Vlotte vertaling
Geen kerel kon Pyramus in schoonheid evenaren en geen enkel meisje uit het Oosten kon met Thisbe concurreren. Ze woonden in aanpalende huizen in de stad die Semiramis volgens de legende met hoge muren van baksteen had omringd. Ze waren buren, leerden elkaar kennen en beminnen. Met de tijd groeide hun liefde. Ze zouden ook getrouwd zijn, maar hun vaders stelden hun veto. Allebei, van binnen betoverd, stonden evenzeer in vuur en vlam en dat konden hun vaders niet verbieden.
Niemand was op de hoogte van hun geheim: ze communiceerden met tekens en gebaren en hoe meer het liefdesvuur werd verstopt, hoe meer het in het geheim oplaaide. Nu zat er in de gemeenschappelijke muur van hun huize een dunne spleet, die daar ooit bij de bouw was gekomen. Die constructiefout had niemand in lange eeuwen opgemerkt .Jullie, geliefden, jullie zagen die wel. (Wat merkt de liefde niet?) Jullie maakten er een spreekbuis van. Door die spleet gingen de liefkozingen regelmatig heen en weer, veilig en gedempt. En dikwijls, toen ze daar stonden, hier Pyramus en daar zijn Thisbe, hielden ze beurtelings hun adem op. Meermaals kwam het over hun lippen: “Jij, jaloerse muur! Waarom geliefden de weg versperren? Wat zou het kosten om met ons hele lichaam samen te zijn! Of, als dat teveel gevraagd is, geef ons tenminste de ruimte om te kussen! Toch zijn we niet ondankbaar, we bekennen dat dankzij jou onze woorden de wegvinden naar verliefde oren.” Na dat soort woorden – tevergeefs – wensten zij mekaar van beide kanten ’s avonds ‘tot morgen!. Ze zoenden ieder hun kant van de muur zonder de overzijde te beroeren.
De volgende morgen had de dageraad de sterren verdreven en de zon had met haar stralen het berijpte gras gedroogd. Ze ontmoetten elkaar op de gewone plaats. Eerst brachten ze onder zacht gefluister een reeks klachten tot uiting, maar dan namen ze een besluit. In de stilte van de nacht zouden ze proberen hun bewakers te verschalken en buiten te geraken. Eenmaal buiten zouden ze ook de huizen van de stad verlaten. En, om niet te verdwalen tijdens hun tocht op de uitgestrekte akkers, zouden ze elkaar ontmoeten bij het mausoleum van Ninus; ze zouden zich schuilhouden in de schaduw van een boom. In de buurt van een koele bron stond er een hoge moerbeiboom die sneeuwwitte vruchten in overvloed droeg. Zo spraken ze af en het daglicht, dat naar hun aanvoelen maar traag verdween, stortte zich in het water en uit hetzelfde water verrees de nacht. Thisbe draaide de deur open, glipte sluw in het duister naar buiten en verschalkte haar huisgenoten. Met gesluierd gezicht kwam ze bij de grafheuvel en ging zitten onder de genoemde boom. De liefde maakte haar stoutmoedig. Maar kijk, een leeuwin verscheen met schuimende en besmeurde muil: ze had pas runderen doodgebeten. Ze kwam haar dorst lessen in het water van een bron in de buurt. In het maanlicht zag Thisbe uit Babylon het beest van op een afstand. Behoedzaam sloop ze een duistere grot binnen. Tijdens haar vlucht gleed haar sluier van haar rug en bleef achter. Met veel water leste de woeste leeuwin haar dorst. Op haar terugweg naar het bos stootte ze toevallig op de sluier die het meisje achtergelaten had en met haar bebloede muil verscheurde ze het lichte kledingstuk.
Pyramus, die vrij laat vertrokken was, bemerkte in de dikke laag stof duidelijk de sporen van een wild dier en hij werd bleek over zijn hele gezicht. Hij zag ook het kledingstuk, dat met bloed was besmeurd. Hij zei “ Eén nacht zal twee geliefden doden en van hen verdiende zij het meest een lang leven. Het is mijn schuld. Ongelukkige, ik heb je dood op mijn geweten. Ik vroeg je bij nacht te komen naar een oord vol gevaar en ik ben te laat gekomen. Verscheur mijn lichaam, verorber mijn misdadig lijf met wrede beten, leeuwen, jullie die in deze grot wonen. Maar de dood alleen maar wensen getuigt van lafheid.” Hij nam de sluier van Thisbe en droeg hem naar de schaduw van de boom waar de afspraak gepland was. Hij vergoot tranen en zoende het bekende kledingsstuk. Hij zei: “Aanvaard nu ook de stralen van mijn bloed”. Het zwaard, dat hij op zich droeg, stootte hij in zijn buik en zonder dralen trok hij het stervend uit de schrijnende wonde. Hij lag op zijn rug op de grond. Het bloed spoot hoog op. Precies zo barst een buis stuk als het lood beschadigd is en spuiten lange waterstralen uit een klein, sissend gaatje omhoog en boren zich met gulpen door de lucht. Door de bloedspatten kregen de boomvruchten een zwarte kleur. De wortels, die door het bloed bevochtigd waren, kleurden de hangende moerbeien purper.
Thisbe was nog niet bekomen van de schrik maar ze keerde toch terug om haar geliefde niet teleur te stellen. Met haar ogen en haar hart zocht ze de jonge man. Ze brandde van verlangen om hem te vertellen aan welke gevaren ze ontsnapt was. Ze herkende wel de plaats en de vorm van de boom, die ze al eerder had gezien, maar de kleur van de vruchten bracht haar in de war. Ze twijfelde of ze wel op de juiste plaats was. Terwijl ze aarzelde, zag ze trillende ledematen stuiptrekken op de grond, die met bloed was besmeurd. Ze deinsde terug, werd bleker dan bukshout en huiverde zoals water rimpelt wanneer een bries het oppervlak streelt. Maar toen ze van op een afstand haar geliefde herkende, sloeg ze hard met luid misbaar tegen haar bovenarmen: nee, dat had Thisbe niet verdiend! Ze rukte zich de haren uit, omhelsde het lichaam van haar geliefde, liet zijn bebloede wonden vollopen met haar tranen en zoende innig zijn kil gelaat. Ze riep: “ Pyramus, welke tegenslag heeft jou van mij weggenomen? Geef toch antwoord! Het is je liefste Thisbe die je naam roept. Luister toch, doe je gesloten ogen open.”
Bij de naam ‘Thisbe’ sloeg Pyramus zijn ogen op, die door de dood waren bezwaard en toen hij haar had gezien, deed hij ze weer dicht. Ze herkende haar kledingstuk, zag de ivoren schede zonder zwaard en zei: “ Uit liefde heb je zelfmoord gepleegd, ongelukkige! Ook mijn hand is dapper genoeg voor diezelfde daad. Ook mijn liefde is sterk genoeg: zij zal me de kracht verlenen om de wonden toe te brengen. Ik zal je vergezellen in de dood en in de herinnering van de mensen zal ik voortleven als de oorzaak van je dood en als je diep ongelukkige lotgenote. Enkel de dood kon je van me scheiden en nu zal zelfs de dood dat niet kunnen.
De vertaling gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden