Samenvatting:
Het verhaal gaat over een 14 jarig meisje; Emma Mullenders. Ze heeft 2 zusjes, Sofie van 8 Mayke van 3. Broers: Tom van 10, Volkert van ongeveer 16 en nog een broertje van een paar maanden. Haar vader Sjeng is boer in Slenaken, na een mislukte oogst kunnen ze de pacht niet meer betalen, en moeten ze verhuizen. De pastoor raadt de familie Mullenders aan om naar Kerkrade te gaan en daar in de mijn te gaan werken. Na een lange en vermoeiende reis van twee dagen lopen, waarbij ze van hun laatste geld beroofd zijn komen ze eindelijk in Kerkrade. De volgende ochtend wordt Emma al om 4 uur gewekt door haar vader, om te werken in de mijn. Tom, Volkert, Emma en Sjeng lopen naar de mijn toe waar ze hun eerste dag zullen beginnen. Emma is erg bang dat de mijn instort of dat er een explosie ontstaat. Terwijl Sjeng en Volkert steenkool uit de muur hakken moet Emma een grote mand vol steenkool schouwen. De kleine Tom moet ook in de mijn werken. Hij moet door hele kleine gangetjes de zware mand trekken en door geven aan Emma die op een afgesproken plaats op hem staat te wachten Omdat ze met z’n alle te weinig geld verdienen moet Sofie van acht ook in de mijn gaan werken. Sofie vind het heel erg.
Als er op een dag de mijn inspectie komt moeten de kinderen nog dieper gaan werken. De zoon van een van hen Rudolf Brandenburg komt ook mee. Emma wil hem laten zien hoe het werkelijk in de mijn is als de mijn plotseling instort. Emma trek Rudolf een zijgang in. Door het hevige geschud vallen er alle maal stenen en houten palen voor de uitgang. Ze doen een poging om de stenen weg te duwen, maar het lukt niet; de stenen zijn te zwaar. Ze zoeken naar een andere uitgang maar die is nergens te vinden. Als ze de hoop willen opgeven ruiken ze ook nog eens mijngas. Doordat ze dit inademen zakken ze steeds weg, en er is nog steeds geen hulp… Als Emma wakker wordt ligt ze –tot haar grote verbazing – in haar eigen bed. Ze hebben haar gered! Maar wat Emma niet weet is dat haar vader naar haar heeft gezocht en dat er toen nóg twee instortingen zijn geweest. Hierbij is het been van vader Sjeng gebroken. Hij kan en mag niet meer werken. Nu moet de moeder van Emma Anne-Kartien ook in de mijn gaan werken. Als de moeder van Emma een zoontje krijgt moet deze ook mee in de mijn. Nu moet Mayke van 3 jaar ook gaan werken omdat vrouwen minder verdienen dan mannen. Op een begeven moment stop Volkert met werken hij wil niet ook sterven aan vervuilde longen met als Keube. Dit is een goede vriend van Emma. Door dat Rudolf en Emma bevriend zijn geraakt geeft Rudolf de Familie Mullenders steeds een beetje eten en kleding soms zelfs kolen.
Vlak daarna er komt water in de mijn te staan en het allerergste is nog dat bijna niemand kan zwemmen. Als Emma naar boven wilt denkt ze er plots aan dat Tom nog in de mijn zit. Ze roept en schreeuwt maar nergens hoort ze een reactie van Tom. Jef, een goede vriend van Emma trekt Emma naar de ladder, maar ze schreeuwt dat Tom er nog steeds niet is. Jef schreeuwt naar Emma dat hij Tom ziet en springt er naartoe. Emma word door alle mensen naar boven geduwd. Als ze boven komt ziet ze haar zusjes boertjes en ouders, ze ziet alleen Tom en Jef niet. Ze raakt in paniek. Pas ’s avonds kan het water worden weggepompt en vrijwilligers laten zich naar beneden zakken om mensen te gaan halen. Dan komt Tom boven. Hij is verdronken… Vlak erna komt Jef ook boven en evenals Tom verdronken. Haske, de zus van Jef geeft Emma de schuld van het overlijden van haar broer.
Als alles weer is vergeten komt Rudolf met een voorstel. Zijn oom en tante uit Maastricht zoeken een dienstmeisje en of Emma dat wil. Meteen zegt ze: ‘ja’, maar thuis krijgt ze er problemen mee. Haar ouders willen het niet. De volgende dag laten ze haar toch gaan. Ze heeft beloofd dat ze het geld, dat ze verdient, opstuurt.
In Maastricht heeft ze het fijn. Ze komt haar broer Volkert tegen en ze komt in contact met een eigenaar van een krant. Er verschijnt elke week een stukje van haar levensverhaal in de krant. Haar werkgevers komen erachter en ze wordt er uitgegooid als ze de keuze maakt om verder te gaan met haar verhaal. Ze leert van de eigenaar lezen en schrijven, terwijl zij hem helpt met kranten. Ook wordt ze door hem uitbetaald. Ondertussen duikt Volkert ook weer af en toe op.
Ook ziet ze Rudolf regelmatig. Hij houdt zich bezig met fotografie.
Als ze door hem wordt uitgenodigd voor zijn tentoonstelling over kinderarbeid waar hij een hekel aan heeft ziet ze een foto waar de hoge toren van Kerkrade op staat. Op die foto staat Sofie. Emma kijkt stil naar de lege blik in Sofie haar ogen. Ogen die zichtbaar zijn voor heel Maastricht.
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/61966
Hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is Emma Mullenders; ze is 14 jaar oud en heeft lang blond haar. Ze is een rustig, vriendelijk en ze houdt heel erg van leren. Werken in de mijn vindt ze verschrikkelijk stom. Ze ziet er erg armoedig uit, dit komt omdat ze in de mijn werkt. Ze is erg behulpzaam/zorgzaam en helpt veel mee in het gezin. Ze is kort gezegd gewoon heel aardig. J
Omgeving:
Het verhaal speelt zich af aan het begin van het verhaal op een boerderij omgeving met akker, in het meerderdeel van het verhaal speelt het zich af bij en in de mijnen, waar het erg donker en vies is. In de mijnen moet je kruipen want het is er heel laag. Ik vind het vooral een erg sombere omgeving hoe de schrijver het beschrijft.
Het verslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
1 seconde geleden