De ruimte

Hoofdstuk 1: De negen planeten. Het dichtst bij de zon ontstonden de planeten die voornamelijk uit steen bestaat, zoals Mercurius, Venus de Aarde en Mars. De planeten die daarna komen, Jupiter, Uranus, en Neptunus bestaat uit gas. Het zijn grote gasbollen. De buitenste planeet heet pluto (is geen planeet meer) en die bestaat uit een mengsel van steen en ijs. Die planeet is waarschijnlijk niet ontstaan in de buurt van ons zonnestelsel. De grootte van de planeten: Mercurius steenachtig grootte: 4878 Km. Venus steenachtig grootte: 12.104 Km. Aarde steenachtig grootte: 12.756 Km. Mars steenachtig grootte: 6788 Km. Jupiter gas grootte: 142.893 Km. Saurus gas grootte: 120.000 Km. Uranus gas grootte: 503800. Neptunus gas grootte: 48.600Km. Pluto steen/ijs grootte:2280Km. (bestaat niet meer) Hoofdstuk 2: Weetjes over het ruimteschip: De space shuttle is ontwikkeld door de National Aeronautics and space Administration (NASA) en bestaat uit: Een orbiter (met een lengte van 37,2 m en een spanwijdte van 28,8m) Een externe brandstoftank ( met een lengte van 4,2 M en een diameter van 8,4) en een inhoud van 2 057 000 liter en drie hoofdmotoren (elk met een lengte van 4,2 m en een diameter van 2,4). Een complete space shuttle kost ongeveer 1,9 miljard euro en weegt inclusief brandstof en lading ruim 2 miljoen kg. Moeilijke woorden

Diameter: een doorsnee van een circel externe: buiten. Zwaartekracht. Zwaarte kracht geeft ons gewicht. Het maakt dat we ons zwaar voelen. Je gewicht hangt niet alleen af van je eigen massa, maar ook van de massa van de planeet waar je bent. Hoe sterker we worden aangetrokken, hoe zwaarder we wegen. Kleinere planeten hebben een kleinere zwaartekracht. We zouden daar minder daar minder wegen. Je kunt het vergelijken met in het lopen van een zwembad. In het water ben je lichter dan uit het zwembad. Dat komt doordat het water een deel van je gewicht draagt. Zo kan het ook op andere planeten voelen. Dus afhankelijk van de zwaartekracht van de planeet kun je sommige planeten minder of meer bewegen. Op jupiter zou je bijvoorbeeld drie keer zoveel kunnen wegen. Jupiter heeft een grotere zwaartekracht dan de aarde. Hoe verder je van de aarde bent of van andere planeten, hoe minder je wordt aangetrokken. Midden in het heelal zou je daardoor gaan zweven. Hieronder zie je 2 mannen die 600 m hoog zitten in een televisietoren
Met een speciaal apparaat (een gravimeter) proberen ze de zwaartekracht op te meten. Hoofdstuk 3 De astronaut In de ruimte voeren de astronauten verschillende opdrachten uit, zoals het lanceren en repareren van satellieten. Satellieten zijn kleine onbemande ruimtevaarttuigen die rond de aarde draaien. Ze hebben verschillende taken. Sommigen dienen voor het doorgeven van telefoongesprekken of tv programma’s over grote afstanden. Andere maken foto’s van de aarde, de planeten en de sterren. De meesten satellieten worden met onbemande raketten in de ruimte gebracht. Sommige worden meegenomen door een ruimteveer en dan buiten boord bezet. Voor het repareren van zulke satellieten ruimte vaartuigen maken astronauten vaak een ruimtewandeling. Ze zweven dan los in de ruimte. Natuurlijk moeten ze wel met een kabel vast, anders zouden ze kunnen wel vliegen. Maar tegenwoordig zijn er ook bestuurbare ruimtepakken. Astronauten die in een ruimtestation zitten vast, zoals het internationaal ruimtestation ISS, helpen vaak om experimenten uit te voeren. Sommige proeven moeten zonder zwaartekracht gebeuren. Dat kan alleen in de ruimte. Astronauten blijven vaak maandenlang in zo’n ruimtestation. Het record staat op naam van de Russische astronaut Poljakov, doe in 1994/1995 14,5 maanden in het ruimtestation Mir woonde. Hoofdstuk 4 Zonsverduistering/maansverduistering Er is gemiddeld wel enkele keren per jaar ergens op aarde een gedeeltelijke zonsverduistering is gemiddeld een keer per jaar te zien. Maar de kans dat uit een bepaald land een zonsverduistering is. Voor het laatst in Nederland was in 1715. De volgende zonsverduistering komt in 2135. (maansverduistering) Maansverduistering is heel anders. De maan ligt in de schaduw van de aarde. Tijdens een verduistering ziet de maan er veel donkerder uit, maar ze verdwijnt niet helemaal. Je kunt het zien door overal waar de maan is gemakkelijker te zien. Je kunt het overal zien waar de maan is opgekomen. Een maansverduistering kan ook meerdere uren duren, terwijl de maan door de schaduw van de aarde beweegt.