3.10 Over de moord gepleegd in de herberg

3.10 Over de moord gepleegd in de herberg

Een toevallige ontmoeting

Onderweg haalde een boer, die naar de markt ging, een rijke handelaar in, die veel geldstukken bij zich droeg. Zoals meestal gebeurt, voerde hij met hem onderweg een gesprek. Daardoor gebeurde het dat ze die tocht samen wilden maken. En zo namen ze hun intrek in dezelfde herberg, en terwijl de herbergier toekeek, dineerden ze samen. Na het avondmaal gingen ze op dezelfde plaats slapen. Maar één man rustte niet.

Een laffe misdaad

Want de herbergier had de geldtas van de handelaar vol geldstukken bemerkt en ’s nachts, terwijl zij zeer diep sliepen, kwam hij dichterbij, trok het zwaard van de ene man uit de schede, doodde de andere, nam zijn geldstukken weg, stopte het bebloede zwaard terug in de schede en trok zichzelf terug naar zijn bed.

Een duivels plan bijna gelukt

Hij echter, met wiens zwaard de misdaad begaan was, stond voor dag en dauw op en riep herhaaldelijk zijn kameraad. Hij dacht bij zichzelf: ‘Hij antwoordt zeker niet omdat hij nog slaapt.’ Zelf nam hij zijn zwaard en de overige dingen, die hij bij zich had gedragen, en vertrok alleen. Niet veel later riep de herbergier: ‘In mijn herberg is een man vermoord!’ en met enkele gasten haalde hij de man, die tevoren was vertrokken, op zijn tocht in. Hij greep de man vast en eiste: ‘Haal je zwaard uit de schede!’ Voor de ogen van allen werd het bebloede zwaard teruggevonden. De onbetrouwbare herbergier hield niet op te roepen: ‘Breng de man naar de stad: daar zal hij aangeklaagd worden!’

(naar Cicero, De inventione)