Deelvraag 1: Wat is de topografie en het klimaat van het onderzoeksgebied?
India ligt in het zuiden van Azië. Het is ongeveer 3x zo klein als Europa. In het noorden grenst India aan Nepal en in het noordoosten aan Bangladesh. Bangladesh ligt eigenlijk midden in het noordoosten van India. Iets ten noorden van Bangladesh grenst India ook nog aan het bergstaatje Bhutan. Geheel in het noordoosten van India grenst het ook nog een klein stukje aan China en Birma. En tenslotte grenst India in het noordwesten aan Pakistan en ten zuiden van India ligt het eiland Sri Lanka. Ook is India scherp begrensd. In het noorden vind je de Himalaya en in het zuiden de Indische oceaan. Van het noordelijkste tot het zuidelijkste punt van India is ongeveer 3500 kilometer. De hoofdstad is Delhi. Zij heeft 7 miljoen inwoners. Enkele andere grote steden zijn Calcutta (10,5 miljoen inwoners), Bombay (10 miljoen). De oppervlakte van India is 3.287.782 vierkante kilometer, ongeveer 95x de oppervlakte van Nederland. Van die oppervlakte is 55% in gebruik voor landbouw. Het tijdsverschil met Nederland is 4.5 uur, dus als het in Amsterdam 12.00 uur is, dan is het in Delhi 16.30 uur.
Het klimaat
Heeft het weer ook invloed op de onderontwikkeling? Veel onderontwikkelde landen zijn er in de tropen. Kenmerken van de tropen zijn de hoge temperatuur en de grote luchtvochtigheid. Het eten blijft in de warmte niet lang houdbaar en dan bederft het. Als je arm bent maakt het je waarschijnlijk niet zoveel uit of het bedorven is of niet, als je maar kunt eten. De bodem is ook afhankelijk van het klimaat. Als er veel regen is dan spoelt het grootste deel van de vruchtbare grond er af zodat er dus nog maar weinig overblijft voor de gewassen enz. Is het te warm dan verbranden de voedingsstoffen. Het maakt akkerbouw onmogelijk (droogte). Irrigatie is hier een uitkomst maar dat is vaak te duur. In India zijn beide gevallen en heeft daarnaast ook nog te kampen met de moesson een hele grote en lange regenbui waarna het de rest van het jaar bijna helemaal droog is. Een mogelijkheid is om het water op te vangen en te verdelen over het hele jaar. Ook zijn er in India geen koeien voor de slacht. Koeien zijn er namelijk heilig. Buiten dat heilig zijn is er nog iets koeien houden is duur een koe moet namelijk ook eten en dan kost het dus bijna 2 keer zoveel geld. Zonde van het geld dus.
Deelvraag 2: Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?
De kenmerken van onderontwikkeling zijn de volgende: Armoede. Honger. Ziekte. Snelle bevolkingsgroei. Hoog % werkers in landbouw. Laag % werkers in de industrie. Dienstensector als vluchtsector. Laag energiegebruik. Laag % stedelingen. Slechte infrastructuur. Laag ontwikkelingspeil.
In onder ontwikkelde landen is het ontwikkelingspeil dus lager dan in ontwikkelde landen maar hoe komt dit nu? Komt dit door 1 probleem? Nee, was het maar zo dan was de armoede snel de wereld uit. Het probleem bestaat dus uit meerdere problemen die door de mensen zelf komen en die er veel langer zijn.
Je ziet dus dat armoede niet in 1 keer is op te lossen! In India is het precies hetzelfde. Wil je de armoede toch uitroeien moet je alles in 1 keer doen. En dat kost ontzettend veel geld en inspanning van iedereen. Bijvoorbeeld: wil je een goede riolering hebben dan moet je een weg hebben waar de vrachtwagens overheen kunnen om de riolering te brengen. Een zuiveringsinstallatie enz. Nog een leuk voorbeeldje is dat mensen een eigen dam maken met professionele organisaties en daarvoor geld verdienen om eten te kopen.
Deelvraag 3: Wat is per kenmerk het verschil van India en Nederland?
Kenmerk India Nederland
BNP per hoofd (Armoede) 2108 29 478
Werkers in landbouw 62 % 5 %
Werkers in industrie 11 % 25 %
Analfabeten 50 % 1 %
Stedelijke bevolking 26 % 89 %
Levensverwachting (ontwikkeling) 61 jaar 78 jaar
Levensomstandigheden (ontwikkeling) 43,6 % 93,8 %
Artsendichtheid (ontwikkeling) 2439 mensen per arts 398 mensen per arts
Uit alle uitslagen hierboven en hieronder blijkt dus dat India een echt Ontwikkelingsland is.
Honger:
Het klimaat is slecht en er is niet genoeg geld om eten te importeren.
Ziekte:
De mensen wonen vooral langs de rivieren die door het land lopen.
De Indus en de Ganges.
Je hebt hier dus weer dat het afvalwater van de vorige steden het drink- en waswater van de volgende stad wordt.
Een uitstekende situatie voor ziektes als cholera enz.
Ook de slechte en eentonige voeding is al snel een probleem bij de kinderen maar ook soms de volwassenen.
Deelvraag 4: Welke rol speelt het geloof in het dagelijkse leven. En het kastensysteem wat is dat?
Het kastensysteem is een regeringssysteem, waarbij sommige mensen tot een hogere groep (kaste) behoren dan andere. Per dorp zijn er zo ongeveer 25 kasten. Een kaste is een gesloten sociale groep, wat in India een jati genoemd wordt. Jati betekend letterlijk geboortegroep. Je komt dan ook vanaf je geboorte in een bepaalde groep, dezelfde groep als die van je ouders. Je moet een beroep kiezen uit jouw kaste en bijv. ook met iemand van jouw kaste trouwen. In kasten zijn voorschriften waar je je aan moet houden. Er staat bijv. in die voorschriften dat er onreine mensen zijn. Als iemand van een hogere kaste zo’n onrein persoon aanraakt moet hij zich meteen gaan wassen, omdat hij anders ook onrein wordt. De kasten zijn dus in rangorde, waarbij de laagste kaste ( de onaanraakbare) de Hirijans worden genoemd, wat kinderen van god betekend. Bij kinderen zijn de kasten minder belangrijk. De democratisch gekozen regering heeft het kastensysteem afgeschaft maar het leeft in de dorpen toch nog voort. Deels door het kastensysteem leeft de onderontwikkeling van India verder, we zullen dit proberen uit te leggen aan de hand van een voorbeeld: Stel dat iemand uit een lage kaste heel slim is, we noemen hem even voor de duidelijkheid Japie. Japie behoort tot een lage kaste, waardoor hij geen beroep kan kiezen waar zijn intelligentie tot recht komt. Stel dat het kastensysteem niet had bestaan, dan had Japie met zijn intelligentie bijv. een hele goede leraar geworden en had hij de volgende generaties dus iets van zijn intelligentie meegegeven. Waardoor die volgende generatie weer verder zou kunnen ontwikkelen. Maar omdat Japie toevallig ouders uit een lage kaste heeft kan dit allemaal niet en wordt hij schoenpoetser. Iets waar de volgende generatie niets aan heeft. Dan heb je een tweede jongen Jantje. Jantje komt uit een hoge kaste, hij is eigenlijk heel dom, maar dat ziet niemand omdat hij uit een hoge kaste komt. Hij mag zo de kinderen les gaan geven, zonder opleiding of iets. De kinderen van de volgende generatie kunnen weinig van hem leren, omdat Jantje gewoon dom is en weinig weet wat hij de kinderen kan leren. Zo blijft de volgende generatie dom en krijgt de generatie er na weer een domme leraar, omdat diegene niets heeft geleerd van Jantje en dus zijn kinderen ook niets kan leren. Zo blijft India geen verder ontwikkelde kinderen krijgen en kan de onderontwikkeling dus ook niet worden stop gezet. Het hoeft natuurlijk niet altijd zo te gaan, maar het zou wel kunnen en dat is dan wel zonde.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
ik heb er veel info uit gehaald
12 jaar geleden
Antwoorden