen valt er in het westen meer neerslag dan in het oosten. De neerslag bedraagt meer dan 800 mm per jaar. In de zomer stijgt de temperatuur tot boven 15 graden Celsius. In de winter daalt de temperatuur ver onder de 0 graden Celsius. De laagste temperatuur werd in de middelgebergte gemeten dit was –42 graden celsius. Bevolkingsgroepen Bijna een derde van de Poolse bevolking was voor de Tweede wereldoorlog samengesteld uit niet-Polen. Deze miderheid bestond uit Joden, Duitsers, Witrussen en Oekrainers. Er waren ongeveer drie miljoen Joden; ze vormden de belangrijkste minderheidsgroep. De meesten van hen zijn echter in de Tweede Wereldoorlog omgekomen. In 1945 kreeg Polen nieuwe landsgrenzen in het westen en oosten. Dat had tot gevolg dat ongeveer 1, 5 miljoen Polen uit de gebieden van de Sovjet-Unie naar het westen trokken en veel Witrussen, Oekrainers en Litouwers in tegengestelde richtingen verhuisden. Het percentage niet-polen is door het het tragische lot van de joden tijdens de oorlog en door de massale verhuizing erna drastische gedaald. Vroeger bleken regionale verschillen vaak uit klederdrachten.Sinds die verschillen door de ontwikkeling van de economie en de Media vrijwel geheel zijn opgeheven, zijn folkloristische kleren alleen nog op feesten en andere speciale gelegenheden te bewonderen.