Avoir en être - Frans
Avoir = hebben
Ik heb = J'ai
Jij hebt = Tu as
Hij heeft = Il a
Zij heeft = Elle a
Wij hebben = Nous avons
U / Jullie hebben = Vouz avez
Zij hebben = elles ont / Ils ont
être = zijn
Ik ben = je suis
Jij bent = tu es
Zij is = elle est
Wij zijn = nous sommes
U bent = Vous etes
Zij zijn = Elles sont / Ils sont
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
F.
F.
Bedankt
5 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Super, dankjewel!
5 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Ik mis een aantal woordjes
5 jaar geleden
AntwoordenW.
W.
Super erg bedankt
5 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
Thanks
5 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Dit had ik nodig!
5 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Is precies wat ik nodig hebt.
Dankjewel
4 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Vous etes is fout. Het moet zijn Vous ĂȘtes.
4 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Vouz avez is ook fout. Het moet zijn Vous avez!
4 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
slecht
4 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
dit is zo slecht google translate is veel beter
4 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
Kakatoilet
4 jaar geleden
Antwoorden