Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow
  • Verslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 3429 woorden
  • 30 maart 2016
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
3 keer beoordeeld

Boekcover Kruistocht in spijkerbroek
Shadow

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in M…

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag e…

De zestienjarige Dolf uit Amstelveen geeft zich op als proefkonijn: hij zal door een materietransmitter teruggeflitst worden naar de Middeleeuwen om daar één middag een kijkje te nemen. Maar door een foute berekening komt hij in het jaar 1212 terecht in een Kinderkruistocht die net uit Keulen is vertrokken en niet op het riddertoernooi in Montgivray in Midden-Frankrijk dat hij zo graag wilde bijwonen. Verbijsterd ziet hij duizenden gelovige - en vooral goedgelovige - kinderen, aan wie wonderen zijn beroofd, zingend aan hem voorbijtrekken. Zij zijn van plan met hun blote landen het Heilige Land van de Saracenen te bevrijden. Om vijf uur diezelfde middag moet Dolf weer op de afgesproken plek staan om teruggeflitst te worden naar de twintigste eeuw - tenminste, als er niets fout gaat...

Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Kruistocht in spijkerbroek Inhoudsopgave

Titel                                                                                          blz1.

Schrijfster                                                                               blz1.

Jaar van 1e uitgave                                                             blz1.

Genre                                                                                         blz1.

Onderwerp                                                                                blz1.      

Samenvatting                                    blz1. blz2. blz3. blz4.

Hoofdpersonen                                                            blz4. blz5.

Bij personen                                                                blz5. blz6.

Perspectief                                                                              blz6.

Tijd                                                                                           blz6.

Plaatsen                                                                                 blz6.

Titelverklaring                                                                    blz6.

Eigen Mening                                                                        blz7.

 

 

De titel van het boek is Kruistocht in spijkerbroek.

De schrijfster is Thea Beckman.

Het jaar waarin het boek werd uitgegeven is 1973.

Het genre is historie, avontuur.

ONDERWERP & SAMENVATTING

Het onderwerp is kruistocht, slavenhandel, dood en bedrog.

Ik vind dit onderwerp een beetje interessant, maar ik hou niet echt van historische boeken.

Door dit boek ben ik (denk ik) niet anders gaan denken (ik weet het eigenlijk niet)

Het is geen realistisch verhaal, want er komt een tijdmachine in voor en die bestaan niet. Maar de rest van het verhaal, hoe het in de middeleeuwen was, dat kan best realistisch zijn.

 

Rudolf Wega mag in de kerstvakantie komen kijken naar de tijdmachine van Dr.Simiak, die deze heeft uitgevonden. Hij haalt Dr.Simiak over om hem naar het riddertoernooi in Montgivray te sturen. Maar door een foute berekening komt hij terecht in Keulen in 1212. Dolf markeert de plek waarop hij is geland, want hij moet straks precies op die plek staan om weer terug geflitst te worden. Hij heeft 4 uur de tijd om de middeleeuwen te onderzoeken en meteen  belandt hij in het avontuur. Dolf ontmoet Leonardo Fibonacci, wie hij redt van struikrovers.                                                                                                                                   Hij raakt aan de praat met Leonardo, die hem erg dankbaar is. Dolf wil teruggaan naar de steen waar hij op aankwam, maar stuit op een Kinder- kruistocht. Hij kan niet op tijd bij de steen komen en ziet hoe een andere jongen in zijn plaats wordt weg geflitst. Hij en Leonardo besluiten mee te lopen met de Kinderkruistocht. Er lopen zo’n 8000 kinderen mee met de Kruistocht.                                    De Kruistocht wordt geleid door Nicolaas, een voormalige herdersjongen die in een visioen de opdracht heeft gekregen zoveel mogelijk kinderen naar Genua te leiden, waar de zee voor hen zal splijten, zodat ze naar Jeruzalem kunnen lopen. Daar aangekomen zullen de Saracenen vluchten voor hun onschuld en zal Jeruzalem weer bevrijdt zijn. Dolf stelt zich voor als Rudolf Wega van Amstelveen, hierdoor denkt iedereen dat hij van adel is. Als Dolf ziet hoe slecht georganiseerd de Kruistocht is, besluit hij naar Nicolaas te gaan. Dolf stelt voor de kinderen in verschillende groepen te verdelen, die ieder een eigen taak krijgen, een jagersgroep, een vissersgroep, een groep ordebewakers en een groep ziekenverzorgers. Hierdoor zijn de kinderen gezonder. Dolf moet goed letten op wat hij zegt. Hij is opgevoed met het idee dat er geen god is, maar voor de kinderen is de godsdienst heel belangrijk. Ook vindt Dolf het moeilijk dingen uitleggen die voor hem heel normaal zijn en door zijn kleding valt hij nog meer op. Gelukkig wordt hij gesteund door Leonardo en Mariecke. De kinderen zijn er beter aan toe dankzij Dolfs aanpassingen, maar het Noodlot lijkt toe te slaan als de Scharlaken Dood uitbreekt. Dolf grijpt snel in door alle zieke kinderen te isoleren. De 2 monniken, Dom Johannes en Dom Anselmus willen niet rusten, maar Dolf overtuigd hen ervan te blijven. Het duurt minstens 1 week voordat er geen nieuwe ziektegevallen meer zijn en de monniken willen vertrekken. Leonardo steekt daar een stokje voor, hij vergiftigd hun waardoor ze een week lang vreselijke buikpijn hebben en niet verder kunnen trekken. Tegen die tijd is het gevaar van de Scharlaken Dood geweken en kunnen ze verder trekken. De ziekte heeft zo’n 100 kinderen het leven gekost. Het valt Dolf op dat vooral Dom Anselmus erg veel haast heeft om te vertrekken, ook wanneer Dolf voorraden wil inslaan voor hun tocht over de Alpen. Bij het oponthoud op de Alpen barst de bom en wordt Dolf door Nicolaas en Dom Anselmus beschuldigt van ketterij. Dit mondt uit in een proces, waarbij Dolf bijna tot dood veroordeelt wordt tot Dom Thaddeus voor hem gaat pleiten. Dom Thaddeus zegt dat Dolf juist een goddelijke afgevaardigde is en als bewijs laat hij het litteken op Dolfs hand zien. Drie puntjes die volgens Dom Thaddeus voor de heilige 3- eenheid staan. Hierdoor is Dolf vrijgesproken. De volgende ochtend vertrek een groep van zo’n 800 kinderen, die hebben besloten in het Beierse Woud een nederzetting te stichten.                                   De 1e dag verongelukken er al kinderen doordat ze van een afgrond vallen of worden bedolven onder stenen. En terwijl de meesten nog liggen te slapen, worden ze  overvallen door het leger van Graaf Romhild von Scharnitz. Die 50 kinderen eist als tol, omdat ze door zijn dal lopen. Er wordt geprotesteerd, maar ze kunnen niets doen tegen de ruiters, die 52 kinderen meenemen. Dolf laat het hier niet bij zitten en gaat de kinderen redden. De meeste overleven de tocht over de Alpen en uitgeput komen ze aan in Bolzano. Daar aangekomen krijgen ze vers fruit en brood. Dolf vermoedde al een tijdje dat er iets niet klopte aan de monniken, maar dit gevoel wordt steeds sterker doordat ook de anderen opmerken dat er iets niet klopt. Bovendien ligt aan de overkant van Genua Jeruzalem niet, dus zelfs als de zee zou splijten, dan komen ze nog niet in het Heilige Land. Er staat de kinderen een nieuwe verschrikking te wachten op de Po vlakte. De kinderen worden geteisterd door de hitte en aangevallen door boze boeren, die denken dat de kinderen een bedreiging voor hen vormen. En dan sterft Carolus, de voorbestemde Koning van Jeruzalem aan een blinde darm ontsteking. Carolus wijst Dolf aan als zijn opvolger. Hierna bereiken ze Genua, waar de zee voor hen zal splijten. De avond voor het wonder biecht Dom Johannes een complot op aan Dolf. Hij vertelt Dolf dat hij en Dom Anselmus Nicolaas hebben laten geloven dat hij de uitverkoren was die de kinderen naar Genua moest leiden. De zee zou niet splijten, maar er zouden wel schepen komen, waarvan de nep-monniken zouden zeggen dat de schepen hun naar Jeruzalem zouden brengen. In werkelijkheid zouden de schepen naar Noord-Afrika gaan om de kinderen te verkopen op de slavenmarkt. Hoewel Dolf nooit geloofde in het wonder, schrikt hij van de wreedheid van het plan. Hij overtuigd een groepje van zo’n 200 kinderen ervan dat als het  wonder morgen niet gebeurt, dat ze er dan voor moeten zorgen dat de rest niet aan boord van de schepen gaat. En zoals Dolf al had gezegd, gebeurde het wonder inderdaad niet. Wanneer Dom Anselmus voorstelt aan boord van de schepen te gaan, wordt hij verscheurd door de woedende kinderen , die begrepen hebben dat ze werden bedrogen. Nu ze geen doel meer hebben , valt de groep uit elkaar. Een deel blijft in Genua om daar te werken, een ander deel gaat, onder leiding van Dom Johannes, die wil boeten voor wat hij gedaan heeft, terug naar Duitsland.                                                                                                        Er blijven zo’n 5000 kinderen over die Nicolaas volgen, die alsnog naar Jeruzalem wil gaan. Toch is alles nu anders, ze hebben geen haast meer en wanneer ze langs een prachtige plek komen splitsen groepjes zich af om daar hun bestaan op te bouwen. Groepjes blijven achter in Pisa en Florence, waar werkkrachten worden gezocht. Er blijven zo’n 1500 kinderen over die nog steeds verder trekken. Nicolaas wordt vermoord als gijzelaar van Graaf Trasimeno. De Graaf wordt belegerd en wil de kinderen voor hem laten vechten, door Nicolaas gevangen te nemen. Ze blijven steeds maar verder trekken. Langs de Adriatische zee en Bari, waar ze de tombe van Sint-Nicolaas bezoeken, eindelijk een heilige die Dolf wel kent. Uiteindelijk bereiken ze Brindisi, na Brindisi zijn er geen steden meer en is het gebied onbewoond. Leonardo heeft in Bari een doosje gevonden, wat Dolf meteen herkent als Leonardo het hem in Brindisi laat zien. In het doosje zit een boodschap van Dr.Simiak. In de boodschap staat dat Dolf het doosje op precies dezelfde plek moet neerleggen en dat het doosje dan na 24 u terug geflitst zal worden. Met dit doosje gaat dat niet meer, dus vraagt Dolf alle kinderen uit de kijken naar deze doosjes en dat ze het direct tegen hem moeten zeggen als ze er een gevonden hebben. De Bisschop van Brindisi biedt de 700 overgebleven kinderen aan hen naar Venetië te brengen. Dit is een goede oplossing voor de overgebleven kinderen. En dan vindt Frank ook nog eens een doosje. Deze keer weet Dolf wel op tijd te zijn en wordt hij terug geflitst naar de 21e eeuw.

Het verslag gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Rudolf Wega mag in de kerstvakantie komen kijken naar de tijdmachine van Dr.Simiak, die deze heeft uitgevonden. Hij haalt Dr.Simiak over om hem naar het riddertoernooi in Montgivray te sturen. Maar door een foute berekening komt hij terecht in Keulen in 1212. Dolf markeert de plek waarop hij is geland, want hij moet straks precies op die plek staan om weer terug geflitst te worden. Hij heeft 4 uur de tijd om de middeleeuwen te onderzoeken en meteen  belandt hij in het avontuur. Dolf ontmoet Leonardo Fibonacci, wie hij redt van struikrovers.                                                                                                                                   Hij raakt aan de praat met Leonardo, die hem erg dankbaar is. Dolf wil teruggaan naar de steen waar hij op aankwam, maar stuit op een Kinder- kruistocht. Hij kan niet op tijd bij de steen komen en ziet hoe een andere jongen in zijn plaats wordt weg geflitst. Hij en Leonardo besluiten mee te lopen met de Kinderkruistocht. Er lopen zo’n 8000 kinderen mee met de Kruistocht.                                    De Kruistocht wordt geleid door Nicolaas, een voormalige herdersjongen die in een visioen de opdracht heeft gekregen zoveel mogelijk kinderen naar Genua te leiden, waar de zee voor hen zal splijten, zodat ze naar Jeruzalem kunnen lopen. Daar aangekomen zullen de Saracenen vluchten voor hun onschuld en zal Jeruzalem weer bevrijdt zijn. Dolf stelt zich voor als Rudolf Wega van Amstelveen, hierdoor denkt iedereen dat hij van adel is. Als Dolf ziet hoe slecht georganiseerd de Kruistocht is, besluit hij naar Nicolaas te gaan. Dolf stelt voor de kinderen in verschillende groepen te verdelen, die ieder een eigen taak krijgen, een jagersgroep, een vissersgroep, een groep ordebewakers en een groep ziekenverzorgers. Hierdoor zijn de kinderen gezonder. Dolf moet goed letten op wat hij zegt. Hij is opgevoed met het idee dat er geen god is, maar voor de kinderen is de godsdienst heel belangrijk. Ook vindt Dolf het moeilijk dingen uitleggen die voor hem heel normaal zijn en door zijn kleding valt hij nog meer op. Gelukkig wordt hij gesteund door Leonardo en Mariecke. De kinderen zijn er beter aan toe dankzij Dolfs aanpassingen, maar het Noodlot lijkt toe te slaan als de Scharlaken Dood uitbreekt. Dolf grijpt snel in door alle zieke kinderen te isoleren. De 2 monniken, Dom Johannes en Dom Anselmus willen niet rusten, maar Dolf overtuigd hen ervan te blijven. Het duurt minstens 1 week voordat er geen nieuwe ziektegevallen meer zijn en de monniken willen vertrekken. Leonardo steekt daar een stokje voor, hij vergiftigd hun waardoor ze een week lang vreselijke buikpijn hebben en niet verder kunnen trekken. Tegen die tijd is het gevaar van de Scharlaken Dood geweken en kunnen ze verder trekken. De ziekte heeft zo’n 100 kinderen het leven gekost. Het valt Dolf op dat vooral Dom Anselmus erg veel haast heeft om te vertrekken, ook wanneer Dolf voorraden wil inslaan voor hun tocht over de Alpen. Bij het oponthoud op de Alpen barst de bom en wordt Dolf door Nicolaas en Dom Anselmus beschuldigt van ketterij. Dit mondt uit in een proces, waarbij Dolf bijna tot dood veroordeelt wordt tot Dom Thaddeus voor hem gaat pleiten. Dom Thaddeus zegt dat Dolf juist een goddelijke afgevaardigde is en als bewijs laat hij het litteken op Dolfs hand zien. Drie puntjes die volgens Dom Thaddeus voor de heilige 3- eenheid staan. Hierdoor is Dolf vrijgesproken. De volgende ochtend vertrek een groep van zo’n 800 kinderen, die hebben besloten in het Beierse Woud een nederzetting te stichten.                                   De 1e dag verongelukken er al kinderen doordat ze van een afgrond vallen of worden bedolven onder stenen. En terwijl de meesten nog liggen te slapen, worden ze  overvallen door het leger van Graaf Romhild von Scharnitz. Die 50 kinderen eist als tol, omdat ze door zijn dal lopen. Er wordt geprotesteerd, maar ze kunnen niets doen tegen de ruiters, die 52 kinderen meenemen. Dolf laat het hier niet bij zitten en gaat de kinderen redden. De meeste overleven de tocht over de Alpen en uitgeput komen ze aan in Bolzano. Daar aangekomen krijgen ze vers fruit en brood. Dolf vermoedde al een tijdje dat er iets niet klopte aan de monniken, maar dit gevoel wordt steeds sterker doordat ook de anderen opmerken dat er iets niet klopt. Bovendien ligt aan de overkant van Genua Jeruzalem niet, dus zelfs als de zee zou splijten, dan komen ze nog niet in het Heilige Land. Er staat de kinderen een nieuwe verschrikking te wachten op de Po vlakte. De kinderen worden geteisterd door de hitte en aangevallen door boze boeren, die denken dat de kinderen een bedreiging voor hen vormen. En dan sterft Carolus, de voorbestemde Koning van Jeruzalem aan een blinde darm ontsteking. Carolus wijst Dolf aan als zijn opvolger. Hierna bereiken ze Genua, waar de zee voor hen zal splijten. De avond voor het wonder biecht Dom Johannes een complot op aan Dolf. Hij vertelt Dolf dat hij en Dom Anselmus Nicolaas hebben laten geloven dat hij de uitverkoren was die de kinderen naar Genua moest leiden. De zee zou niet splijten, maar er zouden wel schepen komen, waarvan de nep-monniken zouden zeggen dat de schepen hun naar Jeruzalem zouden brengen. In werkelijkheid zouden de schepen naar Noord-Afrika gaan om de kinderen te verkopen op de slavenmarkt. Hoewel Dolf nooit geloofde in het wonder, schrikt hij van de wreedheid van het plan. Hij overtuigd een groepje van zo’n 200 kinderen ervan dat als het  wonder morgen niet gebeurt, dat ze er dan voor moeten zorgen dat de rest niet aan boord van de schepen gaat. En zoals Dolf al had gezegd, gebeurde het wonder inderdaad niet. Wanneer Dom Anselmus voorstelt aan boord van de schepen te gaan, wordt hij verscheurd door de woedende kinderen , die begrepen hebben dat ze werden bedrogen. Nu ze geen doel meer hebben , valt de groep uit elkaar. Een deel blijft in Genua om daar te werken, een ander deel gaat, onder leiding van Dom Johannes, die wil boeten voor wat hij gedaan heeft, terug naar Duitsland.                                                                                                        Er blijven zo’n 5000 kinderen over die Nicolaas volgen, die alsnog naar Jeruzalem wil gaan. Toch is alles nu anders, ze hebben geen haast meer en wanneer ze langs een prachtige plek komen splitsen groepjes zich af om daar hun bestaan op te bouwen. Groepjes blijven achter in Pisa en Florence, waar werkkrachten worden gezocht. Er blijven zo’n 1500 kinderen over die nog steeds verder trekken. Nicolaas wordt vermoord als gijzelaar van Graaf Trasimeno. De Graaf wordt belegerd en wil de kinderen voor hem laten vechten, door Nicolaas gevangen te nemen. Ze blijven steeds maar verder trekken. Langs de Adriatische zee en Bari, waar ze de tombe van Sint-Nicolaas bezoeken, eindelijk een heilige die Dolf wel kent. Uiteindelijk bereiken ze Brindisi, na Brindisi zijn er geen steden meer en is het gebied onbewoond. Leonardo heeft in Bari een doosje gevonden, wat Dolf meteen herkent als Leonardo het hem in Brindisi laat zien. In het doosje zit een boodschap van Dr.Simiak. In de boodschap staat dat Dolf het doosje op precies dezelfde plek moet neerleggen en dat het doosje dan na 24 u terug geflitst zal worden. Met dit doosje gaat dat niet meer, dus vraagt Dolf alle kinderen uit de kijken naar deze doosjes en dat ze het direct tegen hem moeten zeggen als ze er een gevonden hebben. De Bisschop van Brindisi biedt de 700 overgebleven kinderen aan hen naar Venetië te brengen. Dit is een goede oplossing voor de overgebleven kinderen. En dan vindt Frank ook nog eens een doosje. Deze keer weet Dolf wel op tijd te zijn en wordt hij terug geflitst naar de 21e eeuw.

HOOFDPERSONEN

Dolf Wega ook wel Rudolf Wega van Amstelveen (zo noemt hij zich in de middeleeuwen,) is 15 jaar. Dolf is een  zelfverzekerde, avontuurlijke, vindingrijke en koppige jongen. Hij heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de kinderen. Dolf is ongelovig. Hij is sociaal, maakt gemakkelijk vrienden en bovendien heeft hij een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij kan niet goed overweg met Nicolaas, omdat hij niet in zijn heilige missie gelooft en niet met  Dom Anselmus omdat hij zijn doelen niet begrijpt.

Leonardo Fibonacci Da Pisa is een rondreizende student. Hij spreekt Diets en Latijn en trekt met zijn ezel door Duitsland als hij Dolf tegenkomt.                             Leonardo heeft net 2 jaar in Parijs gestudeerd en is op weg naar Bologna. Leonardo sluit zich net als Dolf aan bij de Kinderkruistocht. Ook Leonardo probeert zo goed mogelijk voor de kinderen te zorgen. Leonardo bewondert Dolf omdat hij het allemaal zo goed weet te regelen. Aan het eind van het boek vertelt Leonardo aan Dolf dat hij over een paar jaar met Mariecke wil trouwen.

BIJPERSONEN

Mariecke is een weesmeisje uit Keulen. Ze heeft grijze ogen en is erg mager. Ze trekt veel op met Dolf en Leonardo, daardoor leert ze zelf nadenken. Ze vertrouwt op Dolf en ze blijft lang geloven in het wonder dat Nicolaas zal verrichten.

Dom Anselmus doet zich voor als een monnik. Hij heeft het plan om de kinderen die met de kruistocht mee gaan, te verkopen als slaven. Daarom is hij ook zo fel tegen Dolf omdat Dolf voor oponthoud zorgt. Wanneer het complot wordt ontdekt verscheuren de kinderen hem.

 Dom Johannes is ook een nep-monnik, hij zit samen met Dom Anselmus in het complot. Als ze bijna in Genua zijn biedt hij het complot op aan Dolf, die ervoor zorgt dat de kinderen niet met de schepen meegaan. Dom Johannes gaat terug naar Duitsland, samen met de kinderen die dat ook willen.

Carolus was een schildknaap, die de toekomstig koning van Jeruzalem zou worden. Carolus is een goede jager en doet zijn best om voor de kinderen te zorgen. Carolus sterft aan een blinde darmontsteking op de Po vlakte. Met zijn laatste woorden, benoemt hij Dolf tot zijn opvolger.

Nicolaas is een herdersjongen, die zich een heilige waant. Hij is bedrogen door Dom Anselmus en Dom Johannes, hierdoor denkt hij dat hij een wonder kan verrichten. Hij draagt altijd witte kleding en gelooft in zijn heilige missie. Hij ziet Dolf als zijn tegenstander.

Dom Thaddeus Peter is ook een monnik (hij weet niets af van het complot) en is voor Dolf. Hij vindt Dolf wel een ketter, maar hij vindt ook dat Dolf moet blijven, want anders zou het allemaal veel slechter zijn gegaan.

In het boek heb je te maken met echte karakters, je weet precies wat en hoe iedereen denkt en is.

PERSPECTIEF

Het boek is geschreven vanuit een vertellers-perspectief, omdat je de gedachten van meerdere personen leest.

TIJD

In het begin speelt het boek zich af in de 21e eeuw, daarna in 1212, dit weet ik omdat dat in het boek wordt verteld.

De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is ong. tweeëneenhalve maand.

Het verhaal wordt in chronologische volgorde verteld, op een paar flashbacks na als Dolf terugdenkt aan hoe het in de 21e eeuw is. Ook zijn er tijdsversnellingen en vertragingen.

Het boek heeft een gesloten einde.

PLAATSEN

Het verhaal speelt zich op erg veel verschillende plaatsen af. Zoals bijv. in Duitsland, Italië en op de Alpen.

TITEL

Dit boek heet zo omdat Dolf in zijn spijkerbroek uit de 21e eeuw, meeloopt met een kruistocht.

EIGEN MENING

Ik vond dit boek best spannend, omdat er telkens iets gebeurt wat je niet verwacht.

  1. De gebeurtenis die de meeste indruk op mij heeft gemaakt is de dood van Carolus, want hij is best een belangrijk persoon en goed bevriend met Dolf en vrienden van de hoofdpersonen horen niet dood te gaan vind ik.
  2. De andere gebeurtenis die de meeste indruk op mij heeft gemaakt is toen Dom Johannes het complot opbiechtte aan Dolf, ik vond het namelijk best erg dat ze die kinderen voor de slavenhandel wilden verkopen.

Het boek was makkelijk te lezen, omdat Thea Beckman heel vlot schrijft, het was een groot lettertype en ik vind lezen ook erg makkelijk.

Ik raad andere mensen aan dit boek wel te lezen, omdat het een erg spannend en avontuurlijk boek is.

 

   

  

 

       

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Kruistocht in spijkerbroek door Thea Beckman"