Japan

INLEIDING Dit verslag hebben we gemaakt voor het vak Aardrijkskunde, het hoort bij hoofdstuk twee de wereld in delen. Japan hoort bij het cultuurgebied Oost- Azië. Wij hebben voor Japan gekozen omdat we een keuze hadden tussen de landen buiten de westerse wereld. Het was voor ons een lastige keuze omdat geen van allen ons echt aansprak. Roland pakte zijn discman uit zijn tas en daar stond een zilvergekleurde naam op, namelijk van sony. Vandaar dat we op het idee kwamen om ons verslag over Japan te schrijven. FYSISCHE KENMERKEN

KLIMAAT Japan ligt in een maritiem gebied, dus alle weersinvloeden worden gematigd: het warme landschap dat opgewarmd is door de zon, wordt weer afgekoeld door de koele zeewind. Het klimaat in Japan wordt vooral beïnvloedt door de moessoncirculatie van Oost-Azië. De meeste neerslag valt uit de zomermoesson, behalve op het eiland Honshu. Daar valt de meeste regen in de winter. De gemiddelde temperatuur in Japan hangt samen met de geografische breedteligging. Die is in Januari gemiddeld: 0°celciusen in Juli: 24°

LANDSCHAP Japan bestaat uit vier grote, en vele kleine eilanden. Deze eilanden liggen als een eilandboog om de grote oceaan. De eilanden zin bergachtig, deze bergen reiken meestal niet boven de tweeduizend meter. Enkelen zoals het Hidagebergte liggen hoger (3000 meter). In Japan komen ook veel vulkanen voor, meer dan 240. Van die 240 vulkanen zijn er 37 werkzaam. Daarbij komen er ook veel aard- en zeebevingen voor, de zeebevingen zorgen voor geweldige vloedgolven, deze worden ook wel tsoenami genoemd. Jaarlijks komen er gemiddeld ongeveer duizend aardschokken voor, en één keer in de vijf jaar komt er een zware aardbeving voor. Je begrijpt natuurlijk dat aardbevingen ongelofelijk veel schade aanrichten. Mensen moeten dan samen weer de stad stukje voor stukje weer gaan opbouwen, en de mensen in de gebieden waar er gevaar voor aardbevingen bestaat moeten maar hopen dat een aardbeving niet hun stad treft. Onlangs was prins Willem-Alexander nog voor een bezoek in Japan, daar sprak, hij zijn lof uit over een stad die in korte tijd weer opgebouwd was. Japan heeft door de vele bergen weinig laagvlaktes. Japan herbergt ook maar enkele rivieren en die stromen vrijwel allemaal op de laagvlaktes. Deze rivieren zijn meestal woest en kort, de rivierbedding ligt veelal boven het landoppervlak en wordt door natuurlijke en kunstmatige dijken in bedwang gehouden. De rivieren zijn in Japan erg belangrijk voor irrigatie en opwekking van elektriciteit.

