0.9 De rovers en de haan - pg 16
Terwijl de rovers in een of ander huis aankomen vinden ze niets behalve een haan: en ze grijpen die en gaan weg. Deze staat op het punt door hen geofferd te worden en vraagt:
“Laat mij toch los: want ik ben nuttig voor de mensen omdat ik men wakker van nacht maak voor hun werk.”
Maar zij zeggen: “Maar dat is beter om te offeren: want jij maakt men wakker, jij laat ons niet toe te stelen.”
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden