Verslag Jij bent van Mij

Jij bent van mij, geschreven door Peter Middendorp. Gepubliceerd in 2018.
Gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Marianne Vaatstra in 1999. 

Titelverklaring:

De titel "Jij Bent Van Mij” verwijst naar het eerste wat Tille Storkema denkt wanneer hij Rosalinde ziet. Het gaat om de bezittingsdrang die Tille heeft. In het boek zegt Tille ook tegen zijn net geboren dochter “Nu ben je bij mij”, wat de liefdesverklaring van Tille naar zijn dochter weergeeft. 

Motto:

Het motto is “Ook als je nog diep gevallen bent ken je nog lief en leed”, dit citaat komt uit de roman De Drinker, geschreven door de Duitse schrijver Hans Fallada. 

Genre:

Literaire fictie

Spanningsopbouw en open plekken:

Peter Middendorp verwerkt in zijn boek zeker een aantal open plekken en er is sprake van spanningsopbouw. Zo onthult hij niet in één keer alle informatie over de moord, dit houdt de lezer nieuwsgierig. Ook zijn er een paar open plekken waar geen duidelijke emoties in terug te vinden zijn. Dit leidt ertoe dat er ruimte is voor de lezer om dit zelf in te vullen. “Haar handen trilde, ze kon haar ademhaling niet onder controle houden”, de lezer moet zelf invullen wat dit inhoudt. Ook zijn er aan het einde van het hoofdstuk cliffhangers. 

Personages:

1. Tille Storkema → Tille is een jongen die opgroeit op het boerenland bij zijn ouders. Zijn vader is heel erg bazig over hem. Wanneer de vader van Tille een ongeluk krijgt met een machine en zijn been eraf wordt gehakt is er geen enkele aandacht voor het jonge jongetje. Tille ziet dit tafereel namelijk gebeuren, maar niemand bekommert zich om hem. Hij is een trotse vader van Suze en Friso, toch lijkt de relatie wat raar.

2. Ada → Ada is de vrouw van Tille. Ze ontmoeten elkaar in een schuurfeest waar ze meteen haar lichaam bloot geeft. Tille en Ada krijgen een relatie en twee kinderen. In het boek wordt ze omschreven als niet lelijk maar ook zeker niet als knap. En als niet dik maar ook niet als dun. Door de ouders van Tille krijgt ze de bijnaam “spook”. Ze is niet meer aantrekkelijk voor haar man maar dat interesseert haar niet, ze heeft geen zin meer in seks. Ook zet ze zich heel erg in voor de demonstraties tegen het AZC. 

1. Suze Storkema → Suze is een echt papa’s kindje. Het is een blij kind en graag in de buurt van haar vader. Wanneer ze puber wordt en de leeftijd van Rosalinde krijgt verandert de relatie. Suze herinnert Tille aan Rosalinde.
   4. Friso → Friso is een traag kind, hij heeft ook nauwelijks contact met zijn vader. Tille vindt dit normaal. Suze weet dat Friso gepest wordt. Friso toont geen medelijden wanneer Tille gearresteerd wordt.
   
   5. Vader en moeder Storkema → Hebben een eigen boerderij. Ze worden door Tille en Arda haast gedwongen om te verdwijnen uit hun woning en naar een ouderenhuis te gaan. Het zijn mensen met weinig gevoel en empathie.
   
   6. Rosalinde Dingema (ook wel Rosa genoemd) → Rosalinde is het meisje dat verkracht is door Tille. Ze is omschreven als een leuke, spontane, jonge meid. 

Decor:

• Historische tijd: Het verhaal speelt zich af in de 21ste eeuw. Dit is te zien aan hoe de leefomgeving wordt omschreven, er is sprake van machines en apparatuur. De schrijver kiest hiervoor omdat het echte verhaal ook vrij recent is gebeurd (1999) 
• Verteltijd: Het boek heeft 248 bladzijden. 
• Vertelde tijd: De vertelde tijd van het boek is ongeveer 33 jaar. Het boek begint als Tille 11 jaar is, we volgen hem tot zijn huwelijk en arrestatie. Als Rosa wordt vermoord is Suze 3 en 13 jaar na de moord is pas bekend wie het heeft gedaan. 

• Volgorde:
  Het verhaal bestaat uit een niet-chronologische tijdsvolgorde en een chronologische tijdsvolgorde. Het leven wordt uitgedrukt in een chronologische tijdsvolgorde. Maar in het verhaal komt ook een stuk voor waar Tille op zijn leven terugkijkt wanneer hij in de cel zit. Het achteraf vertelde verhaal bestaat uit flashbacks, het verhoor, het gesprek met de advocaat en de nacht van de moord zelf. 

Thema’s:

In het verhaal staat niet de verkrachting centraal. maar hoe een vader 13 jaar lang met een moord kan rondlopen. 

Moord: Het verhaal gaat over de moord op op de 16-jarige Rosalinde Dingeman door Tille Stokerma. Het meisje was op de verkeerde plaats op het verkeerde tijdstip. Na een ruzie met zijn vrouw over seks besluit hij het meisje bij volle maan te verkrachten in een waailand waarna ze wordt teruggevonden door haar eigen vader. Tille verzwijgt de moord 13 jaar lang en wordt gepakt tijdens en DNA-onderzoek. In eerste instantie werden de asielzoekers van het AZC beschuldigd van de moord, omdat dit geen hollandse manier zou zijn geweest.

Vader-dochterrelatie: De vader-dochterrelatie van Tille en Suze is een belangrijk aspect in het boek. Hij is haast geobsedeerd  door haar en wanneer Suze ouders wordt voelt zij zich niet meer op haar gemak bij haar vader door de seksuele opmerkingen die hij maakt. Vlak voor Suzes 16e verjaardag, dezelfde leeftijd als Rosa, wordt Tille opgepakt voor de moord. 

Motieven: 

• Verkrachting, liefdesrelatie, seksualiteit, prositutie, schaamte,  

Hoe het verhaal verloopt:

Proloog
Het verhaal begint met een proloog waarin de 11-jarige Tille het been van zijn vader afgezaagd zag worden door de maaimachine. 

Voorjaar (h1 t/m h10):
Het eerste hoofdstuk is een terugblik op de tijd. Tille zit dan al in de cel, hierin vertelt hij hoe hij zijn vrouw heeft leren kennen etc. Hij vertelt over de relatie met suze en de nacht van de moord.

Zomer (h11 t/m h20):
De herdenking van Rosalinde vindt plaats, hij vader praat emotioneel. Tille droomt soms over de verkrachting, dit zijn nachtmerries. Ook denkt het dorp dat de asielzoekers van het AZC achter de moord zitten. 

Herfst (h21 t/m h27):
Het is een paar jaar verder. Tilles vader en moeder zijn verhuisd naar een andere woning. Een populaire politicus pleit voor een DNA-onderzoek, het eerste onderzoek ging niet door. Suze is in deze hoofdstukken ouder geworden en schaamt zich voor haar vader. In het laatste deel zijn er twee dialogen die door elkaar lopen: dat Suze en Rosalinde beide met Tille door het weiland lopen. 

Winter (h28 t/m h35):
Tijdens de laatste hoofdstukken wordt Tille gepakt op de moord doormiddel van een DNA-onderzoek. Het is vlak voor de zestiende verjaardag van Suze, de leeftijd die Rosa ook had tijdens de moord. Tijdens de rechtszaak wordt hij geconfronteerd met zijn familieleden, hij ervaart grote schaamte. 

Het einde:

Het boek heeft een gesloten einde, het is namelijk bekend wie de moord op Rosalinde heeft gepleegd. 

Perspectief:

Het verhaal heeft een ik-verteller, namelijk Tille zelf. Je leest het boek door zijn belevingen. Hij wisselde van belevend-ik naar tegenwoordige-ik. Ook vertelt hij dat hij een onbetrouwbare verteller is en niet alle details benoemd. 

Het leidmotief:

Het leidmotief is dat Tille heel graag alle controle wil over alles en heel erg bezitterig is. Dit is te zien in de relatie tot zijn dochter en hoe hij handelt met Rosalinde.