DE ECONOMISCHE GESCHIEDENIS Sinds de tweede Wereldoorlog is de economie in Japan sterk gegroeid. Wat er in die tijd gebeurde, is te vergelijken met de industriële revolutie in het begin van de twintigste eeuw in West-Europa en Amerika. Het gebeurde in drie fasen: 1 Heropbouw en ontwikkeling van de grondstoffenindustrie( dat duurde tot ong. 1960 ) 2 Uitbouw van de consumptiegoederenindustrie( dat duurde tot ong. 1965 ) 3 Enorme groei van verwerkende industrie die gepaard gaat met hoge exportoverschotten(vanaf 1965 ) De aanleiding daarvan is o.a.: de maatregelen van de Amerikaanse bezettingsmacht: de Amerikanen voerden een landbouw hervorming door, en splitste grote concerns op in kleinere, zelfstandige ondernemingen. Ook voerden ze een modern vakbondensysteem in. Persoonlijke spaarrentes werden zeer hoog. Het opleidingsniveau werd ook verhoogd. Import van techniek was goedkoop. Ontwikkeling van de eigen techniek ook. En tot slot nauwe samenwerking tussen de regering en de economie. 90% van de bevolking had koelkast, TV en een wasmachine als symbool voor de nieuwe welvaart. De jaren ’70 en ’80 waren een bloeitijd voor Japan. Iedereen had baad bij de snelle ontwikkelingen van de industrie en de export. De levensstandaard werd met de dag verbeterd. Ook konden nu in het buitenland grote investeringen worden gedaan. Over de gehele wereld werden fabrieken en filialen van grote bedrijven geopend. De Japanse munteenheid de Yen begon ten opzichte van de Amerikaanse Dollar in waarde te stijgen. Nu konden de Japanners steeds meer producten, grond en bedrijven in het buitenland kopen. Aan het einde van de jaren ’80 werden 1/3 van alle auto`s en 2/3 van alle computerchips en andere elektronische goederen in Japan gemaakt. Ook kwamen meer dan de helft van alle robots(onderdelen) en machinale gereedschappen uit Japan. De economie bleef maar groeien en het werd voor de mensen beter en beter. Men dacht dat deze geweldige economische groei nooit zou ophouden. Dat kon natuurlijk niet. Dat moest natuurlijk een keer fout gaan. Toen keizer Hirohito in 1989 stierf, en zijn zoon Akihito hem opvolgde, begonnen de problemen in Japan. De fenomenale groei begon snel af te nemen en als er niks gedaan zou worden zou Japan al snel terugzakken naar de oude situatie. Steeds meer bedrijven kwamen in de problemen. Hetgeen dat moest gebeuren gebeurde: de liberale partij, die al een eeuwigheid de leiding had in Japan, werd naar huis gestuurd en vervangen door een hervormende partij. Er werd een welvarende toekomst beloofd, maar de bevolking zou er toch wel wat voor moetendoen. Een net zo goede economie als voorheen werd beloofd maar het volk zou daarvoor heel erg hard moeten werken. En dat gebeurde. Japan zou er weer bovenop komen.

Samenleving Japan was vroeger ten opzichte van de westerse wereld een arm land, maar langzamerhand werkte Japan zich omhoog door een economisch wonder. Dit kwam mede door het aftreden van minister-president Kishi in 1960. De nieuwe president heette Hayato Ikeda. Deze kondigde het nationale inkomen verdubbelings peil af in 1960. Hij beloofde, als de mensen hard zouden werken, het nationale inkomen binnen tien jaar verdubbeld zou zijn. Dit was een groot succes want binnen vier jaar werd dit al mogelijk gemaakt. Japan maakte daardoor een sterke groei door. Mede door de grote bedrijven Nissan, Sony en Honda heeft Japan tegenwoordig een belangrijke plaats in de wereldindustrie. Het ministerie dat verantwoordelijk was voor deze positieve ontwikkeling van o.a. deze bedrijven, was het ministerie van Internationale Handel en Industrie (MIHI). Dit ministerie besloot welken industrieën er ondersteund zouden worden en gaf deze vervolgens financiële en technologische steun. Dat Japan niet bij de westerse wereld hoort komt door de geschiedenis, maar als je in de steden van Japan komt zie je wolkenkrabbers, dure auto’s, mensen met dure kleding en je vindt er veel staal en glas. Japanners zijn in hun leefstijl ook veranderd, vroeger leefde Japanners in één grote familie, en betekenden de vrouwen niets. Tegenwoordig verhuizen veel Japanners naar de stad om van het familiesysteem af te komen, en om werk te zoeken. De grond in de Japanse steden is helaas zo duur, dat veel Japanners opgepropt in appartementen gaan wonen. De rol van de Japanse vrouw is ook veranderd, zij bepalen nu zelf of ze gaan trouwen en of ze kinderen willen, ook komen er steeds meer echtscheidingen voor. De levensverwachting wordt ook langer voor Japanners, ze hebben zelfs de hoogste van de wereld. Dit kan op de lange termijn een probleem worden omdat het gemiddelde gezin in Japan tussen de één of twee kinderen heeft. De mensen die een beroep uitoefenen daalt, en de mensen welken verzorgd moeten worden stijgt. Als je dan ook nog een gegeven hebt dat het gemiddeld aantal kinderen per gezin op 4,7 lag, is dit een zorgelijk probleem.