Caesar, De Bello Gallico VI, 16
Heel het Gallische volk is zeer gehecht aan de religie en omwille van deze reden offeren zij die getroffen zijn door nogal ernstige ziekten en zij die zich begeven in veldslagen en gevaren, mensen in plaats van offerdieren, of beloven ze dat ze zullen offeren, en bij deze offers gebruikt men druïden als priesters, omdat ze menen dat, als een mensenleven niet voor een (ander) mensenleven teruggegeven wordt, de macht van de onsterfelijke goden niet behaagd wordt. Ze hebben publiek ingestelde offers van dezelfde aard. Sommigen hebben enorm grote poppen, waarvan ze de met wilgentwijgen gevlochten ledematen vullen met levende mensen. Nadat ze die in brand gestoken hebben, worden de mensen van het leven beroofd, omringd door vuur. Ze menen dat de doodstraf van zij die gearresteerd zijn in een diefstal of overval of één of ander misdrijf, aangenamer is voor de onsterfelijke goden. Maar wanneer de voorraad van deze soort (van mensen) opraakt, verlagen ze zich zelfs tot de doodstraf van onschuldigen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden