De Cincinnato, naar Livius
De boer wordt dictator
De Aequi hielden de consul Minicius en zijn leger omsingeld. Omdat de senatoren weinig vertrouwen hadden in de andere consul Nautius, werd L. Quintius Cincinnatus met instemming van iedereen tot dictator benoemd om de moeilijke situatie/ zaak te herstellen. L. Quintius, de enige hoop van het volk van het Romeinse rijk, bewerkte een bescheiden akker aan de overkant van de Tiber. Daar begroetten de gezanten hem en vroegen hem om in toga gekleed te luisteren naar de bevelen/ opdrachten van de senaat. Hij beveelt zijn vrouw Ricilia om zijn toga snel tevoorschijn te halen. Nadat hij tegelijk het stof en het zweet had afgeveegd, trad hij naar voor in toga gekleed en de gezanten begroeten hem als dictator, roepen ze hem naar de stad, en zetten ze uiteen welke grote paniek heerst in het leger. Nadat Quinctius de Tiber overgevaren is, vangen zijn 3 zonen hem op, daarna zijn andere familieleden en vrienden, en dan het vrij grote deel van de senatoren. Voorafgegaan door de lictoren werd hij naar huid gebracht.
Doortastende maatregelen
De volgende dag beveelt de dictator de herbergen in de hele stad te sluiten, hij verbiedt dat de burgers een privézaak regelen. Hij geeft/houdt een redevoering voor het volk: “Al wie een militaire leeftijd heeft, moet gewapend, met voedsel voor 5 dagen en 12 schanspalen, voor zonsondergang op het Marsveld aanwezig zijn. Ouderen moeten voor een naburige soldaat eten klaarmaken, terwijl die zijn wapens klaarmaakt en schanspalen bijeenzoekt.” Iedereen gehoorzaamt de verordening van de dictator en nadat ’s avonds de colonne opgesteld is, leidt de dictator zelf de legioenen naar de vijand, terwijl hij opnieuw en opnieuw zijn soldaten aanspoort: “De consul en het Romeinse leger worden omsingeld, al 3 dagen zijn ze ingesloten! Haast je vaandeldrager! Volg, soldaat!”
Beslissende veldslag
En dus stelt hij in het midden van de nacht zijn hele colonne/leger op rondom het kamp en de vijand en nadat het geroep/geschreeuw is aangegeven, geeft hij zijn soldaten het bevel een gracht te graven en een wal aan te leggen. De soldaten voeren zijn bevelen uit, hun geroep klinkt rond de vijand en bereikt het kamp van de consul: bij de enen veroorzaakt het paniek, bij de anderen reusachtige vreugde. De omsingelde consul en zijn leger, die begrepen dat er hulp was, namen met nieuwe hoop de wapens op tegen de Aequi: er werd gevochten tot de dageraad. De Aequi waren bij het eerste licht al door de dictator omsingeld en terwijl het gevaar langs beide kanten dreigde, hielden ze de strijd nauwelijks tegen een leger uit. Uiteindelijk smeekten ze aan de ene kant de consul, aan de andere kant de dictator: “Maak van de overwinning toch geen slachtpartij, laat toe dat wij ongewapend van hier weggaan”. Ze werden door de consul bevolen om naar de dictator te gaan. Hij beveelt dat de leiders van de vijand geboeid tot bij hem moeten worden geleid: “Het bloed van de Aequi heb ik niet nodig; jullie mogen weggaan, maar (dan wel) onder het juk door!” Met 3 lansen wordt een juk gemaakt, waar de dictator de overwonnen Aqui onderdoor stuurt.
Triomf in Rome
Na de verovering van het vijandelijke kamp gaf hij de hele buit uitsluitend aan zijn eigen troepen. Het consulaire leger en de consul zelf kregen van hem bittere verwijten te horen: ‘Jullie, soldaten,’ sprak hij, ‘zullen jullie aandeel aan de buit mislopen, van een vijand, wiens buit jullie zelf bijna geweest zijn. En jij, Lucius Minucius, zult, totdat je je als consul weet te gedragen, onderbevelhebber zijn van deze legioenen.’ [...] In Rome beval de senaat dat Quinctius als triomfator met het leger dat hij bij zich had, de stad zou intrekken. Voor zijn zegekar liepen de aanvoerders van de vijanden, daarvóór werden de militaire kentekens gedragen en achter hem marcheerde het leger, beladen met buit. [...] Quinctius legde na zestien dagen zijn ambt neer, dat hij voor zes maanden ontvangen had.
REACTIES
1 seconde geleden